Net toen ik in de hangmat ging liggen na een dag bergwandelen met Martin, kletsen met Ollie en zwemmen in het meertje en Jamie constateerde dat ik kennelijk over mijn heimwee naar kantoor heen ben, belt Owen om te vertellen dat Rushdie is aangevallen. Mijn allerfavorietste auteur en spreker en het gezicht van uitingsvrijheid en creativiteit. Owens vriend heeft de aanvaller bij Rushdie weggeduwd maar hij zal het waarschijnlijk toch niet overleven. We zijn er nogal geschokt over. Daar komt dan nog eens bij dat Patrice, de aardige eigenaar van ons appartement, bezig is een graf te delven voor de lieve ouwe hond die hier rondstrompelt en die vandaag of morgen uit haar lijden verlost moet worden. Tjeempie wat een zware toestanden ineens. En dat na de diepe gesprekken met Martin over karma en god en liefde en gemeenschap. Over de mentaliteit van deltisten. Niet zeuren, tegen een stootje kunnen, genieten van inspanning en van de natuur en deel uitmaken van deze bijzondere clan. Inclusief alle ongelukken en inclusief alle wrijvingen. Zoals wij zelf allemaal weten: we zijn absoluut geen thrillseekers, houden niet van gevaar, maar we accepteren de risico’s omdat vliegen te mooi is om te laten. We doen er alles aan om niet te crashen, praten eindeloos over landingstechniek: hoe doe je je approach, waar kijk je naar, wanneer rond je uit, wanneer ga je rechtop hangen en waar hou je je handen, welke richting op maak je je flare enz. enz. Er zijn zelfs hele verhalen over de exacte bewegingen die je moet maken als je onverhoopt toch gaat crashen. Het zal wel, ik hou het voorlopig gewoon bij m’n enkeldoekertje en grote terreinen met duidelijke windzakken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten