De meteo gaf de beste vooruitzichten voor de hele week en m’n
schouder ging ook best wel, dus ik nam m’n spullen mee naar boven, noordstart.
Noord is altijd spannend omdat je een beetje hoogte moet winnen om het
vliegveld te halen, en eerdere landingsopties bevallen me niks. Het leek me dan
ook verstandig om niet voor maar na de wedstrijd te starten en ik was weer eens
trots op mezelf en mijn relaxedheid. Dat verdween toen iedereen gestart was en
ik nog niet eens besloten had of ik op noord op zou bouwen, of zou wachten en
eind van de middag zuid zou proberen. Terwijl ik toch maar opbouwde wist ik dat
de wind zou draaien zodra ik m’n harnas aantrok en inderdaad, de windzak hing
slap naar beneden terwijl ik dichtritste. Bovendien stond een oudere Italiaan
te stressen en ik snap zelf ook wel dat het er noord niet beter op wordt als de
zon naar het zuiden draait. Toch ging ik er voor en gelukkig draaide ik
prachtig in de huisbel omhoog. Waar ik mijn klassieke fout maakte: zodra ik
boven start kom en een beetje kan ontspannen, stop ik me te concentreren op de
termiek en klinkt het alarmstemmetje weer dat voortdurend meldt dat het
spannend is om te landen. Zodat ik de bel halverwege verliet en hoewel ik
mezelf tot de orde probeerde te roepen draaide ik toch niet terug maar gleed,
natuurlijk te laag, naar de antennes. Waar ik moest besluiten of ik er noord of
zuid langs zou gaan, en ik weet hoe spannend het is om zuid laag over de Cucco
lijzijde te glijden, die hete prikkels in m’n nek wil ik niet expres oproepen.
Dan maar naar het vliegveld, onnodig kwa hoogte maar wel nodig voor m’n
gemoedsrust. Toen ik er zo’n tweehonderd meter boven hing kwam de helikopter
net landen, tijd genoeg om daar geen last van te hebben maar ik bad dat ze niet
weer op zouden stijgen. Dat deden ze gelukkig niet en ik maakte een suffe
landing na een heel mooi circuit, die laatste rommel kan ik toch wel aan m’n
lamme arm toeschrijven. De arm deed flink pijn, vooral m’n elleboog eigenlijk
en ook m’n hand (!) en de schouder. Hoe meer ik erover nadenk hoe meer ik me
realiseer dat de schouderproblemen waarschijnlijk een direct gevolg zijn van de
elleboog – de verwonding of een beetje overdadig oefenen.
Gelukkig is Tim altijd galant en hij sjouwde m’n vleugel het
hek over en de auto op terwijl ik van een koud biertje stond te genieten.
Eenmaal terug had ik me net op het goalveld geinstalleerd toen Mario belde.
Mijn eerste reactie was dat ik geen zin had hem op te halen, maar direct daarna
schaamde ik me voor m’n gebrek aan behulpzaamheid en ik sprong in z’n auto om
ruzie te maken met z’n tomtom. Na een half uurtje tot de opgegeven coördinaten,
en nog eens drie kwartier om door Gubbio te dwalen, vond ik m’n piloot, het
Nederlandse team in dit geval. Het was dik etenstijd en we vonden een geweldig
tentje met heerlijk bier. Het is altijd goed praten met Mario, over de domme
dingen die we doen en de traagheid waarmee we leren onszelf een beetje te
beheersen. Bij mij gaat het over terugvliegen als ik weet dat ik niet op glij
had moeten gaan, bij hem gaat het erom dat hij bij de gaggle moet blijven. Er
zijn mensen die te hoge verwachtingen van zichzelf hebben en daardoor altijd
teleurgesteld raken, over focussen op negatieve zaken of je laten sturen door
emoties in plaats van intuitie en gewoon nadenken. We praatten over Charlie die
fantastisch is: voorzichtig zonder haar enthousiasme in te leveren. Over John
die de beste crisismanager zou zijn omdat hij in een enorme stresssituatie
gewoon blijft denken.
Op de start maakte ik dezelfde genante fout die tientallen
mannen ook naar mij hebben gemaakt: ik verschafte ongevraagd advies aan Charlie.
Ze heeft het absoluut niet nodig en ik weet echt niet beter dan zijzelf wat het
verstandigst is. Het stomme is dat je haar wil behoeden maar dat ze vooral last
heeft van allerlei adviezen van alle kanten. Ze heeft geen hoeder nodig.
Nu richting zwembad, het is te warm om iets nuttigs te doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten