Met de onduidelijke meteo en al even onduidelijke
vliegmaatjes blijf ik besluiteloos. Vanmorgen zag het er slecht uit in Passy
dus ik pakte m’n spullen in – het bleek inderdaad te uitdagend om het
werptentje klein te krijgen dus dat is in z’n geheel in de achterbak gegaan. Op
de koffie bij Dennis, en daarna naar Annecy waar ik Thibault, Thomás en Armand
trof die met een kater ook al niet zo goed wisten wat ze zouden doen. Thibault
en ik twijfelden eindeloos of we naar boven zouden rijden of niet. De wolken
bouwden hevig op maar zakten dan weer in elkaar, en ondertussen kwamen er
tientallen para’s en delta’s naar beneden. Uiteindelijk bracht Thibault mij
naar boven, zonder z’n eigen vleugel mee, luxe natuurlijk dus alleen al een
hopje zou mooi zijn. Net toen ik de laatste latten inschoof werd het echt
serieus donker en begon er een koude wind hard te waaien. Ik had net aan twee
Nederlanders uitgelegd dat de risico’s van een dag als dit waren dat het of
heel erg hard omhoog zou gaan zodat je wenst dat je veilig op de grond was, of
dat je in een gustfrontje moet landen. Geen totale rampscenario’s maar er waren
wel steeds minder redenen om überhaupt nog te starten. Zonde van de mooie kans,
Thibault die m’n auto en m’n pakspullen naar beneden zou rijden en ik kon in
elk geval een startje doen, maar het leek me toch een beter plan om gewoon in
te pakken. Natuurlijk startten er nog mensen nadat wij alweer terug op het
landingsterrein waren, maar gelukkig werd het leed gecompenseerd doordat Serge
en Manu er waren. De rest van de middag liep ik wat te tutten om m’n
halfserieuze kamp in te richten; ik heb nu drie tenten bij me: het
doodskistformaat werptentje, m’n paleis met twee grote binnententen en een
aankomsthal, en m’n hevig versleten vertrouwde koepeltje. Die laatste had ik
net helemaal klaar toen het begon te stortregenen, dus nu zit ik sneu in m’n
auto te hopen dat het vanavond nog droog genoeg wordt om een beetje te koken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten