Jamie verwijdert het bewijs van een buiklanding |
mijn klusje deze week: livetrackers opladen en uitdelen |
Terwijl ik onder/in het heerlijkste wolkje op Jamie hing te wachten bedacht ik dat er geen fijnere plek op de wereld is dan dit. Koel, nonstop stijg maar niet teveel, het mooist denkbare uitzicht. En dat voor bijna mij alleen, op een enkele schermvlieger na, doordat de wedstrijdpiloten de berg niet afkwamen of hard uitzakten.
Vorige week kwam ik Martin de meubelmaker tegen, die me vertelde dat hij zich gedwongen zag om met vliegen te stoppen. En dat hij daar zeker een week om had moeten huilen. Toen ik even later z’n vrouw tegenkwam zei ze dat hij nog steeds huilt. Ik kreeg er een brok van in m’n keel.
Paul Harvey, zeven jaar ouder dan ik, had een slechte start met z’n net duur opgeknapte Atos. Hij komt er wonderlijk goed vanaf met alleen een paar gekneusde ribben. Hij gaat de Atos verkopen en stapt terug op een kingpost-delta en hij zal lessen nemen om er weer aan te wennen, na zestien jaar rigid vliegen. It’s my whole life zei hij en zo is het. Ik zag hem z’n tranen wegslikken en nu ik het intyp schiet ik weer vol.
We moeten er allemaal aan geloven, ooit, het vliegen zal een keer voorbij zijn. En dat is gewoon ontzettend verschrikkelijk. Ineens ben ik extra blij dat ik door de worsteling van de afgelopen jaren heen ben, dat ik op een enkeldoekertje top-to-bottoms doe en nog een beetje meehelp met de wedstrijdorganisatie en daar heel tevreden mee ben. Ik denk dat ik het ergste achter de rug heb en nu nog jaren blij en relaxed door kan vliegen, ook al doe ik geen xc meer en is m’n langste vlucht dit jaar minder dan twee uur. Met elke goeie landing ben ik blij en als ik zo tegen de wolken aangeplakt zit dan is mijn leven op orde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten