Uiteraard praten en denken we weer veel over ongelukken,
over risico’s en gevaren. Het gevaarlijkst zijn volgens mij een opbouw- of
inhaakfout, en een startfout. Toevallig allebei zaken die heel goed te
controleren zijn, maar juist dat brengt het risico van nonchalance met zich
mee. Velen van ons denken dat we nooit een opbouw- of startfout zullen maken,
‘ik doe dat niet’. Want ik check altijd, want ik kijk altijd naar het vaantje,
want ik begin overnieuw als ik onderbroken word, enz. We vinden het ontzettend
stom of onbegrijpelijk als iemand anders wel de fout in gaat, ‘mij zal dat niet
overkomen’. Ik heb het Paul met veel hevigheid horen beweren, nog geen jaar
voor z’n dood.
Ook gevaarlijk zijn meteo en rottige landingsveldjes.
Allebei dingen waardoor je overvallen kan worden. Het maakt ons voortdurend
waakzaam en voorzichtig en dat veroorzaakt stress, ook al niet bevorderlijk
voor veilig vliegen. Alleen veel trainen, begrip van het weer en heel veel
ervaring helpt om meestal de juiste inschatting te maken en dat helpt dan weer
tegen stress. Ik denk dat ik er inmiddels redelijk mee om kan gaan al kies ik
nog steeds iets te vaak voor teveel voorzichtigheid en dat kost me dan weer
onnodig mooie vluchten.
En dan natuurlijk nog de pechgevallen: botsing in de lucht
omdat beide piloten niet opletten of zich niks aan de regels gelegen laten
liggen of omdat één van beiden klunzig stuurt, niet anders dan in het verkeer
op de weg. Structurele ellende of iets met de lier, het kan allemaal. Dicht
langs de berg schrapen en dan door een forse bel tegen de wand aangeduwd
worden. Of de obsessie van de DHV: vliegen met een ungecertificeerd toestel /
sprogs te laag draaien en tucken. Een lockout bij het slepen of lieren. Iets
medisch terwijl je in de lucht bent. Een vogel die je doek openscheurt. Je kan
het zo gek niet bedenken of er zal wel eens iemand door verongelukt zijn. Het
stomme is dat al onze ongevalsregistraties en veiligheidsartikelen gaan over
dit soort dingen, we proberen natuurlijk collectief te leren van gebeurtenissen
waar je zo gauw niet aan denkt. Dat helpt ook wel, maar je voorkomt er geen
pilootfouten mee.
Ik ben getuige geweest van een groot aantal tumbles en ik
heb van een hoop piloten afscheid moeten nemen. Bij de tumbles was er zelden
sprake van (alleen) te lage sprogs. Meestal vloog iemand met vol vg of gewoon
te langzaam door veel te turbulente lucht, soms simpelweg in de lij van een
berg. Vaak deed iemand aerobatics. Incidenteel ging het om een collision. Het
is ook wel eens misgegaan doordat de carabiner van de lierkabel een zijkabel te
pakken kreeg. Vrijwel iedere parachutedeployment waarvan ik weet liep goed af,
met hooguit een paar schrammen. Behalve natuurlijk Adam die al z’n ribben brak
omdat de chute pas opende toen hij met 200 km/u naar beneden kwam zetten. Of de
keren dat iemand z’n chute wel had willen gooien maar te laat was of ‘m niet
uit de pocket kreeg.
Pilootfouten hebben met onze karakters, mentaliteit en
mentale staat te maken. In dit
artikel wordt gewezen op de verschillende subgroepen en –types in het
vliegen. Daar geloof ik wel in, en we hebben het met z’n allen ook vaak over
typische hanggliding karakters. Nou blijk ik volgens dit artikel eigenlijk geen
echte piloot te zijn – ik voldoe nauwelijks aan de 23 kenmerken. Maar ik
balanceer natuurlijk net als iedereen tussen durf en ambitie, en
voorzichtigheid en gebrekkige skills. Voor dat laatste compenseer ik met
oefenen, oefenen, oefenen, een eenvoudiger toestel en minder ambitieuze
vluchten. Gelukkig lijk ik nou toch echt eindelijk weer wat vertrouwen in
mezelf te mogen krijgen. M’n landingen op makkelijke terreinen met windvaantjes
gaan uitstekend en tijdens de British Open in juni heb ik ook een paar lastiger
landingen vrij redelijk gedaan. Ik ben nog steeds streng voor mezelf, een
landing is pas perfect als ik volledig gecontroleerd, zonder na-stapjes, op de
goeie plek op m’n benen sta. Maar wat veranderd is: ik accepteer het kloppen
van m’n hart in m’n keel zodra ik hoogte begin af te bouwen, ik blijf kijken
naar het punt waar ik aan de grond wil komen, ik begin niet te vroeg aan m’n
circuit en ik kom pas overeind als ik helemaal op final ben gedraaid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten