Toen ik vanmorgen opstond, na een nacht dromen over de
kangoeroe die ik in m’n armen hield, zat er een grote roofvogel majesteitelijk
op de windsok. Windhaantje. De zwaluwen gisteravond deden me denken aan pinguins,
met hun maffe kleine vleugeltjes als supermanarmpjes half afhangend langs hun
bolle witte buikjes. Als pinguins aan het wateroppervlak dartelden ze met
ongelooflijke snelheid chaotisch rond. Soms een snelle dogfight tussen twee
vogeltjes die vlak op elkaar raceten; bijna tegelijk een scherpe 180 graden
bocht en dan de één omhoog en de ander op centimeters over het gras.
gebouwd door een metselenthousiast |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten