Heather startte als winddummy en ze ging zo goed omhoog dat
ik er vrijwel meteen achteraan ging. Dat was misschien niet zo handig, want de
eerste startgate was nog vijf kwartier wachten en de startcirkel lag vlakbij.
Toch leuk om met z’n allen boven de Longeagne rond te jojo-en, zeker toen we
met de complete sportklasse boven de antenne hingen. Ik overwoog om alvast naar
Pic de Bure te vliegen en dan van daaruit de startcirkel in, maar dat zou een
start met tegenwind betekenen en dat leek me niet ideaal. Emiel en een paar
anderen startten veel te vroeg, jammer, ik had het wel leuk gevonden om met z’n
allen te vliegen. Terwijl ik zoveel mogelijk hoogte pakte op de heenweg, met
rugwind dus, zag ik her en der kingpostvleugels landen. Na het keerpunt kreeg
ik het ook zwaar want er was bijna niet tegen de wind op te boksen met m’n te
grote low-performance Sting, en het belletje dat ik vond was zwak en hield er
op 1600 meter al mee op. Ik kwam halverwege de Longeagne aan dus dat was dan
dat. Slechts één landingsterrein, ik bad dat het niet plotseling zou blijken af
te lopen of vol metalen palen zou staan ofzo. Toen zag ik Erik Honigs onder me,
die zou een paar seconden voor mij gaan landen en ik vreesde dat hij dan
middenop mijn toch al kleine terrein in de weg zou staan. Maar nee, hij koos
een ander veldje, een tuintje eigenlijk, en hij maakte zo’n keurig circuit dat
ik hardop “beautiful!”uitriep. Mijn eigen landing ernaast was minder exact,
maar niet slecht.
Het wachten op retrieve duurde vrij lang, we zagen ze langs
rijden maar we kregen geen radiocontact. Via telefoon en coördinator Frank
lukte het alsnog, maar eerst moest er nog een bus uit de greppel gesleept
worden, Eppo op het vliegveld opgehaald en wederom een magnum brownie ijsje
aangeschaft, voordat we op huis aan konden. ’s Avonds gezellig diner in Serres
en nu de laatste dag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten