26 januari 2012

Een schizofreen is nooit alleen

Australië is inmiddels weer ver weg. Verkoudheid begint een beetje te zakken, ik fiets weer elke ochtend in het donker door de miezerregen met bevroren tenen naar kantoor, heb me alweer lekker geërgerd aan slecht geschreven nota’s en debiele wetsvoorstellen (burkaverbod!). Vanavond misschien voor het eerst weer eens sporten, een opgave. Dat mis ik het meest, het gemak en de vanzelfsprekendheid waarmee je in Oz kan buiten spelen: vliegen, zwemmen, boarden.
Eénmaal terug in m’n ‘normale’ omgeving springt toch wel heel erg in het oog hoe verschillend mijn twee werelden zijn. De spetterende soapopera in de brandende zon van een zeilvliegwedstrijd; de subcultuur waarin het vooral draait om vliegkunst en sportprestaties, waarin zo’n vijftig mensen een vaste rol hebben die hen een tweedimensionaal karakter geeft, maar waarin we ons toch enthousiast druk maken om psychische en persoonlijke en sociale factoren die de vliegstijl bepalen. Een groep geliefde kennissen die kunnen feesten, die los durven te gaan, zonder terughoudendheid en daarbij hun lijf soms compleet uitputten. Alle verschillende culturen en karakters en hangups, ik vind het prachtig. Maar ik weet ook hoe vrijblijvend het is. Als ik niet meer kom vragen mensen aan Cameron waar ik gebleven ben, maar ze komen me niet opzoeken.
M’n werk, de overheid, is net zozeer een eigen subcultuur, van slimme en betrokken mensen die hard werken aan ontzettend interessante projecten. Intellectueel uitdagend, wereldverbeterend, er is minstens zoveel passie in m’n directie als op de paddock. Geef me een boek, een tekst, een computer, laat me denken, schrijven, praten. Een boekje in handen houden als eindproduct van maanden ploeteren, daar zit voldoening in. We beperken het privécontact tot korte praatjes over de vakantie, over het gezin, over het huis of de buurt. We houden geen contact op facebook maar op linkedin, waar het gaat om cv’s en skills in plaats van grappen en filmpjes.
Ben ik echt compleet schizofreen? Ik weet eigenlijk niet wat m’n ‘echte’ wereld is, wat mijn ‘normale’ ik is. Ik merk dat ik goed kan switchen tussen beide werkelijkheden, veertig uur nadat ik een Fun inpak typ ik commentaar bij een notitie over risicobeleid. No worries, wat een ongekende luxe om in tweeën te kunnen leven! Lang leve de rijkdom, hoera hoera hoera.

21 januari 2012

Central Coast - Bangkok - London - Den Haag

In Bangkok is het net iets onduidelijker waar je wezen moet dan elders, de security is net iets erger, en ik zit heel zielig in het midden. Vanaf het moment dat ik de trein uitstapte was de pret voorbij en probeer ik er niet bij te zijn, totdat ik in Den Haag m’n voordeur open. Alleen maar naar, zwaar, oncomfortabel. Ik ben nogal snotverkouden ook, dat maakt het nog treuriger allemaal.
Vanmorgen had ik er enorme moeite mee om Oz weer te verlaten, terwijl ik deze keer nou juist uitzicht heb op extra snel terugkomen. Om half zeven gleed ik uit bed, bikini aan, board en peddel onder m’n arm, even een uurtje standup paddleboarden in de stilte van de opkomende zon. Daarna inpakken, en nog even met Cameron en Lynn een bakkie doen op Soldiers. Daar was een bonus: honderden dolfijnen die een fantastische show weggaven. Zoiets maakt een reis helemaal af. Na al dat spektakel moesten we ons nog haasten om m’n trein in Wyong te halen, dat lukte op het nippertje, met m’n 26 kilo zware harnas op m’n rug en nog eens zeven kilo handbagage. Hoe is het mogelijk, ik laat een halve kast aan kleren en vliegspul bij Camo achter.
Inmiddels zit ik op Heathrow te wachten op het laatste stukje, heb me voorgenomen om deze keer een taxi te nemen in plaats van te lopen. Ik word oud…

18 januari 2012

Dag in paradijs

Uit bed meteen m'n zwempakkie aan, zo de zee in. Ontbijt in de surfclub met een laatste massage van Boris als toetje. Terug de zee in, insmeren en een dutje op het strand, daarna vleugels opladen en honderd meter verderop vliegen op Scenic. Blote voeten, hempje, korte broek, open helmpje op m'n kop, bijna net zo goed als helemaal naakt vliegen. Na een half uurtje ronddobberen (het was te licht om iets anders te doen) een perfecte landing in het park, op m'n blote voeten dus. Beetje bijkletsen met de locals, daarna naar huis waar we als een stel giechelende pubers betrapt werden door team Nic. Dat was niet de bedoeling, maar ach het maakt weinig uit ook. Terwijl ik een bijzonder geslaagde maaltijd stond te koken kwam Teya het water uit, er was weer een shark attack bij Redhead. Twee weken geleden ook al eentje langs de Central Coast, waar Cameron surft. Griezelig, en vanmorgen wappert er een rooie vlag maar we zijn toch om half zeven een stukje gaan zwemmen. Het is gewoon te fantastisch om op die manier wakker te worden.
Dat mis ik altijd het meest van Australie, het buiten spelen, de zon. Zonder enige moeite ben je hier continu aan het 'sporten' , je kan er gewoon niks aan doen om fit te blijven. Zwemmen, door mul zand lopen, berg op-en-af fietsen, surfen, paddleboarden. Zelfs het vliegen kan een vorm van exercise worden, als je iedere dag een paar uur doet. Of als je inland vliegt.
Ik buig me even voorover om te zien of er al iemand staat op te bouwen op Dixon, straks nog een vluchtje voor ik naar Cameron en dan naar huis ga. Snif, wat is dit lastig om te verlaten.

17 januari 2012

Stockton duinen

Ik ben enorm verkouden maar deze laatste paar dagen wil ik toch niet de hele dag in bed liggen. Dus eerst een uurtje op het strand liggen, af en toe een beetje zwemmen. Als je te ver afdrijft schalt de stem van de guard over het water: niet te ver, niet in de buurt van de rip komen, tussen de vlaggen blijven. Goed geregeld, als je in de problemen komt terwijl je tussen de vlaggen aan het spelen bent duikt de guard met z'n surfboard het water in om je te redden.
Vervolgens met het hele stel naar de zandduinen van Stockton. Teya, de vijftien jarige dochter van Ricky, ging mee om haar allereerste hanggliding oefeningen te doen. Superleuk, het kind is enthousiast en trots op haar prestaties, en niet te stoppen. Conrad is een prima instructeur, en met een Fun op de zandduinen kan je meteen al meters los van de grond komen zonder overdreven risico's.
Tussendoor oefenden we allemaal met vliegen zonder harnas, Nic in z'n nakie. Een oude droom vervuld, totale vrijheid. Ik was te moe om veel te doen, maar het was gezellig en als ik de spierpijn in m'n benen nu voel heb ik toch meer duinen op- en afgerend dan ik in de gaten had.

16 januari 2012

ziek

Nog een paar dagen om te vliegen in Newcastle, maar ik heb enorme keelpijn en koorts, en het weer is ook niet om te juichen. Zonde, want de halve groep uit Forbes is hier en Tish is druk met het organiseren van iedereen. Van lamlendigheid ben ik maar weer eens een krant gaan lezen. Er komt een moment dat ik de echte wereld weer onder ogen moet zien, geen feest. Zeker met m'n wattenhoofd kan ik niks prettigers bedenken dan in m'n bikini met een boek op het strand te liggen, en af en toe een vluchtje met de Fun te maken of zoals gisteren, een beetje oefenen met de kite. Best spannend trouwens, een veel te grote kite en veel te groot harnas dat me onder m'n oksels de lucht in trok, stevige aanlandige wind en Ricky die meer een shower dan een instructeur is. Nou ja het is toch altijd leuk om iets nieuws te proberen.

14 januari 2012

Laatste dag


M’n rits wilde absoluut niet dicht, na honderd pogingen en vier, vijf geweldige bellen stond ik weer eens aan de grond. Dat was niet al te erg want de finish op het vliegveld was gaaf om te zien: Gerolf, bijna vijftien minuten later Atilla, en daarna bleven ze een uur lang binnendruppelen. Alleen niet Cameron, dat was wel heel erg teleurstellend. Hij kwam dertien km tekort en Annabelle en ik sprongen in de auto om hem gauw op te halen. Niet dus. Hij stond ergens middenin een veld zonder toegangswegen, en pas na vier pogingen dwars door distels en over rotsen heen om hem te bereiken. Een retrieve van drie uur op dertien kilometer afstand!
Cameron was enorm teleurgesteld, na de eerste dagen toen het er nog naar uit zag dat hij in de top tien of zelfs top vijf zou eindigen, werd het nu een twintigste of dertigste plaats. Nou had ik ’s middags van Christine ook al bergen zelfverwijt gehoord, ik had het helemaal gehad. Ik zak zeven van de acht dagen uit en eindig met een pijnlijke keelontsteking, en dan moet ik aanhoren hoe slecht iedereen gevlogen heeft die dertig, veertig uur en honderdvijftig km per dag onder de riem heeft.Camo en Christine hebben fantastisch gevlogen, en Hans ook, die stond wel op de vijfde plek.
Het eten was heerlijk, de prijsuitreiking grappig en het feest gezellig. Nu inpakken, Corinna ophalen en dan naar Newcastle. En maar weer over naar het facebookcontact, snik.

13 januari 2012

Forbes - Skulls - Yeoval - Cumnock

Het is nu officieel: keelontsteking. Gecombineerd met slaapgebrek en moeie spieren, zonnebrand en slecht eten (vegetariër???? In Australië????) ga ik daar heel dom van vliegen. Niet zoals Cameron, die overwoog om z’n chute te gooien voordat ie flauw zou vallen en die al kotsend en kreunend 180 km vloog in vijf uur. Niet vergelijkbaar met Jonny, die met spoed opgenomen wordt en aan het infuus gelegd en dan twee keer uit het ziekenhuis wegloopt om een grote taak te vliegen. Maar ik ben voor mijn doen wel aardig op m’n eindje. Ach nou ja daar kom ik voor tenslotte, om zoveel te vliegen dat ik niet eens meer wìl. Dit jaar ben ik gewoon eerder tevreden dan anders 8-)
Ik werd goed afgezet, en het leek me een geweldig plan om bij Tove te blijven. Helaas, die draaide zoveel sneller omhoog dat ik haar al kwijt was voordat we de startcirkel uitvlogen. Wat er aan vliegers overbleef beviel me helemaal niet, er werd slordig gedraaid en ik was zelf ook te moe om een beetje netjes in de kern te blijven. Tot drie keer toe besloot ik om het erop te wagen en m’n eigen belletje verderop te gaan zoeken, en tot drie keer toe werd ik door een enorme gaggle besprongen die me m’n eigen belletje uitduwden. Na twee uur landde ik vlak over de startcirkel, dus zonder ook maar een pietsie resultaat. Niet erg, het was een leuk vluchtje en ik had veel minder pijn dan verwacht (de uitvinding van ibuprofen is toch wel een hoogtepunt in de menselijke geschiedenis). Het hek van mijn landingspaddock stond wagenwijd open, dus ik kon zonder uithaken direct doorschuifelen naar een schaduwrijke boom langs de weg, ideaal.
Christine stond tien km verderop, wel gewoon achter een net te hoog hek met gemeen prikdraad. Dat is meestal het grootste probleem, om je spullen onbeschadigd uit de paddock te krijgen. Er zijn allemaal griezelverhalen over slangen en zonnesteek en geen telefoonontvangst, maar ik heb de pest aan die hekken.
Het werd een klassieke retrievedag. Proberen te verstaan wat Hans op de radio meldt over hun positie, op de kaart turen om te verzinnen waar je het beste heen kan rijden, en dan uren rondcrossen door dit fantastische landschap. Kangoeroes die hun best doen om plotseling voor je wielen te springen, vossen, gala’s en slimmere vogels. Het landschap richting Yeoval is glooiend, parkachtig met weilanden en bomen, kreekjes en huisjes die er uit de verte heel romantisch uitzien. Je moet natuurlijk niet de auto uit want dan prikt en steekt alles wat er groeit, zie je dat het rooie dak van een huis compleet verroest is, en is het slalommen tussen de kadavers van aangereden wild.
We wilden graag de goal zien, en er leek een klein kansje dat ze het zouden halen, dus daar reden we naartoe. Curt, Gerolf en Atilla waren er al, en uiteraard het standaard goalpubliek: cousin Rob de goalie, Steve Moyes met een krat bier, Jamie met spectaculaire foto’s van Gerolfs landing en Dave May met z’n camera, en nog een paar chauffeurs. Via de radio hoorden we dat er een gaggle voorbij het laatste keerpunt was, maar er was zoveel schaduw dat ze aan hun nagels moesten blijven hangen. Hans landde 2,5 km tekort, en begon net onmiddellijke retrieve te eisen toen Scott, Rohan, Davide, Roland en Tullio laag over de bomen op goal speerden. Wat een fantastisch gezicht! Ik had de radio gewoon uitgezet, maar Annabelle en Christine waren toch braaf Hans z’n sapje gaan brengen dus die hebben dit gemist.
Even later landde Camo bij Hans, doodziek en teleurgesteld. Met z’n vijven reden we de 150 km naar huis, moe en ziek en hongerig, en om verschillende redenen zijn we allemaal blij dat vandaag de laatste dag is.

12 januari 2012

Bevrediging

Ik was vergeten hoeveel pijn het doet, hoe ontzettend door-en-door vermoeid je kan zijn. Toughen up girl! Vandaag doen we het opnieuw. En ik ben blij, ik heb eindelijk, voor het eerst in twee jaar, weer eens een fatsoenlijke vlucht gemaakt. Slechte emoties uit de weg, gáán!
Ik startte op nummer drie, erg vroeg, en de sleep achter Steve was enorm heftig. Dat is veelbelovend en inderdaad, we draaiden met een klein groepje makkelijk omhoog. De vooruitzichten waren dat het de hele dag blauw zou blijven, met een laag plafond, dus ik wist dat ik absoluut niet op m’n eentje op weg moest gaan. Maar een uur proberen rond te hangen bij de start, terwijl er wat meer wind stond dan voorspeld, leek me ook geen goed plan dus ik besloot om maximaal hoogte te tanken, zo lang mogelijk in een bel te blijven, en superconservatief te stoppen voor ieder piepje. De jongens om me heen vertrokken ook aarzelend en ongeorganiseerd, iedereen ging compleet verschillende richtingen uit en al gauw zag ik mensen onder me landen. De eerste zestig kilometer was ik dan ook alleen, maar dat beviel best. Ik krijg steeds meer oog voor termiektriggers, ik begrijp steeds beter waar ik heen moet en de Litesport maakt het eenvoudig om te voelen wat de lucht doet. Bovendien waren er overal kleine harde belletjes, precies het soort lucht waarin ik liever alleen vlieg dan met een gaggle waar ik voortdurend hard moet werken om niet tegen iemand aan te vliegen.
Na twee uur en 60 km was ik ontzettend moe, m’n benen en billen deden flink pijn van het gespannen duwen op m’n voetplaat, en het zag er naar uit dat ik uit ging zakken. Niet erg, ik was best redelijk tevreden ook al had het wel ontzettend leuk geweest als ik goal op 207 km had gehaald (m’n pb tot nu toe is 182 km). Toch begon het weer heel zwakjes te piepen boven de boerderij waar ik naast wilde landen, en heel voorzichtig dribbelde ik weer naar boven. Ineens zag ik een andere vleugel, en twee 360-ers verder ontdekte ik dat er zo’n vijftien leading edges in noodgang op me afkwamen. Help! Aan de andere kant: eindelijk, waar bleven ze nou? Cameron zat in de leadgaggle, het leek me dat hij verbaasd was over m’n veel te grote cirkels maar ik was nu al te moe om te proberen deze supersnelle jongens bij te houden. Ik was eigenlijk opgelucht toen ze er weer vandoor gingen, kon ik verder met m’n eigen belletje. Dit herhaalde zich nog een keer of drie, en ondertussen hoorde ik Hans en Christine over de radio dichterbij komen. Vlak voor het keerpunt (Bumf hahaha) draaide Christine onder me in, ze zei iets bemoedigends maar ik trok het echt niet meer. Ik was al langer dan vier uur aan het vliegen en ik was doodop. Nog maar zeventig kilometer naar goal, en de lucht was nog steeds prima, maar ik hoopte heel hard dat ik uit zou zakken. Toen ik mezelf daarop betrapte besloot ik gewoon opzettelijk te gaan landen, ik kon het eenvoudig fysiek niet. Dat is erg, na al die jaren trainen, maar zo was het gewoon. Ik landde downwind omdat ik met m’n stekende pijn in m’n schouder en totale vermoeidheid te dom was om te snappen dat ik flink driftte, maar de schade viel mee: een heel vies harnas. Na een kwartiertje kreunend en auw-auwend m’n spullen naar de weg gesjouwd te hebben kwam Annabelle er al aan. Vervolgens moesten we anderhalf uur zoeken naar Cameron, die de dagwinnaar had kunnen zijn maar 45 km voor goal te snel was gegaan. Terwijl Annabelle doorreed naar goal om Hans en Christine op te halen, aten wij een paar doorgekookte groenten in de plaatselijke pub. De rit naar huis was lang, koud en ongezellig, maar ik ben weer helemaal tevreden met een echte Forbes-ervaring. 145 km met een masttoestel, alleen op een blauwe dag. Niet slecht!

11 januari 2012

rustdag

Harde koude wind vandaag, dus de dag werd gecancelled. Ik ben met het team Boris/Martin/Johnno/Boot naar de radiotelescoop bij Parkes geweest, supersaai maar ach je moet wat op zo’n dag. Het is een leuk team, ongedwongen en aardig. Ondertussen zijn we in ons eigen team ook weer on speaking terms. Wie weet slaap ik vannacht zelfs.

10 januari 2012

in de krant

wereldberoemd in heel Forbes: artikel

alleen maar ellende


Ik wou dat ik thuis was. Het is afschuwelijk, wat kan je je ontzettend eenzaam voelen in deze sport. Het is sowieso eenzaam om de hele middag en avond in Forbes te zijn terwijl de rest van je team op goal is geland en middenin de nacht terugkomt. Ik vind het verschrikkelijk om vijf keer op rij uit te zakken. Maar het ergst is het om een team te hebben met ‘vrienden’ die er kennelijk op uit zijn om van me af te komen. Cameron was de hele ochtend ontzettend sjagrijnig en ik kon alleen snauwen krijgen, geen idee waarom. Onze lieve chauffeur dacht dat ie gewoon erg moe is, en het op mij uithaalt, mogelijk heeft ze gelijk maar dat maakt het niet echt draaglijk. Van Hans kon ik een scheldpartij krijgen toen ik meldde dat ik veilig geland was, een standaard korte melding die normale teamgenoten graag willen horen. Terwijl ik laag aan het ploeteren ben moet ik door alledrie hun radiochecks heen, en daarna krijg ik elke paar minuten een update van Hans’ positie, maar ik mag niet laten weten dat ik op de grond sta! Ik kon alleen nog maar huilen huilen huilen. Ik ben doodmoe, heb nauwelijks geslapen door een bonkende koppijn, heb drie heftige sleeps gedaan en ben de vijfde achtereenvolgende taak uitgezakt, en van m’n eigen team kan ik alleen trappen na krijgen.
Gelukkig werd ik wel fantastisch geholpen en getroost door ieder ander. Bruce tilde m’n vleugel over het hek na m’n tweede bombout, Blano en Steve sleepten me net die honderd meter extra, Flip stelde z’n schone t-shirt maar weer ns ter beschikking als snotlap, en zelfs Bill vond het nodig om me te troosten. Dat maakt vrijwel niemand mee, Bill die laat weten dat ik ok ben en not to worry. Ik mocht komen eten, precies wat ik vanavond nodig had om m’n gedachten te verzetten. Het is leuk om Bill en Molly in hun glorie mee te maken. Terwijl ik m’n vegetarische potje kookte hield Steve via facebook en twitter bij hoe de taak ging. Blenkie op goal, Rohan, Scott. Ik kon het niet laten om m’n enthousiasme (voor de Airbornejongens) te laten merken. In ieder geval weet ik nu dat ook binnen de Moyeskring mensen met Joe worden aangesproken…

09 januari 2012

Orkaankracht

Getverdemme alwéér uitgezakt. Nou heb ik er genoeg van, maar iedere dag is anders en de lessen van gisteren werken vandaag niet. Ik werd wakker met zo’n spierpijn in m’n onderarmen en handen dat ik bijna m’n koffie niet vast kon houden, en keiharde wind. Bij het opbouwen werd ik door een flinke dusty te grazen genomen, gelukkig hingen er meteen vier mannen aan m’n kabels. Opnieuw dacht ik dat het misschien niet startbaar zou zijn, maar Tish ging probleemloos de lucht in en als zij het kan met haar vijftig kilo moet ik het zeker kunnen. Ik was nummer twee, de sleep was hard werken en er was een moment dat ik bijna in een lockout raakte (tug maakt een bocht naar rechts in de lift, ik maak een bocht naar links in de sink) maar het leek me het makkelijkst om toch maar vol te houden en een herstart te vermijden. Ik werd netjes in een goeie bel afgezet, draaide snel naar 1600 meter, en de lucht was zo goed dat het ook met m’n lamme handjes wel moest kunnen. Wel blauw, en de wind maakte terugsteken naar een betere gaggle bijna onmogelijk. Ik ging dus op glij, achter iemand anders aan die laag zat maar die me mooi de volgende bel zou kunnen wijzen. Helaas, hij landde, en ik moest het verder maar op m’n eentje uitzoeken. Dat viel best mee, overal zat heftige lift. Nou is het met lamme handjes wel lastig te centreren in felle bellen die met een noodgang opzij geblazen worden, bovendien was de taak vrij cross op de wind en ik wilde perse bovenwinds van de koerslijn blijven, afijn om een lang verhaal maar weer kort te maken: binnen dertig kilometer stond ik alweer aan de grond. Ik was zelfs bang om te landen, en terecht, de wind was echt niet normaal. Voor het eerst in m’n leven pakte ik m’n vleugel in voordat ik me met m’n korte broek, proteinedrankje, contact met de chauffeur en harnas bezig durfde te houden.
Annabelle was er alweer nog voordat ik een artikel van m’n ouwe New Scientist uit had, de anderen vlogen nog, dus ze bracht me terug naar Forbes. Waar ik een gefrustreerde Nic trof, die alweer twee kapotte compeo’s had. Geen idee wat ie ermee doet, maar tot nu toe had ie fantastisch gevlogen en een dag zonder score zal ‘m z’n tweede of derde plaats kosten. Boris zit ook al in een auto, dus ik ben in ieder geval niet het enige uilskuiken.

08 januari 2012

wakeboarding

Wooo morgen zal ik niet kunnen lopen van de spierpijn, en m’n handen doen het ook niet meer. Maar ha wat was het leuk, wakeboarden achter de boot van Tove en Grant. Bij het opstaan was het al duidelijk dat er niet gevlogen zou worden vandaag, regen en zware bewolking, nul termiek volgens de rasp. Tove en Grant hebben de hele dag rondgevaren met maximaal tien mensen aan boord, eindeloos geduld, en wij afwisselend op het gras naast het water of in de boot. Alle anderen zijn natuurlijk sneller dan ik, twee, drie keer een mislukte start en dan hebben ze het door. Ik probeerde het vijf keer maar kwam niet eens helemaal uit het water. ’s Middags nog een paar keer, en toen ineens had ik ‘m. Superleuk, en na nog een of twee mislukte starts lukte het nog een keer om een paar minuten achter de boot te blijven hangen, zelfs een paar golven te trotseren maar dan komt er een dwarse golf en plons je toch weer ongenadig in de plomp. Ik ben doodmoe maar heel uitgerust.

07 januari 2012

Niet leuk

Een shitdag maar toch ook wel weer tof, ik ben door heel veel mensen super geholpen, behandeld als een prinses. Vanmorgen ruzie met Hans, die om de een of andere reden constant op m’n nek zit, en later tijdens het opbouwen nog eens een paar onaangename snauwen van Shaun. Atilla moest lachen, hij dacht dat het grapje moest zijn. Veel harde wind en bijbehorende enge dustdevils, Carols vleugel is eraan gegaan. Toen ik startte was het wat minder heftig dankzij de termiek, die de wind enigszins blokkeerde. Ik had een uitstekende start, maar op een meter of zestig brak het release (slijtage) en moest ik van het andere eind van de paddock terug naar de startrij. Terwijl het nog steeds rond de 38, 39 graden is. Maar het meisje op de quad kwam een dolly brengen, Ricky haalde m’n vleugel op en belde ondertussen Shane voor een nieuw release, Tine en Matthew startten me weer gezellig tussen de andere piloten door en Blano gaf me een paar honderd meter extra. Ik draaide heel aardig omhoog, moest overstappen op een andere gaggle waar de hogere lui rechtsom draaiden en degene op mijn niveau linksom, beetje verwarrend. Uiteindelijk bereikte ik wolkenbasis op m’n eentje, de anderen waren al doorgestoken. Inmiddels was ik een flink eind op koers gedreven en de wolken zagen er fantastisch uit, de lift was prima, nog een beetje laag (1600 meter) maar het leek een geweldige vlucht te worden. Tot ik er gewoon achterelkaar uitzakte. In minder dan een uur stond ik weer aan de grond, zo ongeveer op de startcirkel en niet naast een weg maar een spoor, daar vergis je je hier heel makkelijk in. Ik begon al moeizaam in de harde wind de spullen naar het pad richting boerderij te sjouwen, toen iemand me tegemoet kwam. Niet de boer, maar Martin, die m’n vleugel naar een schaduwplek droeg en me een lift naar Forbes aanbood. Super! Na een biertje in de Vandenberg meldde Boris zich, die er wel zin in had om mij een massage te geven na een duik in het zwembadje van de Apex. Na al die verwennerij even bijkomen op de uitschuifbare fauteuils naast Martins tent, echt van die dikke bloemetjesstoelen, hilarisch. Ondertussen heb ik één txt van Camo gehad, ze staan alledrie op goal, dat is mooi al maakt het mij een tikje eenzaam. En de sfeer in het team zal morgen niet noodzakelijk ineens goed zijn vrees ik.

06 januari 2012

taak 2


Teleurstelling, ik ben uitgezakt vlak na de startcirkel. Het was blauw, ik kwam niet door de inversie op 1200 meter, en net op het moment dat ik me echt moest concentreren begon de rest van het team door de radio te praten. Maar never mind, Annabelle is uitzonderlijk goed, we hebben de jongens op goal zien landen, Christine heeft bijna het derde keerpunt gehaald en ik kreeg een lift van de Duncans zodat ik lekker kon douchen voor het downloaden en eten. Plus, vanmorgen toen ik m’n vleugel aan het opbouwen was, was ik echt volmaakt gelukkig.

05 januari 2012

Forbes flatlands en pre-worlds Taak 1



Ik heb nummer 42 of 43 ofzo, dus ik kan pas erg laat starten. Tijdens het wachten zag je de gaggles lager komen, niet erg veelbelovend. Ik werd afgezet in een heel redelijke bel, waar helaas Boot als een blind paard continu dwars door alles en iedereen heen vloog. Het leek bijna of ie z’n best deed om iemand te raken, en ik had er geen zin in om die iemand te zijn. Na een minuut of twintig van dat soort stress had ik er genoeg van, en ik ging vanaf zeven- of achthonderd meter op glij in de hoop m’n eigen belletje te vinden. Niet dus, en vier kilometer verderop stond ik al aan de grond. Een paar minuten later landde Kiwi Phil in mijn veld, en samen tilden we de harnassen en vleugels over het hek. Terwijl we op onze retrieves wachtten stopte een meneer om een gezellig praatje te maken, dat is nou typisch Australisch platteland. Erg leuk.
Annabelle kwam keurig aan met Christine (die toch 900 meter verder was gekomen dan ik), ze is geweldig. Degelijk, zelfverzekerd en vriendelijk. Ze gebruikt haar hersens, rijdt snel maar voorzichtig, begrijpt wat we van haar willen en helpt vleugels sjouwen. Ze lijkt een ervaren retrievedriver, terwijl ze nog nooit eerder in de buurt van een hangglider was geweest.
Al snel kregen we bericht dat Hans voor het eerste keerpunt aan de grond stond, en kort nadat we hem hadden ingeladen meldde Cameron zich. Die had er nog 80 van de 135 km uit weten te persen, maar jeetje wat was het een moeilijke dag! Zwakke termiek en harde tegenwind, niet te doen. Ongeveer drie piloten haalden het tot 10 km voor goal, toen werd de taak gestopt wegens een ontploffende Cb op koers.

04 januari 2012

Moyes boys

Moyes maakt heerlijke vleugels en Vicki organiseert de Forbes flatlands, dus van mij geen klachten. Maar ieder jaar is het toch weer irritant om terecht te komen in een soort factie-strijd. De marketingstrategie van Moyes is elitair: je moet erbij willen horen. Tegen alle andere merken, vooral Airborne. Wat een onzin, als iedereen gewoon zou samenwerken en de tugs van Airborne waren gevraagd, hadden wij hier nu niet uren hoeven te wachten om opgesleept te worden. Bovendien ben ik vriendjes met de halve Airborne crew, ik kies m’n vrienden niet uit op grond van hun merk vleugel.
Piloten kunnen zich trouwens zelden veroorloven om serieus verschillende merken en types uit te proberen, wie kan er nou werkelijk vijf, zes verschillende merken vergelijken? Ik heb altijd graag op m’n Litespeed en LitespeedS –en gevlogen, en ik ben zonder meer verliefd op m’n Litesport. M’n Laminar007 was iets te groot voor mij en ik kon niet wennen aan de handling, maar ik vermoed dat het voor andere piloten een topvleugel is. De Rev wordt gewoon niet gebouwd in mijn maat, en Combats vind ik te zwaar. Misschien probeer ik ooit nog eens de T2, maar het is irritant dat WillsWing andere maten gebruikt dan alle andere fabrikanten.
Ik ben in ieder geval wild van Fun160, Fun190 en de Fun2, en de Sting3 is een top-intermediate. De Malibu leek me iets te zwaar voor het vrolijke kustvliegen dat je ermee wil doen, maar misschien is dat dan wel weer een betere vleugel als je ermee wil slepen.

practice day

Wat kan je het toch druk hebben in een hele dag absoluut niks doen. Briefing van tien tot elf, naar het vliegveld, wachten tot we het veld op mochten, drie verschillende aanwijzingen over waar we moesten opbouwen en klaarstaan. Davis had het kennelijk weer eens nodig om het baasje te zijn, dus m’n eerste officiele practiceday begon met ergernis. Links van de lijn opbouwen, nee rechts, nee toch links. Hou toch op, ik heb nummer 42 dus het duurt sowieso een paar uur voordat ik überhaupt in de buurt van een dolly kom. In die paar uur werd de lucht steeds donkerder, de castellanus veranderde in donkergrijze massa, en de wind nam flink toe en rolde veelal over de vliegveldgebouwen. Ik trok op een gegeven moment m’n harnas aan om zoetjes aan naar de start te schuifelen, net toen de één na de ander een lockout kreeg en met enge capriolen achter de tug uitbrak. Harnas weer uit, half uurtje aarzelen. Ik kan goed slepen en ik ben ook heel tevreden met een simpel glijvluchtje, dus ik had alle reden om gewoon te gaan starten. Aan de andere kant, ik had vannacht weer weinig geslapen en het zag er toch wel flink heftig uit, zonder de verwachting dat ik de taak van 120 km serieus zou kunnen vliegen. Toen de wind weer iets meer noordelijk werd haakte ik weer in, maar het draaide opnieuw naar het westen met alle bijbehorende turbulentie, dus uiteindelijk lag m’n vleugeltje om vier uur weer op de auto. Cameron landde terug op het vliegveld, en Hans en Christine hadden niet opgebouwd, dus we waren vroeg terug in Forbes. Omeletje bij de Chinees, chauffeur ontmoet en uitgelegd wat we van haar verwachten, Rinus en Ropje gezien en nu proberen een beetje bij te slapen. De rasp (weer- en termiekvoorspelling) voor morgen ziet er goed uit!

03 januari 2012

Opening


Zelfs ik red het niet meer zonder airco, en morgen wordt het nog heter. 42 graden en stijgend. Alles en iedereen plakt, voeten stinken, overal stikt het van de griezelige insecten. Een grote harige vliegende kakkerlak op m’n kussen, duizenden oorwurmen op de stoep, een donkerbruine sprinkhaan in de wastafel ieks. Je wordt er heel langzaam en heel lui van. Vandaag heb ik niks anders gedaan dan inschrijven, vijf verschillende typen radio’s met Duitse handleidingen op hetzelfde kanaal en tonesquelch programmeren, en me laten masseren door Boris. Vanavond diner en speeches, de laatste aankomers begroeten en griezelverhalen over dusties uitwisselen. Dat, en het gebrek aan tugs, zijn de ernstigste bedreiging. Het weer ziet er goed uit, we zijn allemaal goed ingevlogen en het landschap is fantastisch groen na alle regen die ze hier gehad hebben, dus de bellen zullen groot en rustig zijn.
Gisteren had ik een leuke dag. Ik startte redelijk vroeg, een uur of twee, en aangezien we geen chauffeur hadden vloog ik niet rechtstreeks richting het keerpunt maar bleef ik de asfaltweg volgen. Ook al reed er maar een auto per uur langs, de kans op een lift als ik uit zou zakken was toch iets beter dan vanaf een dirtroad ergens in de velden. Een groepje vloog naar het zuiden, richting cumuluswolkjes, ik ging op m’n eentje het blauw in, zuidwest.
De eerste bellen gingen erg goed en nu ik een Litesport vlieg kan ik ze ook goed vinden en makkelijk centreren. Vanaf 1400 meter ging de airco aan en had ik 3,9 m/s stijg, tot zo’n tweeduizend meter. Genieten van het uitzicht, maar ook heel erg van de vlucht. Ik was zo ontspannen en alleen dat ik veel beter oplette dan normaal, ik had beter in de gaten waar ik de volgende bel zou vinden en hoe de bellen zich ontwikkelden. Ik besloot om ongeveer anderhalf uur door te vliegen, dan de volgende goeie bel omhoog te pakken en daarna om te keren om terug naar het vliegveld te vliegen. Zo gezegd zo gedaan, al moest ik mezelf na die anderhalf uur wel bedwingen om laag om te keren, en ook toen ik na het doorvliegen alsnog m’n belletje vond had ik er moeite mee om gewoon omhoog te draaien, en niet alvast een beetje richting goal te sturen. Heel suf want de kans om goal te halen is natuurlijk een stuk groter met goeie hoogte, maar ik heb een duidelijke drang om er vast heen te gaan. De terugweg was tegen de lichte wind in, en de bellen werden slechter en lager, ik kwam niet meer hoger dan 1600 meter. Ik hoopte in ieder geval de rivier over te komen, zodat ik niet via Forbes zou hoeven terugliften en misschien zelfs kon lopen. Toen ik boven de rivier zat meldde m’n vario dat ik het op glij zou halen, maar m’n eigen inschatting was dat ik minstens twee enorme velden vóór het vliegveld terecht zou komen. Fout, ik haalde het makkelijk en met een heel acceptabele landing stond ik voor de hangar. Heerlijk!
Morgen officiele practice day.