10 augustus 2019

Whack



Niek was als vanouds superbehulpzaam. Als ik gewoon mijn deel van het dragen had moeten doen had ik nauwelijks meer kunnen starten want m’n rug piept en kraakt. Ik was de enige op het vlonder omdat de rest vanwege de wind beneden bij de weg opbouwde, dus zonder Niek zou er niemand zijn geweest. Hij is een bijzonder figuur. Leeft van weinig, werkt hard, is gul en behulpzaam en gewoon aardig. Maar ook iemand die geen last van cognitieve dissonantie krijgt als hij zich enerzijds te goed voelt voor de staat, voor wetten en belastingen, maar dan wel steun trekken en zich verzekeren. Solidariteit één kant op, daar heb ik wel moeite mee en tegelijk zie ik hoe goed hij z’n leven leidt. Mijn cognitieve dissonantie dus.
Ik kreeg het voor elkaar om te wachten op de eerste winddummies, en om daarna nog eens te wachten op goeie termiek, maar tegen tweeën hield ik het niet meer en maakte ik een perfecte start. Om daarna uit te zakken op de vis, deels omdat ik opnieuw de finesse mis om de termiek te pakken. Ik denk dat ik het met deze lucht en m’n litesport een paar jaar geleden wel had gekund, maar inmiddels heb ik totaal geen kracht meer en mis ik de voortdurende vliegervaring. Bijzonder frustrerend. Ik kwam hoog bij de vis aan, deed een prima circuit, gooide m’n droguechute en presteerde het om desondanks te langzaam precies op de weg te whacken. Voor het eerst in jaren heb ik weer een geschaafd knietje, heel erg jammer. Als ik dan niet kan vliegen dan hoop ik op z’n minst goed te landen, het is echt bijzonder treurig dat ik dat de hele week niet één keer gedaan heb sinds het eerste vluchtje vanaf Chabre noord.
De rest van de middag besteedde ik aan garagebezoek (maandag terugkomen, jammer daardoor kan ik vanmiddag niet verhuizen naar de Belgen in St. André) en daarna weer een potje zwemmen. M’n sleutel viel ergens tussen de leidingen achter het wiel en ik moest blind rondgraaien om ‘m terug te vinden. Toen dat gelukt was zaten m’n handen en de sleutel onder de dikke zwarte smurrie, waar ik vervolgens bijna een uur aan kwijt was om dat er enigszins af te schrobben. Toen ik me uiteindelijk af wilde drogen bleek m’n badpak gescheurd, misschien omdat ik te dik ben geworden maar waarschijnlijker door m’n sleutelzoekerij.
Voor het feestje bij Niek en Fred leek het me een goed idee om m’n vouwfietsje te gebruiken. De kilometers zijn hier echter aanzienlijk langer dan thuis en bovendien bleek de hele weg tot aan Ribiers af te lopen. Daar had ik weinig profijt van vanwege de harde tegenwind, en ik besefte dat er voor de terugweg waarschijnlijk geen wind meer zou zijn. Niek e.a. wonen in een yurt tussen de appelboomgaarden en de rivier, een fantastische plek. Het was gezellig en het eten was lekker, en om een uur of elf wandelde ik bij fel maanlicht terug naar de weg. Het was schitterend! Geluiden van insecten, de geur van gras, zwoele lucht. Bovendien werd ik op de weg bijna meteen opgepikt door Stella en haar man (een Zuid-Afrikaan die eerst klaagde over corruptie, criminaliteit en racisme in Zuid-Afrika, om daarna te verkondigen dat Europeanen gebrainwashed zijn omdat ze volgzaam doen wat de overheden voorschrijven). Nog voor twaalf uur lag ik weer in m’n tent, met het vaste voornemen om vandaag niet te vliegen maar tja het zou wel eens de laatste kans kunnen zijn dus ik ga toch.

1 opmerking:

  1. (is niet voor publicatie overigens) Hallo Hadewych, ik lees je blogs al een paar jaar en er zitten een paar dingen in die eigenlijk consequent terugkomen;anderen moeten je delta dragen, problemen met thermieken, problemen met landen en steeds meer lichamelijke ongemakken met rug en schouders. In 2007 brak ik mijn nek met deltavliegen. Geen verdere nadelige gevolgen, maar prone vliegen is sowieso niet mogelijk en gezien dat de wervel na reparatie toch nog verschoven is, is als het hoofd als eerste wat raakt (met wat hogere snelheid) de kans vrij groot dat ik het leven laat of vrij ernstig letsel er aan ga overhouden. En toch kon het vliegen mij niet loslaten. Hoe hard ik mijn best ook deed. Ik ben in 2017 begonnen met paragliden. En nee, het is geen deltavliegen, maar wel vliegen. En steeds vaker merk ik dat ik denk tijdens het lezen van je stukjes "waarom ga je niet paragliden?".
    1) er zijn veeel deltavliegers die zijn gaan paragliden, dus 'ze zullen wel overeenkomsten zien'. (ik ben niet de enige).
    2) geen gedoe meer dat anderen je toestel moeten dragen. Scherm en harnas zijn een kilo of 9.
    3) geen gedoe meer met je rug en schouder (mijn rug is ook niet geweldig overigens en mijn rechterschouder is al eens geopereerd omdat een pees beschadigd is), ik hou het makkelijk 3 uur vol.
    Oh en ik ben zelf ook nog fysiotherapeut, dus weet wel een beetje van dit soort gedoe.
    4) landen is echt een lachertje, meestal op de de tenen (ik heb altijd al wel 'jaloers' gekeken naar de landingen van paragliders. En ik had overigens geen last van slecht landen.
    5) eigenlijk is starten ook makkelijk, zowel van de lier als van een berg. En als het veeeel te thermisch is, dan vlieg je toch gewoon niet?

    Er tegen is, vind ik zelf ook nog een dingetje, dat het scherm geen rigide frame heeft en dus minder stabiel kan zijn. Maar ja, jij 'whackt' nogal eens met je rigide frame...en ik heb eerlijk gezegd nog geen narigheid met de moderne gliders gehad. En als je al zou paragliden, dan kun je hetzelfde doen als je nu met je delta doet; veel vliegen, misschien net iets meer dan een glijvlucht en uitzakken, misschien durf je beter te thermieken (snelheid is lager), misschien zelfs wel in een gaggletje, landen gaat je veeeeeel makkelijker af. Ik denk dat per saldo je er meer lol aan gaat beleven dan deltavliegen. En je hoeft overigens het deltavliegen 'niet op te geven', je kunt, al is het maar psychologisch, paragliden 'erbij' doen en zien wat het je brengt en wat je uiteindelijk meer gaat doen.


    BeantwoordenVerwijderen