Terwijl ik me gisteren een weg richting MteCucco klunsde
bedacht ik leuke teksten over m’n pech en dommigheid, maar inmiddels ben ik het
eigenlijk allemaal vergeten. Hoe je met een katertje door de Gotthard bijna in
slaap wordt gehypnotiseerd door 17 kilometer strepen. Hoe het Italiaanse
verkeer toch echt anders, drukker en sneller is dan de rest van Europa. Hoe ik
na een middagdutje in de schaduw bijna vloeibaar was geworden van de hitte. Hoe
ik het voor elkaar kreeg om die éne servicepomp te kiezen nadat ik twee uur in
een gruwelijke file naast een varkenstruck had gestaan, waar ik ondanks dat ik
zelf tankte toch een kwartje per liter extra moest betalen. Hoe m’n tomtom er
helemaal niks van snapt hier in Italië en me voortdurend het bos in probeert te
sturen. Hoe ik zat te eikelen voordat ik besloot om naar een camping te gaan,
gewoon omdat ik éénmaal in m’n auto in een soort robot verander en pas kan
stoppen als ik m’n bestemming heb bereikt. En natuurlijk koos ik voor een
gruwelijke caravancamping aan de kust onder Rimini, vol met luide Italianen en
barbecuerook en zonder een meter gras. Maar ik sliep wel meteen en ik had
gelukkig bij aankomst al (heel veel) betaald zodat ik kort na zevenen al weg
kon. Eerst een koffie en om half tien liep ik al over de camping, waar
overigens geen delta te bekennen was. Meteen door naar het hostel dus, waar
Alessandro me begroette alsof ik een verdwenen vriendin was, leuk. Gordon was
er en terwijl we zaten te kletsen kwamen er meer aan, inmiddels is Sigillo vol
Britten. Op de start stond een veel te harde wind dus de hele meute vervoegde
zich in de uitspanning even verderop. Na een paar uur bijkletsen probeerden we
het opnieuw maar afgezien van de locals had niemand er trek in. Met Gary, Tony
en Andy eindigde mijn dag aan het zwembad van Albarosa en in Villa Anita, waar
sowieso iedereen altijd eindigt. M’n schouder voelt goed dus hopelijk is de
meteo morgen wat aangenamer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten