30 april 2018

Afloop Spring Meet Friuli Venezia Giulia





En het is alweer voorbij. Elke keer weer dezelfde blues, mensen die al afscheid nemen terwijl je zelf nog staat te bedenken wat je gaat doen, de tenten die worden afgebouwd, de goalline weggehaald. Vanavond is er prijsuitreiking en eten maar een groot deel van de piloten zal al vertrokken zijn, om ze misschien pas over een jaar of twee jaar weer te zien. Of volgende maand, net zo makkelijk.
De lucht was vanmorgen donkergrijs maar we reden toch naar boven, in de mist, maar al snel brak de zon door en bouwden de meeste piloten op. Ik niet, twee nachten na twaalf uur naar bed is teveel en bovendien heb ik toch weer last van m’n schouder. Het waaide ook erg hard en hoewel we aan de rand van een grote vlakte zitten zouden de bellen nog flink turbulent kunnen zijn, of gewoon verwaaid. De uren op de start waren om bij te praten, te lezen, roddelen. Discretie is nogal lastig als je met z’n allen dag in dag uit brieft, auto’s deelt, naast elkaar opbouwt, landingen viert en eet. Het maakt mij niet uit, ik vind het wel leuk om als een stel giechelende pubers te proberen schijn op te houden. Het is erger als mensen over je zeggen dat je slecht vliegt of dom landt, dan de vette knipogen over wie met wie wat doet.
Ik heb in jaren niet meer zo ontspannen meegedaan bij een wedstrijd (ik kan moeilijk beweren dat ik mee heb gedaan aan de wedstrijd, niet met enkel vluchtjes van de start naar de landing). Als teampje hadden Tanno Gijs, met Emiel en Paultje in de bus, en ik het goed voor elkaar, de bed & breakfast was ideaal, en ik heb een mentale knop omgezet die ik jarenlang niet heb kunnen vinden. Het enige zeurtje in m’n achterhoofd is dat al dit positivisme nou niet meteen betekent dat ik weer kan gaan trainen zodat ik over een paar maanden wel weer echt kan vliegen – er zit nog steeds artrose in m’n schouder en dat wordt niet vanzelf beter. Maar ik heb er nu wel een beetje fiducie in dat ik de balans zal kunnen vinden tussen helemaal niet trainen en serieus vliegen, veilig, met genoeg kracht in m’n armen om gecontroleerd te kunnen manoevreren.

29 april 2018

Baksteen


Gijs op final

De hele nacht lag ik te woelen en te malen. M’n schouder doet een beetje pijn, niet veel maar genoeg om te beseffen dat het vliegen niet goed voor me is, zelfs niet een kwartiertje met de Fun. Wil ik mezelf een kans geven om ook in de toekomst nog te vliegen, dan moet ik waarschijnlijk bij het minste pijntje nu, even een rustdag inlassen. Maar de voorspelling voor vandaag was echt geweldig, mogelijk de mooiste dag van de hele comp. Dus om nou net vandaag niet te vliegen, dat ging me toch echt niet lukken.

Het werd nog mooier bij de taakbriefing. Open class kreeg een flinke afstand met een  mooie maar spannende bergrug Slovenië in. Zelfs als ik op dit moment helemaal fit zou zijn geweest dan had ik het waarschijnlijk toch niet aangedurfd. Volgens Suan is het makkeljik en is er maar een klein stukje onlandbaar, maar zijn beschrijving van de landingsmogelijkheden maakte het er niet aantrekkelijker op en bovendien dacht Balasz dat het reteturbulent zou zijn. Voor de sportklasse leek het echter een makkie, 59 km voor de start langs, even een heuveltje aantikken en een keerpunt boven Travisio en dan naar goal. Eitje. Alleen was het dat toch niet. De eerste gaggles kwamen alsmaar niet omhoog, en toen ik tien minuten voor m’n eigen start van de berg af ging bleek het ontzettend lastig een belletje te pakken. Ik bleef een minuut of tien tobben en zat toen al net boven het kasteel van Toppo, dus ik moest op het parapenteveldje landen bij nog een stuk of vier andere delta’s. Met een perfecte landing wel, dat maakt de dag toch nog goed.

Als éénnalaatste kwam Djenghiz nog op goal, gevolgd door Sasha – allebei helemaal kapot. Daarna gauw douchen en op de fiets naar het diner, waar ik bij de Oostenrijkers terecht kwam. Ineens mis ik Mario en zijn lichtelijke bezitterigheid, mijn Franse adoptie is voorbij. Gelukkig krijg ik luchtkusjes van het Spaanse team en knipoogjes van de Russen. Manfred en Guenther als haantjes om me heen, erg grappig. Ik sloeg ieder aanbod voor een lift naar huis af. Het fietsen in de zwoele nacht bij volle maan over een doodstil fietspad was zalig.

27 april 2018

Voorjaar in Friuli Venezia Giulia



Het is hier werkelijk schitterend. Weelderig groen, overal bloemen en vogels en de bellen zijn lekker vet door al dat vocht. Ik heb een fijn fietspad gevonden voor de 8 km van onze b&b in Meduno naar het landingsterrein in Travisio, en weer terug als alle toppers op goal geland zijn en de Dutchies in de bus zitten. Ik heb het enorm naar m’n zin ook al vlieg ik nauwelijks. Vannacht kreeg ik een beetje last van m’n schouder dus ik besloot het vandaag heel rustig aan te doen, dus ik pakte de Fun en nam me voor om niet langer dan een kwartier te vliegen. Bovendien startte ik met de sportklasse dus na iedereen, dat is ook wel eens leuk. De lucht was verrassend goed en zonder enige moeite draaide ik snel boven de riggel uit. Omdat ik er m’n armen bijna niet voor hoefde te gebruiken leek het me best een goed idee om nog even door te blijven vliegen, maar ineens zag ik een vleugel tegen de bergwand aan liggen. Zonder radio kon ik niet nagaan of er al iemand gewaarschuwd was, dus ik scheurde zo hard als ik kon naar het landingsterrein, waar het me nog behoorlijk veel moeite kostte om naar beneden te komen. Gelukkig bleek de redding al onderweg en Barbara liet me even later een foto zien van een ongedeerde Lydia, dus ik had niet hoeven landen. Maar het maakte toch niet veel uit en bovendien werd ik bestormd door zo’n vijftig kindertjes die me allemaal met een bloedserieus gezichtje hun schriftje en potlood aanreikten voor een handtekening. De juf vroeg of ik misschien beroemd was maar helaas, daar kon ik ze niet mee helpen. Gelukkig landde Julio Francesco kort daarna zodat ze zich op hem konden storten.