Gisteren is de wedstrijd dan echt begonnen. Meteen goed, we hadden het mooiste weer totnutoe, de launch verliep heel ordelijk en snel dacht ik (ik weet niet, ik ben altijd al vrij snel van de grond dus ik maak weinig mee van de startperikelen), bijna alle piloten stonden op goal na een dus kennelijk heel haalbare taak (ik niet snik maar ach ik ben toch heel tevreden over m’n vlucht) en we waren ook nog eens redelijk op tijd thuis. De lift was wel lastig te pakken, geen echte kernen maar verspreid over een groot gebied zat her en der wat stijg en ook veel sink. Het hielp dus nogal om bij een gaggle te blijven, en om veel geduld te hebben. Heb ik nooit, gisteren wel dus ik ben heel trots op mezelf. Daar heb ik uiteindelijk dertig mijl mee gehaald, in twee-en-een-half uur, geen topprestatie maar ik heb mezelf weinig te verwijten. Alleen, had ik de radio maar uit gedaan. Ik zat eigenlijk best goed toen Andre landde, en ik probeerde te achterhalen of hij de vleugel precies onder me was (was ie ook). Helemaal fout want daardoor ging ik enorm denken en zo verloor ik m’n concentratie en dus m’n stijg. Heel kort daarna stond ik dus ook aan de grond in een katoenveld, tussen de dustdevils. Al snel reed er een auto langs, met een hele familie mennonieten. Kei-aardig. Ze hadden me boven hun huis zien uitzakken, waren met z’n vieren in de auto gesprongen om tien kilometer te rijden om me te zien landen. Hun zoon Cornelius rijdt ook voor een van de teams en ze waren eergisteren naar de start wezen kijken. Nederlanders beweerden ze (ik vroeg natuurlijk naar die Cornelius, hoe kom je daar nu aan?) maar ze spraken echt puur Texaans en een of andere taal onder elkaar die ik voor Spaans hield maar die misschien wel Diets was ofzo.
Ik was nog niet ingepakt of Tony onze chauffeur stond al voor m’n neus. Snel Andre halen, dan naar goal voor Koos die ongeveer tegelijkertijd met mij was geland alleen vijftig mijl verder.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten