Een deprimerend dagje vandaag. De grote storm die we gisteren tegemoet vlogen is vannacht onze kant opgeschoven, wel wat minder stormachtig geworden maar het regent ten noorden van Big Spring en er vallen al de hele dag wat drupjes op het vliegveld. Gary Osoba, de absolute meteogoeroe, verwachtte dat het voorbij zou trekken en vanmiddag goed zou worden met goeie lift en weinig wind, precies mijn soort van weer. Gewoon opgebouwd dus, en inmiddels is de taak al twee keer een uur uitgesteld en zitten we allemaal moedeloos rond te hangen. Met een beetje pech krijgen we straks nog een bui op onze kop, maar als het nog een pietsie mee wil zitten kunnen we vanavond mogelijk nog een vluchtje doen, gewoon voor de lol.
Gisteren was wel een goeie dag, keimoeilijk maar daardoor wel boeiend. Ik heb 73 mijl gevlogen, grotendeels op m’n eentje en grotendeels onder de 1000 meter. Boven de taak lag een groot blauw gat en in de verte ontwikkelde zich een grote cumulonimbus. De start duurde eindeloos omdat zelfs de tugs geen lift konden vinden, dus ik kwam pas van de grond af om twee uur, toen de start al open was (en ik dus eigenlijk al 15 mijl verderop had moeten zijn). Een uur lang heb ik zitten pielen, met een oog op het vliegveld omdat ik misschien zou moeten relaunchen, en met het andere oog op m’n instrumenten want ik dreef toch wel fors weg zonder hoogte te winnen. Uiteindelijk met een paar andere trage piloten op glij gegaan, ik zag er twee, drie uitzakken en ik bedacht dat ik toch in ieder geval de startcirkel wilde halen maar het was twijfelachtig of dat zou lukken. Zo rond de startcirkel verloor ik m’n gezelschap en juist toen ik helemaal alleen was boven onlandbaar gebied, kreeg ik de beste bel van de dag. Die heb ik vooral benut om m’n handschoenen uit te doen en m’n radio aan te krijgen, want ik zag die storm in de verte en wilde wel graag radiocontact om eventueel te horen als de dag gecancelled zou worden. M’n rits was kapot dus ik kon niet comfortabel liggen, ik had kramp in m’n darmen en pijn in m’n benen van het strekken. Desondanks bleef ik in de lucht en bereikte ik het plateau waar we overheen moesten, waardoor ik helemaal laag boven de grond zat. Een keer of vijf, zes heb ik m’n rits opengemaakt en ben ik aan een landingscircuit begonnen, elke keer piepte de vario in m’n laatste bochtje en krabbelde ik weer omhoog. In dit vlakke land is dat goed te doen, als het tegenvalt kan je altijd wel landen, dus zo kwam ik toch nog twee uur en zo’n twintig, dertig mijl verder. Ik landde uiteindelijk na vier-en-een-half uur, behoorlijk tevreden. Meteen stopten er mensen die vroegen of ik hulp nodig had, en uiteindelijk werd ik mee naar huis genomen door Ray en Barbara, methodisten (ze vroegen welke religie ik dan wel aanhing en om ze niet al te erg teleur te stellen heb ik me maar als katholiek voorgesteld, ook niet helemaal wat ze bedoelden). Ik mocht douchen, kreeg macaroni met kaas en broccoli, en de rest van de avond deden de kleinkinderen gymnastiekkunstjes. Tegen tien uur arriveerden Koos en Tony. Ze hadden m’n vleugel al ontdekt en opgeladen, dus we konden direct naar huis (Andre had een lift). Twaalf uur naar bed, ’s ochtends om half acht gps-en uitlezen.
Toen iedereen al ingepakt en weg was heb ik nog een sleepje gemaakt. Ik bleek toch wel erg moeie armen te hebben, jeetje zelfs achter Bobby Bailey had ik het nog zwaar. Geen termiek gevonden, en als Bobby het niet vindt dan is het er niet. Nu naar Carlos, waar volgens mij veertig hanggliderpiloten zitten te eten, en dan vroeg slapen.
Hoi Hadewych en Koos,
BeantwoordenVerwijderenMet veel interesse worden hier jullie avonturen gelezen.
We lezen over vliegen en alles wat daarbij hoort, maar waar vinden we de resultaten van jullie inspanningen? Dus de ranglijst!
Veel succes en behouden vluchten.
Jan en Liesbeth
Lees het hele blog, pretty good
BeantwoordenVerwijderen