11 mei 2015

Knoalkup 2015



Wow ik heb spierpijn! Het slepen was flink werken, dat ben ik niet echt gewend in het zachte noorden achter Rinus, maar gisteren was de lucht ontzettend brokkelig en de wind woei alle kanten op. M’n eerste start hing ik te rechtop en met m’n veel te dikke trui, waardoor ik totaal niet kon bewegen in m’n harnas, lukte het niet om iets naar voren te duiken. Nog onder de driehonderd meter brak de weaklink op het moment dat ik naar m’n release reikte om los te koppelen. Toen ik een half uur later weer in de startrij stond hield Rinus er een tijdje mee op omdat de lucht helemaal morsdood was. André hield het met grote moeite vol om boven te blijven, maar alle wolken verdwenen en er kwamen zelfs geen dusties meer langs. Een tijdje later zagen we Mario en Koen schitterend synchroon heel langzaam omhoog draaien, en toen Rinus me in de noordwesthoek afzwaaide lukte het me ook net om niet al te hard naar beneden te storten. Op enig moment zag ik Aralde aan komen en hij leek doelbewust ergens heen te vliegen dus ik toog erachteraan. Araldo vliegt met slimme instrumenten en hij is heel handig in het gebruik van de informatie die hij daaruit haalt, dus dat leek me een goeie gok. Was het ook, want hij vond iets en dat was voor mij net genoeg om uiteindelijk een mooie kern te pakken te krijgen en naar duizend meter te stijgen. Koen zat nog iets hoger dan ik en Gijs zocht onder ons, de wolkjes kwamen dichterbij en er groeide een fijn cumultje precies in de richting van het startkeerpunt boven Stadskanaal. Dit beloofde mooi te worden, zeker omdat ik steeds geduldiger word en m’n termiek-zelfvertrouwen groeit. Ik had nog wel meer hoogte willen pakken maar ik raakte de bel kwijt, en het lag sowieso voor de hand om naar dat wolkje boven het dorp te steken. Dat bleek dan toch weer verder weg dan ik had ingeschat, en ik verloor veel meer meters dan gehoopt, dus toen het eindelijk een beetje begon te pruttelen zat ik weer onder de vijfhonderd meter. Midden boven bebouwing, daar hou ik niet van. Hoog zat om eventueel een landingsveld te bereiken, maar ik had niet veel tijd om geconcentreerd te zoeken. Dat werd ‘m dus ook niet en ik vloog in een rechte lijn door naar de plekken waar ik kon landen. Wind in de rug en erg hoog gras, te laat om nog te proberen m’n droguechute te pakken dus ik knalde onelegant tegen de grond. Jammer van een serie betere landingen maar de schade bleef beperkt tot een wieltje dat ik voor de zoveelste keer moest rechtbuigen.

Ik was zwaar op apegapen tegen de tijd dat ik m’n spullen naar de weg had gesjouwd en Djenghiz hoog boven me op koers zag vertrekken, dus ik nam alle tijd om in het zonnetje in te pakken en m’n tijdschrift te lezen, wachtend op Ruud die een rondje retrieve deed. Hij had Eppo al, en met z’n drieën probeerden we André te vinden die zich een boogminuutje vergist had met z’n coördinaten. Daarna Holger, die tegen het enige reliëf in dit ontzettend vlakke land aan was geland waardoor ie meer kapot had dan alleen een uprightje.

Thuis nog wat jammermomentjes: Ropje had als enige de taak gerond maar helaas het eerste keerpunt gemist, en ook Koen was rakelings buiten de cirkel om gevlogen. Toch kon dat de pret niet drukken. De zon scheen, iedereen was blij en ontspannen, de organisatie was voortreffelijk, de vette hap met liefde gesausd, Rinus had weer talloze kadootjes en flessen wijn en bemoedigende woorden voor iedereen en met het gezellig  napraten verliep de thuisreis best vlot.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten