ik begin de slag goed te pakken te krijgen, van het toegeven
aan m’n flauwste impulsen en er dan gewoon vrede mee hebben. Hoewel ik de (practice)taak
in m’n instrument had gezet, weliswaar zonder starttijden, en hoewel ik zeker
vijf keer een belletje indraaide met de intentie om richting keerpunt te
vliegen, klikte ik op een gegeven moment gewoon door naar goal. Ik overwoog dat
ik ook gewoon nog een paar uur rond de start zou kunnen hangen, van het
uitzicht genieten en de omgeving in me opnemen, maar zelfs daar had ik te
weinig motivatie voor. Ik durfde niet naar achter omdat ik niet meer tegen de
spanning kan als ik denk dat ik het dal misschien niet haal. Ik durf niet in
een gaggle te draaien omdat ik met m’n puddingarmen te weinig kracht heb om
werkelijke controle te hebben over m’n bochten. Ik durf niet zomaar ergens
naartoe te vliegen omdat ik niet zeker weet dat ik daar mooie landingsterreinen
aan zal treffen. En ik heb altijd al gefixeerd op de landing, waardoor ik er
juist onweerstaanbaar naartoe word getrokken, alsof ik het zo snel mogelijk
achter de rug wil hebben. Afijn, boven het landingsterrein zat een lekkere bel
en ik had eindelijk de rits van m’n harnas dicht, dus ik draaide lui toch weer
omhoog met de bedoeling om alsnog een stukje door te vliegen als ik in de buurt
van wolkenbasis zou komen. Dat werd het echter niet en na een uurtje was ik het
zat, voelde m’n schouder, en zette alle stall- en sliptechnieken in om toch
maar naar beneden te komen. M’n landing – met drogue chute was goed, het was
heet en druk en mensen waren vriendelijk en er kwamen voortdurend anderen
landen en meer en meer ouwe bekenden doken op en een paar nieuwe gezichten
waren ook leuk, en een ouwe trikepiloot bood spontaan aan om m’n vleugel te
helpen dragen, dus ik heb me ook op de grond uitstekend geamuseerd.
De Frenchies zijn gearriveerd, toch m’n lievelingsteam. Laurent,
Francois, Christian, Antoine Saraf, Eric Maturin, Manu, ik ben zo blij om ze te zien. Tegelijk is het
team Dutchies ook erg gezellig, heb ik de Oostenrijkers wel drie keer omhelsd,
zit er voor het eerst een sexy gast bij de Tsjechen, duiken er nog weer nieuwe
Italianen op en is Hans er als vanouds. Fleming met z’n vrouw. Tullio en
hoe-heet-ze-ook-weer. Fredy, stralend als altijd. Kathleen en Trudy, Sasha en
Natalia, Julia, Lydia, genoeg vrouwen voor een gemengde wedstrijd. Gesprekjes
komen weer op gang, we pikken weer op waar we min of meer gebleven waren de
laatste kaar dat we elkaar zagen, een, twee of vijf jaar geleden. Iedereen
heeft last van z’n schouders, nek, rug. Iedereen wordt grijs en een beetje
vadsig, heeft een leesbril nodig en hoeft niet meer zo nodig. De staf is jong –
veertig man die zich uit de naad werken om ons een leuke week te bezorgen. Ik
heb een nieuwe vriend, iemand met een onduidelijke rol die mijn auto naar
beneden reed en die kennelijk van Los Tres Puntos heeft genoten. Hij duikt
overal op met een gigantische camera op mij gericht. Misschien rijdt ie morgen
wel weer, dan hoeven we niet te vechten om een plekje bovenop de navette.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten