Terwijl ik voor het eerst na vijftien jaar in de huisbel
omhoog draaide bedacht ik dat ik nog niet eerder met de Litesport in de heftige
lucht van de Alpen heb gevlogen. Je wordt er makkelijk onzeker van, de
Litesport is een heerlijk vliegertje maar hij voelt wiebelig, niet erg degelijk
of stevig. Bovendien valt ie nog steeds linksom een beetje de bocht in, terwijl
ie rechtsom juist vrij stijf draait. Gelukkig waren er op dat moment niet al te
veel parapentes in de buurt, zodat ik even de ruimte had om te settelen. De
bellen waren fel en toen ik eenmaal goed gecentreerd zat, was ik in no time op
2000 meter. Wat een fantastisch uitzicht! Ik kwam niet boven de top achter me,
dus van de sneeuwtoppen ving ik alleen af en toe een glimp op, maar ook in het
dal is genoeg te genieten. Het enorme azuurblauwe meer, de antieke dorpjes,
veel groen en indrukwekkende rotswanden. En overal parapentes, de hele lucht
vol. Veel normale piloten die geleerd hebben rekening te houden met ander
verkeer, maar als hier maar 1 procent compleet idioot is, heb je het nog altijd
over een stuk of tien mafketels die levensgevaarlijk aerobatics doen pal voor
de start, niet kijken of ze op ramkoers met een ander vliegen, inklappers maken
terwijl ze boven je zitten en hun vleugel op het landingsterrein opzetten
terwijl je net probeert te landen. Kleine pikjes neem ik aan, jongens die er
zo’n verschrikkelijke behoefte aan hebben om stoer gevonden te worden. Als ze
hier tijdens de wedstrijd nog vliegen zullen er doden vallen.
Ik had dus gelukkig geen last van de hufters en draaide heel
plezierig met een paar parapentes keer op keer naar 2000 meter, waar duidelijk
een inversie zat. Ik zag vanalles ver boven me, dus er moest ergens een
doorgang zijn, maar mij lukte het in elk geval niet. Ik voelde me ook vrij
onzeker in de turbulentie en met de beperkte landingsopties in beeld, dus na
zo’n drie kwartier gaf ik het geowon op. Een innerlijke stem riep me
verontwaardigd toe dat ik nooit opgeef, zo ben ik niet, dit is een unieke kans
om heerlijk urenlang op een van de fraaiste plekken op de wereld te vliegen,
doe eens even wat moeite zeg om tot wolkenbasis te werken, ik ben niet eens moe
of te koud, dat landingsterrein ligt er straks ook nog, ik heb pas over een
paar uur met Dennis afgesproken, de weersvoorspellingen zijn niet goed en nu is
het super, enzovoort. Al dat gedenkschreeuw had geen enkele invloed op wat ik
deed en in een mum van tijd zat ik al boven het dal. Ik vloog een beetje over
m’n camping, bekeek de weggetjes en de andere camping, bestudeerde de windsok
en het landingsterrein, en met een paar (te ruime, te langzame) bochten zette
ik ‘m neer helemaal aan het begin van het veld. Bijna in de diepe sloot, dat is
een potentiële armbreker.
’s Avonds waren we uitgenodigd om te racletten bij Trevor en
z’n vriendin. Gezellig, maar wel weer een confrontatie met het totale gebrek
aan cultuur of wereldwijsheid van veel Australiërs. En ik merk dat ik daar veel
meer aanstoot aan neem dan je zou verwachten. Luid smakken, beginnen met eten
voordat de gastvrouw zit, armen voor je langs. Irritanter is het gebrek aan
kennis van voedsel, talen, gebruiken en etiquette in de rest van de wereld,
vooral omdat het gepaard gaat aan enorm snobisme en de overtuiging dat wat
Australiërs van thuis hebben meegekregen de norm voor alles is. Goed eten is
een grote steak, Fransen in Parijs zijn onvriendelijk want ze hebben geen tijd
voor onverstaanbaar engels sprekende toeristen, koffie moet worden gezet zoals
Phil meent dat het goed is, en welke idioot drinkt nou toch witte wijn bij de
gesmolten kaas? De onwetendheid is enorm, en leidt niet tot bescheidenheid maar
juist het tegenovergestelde. Als klap op de vuurpijl terloops wat racistisch
geraaskal, en toen ik zei dat ik er absoluut niet van gediend ben was het
‘Australische humor’. Niet leuk, meldde ik, en of we misschien nu ergens anders
over konden praten, maar iedereen bleef luidkeels volhouden dat dit toch echt
grappig was en als je er niet om lachen kan ben je een stijve trut. Never mind,
ik weet dat er veel vliegmaatjes zijn waarmee ik beter niet over andere dingen
dan vliegen kan praten. Het was weer eens een goeie bevestiging van mijn
besluit om nooit in Australië te gaan wonen. Te achterlijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten