26 januari 2020

Ik durf weer te fietsen

Na een gecompliceerde berekening (het is nu 29 dagen na de operatie) en een mentaal doordenken van alle mogelijke knelpunten in de route, bleek ik prima een rondje te kunnen fietsen. Een heel klein minirondje wel, want alle hobbels en ribbels worden via het stuur onaangenaam doorgegeven aan m'n arm, maar ik kan me in ieder geval weer vrij bewegen. Muziekje in m'n oren, kouwe wangen en warme jas, wat een genot. Ik stel me de botaangroei voor als een soort betonstorten, dus de vibraties van het wegdek kunnen alleen maar goed zijn om het kraakbeen mooi gelijkmatig in de fractuur te verdelen. Ik probeer niet het beeld op te roepen van lostrillende schroeven, of wat er gebeurt als een idioot op een ebike me snijdt.
Naar Esters verjaardagsfeestje ga ik toch nog maar niet fietsen, ik ben nog steeds snel moe en bovendien is de rem weer eens volledig afgesleten. Vanmiddag dus een tweede stap voorwaards: autorijden.

20 januari 2020

Werk

Na een kort werkdagje van nog geen zes uur wandel ik uitgeput naar huis. Fietsen durf ik nog niet en kan ik ook niet want ik krijg de fiets niet eens een parkeerbeugel ingetild. Het is fijn om m'n collega's weer te zien en binnen een paar uur heb ik alweer het gevoel dat we met iets leuks en belangrijks bezig zijn, maar het valt niet mee om de hele dag op kantoorstoelen te zitten en m'n bewegingen te laten dicteren door de agenda van het team. Alles wat ik doe kost moeite en tijd, van een jasje uit en weer aan trekken bij een opvlieger tot het verplaatsen van m'n spullen tussen locker en bureau. Voor m'n oefeningen kan ik naar de rustruimte op de eerste verdieping, elke verplaatsing in het gebouw kost belachelijk veel tijd dus de rustruimte levert een hoop stress op.
Geheel tegen mijn natuur in ga ik de rest van de middag voor de tv hangen. Ik kan beter niet gaan slapen want dan vernachel ik het zorgvuldig opgebouwde Europese ritme. Sporten zit er totaal niet in en huishouden gaat ook al niet lukken, en voor lezen ben ik veel te moe. Ongelooflijk hoeveel energie het aangroeien van 7 mm bot kost!

15 januari 2020

In transit


Kwa timing verliep het vertrek perfect en m’n business class ticket biedt echt geweldige luxe. Ontbijt en laatste goed gesprek met Conrad aan het strand, zonder files en zonder al te veel pijn naar Sydney gereden (noordwaards stond het over tien kilometer muurvast), soepeltjes bagage door anderen laten tillen en toen had ik nog net een uurtje om in de rijkeluis-lounge champagne te drinken voordat ik neer kon zeigen in m’n cabine zonder raam. Soepel en luxe, maar ik heb het er toch moeilijk mee. Niet alleen omdat m’n arm me toch wel behoorlijk stoort, het lijkt net of m’n onderarm voortdurend in brand staat en m’n bovenarm bestaat uit losse onderdelen die steeds in de knel raken. Ook omdat ik dromeland en enkele geliefden weer achterlaat. Ik krijg er weer andere geliefden voor terug, maar toch. Ten slotte heb ik voor het eerst in jaren het idee dat ik m’n werk niet aan zal kunnen. Dat ik niet meer weet waar ik ook alweer mee bezig was, dat ik me niet meer kan voegen naar het ritme en de logica van het ambtelijk bestaan.
Ik besef dat het juist de afstand en de tijdelijkheid zijn die Australiƫ zo geweldig maken. Ik zou doodongelukkig worden als ik een compleet bestaan zou proberen op te bouwen in Merewether. Ik zou teveel mensen en Europa missen. Maar toch, misschien als ik bejaard ben, misschien is het dan toch de beste optie om in de zon naast de ocean pool te leven.

14 januari 2020

Laatste dag



Dudley
Conrad slalomt de lantaarnpalen
Ratty start voor de pub

In Jemen lachten we erom, Jemenieten die wonderbaarlijk genazen dankzij de medicinale werking van een rƶntgenfoto. Maar na vandaag zal ik er niet meer om lachen, ik ben enorm opgeknapt van een nieuwe foto die aantoonde dat de schroeven nog steeds op hun plaats zitten, de botten nog netjes opgelijnd en m’n pols vrij van fracturen. Het akelige gevoel zal littekenweefsel zijn denkt de dokter, en de pijn in m’n onderarm komt door een flinke kneuzing. Hij herhaalde nog maar ns dat ik flink letsel heb opgelopen, ook al vind ik het allemaal nog best wel meevallen.
Opgelucht reed ik achter Ratty aan en bezocht ik het fatale strandje. Het blijkt een schitterende plek, sprookjesachtig mooi en inderdaad nogal uitdagend om goed te landen. Volgens Conrad deed ik het bijna goed, ik kwam net een paar metertjes te kort. Tja. Met Neva heb ik bedacht dat ik niet vlieg als een beginner of een intermediate, maar dat ik moet leren begrijpen wat het is om post-advanced te zijn. Meer dan tien jaar vloog ik op hoog niveau en kon ik de meeste omstandigheden goed of redelijke handlen. Dat zit nog steeds in m’n hoofd en in m’n spiergeheugen. Maar m’n lichaam is minder fit en sterk en ik heb heel veel minder recente vliegervaring dan tHet is oen ik nog een advanced piloot was. Het is superbelangrijk om wĆØl het zelfvertrouwen van een gevorderde piloot te behouden, en tegelijk m’n nieuwe beperkingen goed in de gaten te houden.
Het was een mooie dag om afscheid te nemen. Heerlijk weer, uren aan het strand. Dinsdagavond clubavond in het Beaches hotel, helaas zonder Harry en Karl en Mickey en anderen, maar in ieder geval waren Jamie en JOD er wel. Conrad landde net voor de pub toen wij weggingen, en als een handige kwajongen startte hij tussen de geparkeerde en rijdende auto’s door. Zojuist zie ik hem opnieuw starten van het veldje boven de oceanpool dat totaal niet op de windrichting ligt. Gelukkig is ie zo goed dat het weer lukt.

13 januari 2020

Echternach herstel

Ratty start op Prince Edwards voor de taak naar Redhead


Het ging zo goed! Te goed. Ik heb het hele huis geschrobt, ik heb fysio oefeningen gedaan, ik heb zwaardere dingen lopen tillen dan kopjes thee. Dokter Tim maakte me wel bang vrijdag, hij legde goed uit dat ik de arm echt nog niet mag belasten en dat ik in het slechtste geval de schroeven los zou werken, en zwemmen vond ie ook een slecht idee wegens het infectiegevaar. Dus sinds vrijdag probeer ik me in te houden en vraag ik aan iemand anders om de wasmand buiten te zetten of om een fles voor me te openen. Maar doordat het zo goed ging vergeet ik steeds dat ik eigenlijk een gebroken arm heb, en dan til ik toch onnadenkend iets op of ik maak een heftige beweging.
Ik stond op Strezzi te wachten tot Paul zou starten, en het leek alsof Conrad wachtte met de afgesproken taak tot Paul achter hem aan zou komen. Ik wilde naar hem roepen en zwaaien om te laten weten dat Paul niet mee zou vliegen, en daarbij maakte ik een heel ongelukkige beweging en ik voelde iets misselijkmakends klikken in m’n bovenarm. Tijdens het rijden naar de fabriek kwam die klik elke keer terug als ik m’n linkerarm gebruikte om te sturen, en tegen de tijd dat ik bij Conrad was, was ik in tranen van angst. Hij stelde me wel gerust, zei dat het waarschijnlijk littekenweefsel is en sterker nog dat botten een klein beetje beweging nodig hebben om te gaan genezen. Maar ik ben er toch behoorlijk naar van en ik liet hem naar huis rijden, ook al mag er eigenlijk niemand anders dan ikzelf in de huurauto rijden.
Nog Ć©Ć©n dag, morgenavond is sowieso clubavond in Beaches dus dat komt mooi uit om afscheid te nemen. Ik zie een beetje op tegen de rit naar Sydney en gedoe om m’n bagage op een karretje te krijgen, maar ik ben vooral blij om naar huis te gaan. Ook al kan ik nu al beginnen te snikken omdat ik iedereen weer opnieuw zo ontzettend zal missen.