27 juni 2017

British Open







De meteo gaf de beste vooruitzichten voor de hele week en m’n schouder ging ook best wel, dus ik nam m’n spullen mee naar boven, noordstart. Noord is altijd spannend omdat je een beetje hoogte moet winnen om het vliegveld te halen, en eerdere landingsopties bevallen me niks. Het leek me dan ook verstandig om niet voor maar na de wedstrijd te starten en ik was weer eens trots op mezelf en mijn relaxedheid. Dat verdween toen iedereen gestart was en ik nog niet eens besloten had of ik op noord op zou bouwen, of zou wachten en eind van de middag zuid zou proberen. Terwijl ik toch maar opbouwde wist ik dat de wind zou draaien zodra ik m’n harnas aantrok en inderdaad, de windzak hing slap naar beneden terwijl ik dichtritste. Bovendien stond een oudere Italiaan te stressen en ik snap zelf ook wel dat het er noord niet beter op wordt als de zon naar het zuiden draait. Toch ging ik er voor en gelukkig draaide ik prachtig in de huisbel omhoog. Waar ik mijn klassieke fout maakte: zodra ik boven start kom en een beetje kan ontspannen, stop ik me te concentreren op de termiek en klinkt het alarmstemmetje weer dat voortdurend meldt dat het spannend is om te landen. Zodat ik de bel halverwege verliet en hoewel ik mezelf tot de orde probeerde te roepen draaide ik toch niet terug maar gleed, natuurlijk te laag, naar de antennes. Waar ik moest besluiten of ik er noord of zuid langs zou gaan, en ik weet hoe spannend het is om zuid laag over de Cucco lijzijde te glijden, die hete prikkels in m’n nek wil ik niet expres oproepen. Dan maar naar het vliegveld, onnodig kwa hoogte maar wel nodig voor m’n gemoedsrust. Toen ik er zo’n tweehonderd meter boven hing kwam de helikopter net landen, tijd genoeg om daar geen last van te hebben maar ik bad dat ze niet weer op zouden stijgen. Dat deden ze gelukkig niet en ik maakte een suffe landing na een heel mooi circuit, die laatste rommel kan ik toch wel aan m’n lamme arm toeschrijven. De arm deed flink pijn, vooral m’n elleboog eigenlijk en ook m’n hand (!) en de schouder. Hoe meer ik erover nadenk hoe meer ik me realiseer dat de schouderproblemen waarschijnlijk een direct gevolg zijn van de elleboog – de verwonding of een beetje overdadig oefenen.
Gelukkig is Tim altijd galant en hij sjouwde m’n vleugel het hek over en de auto op terwijl ik van een koud biertje stond te genieten. Eenmaal terug had ik me net op het goalveld geinstalleerd toen Mario belde. Mijn eerste reactie was dat ik geen zin had hem op te halen, maar direct daarna schaamde ik me voor m’n gebrek aan behulpzaamheid en ik sprong in z’n auto om ruzie te maken met z’n tomtom. Na een half uurtje tot de opgegeven coördinaten, en nog eens drie kwartier om door Gubbio te dwalen, vond ik m’n piloot, het Nederlandse team in dit geval. Het was dik etenstijd en we vonden een geweldig tentje met heerlijk bier. Het is altijd goed praten met Mario, over de domme dingen die we doen en de traagheid waarmee we leren onszelf een beetje te beheersen. Bij mij gaat het over terugvliegen als ik weet dat ik niet op glij had moeten gaan, bij hem gaat het erom dat hij bij de gaggle moet blijven. Er zijn mensen die te hoge verwachtingen van zichzelf hebben en daardoor altijd teleurgesteld raken, over focussen op negatieve zaken of je laten sturen door emoties in plaats van intuitie en gewoon nadenken. We praatten over Charlie die fantastisch is: voorzichtig zonder haar enthousiasme in te leveren. Over John die de beste crisismanager zou zijn omdat hij in een enorme stresssituatie gewoon blijft denken.
Op de start maakte ik dezelfde genante fout die tientallen mannen ook naar mij hebben gemaakt: ik verschafte ongevraagd advies aan Charlie. Ze heeft het absoluut niet nodig en ik weet echt niet beter dan zijzelf wat het verstandigst is. Het stomme is dat je haar wil behoeden maar dat ze vooral last heeft van allerlei adviezen van alle kanten. Ze heeft geen hoeder nodig.
Nu richting zwembad, het is te warm om iets nuttigs te doen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten