Ik ben behoorlijk moe, na drie dagen hard werken om m’n
moeder te helpen verhuizen, een paar nachten veel te weinig slapen en de rit
naar Laragne in twaalf uur. Maar de weersvoorspelling is slecht voor morgen,
dus ik stel m’n instorting nog maar even een dagje uit. Eerst vliegen. Al ging
dat toch niet geweldig, misschien mede omdat ik niet fit en alert en keen
genoeg was.
Toen ik vanmorgen om half zeven wakker werd in m’n normale koepeltentje
dat we ’s avonds laat snel op Martins plekje hadden opgezet, ben ik eerst maar
ns m’n enorme grote gloednieuwe megatent gaan opzetten. Dat kostte toch nog een
hoop tijd, en tegen de tijd dat dat allemaal klaar was en Martijn ook verhuisd
en de overbodige tent ingepakt, was het al tijd om naar boven te rijden. Zo
fijn om Martijn hier te hebben, heerlijk iemand die me helpt sjouwen en die me
ophaalt, helemaal geen omkijken naar.
Er waren wel veertig, vijftig bekenden om te begroeten maar
uiteindelijk startte ik toch weer vroeg toen de lucht nog niet helemaal vol
schrapende vermoeide piloten zat. Rechts van de start ging ik mooi omhoog,
helaas draaide er eentje rechtsom precies op mijn hoogte en die ging ik geheid
tegen komen. Daardoor kon ik me niet goed concentreren op het belletje, en al
pielend bleef ik zo’n beetje vijftig, tachtig meter boven de start eikelen. De
bel was hard en klein, helemaal niet fijn, en met de pittige zuidenwind dreef
ik al meteen naar de noordkant. Na zes of zeven pogingen om te centreren, en
iedere keer enorme klappen van de felle termiek, wilde ik niet meer die bel in.
Ik was bangig, en niet voldoende gemotiveerd om vast te houden. In een seconde
moest ik besluiten of ik dan zuid of noord iets anders zou proberen, en vanwege
de drukte op zuid en omdat ik toch al noord zat koos ik verkeerd: noord. Dus
was het onvermijdelijk om uit te zakken, waarschijnlijk in rotor, en ik kan
hier altijd slecht zien hoe de veldjes lopen en wat er voor gewas op staat. Ik
hoopte dat ik het aangenaam ogende veld naast Ray z’n huis (en zwembad!) zou
halen, en ik maakte er inderdaad een mooie landing. Daar bleken vier Franse
gezinnen superidyllisch in de schaduw aan het lunchen te zijn. Ze brachten me
een glas rose met ijs, en nadat ik klaar was met inpakken schoof ik aan tafel
aan voor de koffie met gebak en nog een stuk gebak. Ze waren aardig en
gezellig, op deze manier is het totaal geen straf om uit te zakken. Net toen ik
aan de volgende kop koffie wilde beginnen reed Martijn voor, zodat ik nog alle
tijd had om boodschappen te doen, de tent in te ruimen en even het zwembad in
te duiken. Wat is het weer goed!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten