Ik heb wel erg lang verzaakt, ben inmiddels drie stops
verder. De Franse kampioenschappen waren geweldig. De sfeer was uitstekend, de
condities werden goed, het landschap was adembenemend en de camping was enig.
Damien (Zwitserland), Pieter (Zuid-Afrika), Petr, Jerda en Karolina (Tjechië),
Simon (Australië) en ik werden min of meer een groep doordat iedereen z’n
instrumenten in mijn tent op kwam laden. De Tjechen droegen dagelijks mijn
vleugel naar de start zodat ik alleen maar één keertje met m’n (loeizware)
harnas hoefde te lopen, fantastisch. Volgens Petr is dat doodnormaal maar ik
heb het toch nog niet vaak meegemaakt. Serge gaf hem er een fles champagne
voor, dus die vond het ook niet vanzelfsprekend.
Ik zakte iedere keer uit, de ene keer wat uitgestelder dan
de andere en steeds op een ander landingsterrein. Dat maakte het ook wel
interessant. Op het officiële bombout veld maakte ik een enorme overshoot,
zodat ik rechtsaf moest slaan en helling-op landen. Dat ging op een lichte
nose-in na eigenlijk behoorlijk goed. Een dag later stond ik op het grote veld
naast het goalveld, gewoon dommig, en de laatste dag zakte ik als een speer uit
op het veldje naast de camping. Met de Fun, dus dat werd wel een prima landing.
Altijd fijn om daarmee af te sluiten.
De Fransen hadden de sfeer er echt bijzonder goed in zitten,
dus ik had er de grootste moeite mee dat het na een week alweer over was. Met m’n
kapotte auto zou het eigenlijk het verstandigst zijn om naar Toulouse of
Bordeaux te gaan, maar Ager was maar drie uurtjes verderop en de Britten zitten
er. Plus mijn vriendjes karden allemaal die kant op, dus toen de camping tegen
lunchtijd helemaal leeg was op Simon en mij na, besloot ik alsnog naar Ager
door te reizen. Het is één van de schitterendste gebieden die ik ken en de weg
naar boven en de start zijn ideaal. Plus dus die Britten, en Peter die mogelijk
een hekel aan zichzelf heeft maar waar ik al twintig jaar erg dol op ben.
Nadelen zijn er ook genoeg. Het is echt ver rijen, dwars door de Pyreneeën heen
en onderweg wordt je adem benomen door de walgelijke stank van varkens. Overal
tegen de bergen zie je varkensstallen, dat was nog niet zo toen ik er voor het
eerst kwam maar de EU gooit er flink subsidies tegenaan. Dat brengt overigens
ook bredere wegen met zich mee, dat dan weer wel. De camping is erg duur en erg
slecht, landen in de middag kan gevaarlijk zijn en xc-vliegen is uitdagender
dan elders. Maar het was wel weer magnifiek. Dawn en Stephen namen mij met m’n
Fun mee naar de start, ik deed een hopje en de volgende dag nog een, met mooie
landingen naast het hoofdkwartier, en al bramen etend liftte ik terug naar de
camping. Supergezellig ook weer met spannende undercoververhalen van Darren en
eten in Port d’Ager. Maar vandaag moest het dan toch echt een keer afgelopen
zijn. Ik heb tijd nodig om m’n auto te laten repareren en Jamie komt morgen of
overmorgen, en het was vandaag sowieso niet vliegbaar.
M’n radiator lekt, steeds harder, dus echt genieten van de
rit lukte me niet. Elke honderd kilometer moet er twee liter koelvloeistof in,
en inmiddels elke vijftig, en af en toe begint de auto te gillen en moet ik als
de bliksem naar de kant om te voorkomen dat m’n motor kapot kookt. Ondertussen
was het ook nog eens vechten tegen de slaap, en plakkerig zweterig heet. Maar
goed, ik heb het gered, met een laatste alarm twintig meter voor Kathryns huis.
Ik heb nu al m’n spullen in hun kantoortje geplempt en morgen ga ik dus op
garagejacht.
Kathryn en Kenny wonen met Kian in een schattig huisje,
vlakbij de baai waar ze zich helemaal suf surfen. Aan vliegen hoef je hier niet
eens te denken, dus ik kan rustig m’n klusjes afwerken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten