|
Pic de Bure in de verte en St Genis op de voorgrond |
|
Orpieres |
|
ziek maar wel op de camping |
Jaco zegt ‘tu es une star!’ als Peter uit Oostenrijk me komt
omhelzen en dat lijkt me best een bloosmomentje. Maar ik loop er over door te
denken en bedenk dat het andersom is: ik maak van al die mensen sterren. Ik zie
ze allemaal erg graag, vertel hun verhalen door, plak hun foto in m’n plakboek.
En ik ben heel erg dankbaar voor het gesjouw en de hangchecks en de retrieves
en de gezelligheid en de hulp als er iets gerepareerd moet worden. Ik probeer ’s
avonds de vliegverhalen in het Frans te volgen, geef het op en babbel in het
Duits verder met wat Zwitsers die ik vandaag heb leren kennen, facebook nog een
beetje om Jonny te feliciteren met z’n win in Brazilië en de filmpjes van
Djenghiz en Woolfie te bekijken. In de lucht ben ik niet zo sociaal al zou ik
er goed aan doen om eindelijk eens op te letten waar anderen omhoog gaan.
Vandaag was ik weer helemaal volstrekt alleen en de lucht was strakblauw op een
heel enkel piepklein cumultje op onbereikbare plaatsen na. Ik zakte na de start
bijna uit maar pruttelde toch omhoog tot 2700 meter, stak direct over in de
richting van de Beaumont en moest al snel heel hard werken om niet te landen.
Ik meende over de radio te begrijpen dat Sylvain naar het zuiden aan het
vliegen was dus ik draaide me om, om recht boven Niek en Pierre bijna dat ene
wolkje te pakken. Niek hoorde mij niet en Sylvain stond bij Orpieres aan de
grond en er leken iets meer wolkjes te ontstaan naar het zuiden toe dus ik toog
richting Lure. Het pruttelde wat en bij Ribiers waggelde ik ongeinspireerd
terug naar 2100 meter terwijl ik bedacht dat ik eigenlijk geen zin meer had.
Een vrij bizar gevoel en ik probeerde mezelf nog tot de orde te roepen: alles
ging goed, Jerome reed retrieve, m’n rits zat voor het eerst goed dicht en er
zat me niemand in de weg. Maar ik had echt geen zin meer en voelde de hoofdpijn
terugkomen die ik op de start al een beetje had dus ik draaide om, om in een
rechte lijn naar de camping te steken voor een best wel goeie landing. Pascal
kwam me een biertje brengen maar ik had liever een aspirientje en ik moest echt
tien minuten in de schaduw gaan liggen om bij te komen. Zonnesteek denk ik want
ik heb genoeg gedronken en niks overdreven bedorvens gegeten. Na het pilletje,
m’n kop onder de kouwe kraan en een ijsje ging het weer. Nu zit ik de laatste
avond op Nieks balkon naar de oranje gloed van de ondergaande zon achter de
pieken van Chabre, Orpieres en Beaumont te kijken en naar de krekels buiten en
de piano binnen te luisteren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten