De startcondities waren zo mager, met voortdurend wind uit
het noorden, oosten en westen terwijl de vaantjes beneden duidelijk zuid waren,
dat ik niet eens zeker wist of ik wel zou gaan starten. Wel alles opgebouwd
natuurlijk, voor het geval dat, en nadat een paar dapperen zich van de rampe
hadden afgestort trok de wind duidelijk wat aan en stonden ook alle vaantjes
mooi dezelfde kant op. Dat duurde zo’n tien, vijftien minuten. Lange
waardevolle minuten die een ouwe knar voorbij liet gaan, de start blokkerend,
om pas aanstalten te maken om te gaan starten toen het alweer voorbij was. Ik
weet zeker dat ik niet de enige was die gefrustreerd raakte, maar iedereen
hield keurig z’n mond om ‘m vooral niet in de stress te jagen, erg cool. Toen
hij eindelijk begon te rennen was het alweer zacht west, en hij struikelde aan
het eind van de rampe om op z’n buik en wielen met de stenen opspattend langs z’n
oren nog net weg te komen.
Mijn start was goed, en ik vond ook vrij snel een bel
richting cloudbase waar ik vervolgens nooit meer echt aankwam omdat ik het
geduld niet had. Al m’n klassieke fouten makend: besluiteloosheid, bovenmatig
veel aandacht voor landingsterreinen, het dal in vliegen, stond ik binnen een
uur naast Montrond met een geschaafde knie aan de grond. Johan kwam me al snel
halen, en de rest van de middag was heel gezellig met een superblije Mario die
een mooie eerste Laragnevlucht had gemaakt en Titus die altijd enorm loopt te
genieten. We haalden Tanno op in Serres, en na een pizzaatje en wat bier voel
ik me weer honderd procent op vliegvakantie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten