22 april 2018

We're in it together


dollymeisje Maaike


publiek op de tribune
Nauwelijks gevlogen, toch een fijn wiekend. Bij een stralende zon kwam ik eind van de middag aan op Stadskanaal, met genoeg tijd om iedereen uitgebreid te begroeten en gezellig met deze en gene bij te kletsen. De baan was toch al gesloten omdat de vlagerige wind erg cross stond, dus ik hoefde niet eens zelf te bedenken dat ik niet ging vliegen. Weer een zorg minder – met meer dan dertig piloten en drie tugs was het nog lastig geworden. De Knoalkup is uitgegroeid tot een groter evenement dan de NK-sleep, dankzij de precies goeie sfeer die Rinus voor elkaar heeft gekregen door een perfecte combinatie van serieuze organisatie en aandacht voor veiligheid en ontspannen gezelligheid waarin iedereen elkaar alle ruimte gunt.
Zaterdag waren de omstandigheden zo ongeveer perfect – op een gebrek aan vette termiek na dan – en mijn eerste start en landing verliepen normaal, zonder pijn in m’n schouder. Ik kon wel goed merken dat ik geen kracht meer in m’n armen heb, een beetje precies manoevreren in de kleine termiek lukte totaal niet. Het tweede vluchtje verliep ietsje beter, maar ik dreef met een goeie bel net het circuit van de mla’s in, net onder de 250 meter en ik was vergeten hoe hoog je er ook weer overheen mocht dus ik vertrok maar weer naar de noordkant, waar ik snel uitzakte en klassiek landde: met een absurd lange final en een kleine nose-in. Never mind het was al reden tot blijdschap om weer even te vliegen en bovendien de volgende dag nauwelijks extra pijn te hebben.
Toch was het eind van de dag droevig. Rinus’ headset waaide af en vernielde z’n propellor en radiator, dik duizend of tweeduizend euro schade. Hij denkt dan dat hij het allemaal zelf moet oplossen, en ik vrees dat Nederlanders niet meteen naar hun portemonnee grijpen om een gulle donatie te doen. Maar ik heb luidkeels iedereen proberen te doordringen van onze gezamenlijke verantwoordelijkheid, die toch al heel oneerlijk verdeeld is omdat Rinus zo ongeveer alle kosten en tijd draagt die nodig zijn voor ons vliegplezier, en hopelijk trekken de piloten hun beurzen. Dat ik daar aan twijfel is precies de achtergrond van mijn voorliefde voor de Aussies en de Britten, die elke keer als er een dragonfly-eigenaar staat te snikken wegens al dan niet zelf veroorzaakte schade, zoveel in de pet gooien dat het herstel bijna ‘winst’ oplevert.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten