19 juni 2014

Annecy



ergens bij Dijon
St Hillaire le Touvet


Trevor en Tony G op het vlonder

minuscuul landingsterreintje

Gisteren was ik pas tegen lunchtijd ingepakt (slechts wat bananen en een slaapzak vergeten) en ik was van plan te rijden tot ik moe werd en dan ergens te crashen, want ik reed pas om één uur ’s middags weg en het is toch gauw tien, twaalf uur rijden. Ik bleef echter redelijk wakker, zelfs bij de omweg door dorpjes omdat de A40 dicht was, en van een camping die ik onderweg belde had ik aanwijzingen gekregen waar ik eventueel m’n tent op kon zetten middenin de nacht, dus om klokslag één uur lag ik in m’n tentje dichtbij m’n team. Dat het klokslag was was wel een groot nadeel, de kerktoren staat pal naast de camping en de klok slaat elk half uur. Hard. Ook ’s nachts. Ik moest toch oordoppen in vanwege het verkeer, en verder is het een fijne camping dus ik blijf hier. Op m’n eentje, terwijl iedereen op de grote camping beneden zit, maar daar stikt het van de kinderen en er loopt een nog grotere autoweg langs.
Na m’n ontbijt vanmorgen ging ik naar de wedstrijdcamping waar ik meteen al Tony G zag zitten. Hij en Trevor stonden op het punt om naar St Hillaire te gaan, ik vroeg of ik mee mocht, en ik had nog net tijd om snelsnel m’n lenzen in te doen en wat brood in m’n tas te mikken. Slecht voorbereid maar wel gezellig, en in principe zit alles al in m’n harnas. Ik had alleen even moeten bedenken om de Sting te pakken vanwege het kleine landingsterrein, nu barstte ik van de zenuwen die ik alleen kon kalmeren door mezelf te beloven m’n droguechute al op honderd meter uit m’n harnas te pulken. Boven bleek het vlonder, dat ik wel van filmpjes ken maar waar ik nooit zelf afgeweest was, zelfs mij zenuwachtig te krijgen. Het is ultrasteil en kort, normaal heb ik liever een steile start dan een vlakke en de wind was ook heel rustig dus ik zou er niet afgezogen worden (normaal bij een klifstart), maar ik kreeg er toch een soort hoogtevreesachtige kriebels van. Bovendien voelde ik toch wel het slaapgebrek. Never mind, Trevor is een heuse gentleman en er doken nog twee erg aardige Britten op, John-t en Shaun, dus ik had hulp genoeg. Tony draaide makkelijk omhoog maar ik bleef eikelen langs de rotswanden, en ondertussen driftte ik weg van de enige landingsoptie. Voor m’n gemoedsrust was het beter om vroeg op te geven, en de landing ging ‘goed’ als je niet meetelt dat ik toch te hoog en iets te langzaam aanvloog en dat m’n hart in m’n keel bonsde.
Tegen de tijd dat ik klaar was met inpakken meldde Tony dat hij boven ging landen en de auto naar beneden zou rijden. Trevor landde bij mij, de Britten kwamen met koud bier en keurig om half acht leverden ze me af bij de camping waar ik een kliekje opwarmde, m’n blog schrijf en dan voor tien uur ga slapen. Morgen weer omhoog, de Forclaz waarschijnlijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten