22 juli 2011

Taak 1

Enigszins teleurgestelde piloten lopen hier rond, ze hebben ‘alleen’ het derde keerpunt ‘maar’ gehaald, 86 km, tsss er stond een enorme puist wind en wat ik gezien heb: het was bepaald niet makkelijk vandaag. Je ziet maar: het is allemaal zo relatief. Ik ben vaak diep ongelukkig omdat ik na een uurtje of minder uitzak en dan ook nog op m’n buik land; maar toppiloten kunnen net zo depressief raken van een vlucht waar ik een moord voor doe.
We stonden op MteSubasio, minder winderig dan de Cucco maar ik ken het gebied nauwelijks en landingsterreinen zijn wat verder weg. Om niet weer mee te maken dat ik zou moeten inpakken als de wind toenam, vroeg ik Fransesco of ik vóór de taaksetting mocht starten. No worries, hij heeft toch geen idee wat ie met me aan moet. Terwijl ik naar de start struikelde (niks zo onhandig als een fancy harnas en een stijle helling) vond een parapenter het nodig om achterlijk laag over de honderdvijftig opgebouwde topvleugels te zwalken. Bizar, als ze een vleugel kapot gemaakt had was ze waarschijnlijk gelynchd, en ik had meegedaan. Je krijgt echt een gigantische hekel aan de snotlappen door dit soort geintjes.
Ik startte goed, maar had eindeloos moeite met m’n harnas. Kreeg m’n voeten er niet in, rits niet dicht, dus angle of dangle niet in orde, en dan duurt het een eeuwigheid voordat ik me kan concentreren op de termiek. Zeker op deze berg, zo glooiend en zulke harde wind dat het eruit ziet alsof je ieder moment tegen de grond zou kunnen slaan. Dan durf ik niet in te draaien, zeker niet als ik niet eens goed hang.
Toen ik eindelijk alles in orde had en binnen veilig bereik van landingsterreinen zat (lastig met de harde tegenwind en de trage vleugel) draaide ik omhoog tot halverwege de wolk, met de bedoeling om weer vlak boven Assisi te draaien, net als een jaar of zes geleden. Maar in m’n achterhoofd knaagde twijfel of er geen airspace is boven de oude stad, en tijdens een wedstrijd met allemaal officials en de kans dat iedereen nou juist enorm naar mij staat te kijken, beter om geen risico te nemen. Bovendien zag ik een aantrekkelijk groot terrein net binnen bereik, dus dat werd ‘m. Geen pogingen meer gedaan om omhoog te krabbelen, ik wilde gewoon een goeie landing doen. Dat lukte net niet helemaal, maar m’n circuit is duidelijk beter dan ooit en ik kom ook wat beter op final binnen dan voorheen. Ik duw alleen te laat uit omdat ik niet durf. Toch een buikschuiver dus.
Vervolgens zette ik het op een lopen, vier kilometer in 33º met een loeizwaar harnas op m’n rug, naar goal waar Katharina m’n auto zou neerzetten. Onderweg kreeg ik een glas water van een meneer die in z’n tuin bezig was. Ik zag twee gaggles, van zo’n zestig, zeventig vleugels, boven het eerste keerpunt draaien, schitterend. Toen ik bijna bij goal was kwam ik de Zwitsers tegen, heerlijk, een lift. Ze werden door de tomtom alle kanten opgestuurd, en zo kwamen we bij mijn vleugel terecht die dus mooi meteen mee naar het goalveld kon. Had ik maar gewoon daar zitten wachten, dan hadden ze me toch wel gevonden!
Op goal is het anders dan vroeger, omdat we nu live tracking hebben. Op smartphones en laptops kunnen we precies volgen waar alle deelnemers zitten, met 15 minuten vertraging weliswaar maar toch. Primoz voorop maar wel heel laag, Alex op twee en Christian drie. Superspannend. Primoz kwam uiteindelijk als eerste binnen, scheerde een meter over de grond tussen twee bomen naar de goalline, en even later kwamen de twintig, dertig piloten binnen die allemaal wel goal hadden gehaald. De rest stond in de buurt van het derde keerpunt, uitgespoeld door de snoeiharde wind. Inclusief Cameron, die terecht best tevreden is over z’n vlucht, en een hoop anderen die enorm lopen te balen om precies dezelfde vlucht.
Morgen weer wind.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten