|
ergens bij Dijon |
|
|
St Hillaire le Touvet |
|
|
Trevor en Tony G op het vlonder |
|
minuscuul landingsterreintje |
|
Gisteren was ik pas tegen lunchtijd ingepakt (slechts wat bananen
en een slaapzak vergeten) en ik was van plan te rijden tot ik moe werd en dan
ergens te crashen, want ik reed pas om één uur ’s middags weg en het is toch
gauw tien, twaalf uur rijden. Ik bleef echter redelijk wakker, zelfs bij de
omweg door dorpjes omdat de A40 dicht was, en van een camping die ik onderweg
belde had ik aanwijzingen gekregen waar ik eventueel m’n tent op kon zetten
middenin de nacht, dus om klokslag één uur lag ik in m’n tentje dichtbij m’n
team. Dat het klokslag was was wel een groot nadeel, de kerktoren staat pal
naast de camping en de klok slaat elk half uur. Hard. Ook ’s nachts. Ik moest
toch oordoppen in vanwege het verkeer, en verder is het een fijne camping dus
ik blijf hier. Op m’n eentje, terwijl iedereen op de grote camping beneden zit,
maar daar stikt het van de kinderen en er loopt een nog grotere autoweg langs.
Na m’n ontbijt vanmorgen ging ik naar de wedstrijdcamping
waar ik meteen al Tony G zag zitten. Hij en Trevor stonden op het punt om naar
St Hillaire te gaan, ik vroeg of ik mee mocht, en ik had nog net tijd om
snelsnel m’n lenzen in te doen en wat brood in m’n tas te mikken. Slecht voorbereid
maar wel gezellig, en in principe zit alles al in m’n harnas. Ik had alleen
even moeten bedenken om de Sting te pakken vanwege het kleine landingsterrein,
nu barstte ik van de zenuwen die ik alleen kon kalmeren door mezelf te beloven
m’n droguechute al op honderd meter uit m’n harnas te pulken. Boven bleek het
vlonder, dat ik wel van filmpjes ken maar waar ik nooit zelf afgeweest was,
zelfs mij zenuwachtig te krijgen. Het is ultrasteil en kort, normaal heb ik
liever een steile start dan een vlakke en de wind was ook heel rustig dus ik
zou er niet afgezogen worden (normaal bij een klifstart), maar ik kreeg er toch
een soort hoogtevreesachtige kriebels van. Bovendien voelde ik toch wel het
slaapgebrek. Never mind, Trevor is een heuse gentleman en er doken nog twee erg
aardige Britten op, John-t en Shaun, dus ik had hulp genoeg. Tony draaide
makkelijk omhoog maar ik bleef eikelen langs de rotswanden, en ondertussen
driftte ik weg van de enige landingsoptie. Voor m’n gemoedsrust was het beter
om vroeg op te geven, en de landing ging ‘goed’ als je niet meetelt dat ik toch
te hoog en iets te langzaam aanvloog en dat m’n hart in m’n keel bonsde.
Tegen de tijd dat ik klaar was met inpakken meldde Tony dat
hij boven ging landen en de auto naar beneden zou rijden. Trevor landde bij
mij, de Britten kwamen met koud bier en keurig om half acht leverden ze me af
bij de camping waar ik een kliekje opwarmde, m’n blog schrijf en dan voor tien
uur ga slapen. Morgen weer omhoog, de Forclaz waarschijnlijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten