Door m’n weinig gangbare naam, het feit dat ik al twintig
jaar vlieg en omdat ik overal kom ben ik een soort bekende Nederlander in het
zeilvliegwereldje. Jaren geleden was ik een beetje beduusd doordat iemand zich
bijna als een soort groupie aan me opdrong, maar inmiddels weet ik hoe het
werkt. Sommigen schrijven mij bij voorbaat allerlei kwaliteiten toe die ik zelf
nooit zou claimen. Vervolgens val ik in het echt natuurlijk tegen. Ik blijk
geen toppiloot, ik kan niet feilloos voorspellen hoe het weer zich gaat
ontwikkelen, ik heb ook overleg nodig om een beslissing over stek en tijdstip
te nemen. Het doet een beetje denken aan de niet-vliegers die er automatisch
van uit gaan dat ik enorm avontuurlijk moet zijn, omdat zíj denken dat vliegen
vreselijk gevaarlijk is. Het is allebei vervelend, van die automatische
aannames, ook al lijkt het leuk als mensen bij voorbaat onder de indruk zijn.
Mensen die me als een soort beroemdheid behandelen stellen
vaak vragen waarop ze het juiste antwoord al in hun hoofd hebben. Wat ik te
vertellen heb is meestal onbevredigend, want het voldoet niet aan wat ze
dachten.
Zelf babbel ik steeds vaker met andere piloten over hoe ze
hebben gevlogen en wat ze er van vonden. Gekoppeld aan m’n eigen vlucht geeft
me dat een steeds beter begrip van wat er nou eigenlijk gebeurde in de lucht,
en wat er voor nodig was geweest om langer of verder of leuker te vliegen.
Wat het vandaag was weet ik nog steeds niet precies, maar ik
weet wel dat de harde noordenwind de belletjes klein en turbulent maakte. Ik
had al zeker anderhalf uur op de start zitten wachten omdat het duidelijk nog
te stabiel was, maar om half twee draaiden de parapenters zo makkelijk omhoog
dat het moest gaan. De Duitse jongen startte voor me en had duidelijk veel
moeite om een goeie bel te vinden en ik wachtte even om te voorkomen dat we
elkaar in de weg zouden zitten. Niet lang genoeg, toen ik aan het schrapen
sloeg kwamen we elkaar continu tegen. De belletjes voor de berg waren heel
klein en ongeorganiseerd en bij één pass over het restaurant moest ik alle
zeilen bijzetten om niet tegen de berg geduwd te worden. Naar het zuiden zag ik
een vogel draaien en een wolkje ontstaan, en er piepte inderdaad wat maar dat
bleek achteraf gewoon de wind te zijn die in de zuidkom van het dal tegen de
hellingen omhoog gestuwd wordt. Met genoeg geduld en een veilige afstand wist
ik me al essend tot boven de riggel te werken, maar ik verloor het allemaal
weer in één bocht en kreeg het ook niet meer te pakken. Dan maar weer naar het
landingsveld, waar het opnieuw hard stond te blazen en waar de gradiënt voor
akelige sink zorgde. Ik was wat beter voorbereid dan gisteren en zo stond ik
opnieuw na een verlengde plouf aan de grond.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten