27 mei 2018
Sleepdagje
Mijn auto staat nog steeds bij de garage nadat een huurder het olievat kapot heeft gereden, dus ondanks de aanbeveling van de sportarts om 'rustig' te blijven vliegen en ondanks de fantastische weersvoorspelling zag het er naar uit dat ik niet naar Maillen zou kunnen. Gelukkig had Rene wel zin in een dagje uit met zijn auto, zodat ik twee startjes kon maken. De schouder protesteerde nauwelijks en ook de pijn in m'n rug en heupen had ik effectief onder controle dus ik mikte op een wat langere vlucht rond drie uur toen er overal cumultjes verschenen.
Maar jarenlang weinig krachttraining en heel weinig vliegen heeft m'n vliegvaardigheid niet bepaald verbeterd. Het lukt me gewoon niet om te centreren of op welke manier dan ook wat hoogte te winnen. Het lukte zelfs niet om de landing wat uit te stellen. Ik ben weer helemaal terug bij af.
Dus moet ik leren dezelfde lol te hebben in een eenvoudig glijvluchtje die beginners hebben als ze zonder begeleiding van een instructeur de lucht in mogen. Hetzelfde enthousiasme als er niks fout gaat. Gewoon genieten van het buiten spelen met vrienden.
Ik moet leren dat vliegen niet de essentie van mijn leven is, maar gewoon een hobby. Ik ben op de goeie weg maar het verdriet en de frustratie blijft.
14 mei 2018
Orthopedisch vonnis
De arts, orthopeed, is een jonge man die zich waarschijnlijk niet makkelijk inleeft in een vrouw van middelbare leeftijd die erg van buitensporten houdt. Als ik snik dat ik dan nooit meer echt kan vliegen, nadat hij heeft verteld dat ik artrose heb, reageert hij bijna verbaasd: "vindt u dat erg?".
Nu ik een paar weken na een cortisone-injectie zeg dat het nauwelijks geholpen heeft, dat ik veel pijn heb en dat elke activiteit meer pijn oplevert, zegt hij niks anders dan dat er niks aan te doen is en dat hij me geen schouderprothese geeft. Dat wil ik ook helemaal niet. Ik vraag uitleg en dat levert me een doorverwijzing naar een reumatoloog op, maar geen uitleg. Of er misschien een samenhang zou kunnen zijn met de pseudoreuma uit m'n kindertijd, of met de overgang, of met m'n voeding of leefstijl, hij gaat het niet toelichten. Ik vraag advies en dat levert het idee op om naar een fysiotherapeut te gaan, maar geen advies. Of ik minder of meer of niet of intensief of anders zou moeten bewegen, hij gaat er niks over zeggen. Of ik misschien vitamines of glucosamine of voor mijn part walnoten zou kunnen proberen, heeft acupunctuur of voodoo of een zalfje wel eens iemand geholpen, zijn enige reactie is dat placebo's werken maar dat hij natuurlijk geen placebo gaat voorschrijven.
Als ik vraag wat hij vindt van Belgische behandelingen met stamcellen, of Duitse beenmergstimulatie, reageert hij dat de buren erg agressief behandelen en dat Nederland in de top drie staat - zonder toe te lichten over welke ranglijst dat dan gaat.
Deze arts doet alles precies zoals hij op school geleerd heeft, keurig en hij kijkt er ook heel meelevend bij. Ik ben ook blij met de verwijzing naar reumatologie. Maar het is me ook extreem duidelijk dat iemand die zo beperkt alleen maar zijn medische kennis toepast en totaal geen relatie legt met mij als mens, de titel dokter eigenlijk niet verdient.
Nu ik een paar weken na een cortisone-injectie zeg dat het nauwelijks geholpen heeft, dat ik veel pijn heb en dat elke activiteit meer pijn oplevert, zegt hij niks anders dan dat er niks aan te doen is en dat hij me geen schouderprothese geeft. Dat wil ik ook helemaal niet. Ik vraag uitleg en dat levert me een doorverwijzing naar een reumatoloog op, maar geen uitleg. Of er misschien een samenhang zou kunnen zijn met de pseudoreuma uit m'n kindertijd, of met de overgang, of met m'n voeding of leefstijl, hij gaat het niet toelichten. Ik vraag advies en dat levert het idee op om naar een fysiotherapeut te gaan, maar geen advies. Of ik minder of meer of niet of intensief of anders zou moeten bewegen, hij gaat er niks over zeggen. Of ik misschien vitamines of glucosamine of voor mijn part walnoten zou kunnen proberen, heeft acupunctuur of voodoo of een zalfje wel eens iemand geholpen, zijn enige reactie is dat placebo's werken maar dat hij natuurlijk geen placebo gaat voorschrijven.
Als ik vraag wat hij vindt van Belgische behandelingen met stamcellen, of Duitse beenmergstimulatie, reageert hij dat de buren erg agressief behandelen en dat Nederland in de top drie staat - zonder toe te lichten over welke ranglijst dat dan gaat.
Deze arts doet alles precies zoals hij op school geleerd heeft, keurig en hij kijkt er ook heel meelevend bij. Ik ben ook blij met de verwijzing naar reumatologie. Maar het is me ook extreem duidelijk dat iemand die zo beperkt alleen maar zijn medische kennis toepast en totaal geen relatie legt met mij als mens, de titel dokter eigenlijk niet verdient.
13 mei 2018
Als bergbeklimmen
Wat ik altijd goed heb gekund is mezelf een schop onder m'n kont geven, "niet kinderachtig doen", "kom op, even doorzetten". Het is altijd bevredigend geweest om mezelf totaal op te branden - niks zo frustrerends en onverdraaglijk als weten dat ik nog meer had gekund, verder had gekund, voelen dat er nog een beetje energie in m'n lijf had gezeten.
Wat ik altijd heb proberen te kunnen is mezelf beheersen, naar m'n lichaam 'luisteren' (nooit begrepen wat daar precies mee wordt bedoeld), mezelf in acht nemen en een beetje sparen zodat er in de toekomst ook nog iets mogelijk is. Een strenge innerlijke verpleegster maant mij om niet alles kapot te maken voor een miezerig hopje.
Bijna tegelijk. Als je niks probeert, lukt ook niks. Als je niet klaar staat om te starten, mis je het moment. Blijf vliegen, altijd doorvliegen richting het volgende keerpunt, er kan altijd toch nog een verlossend belletje komen. Kou, pijn, vermoeidheid, slaap, het hoort er gewoon bij en je moet niet zeuren. Maar ook, vanaf het begin, vanaf Mikes ongeluk: het risico om gehandicapt door te moeten leven is het me niet waard. Je verpest je lijf als je te ver gaat, te lang doorgaat, invaliderende blessures worden chronisch en onomkeerbaar.
Ik kan het nog steeds niet, 'gewoon' doen wat ik wel kan en daar dan van genieten. Ik denk altijd dat er nog wel meer kan, dat als het gemakkelijk is of pijnloos dat ik dan niet genoeg m'n best heb gedaan. Verschillende wijze mentoren (sommige half mijn leeftijd) hebben me gezegd dat ik moet stoppen met m'n best doen. Ik weet dat ze gelijk hebben. Maar ik weet niet hoe ik dat kan doen. Ik doe m'n best om te stoppen m'n best te doen...
Wat ik altijd heb proberen te kunnen is mezelf beheersen, naar m'n lichaam 'luisteren' (nooit begrepen wat daar precies mee wordt bedoeld), mezelf in acht nemen en een beetje sparen zodat er in de toekomst ook nog iets mogelijk is. Een strenge innerlijke verpleegster maant mij om niet alles kapot te maken voor een miezerig hopje.
Bijna tegelijk. Als je niks probeert, lukt ook niks. Als je niet klaar staat om te starten, mis je het moment. Blijf vliegen, altijd doorvliegen richting het volgende keerpunt, er kan altijd toch nog een verlossend belletje komen. Kou, pijn, vermoeidheid, slaap, het hoort er gewoon bij en je moet niet zeuren. Maar ook, vanaf het begin, vanaf Mikes ongeluk: het risico om gehandicapt door te moeten leven is het me niet waard. Je verpest je lijf als je te ver gaat, te lang doorgaat, invaliderende blessures worden chronisch en onomkeerbaar.
Ik kan het nog steeds niet, 'gewoon' doen wat ik wel kan en daar dan van genieten. Ik denk altijd dat er nog wel meer kan, dat als het gemakkelijk is of pijnloos dat ik dan niet genoeg m'n best heb gedaan. Verschillende wijze mentoren (sommige half mijn leeftijd) hebben me gezegd dat ik moet stoppen met m'n best doen. Ik weet dat ze gelijk hebben. Maar ik weet niet hoe ik dat kan doen. Ik doe m'n best om te stoppen m'n best te doen...
12 mei 2018
Ondermaatse vliegprestaties
Misschien heb ik gewoon pech met lichte, verbrokkelde bellen. Misschien word ik belemmerd door m'n slappe armpjes en gebrek aan training. Misschien ben ik gewoon niet goed genoeg of te weinig geconcentreerd door het gebrek aan slaap. Hoe dan ook, op een dag met de mooiste meteovooruitzichten van het jaar (allengs minder mooi toen er twee lage bewolking roet in het eten gooiden) kom ik niet verder dan een beetje verlengen van m'n vluchtje, terwijl Arne, Mario, Martin, Andre en Sander een taakje van een paar uur vliegen.
Dat is me wel vaker overkomen en dat licht dan vast en zeker aan mijn gebrek aan inzicht en techniek. Maar deze keer, terwijl ik bijna niet kan zitten van de pijn, is het een enorme confrontatie met de kans dat ik nooit meer serieus xc zal vliegen. Meer nog dan de Spring Meet, waar ik al m'n aandacht inzette op het genieten van alles wat er nog wel is. Dat lukte in Stadskanaal veel minder, mede doordat mijn gewoonte van de afgelopen twintig jaar om elke mooie vrije dag uit vliegen te gaan nu niet meer aan de orde is. Het is juist andersom: ik moet goed overwegen wanneer het nog wel de moeite waard is om een start te maken.
10 mei 2018
Heel hard uitzakken op Langevelderslag
Terwijl ik richting De Zilk reed wist ik al dat dat eigenlijk niet zo'n goed plan was, zeker niet met het plan om morgen een dagje serieus te gaan vliegen in Stadskanaal. Maar de pijn in m'n schouder is nou ook weer niet ondraaglijk en ik had echt super veel zin om weer ns te duinsoaren en de vaste soarders te zien.
Sowieso de aardigste mensen in de Nederlandse vliegwereld, altijd bereid om even mee te lopen om de vleugel naar boven te helpen dragen (Niko), om te helpen inhaken en starten (Jaap), om na mijn smadelijke buikschuiver in het zeeschuim omdat het toch echt te licht was en cross bovendien te helpen de vleugel naarde rotonde te zeulen (Rob). Daar mocht ik emmertjes water halen in het vliegerwinkeltje, zodat ik het ergste zand, zout en algen van de tips en het a-frame kon afspoelen. Thuis de vleugel meteen in de tuin weer open gelegd, met een sopje beter schoongemaakt en daarna voortdurend stukken zeil verleggen in de hoop dat het nog voor het donker zou drogen. Dat is niet het geval dus zaterdag gebeurt het allemaal opnieuw.
Ongeveer twintig tot dertig seconden in de lucht, een uur of zes entertainment. En dan ook nog niet eens fatsoenlijk afscheid van de mannen genomen...
04 mei 2018
Lafheid
Als ik iets tè graag wil,
dan word ik ineens kinderachtig ongeïnteresseerd. Laf, bang voor
teleurstelling. Ik realiseer het me pas echt nu ik bijna niet solliciteer op m’n
droombaan en allerlei onzinargumenten uitkraam om mezelf ervan te overtuigen
dat ik die baan toch niet wil. Maar dat is dus precies wat ik altijd met
vliegen heb gedaan. Ik wil zo ontzettend graag goal halen dat ik al afhaak nog
voor ik de berg af ben. ‘Ik zak toch uit’ of ‘ik durf toch niet te ver weg van
landingsopties’ of ‘ik moet m’n schouders sparen’. Het is een flauwe self
fullfilling prophecy en ik had mezelf al jaren geleden een trap voor m’n hol moeten
geven.
Gelukkig heb ik ook de
andere kant in me, ben ik bloedfanatiek en niet bang voor vermoeidheid of pijn.
Ik heb een aantal keer goal gehaald en zoals Kathryn en ik gisteren tegen
elkaar zeiden: er is geen grotere extase dan zo’n achievement. Als zij volgende
maand van haar dochter bevalt zal ze er misschien anders over denken, maar een
wedstrijdtaak uitvliegen en helemaal kapot op goal landen is één van de geweldigste
ervaringen die er zijn.
Ik heb me de afgelopen
jaren op m’n vlieg- en vooral landingstechniek geconcentreerd, en dat was
verstandig maar kostte me wel het afzien van wedstrijdvliegen. Die moeilijke
periode eindigt nu niet met een terugkeer naar xc maar met dokterbezoek en
toenemende lichamelijke handicaps. De teleurstelling en het verdriet zijn
vreselijk. Maar als ik tien jaar geleden al bij voorbaat niet had geprobeerd om
m’n 150+ taken te vliegen, had ik nooit geweten hoe fantastisch dat is.
02 mei 2018
Georganiseerd vliegen
Emberger Alm |
Het was maar twee-en-een-half uur rijden van Meduno naar Greifenburg dus we besloten daar nog een tussenstop te maken voor een laatste vluchtje. Er bleek een parapentewedstrijdje aan de gang waardoor ik tot twaalf uur moest wachten om met m'n Fun een glijvluchtje te maken. Nou kon ik het toch niet laten om even in te draaien toen m'n thermal snooper begon te zingen en daardoor had ik ruim de gelegenheid om de parapenters te bekijken. Wat vlogen ze slecht! Zelden zulk gepruts gezien en dat in een 'wedstrijd'.
Beneden trof ik Ed en Jacqueline, bijna m'n oudste vliegvriendjes, en parapenters. Ze legden uit dat niet alleen de schermen veel beter, veiliger, makkelijker geworden zijn maar ook de harnassen. En de navette is vervangen door twee enorme stadsbussen met een heuse bushalte bij de camping; het terras van de uitspanning op de start is met glas tegen de wind beschermd; tientallen 'vliegscholen' bieden cursussen en begeleiding en transport en de instructeurs vertellen hoe en wanneer je moet starten en ze zijn voortdurend bezig om schermen uit te leggen en lijnen uit de knoop te halen. Moderne parapentisten zijn geen piloten meer maar consumenten. Zoals we vroeger moesten afzien, en zoals wij nog steeds lopen te steunen en kreunen onder onze belachelijk zware spullen, dat hoeft voor niemand. Maar het selecteert wel de gemotiveerde, serieuze piloten die er veel voor over hebben om te vliegen en die er tijd en moeite in steken om het goed te leren. Kan je ook nog op verschillende manieren moeite doen - net als Ed heb ik ook geen zin om urenlang m'n termiekvaardigheden te analyseren met Seeyou of om te oefenen met Condor. Maar je kan ook sporten om zo fit mogelijk te zijn, gezond eten, veel vluchtjes maken ook al ziet de lucht er niet perfect uit, chauffeurs regelen of vluchten plannen zodat je overland durft te gaan, je kan boeken lezen over meteo of vliegtechniek of clinics volgen. Naar een Spring Meet terwijl je bij voorbaat weet dat je nauwelijks zal kunnen vliegen, en dan maar met een enkeldoekertje startjes maken.
Het gezeik van ons over parapenters is flauw, en wij genieten ook van een schone plee en een warme douche. Maar toch knaagt het gevoel dat vroeguh alles beteh was, omdat niet elke verwende appende en zappende snotneus de lucht in kon.
Abonneren op:
Posts (Atom)