25 april 2018

Spring meet practice day


ik begin de slag goed te pakken te krijgen, van het toegeven aan m’n flauwste impulsen en er dan gewoon vrede mee hebben. Hoewel ik de (practice)taak in m’n instrument had gezet, weliswaar zonder starttijden, en hoewel ik zeker vijf keer een belletje indraaide met de intentie om richting keerpunt te vliegen, klikte ik op een gegeven moment gewoon door naar goal. Ik overwoog dat ik ook gewoon nog een paar uur rond de start zou kunnen hangen, van het uitzicht genieten en de omgeving in me opnemen, maar zelfs daar had ik te weinig motivatie voor. Ik durfde niet naar achter omdat ik niet meer tegen de spanning kan als ik denk dat ik het dal misschien niet haal. Ik durf niet in een gaggle te draaien omdat ik met m’n puddingarmen te weinig kracht heb om werkelijke controle te hebben over m’n bochten. Ik durf niet zomaar ergens naartoe te vliegen omdat ik niet zeker weet dat ik daar mooie landingsterreinen aan zal treffen. En ik heb altijd al gefixeerd op de landing, waardoor ik er juist onweerstaanbaar naartoe word getrokken, alsof ik het zo snel mogelijk achter de rug wil hebben. Afijn, boven het landingsterrein zat een lekkere bel en ik had eindelijk de rits van m’n harnas dicht, dus ik draaide lui toch weer omhoog met de bedoeling om alsnog een stukje door te vliegen als ik in de buurt van wolkenbasis zou komen. Dat werd het echter niet en na een uurtje was ik het zat, voelde m’n schouder, en zette alle stall- en sliptechnieken in om toch maar naar beneden te komen. M’n landing – met drogue chute was goed, het was heet en druk en mensen waren vriendelijk en er kwamen voortdurend anderen landen en meer en meer ouwe bekenden doken op en een paar nieuwe gezichten waren ook leuk, en een ouwe trikepiloot bood spontaan aan om m’n vleugel te helpen dragen, dus ik heb me ook op de grond uitstekend geamuseerd.
De Frenchies zijn gearriveerd, toch m’n lievelingsteam. Laurent, Francois, Christian, Antoine Saraf, Eric Maturin, Manu, ik  ben zo blij om ze te zien. Tegelijk is het team Dutchies ook erg gezellig, heb ik de Oostenrijkers wel drie keer omhelsd, zit er voor het eerst een sexy gast bij de Tsjechen, duiken er nog weer nieuwe Italianen op en is Hans er als vanouds. Fleming met z’n vrouw. Tullio en hoe-heet-ze-ook-weer. Fredy, stralend als altijd. Kathleen en Trudy, Sasha en Natalia, Julia, Lydia, genoeg vrouwen voor een gemengde wedstrijd. Gesprekjes komen weer op gang, we pikken weer op waar we min of meer gebleven waren de laatste kaar dat we elkaar zagen, een, twee of vijf jaar geleden. Iedereen heeft last van z’n schouders, nek, rug. Iedereen wordt grijs en een beetje vadsig, heeft een leesbril nodig en hoeft niet meer zo nodig. De staf is jong – veertig man die zich uit de naad werken om ons een leuke week te bezorgen. Ik heb een nieuwe vriend, iemand met een onduidelijke rol die mijn auto naar beneden reed en die kennelijk van Los Tres Puntos heeft genoten. Hij duikt overal op met een gigantische camera op mij gericht. Misschien rijdt ie morgen wel weer, dan hoeven we niet te vechten om een plekje bovenop de navette.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten