Ingewikkeld hoor, de beslissing om wel of niet te starten. Ik wilde vreselijk graag nog een landing doen, was per slot van rekening drie uur komen rijden, een heel wiekend en een hoop geld kwijt en had nu de kans. Fijne vleugel, heel rustige lucht, goeie sleeppiloten en een mega-grasbaan. Aan de andere kant: het is niet mijn vleugel, ik oscilleerde nogal terwijl de lucht heel stil was, de wind staat cross op de baan over de hangars heen. Tja. Had ik m’n Sting gehad, dan was ik zonder meer gestart. Nu durfde ik het toch niet aan, terwijl ik wist dat het waarschijnlijk pijnloos goed zou gaan als ik me wèl over m’n onzekerheid heen zou zetten. Nou ja, als je maar lang genoeg staat te aarzelen lost het weer het probleem vanzelf op: om één uur regende het.
Op de terugweg weer ns uitvoerig over wedstrijdvliegen gekletst. Cameron heeft een aantal alternatieve formats bedacht, die een wedstrijd veel haalbaarder maken voor piloten van verschillende niveaus, en ook nog leuker voor publiek. Deelnemers krijgen een window van anderhalf uur, waarbinnen ze op moeten schrijven hoe laat ze op de spot zullen landen. Ze moeten tenminste een uur vliegen, en er is een klein taakje, maar de puntentelling gaat vooral om die spotlanding. Het doet een beetje denken aan een Hash, een type speurtocht waarbij langzame en snelle lopers ongeveer tegelijk aankomen. Camo is in ieder geval op zoek naar formats die niet zo verschrikkelijk op racen gericht zijn als de gewone wedstrijden, en ik zou dolgraag zijn soort wedstrijden hebben.
Grappig, door dat geklets kwam ik er ook meer achter waarom ik eigenlijk überhaupt wedstrijd wil vliegen. Ik ben opgevoed in een totaal anti-competitie en anti-prestatie milieu, wij deden alleen sportieve activiteiten om lekker te bewegen en buiten te spelen. Omdat het nou eenmaal leuk is om te sporten, niet om van iemand te winnen. Maar we deden wel veel spelletjes, en die werden dan wel weer bloedserieus gespeeld. Geen valsspelen, en niet iemand helpen uit medelijden. Spelletjes spelen is een sociale activiteit, iets waar je met elkaar lol mee hebt, en je leert tegen je verlies te kunnen omdat je erkent dat een ander het gewoon slimmer gespeeld heeft, maar ook omdat jij zelf de volgende keer iedereen kan aftroeven. Bij wedstrijden gaat het echt over rangorde, over mensen die betere of slechtere piloten zijn, het geeft je bijna een waarde-oordeel over personen. Minder leuk.
Wat ik dan wel weer ideaal vind is te proberen zo goed mogelijk te presteren, het beste uit jezelf te halen, het gevoel iets bereikt te hebben als je een taak hebt gerond. Daarmee meet je jezelf niet af tegenover anderen, maar vooral tegenover jezelf. Daarom kan ik er ook zo vreselijk slecht tegen als ik uitzak, dan ben ik echt woest op mezelf.
Ik ga maar gauw naar Australië om met Camo’s spelletjes mee te spelen. Maar eerst Forbes, lange afstanden vliegen.
23 augustus 2011
20 augustus 2011
16 augustus 2011
Thuis

Mooi, rustig alles ingepakt en opgeladen, en net toen we in de auto stapten om naar huis te rijden begon het te gieten. Vervelend rijden, maar minder pijnlijk om de vakantie mee te beëindigen dan zon en cumultjes. Cameron was helemaal voldaan, die laatste vlucht in Greifenburg maakte voor hem de hele reis naar Europa de moeite waard, en dat maakte het voor mij ook helemaal goed. Ik baalde maar een heel klein beetje dat ik zelf niet kon vliegen; het voordeel was dat ik een paar uur lang echt goed keek naar de omstandigheden en de ontwikkelingen, waar de parapenters omhoog gingen, hoe de wolken zich ontwikkelden, uit welke richting de wind kwam.
In veertien uur waren we thuis, er was natuurlijk geen parkeerplek voor de deur en heel de straat sliep al, zodat ik niemand om hulp kon vragen met Blenkies veel te zware doos. Ik stond net tegen beter weten in een poging te doen om het ding van de auto af te tillen, toen er een busje stopte, twee jongens uitstapten en vrijwel zonder iets te zeggen de doos van me overnamen en naar binnen sjouwden. Schitterend.
Vandaag nog een dag vrij gehouden, zodat alle kleren gewassen zijn, koffers uitgepakt, gras gemaaid, vleugel naar Schiphol, papieren in orde gemaakt. Nu nog zien dat we Camerons vluchten op de olc krijgen, dan hebben we echt ons huiswerk af.
14 augustus 2011
Emberger Alm
Geweldig, Matjaz bood me een Mars 170 aan, te groot voor mij maar never mind. Afgezien van een enkel soarvluchtje met m’n Uno heb ik in geen tien jaar meer met een enkeldoeker gevlogen, dus dat was best spannend. Haal ik het landingsterrein? Krijg ik ‘m de bocht om? Het landingsterrein haalde ik ruim, te ruim want ik was eindeloos bezig om hoogte af te bouwen. Dat heeft wel vaker het effect dat ik te vroeg op circuit ga, dus ik wilde nog wat af-ss-en. Bij m’n eerste S vloog ik richting de berg, en potverdorie ik kreeg het apparaat toch niet gekeerd zeg! Dat leek bijna het einde van een leuke vakantie, recht de berg in geboord, pfff. Met veel gewrik en gevloek lukte het alsnog, maar ik had geen zin meer om door te ss-en dus ik gooide m’n droguechute en landde perfect, verticaal, op het allereerste randje van het veld.
’s Avonds prijsuitreiking: Juicy eerste, Ropje tweede, leuke top. Volgend jaar wordt Ropje kampioen verwacht ik.
We reden pas om half tien met een volbepakte auto richting Greifenburg, slechts twee of drie uur rijden maar wel over één van de mooiste wegen van Europa, en het was donker, en ik was moe. Cameron was ’s middags bij het eerste keerpunt geland en had gezien dat het daar schitterend was, met een leuk campingkje en lieflijk dorpje. Daar zetten we de tent op, dronken nog een biertje in het felle licht van de volle maan naast een witblauw riviertje tegenover een gigantische rotswand, prachtig. De camping was een kayakkers-camping, grappig, precies hetzelfde sfeertje als een hangglidercamping alleen lagen er overal kayaks en hingen er spullen te drogen. Geen auto’s met ladders en her en der rondslingerende stukken aluminium.
In Greifenburg troffen we Ed en Jacqueline, met Nelson, hoera! Altijd geweldig om m’n allerallerallereerste vliegmaatjes te zien. Om kwart voor twee gooide ik Cameron de berg af, na de vermaning om toch vooral boven de start uit te komen want zolang je op starthoogte of lager zit, is Greifenburg vrij saai. Je moet hier echt vliegen om te snappen waarom het zo wereldschokkend bijzonder is. Hij zakte uit. Hij probeerde het rechts en verloor hoogte. Hij probeerde het voor de start en verloor hoogte. De wolken hingen niet hoog en de voorspelling was stabiliteit, en ik kon het niet langer aanzien en reed naar beneden.
Na twee-en-een-half uur vliegen kwam ie landen, helemaal enthousiast en verzadigd. We hebben twee keer eerder tevergeefs geprobeerd Greifenburg te zien, maar nu was de revanche helemaal goed.
’s Avonds prijsuitreiking: Juicy eerste, Ropje tweede, leuke top. Volgend jaar wordt Ropje kampioen verwacht ik.
We reden pas om half tien met een volbepakte auto richting Greifenburg, slechts twee of drie uur rijden maar wel over één van de mooiste wegen van Europa, en het was donker, en ik was moe. Cameron was ’s middags bij het eerste keerpunt geland en had gezien dat het daar schitterend was, met een leuk campingkje en lieflijk dorpje. Daar zetten we de tent op, dronken nog een biertje in het felle licht van de volle maan naast een witblauw riviertje tegenover een gigantische rotswand, prachtig. De camping was een kayakkers-camping, grappig, precies hetzelfde sfeertje als een hangglidercamping alleen lagen er overal kayaks en hingen er spullen te drogen. Geen auto’s met ladders en her en der rondslingerende stukken aluminium.
In Greifenburg troffen we Ed en Jacqueline, met Nelson, hoera! Altijd geweldig om m’n allerallerallereerste vliegmaatjes te zien. Om kwart voor twee gooide ik Cameron de berg af, na de vermaning om toch vooral boven de start uit te komen want zolang je op starthoogte of lager zit, is Greifenburg vrij saai. Je moet hier echt vliegen om te snappen waarom het zo wereldschokkend bijzonder is. Hij zakte uit. Hij probeerde het rechts en verloor hoogte. Hij probeerde het voor de start en verloor hoogte. De wolken hingen niet hoog en de voorspelling was stabiliteit, en ik kon het niet langer aanzien en reed naar beneden.
Na twee-en-een-half uur vliegen kwam ie landen, helemaal enthousiast en verzadigd. We hebben twee keer eerder tevergeefs geprobeerd Greifenburg te zien, maar nu was de revanche helemaal goed.
12 augustus 2011
dagje bijkomen
Ik klim uit het raam van onze hotelkamer naar het dakterras, hoor ik Claudia’s stem roepen. Ja hoor, ze hangt uit het raam van het Rutar pension aan de overkant, krijg nou wat. Kleine wereld. Minder dan honderd meter boven me cirkelt een delta, in de verte zie ik er een paar boven de bergtoppen. En rare wolken, het was niet makkelijk vandaag lijkt me. Ropje stond net als eerste Nederlander op goal, keigoed. Cameron is te vroeg gestart en zakte uit, hij loopt sowieso nogal veel te zuchten dus dit was z’n dag alweer niet.
Ik ben inmiddels weer over de schok heen, na uithuilen op Camerons schouder, Hans en Christine die me heel lief kwamen opbeuren, lieve gebaren van Jamie en Dees en Rinus en Helen en mam, weer veel en lang praten met Ropje, en de hele nacht wakker liggen en piekeren. De catch-22 waar wij allemaal in zitten, als ik de herkennende sympathie van vriendinnen mag geloven. Doodsbang om het vliegen te moeten opgeven, maar net zo goed doodsbang voor ongelukken. Shit daar rijdt al de derde ambulance langs het Krn-hotel, op een dag als deze word je daar toch altijd zenuwachtig van. Als het maar niet één van ons is.
Ropjes vraag die ik niet kon beantwoorden: waarom ben ik de laatste jaren zo vreselijk slecht gaan vliegen? Dat ik slecht land is oud nieuws, en dat dat niet bevorderlijk is voor xc-vliegen is de hele reden om eraan te werken. Maar waarom weet ik geen belletje meer vast te houden, hou ik kilometers afstand van de bergen, laat ik me het kleinste gaggletje uitjagen? Deels is het antwoord: omdat ik gefocust ben op de landing, en dat is op dit moment niet verkeerd. Maar ik ben ook banger geworden, voorzichtiger, onzekerder. Ook in situaties waar daar geen enkele aanleiding voor is. Ik had altijd lol in stevige lucht, het mag van mij best hard werken zijn, turbulent desnoods, hoe groter de lucht hoe beter ik me voelde. Nu word ik er nerveus van. Ik kon best behoorlijk in een gaggle meedraaien, heb bij de EK met 120 man in een bijna afgesloten kom drie kwartier gedraaid en ik vond het fantastisch. Nu schrik ik van een parapenter zeshonderd meter weg.
Wat ik vasthou, is dat ik goed kan starten. Het is m’n mentale lifeline. En dat ik hard wil werken. En dat m’n circuit beter is geworden en m’n final ook, ik moet alleen aan de details werken en ik zal bij de overstap terug naar de Litesport opnieuw moeten wennen aan de hogere snelheid en betere prestatie.
Morgen de laatste dag van de NK, en daarna laat ik Cameron dan eindelijk eens Greifenburg zien. Ik ben blij dat ik hem dat kan meegeven, ook al baal ik als een stekker dat ik zelf niet kan vliegen. Nou maar hopen dat ie nog wat enthousiasme op kan brengen, dat gaat dit jaar heel wat minder makkelijk dan drie jaar geleden.
Ik ben inmiddels weer over de schok heen, na uithuilen op Camerons schouder, Hans en Christine die me heel lief kwamen opbeuren, lieve gebaren van Jamie en Dees en Rinus en Helen en mam, weer veel en lang praten met Ropje, en de hele nacht wakker liggen en piekeren. De catch-22 waar wij allemaal in zitten, als ik de herkennende sympathie van vriendinnen mag geloven. Doodsbang om het vliegen te moeten opgeven, maar net zo goed doodsbang voor ongelukken. Shit daar rijdt al de derde ambulance langs het Krn-hotel, op een dag als deze word je daar toch altijd zenuwachtig van. Als het maar niet één van ons is.
Ropjes vraag die ik niet kon beantwoorden: waarom ben ik de laatste jaren zo vreselijk slecht gaan vliegen? Dat ik slecht land is oud nieuws, en dat dat niet bevorderlijk is voor xc-vliegen is de hele reden om eraan te werken. Maar waarom weet ik geen belletje meer vast te houden, hou ik kilometers afstand van de bergen, laat ik me het kleinste gaggletje uitjagen? Deels is het antwoord: omdat ik gefocust ben op de landing, en dat is op dit moment niet verkeerd. Maar ik ben ook banger geworden, voorzichtiger, onzekerder. Ook in situaties waar daar geen enkele aanleiding voor is. Ik had altijd lol in stevige lucht, het mag van mij best hard werken zijn, turbulent desnoods, hoe groter de lucht hoe beter ik me voelde. Nu word ik er nerveus van. Ik kon best behoorlijk in een gaggle meedraaien, heb bij de EK met 120 man in een bijna afgesloten kom drie kwartier gedraaid en ik vond het fantastisch. Nu schrik ik van een parapenter zeshonderd meter weg.
Wat ik vasthou, is dat ik goed kan starten. Het is m’n mentale lifeline. En dat ik hard wil werken. En dat m’n circuit beter is geworden en m’n final ook, ik moet alleen aan de details werken en ik zal bij de overstap terug naar de Litesport opnieuw moeten wennen aan de hogere snelheid en betere prestatie.
Morgen de laatste dag van de NK, en daarna laat ik Cameron dan eindelijk eens Greifenburg zien. Ik ben blij dat ik hem dat kan meegeven, ook al baal ik als een stekker dat ik zelf niet kan vliegen. Nou maar hopen dat ie nog wat enthousiasme op kan brengen, dat gaat dit jaar heel wat minder makkelijk dan drie jaar geleden.
11 augustus 2011
einde vliegen
Ik zakte uit, maar besloot dat dat niet erg was als ik de vlucht met een mooie landing eindigde. Goed circuit, flinke snelheid, ik rondde laag uit en vloog hard, en toen boorde ik mezelf met die snelheid de grond in. Upright, bottombar en leading edge kapot, einde van de vliegvakantie. Ik ben zo in shock dat ik nauwelijks kan denken.
09 augustus 2011
08 augustus 2011
Sigillo - Tolmin
Zaterdag was een fijne laatste dag, met twee starts aan m’n bottombar en goeie landingen, rustig inpakken en m’n boek uitlezen. Maar gisteren was zonder meer een pokkedag. De rekening bleek dubbel zoveel als voorzien, de zooi paste nauwelijks in de auto, en ik maakte de vergissing om langs de Adriatische kust via Venetië te gaan rijden. Nooit doen. Die route kost uren en uren extra, er was niet meer dan een glimp van de zee op te vangen en we werden allebei sjagrijnig van de zweterige hitte met uitzicht op de meest spectaculaire Cb boven Tolmin. Van de baai rond Venetië konden we niks zien en van Venetië zelf al helemaal niet. Met de volgeladen auto durfde ik het niet aan om een wandelingetje door de stad te gaan maken, dus we dronken een sapje in één van de treurigste stadjes die ik ooit gezien heb, in een foeilelijke bar met enkel zombies als gasten. Daarna de tomtom navigatie aangezet in plaats van gewoon de kaart bekeken, ook al helemaal fout. De navigatiejuffrouw voerde ons in de stromende regen piepkleine geitepaadjes op, waarschijnlijk met de bedoeling om ons te laten verdwalen zodat een boze heks ons kon oppeuzelen. Camo geloofde haar niet meer toen ie gras in het asfalt zag groeien, ik verloor m’n vertrouwen toen de koppelingsplaat verbrandde. Gelukkig belde Ropje op dat moment om toch in ieder geval ons humeur te redden. We delen een appartementje, nou ja fors uitgevallen ouwe schuur met gierende koelkast en borrelend sanitair, dichtbij het landingsterrein.
’s Avonds op de camping wist ik weer waarom ik eigenlijk helemaal niet had moeten komen. M’n ex en z’n heks maakten een grote show van hun aanhankelijkheid, het leek de Tegelberg wel weer. Mensen die menen dat ik er na vier jaar wel eens overheen zou moeten zijn, hebben denk ik nooit meegemaakt hoe iemand waar je van gehouden hebt je de grond in stampt, terwijl je hem niks hebt aangedaan. Het blijft een etterende wond.
’s Avonds op de camping wist ik weer waarom ik eigenlijk helemaal niet had moeten komen. M’n ex en z’n heks maakten een grote show van hun aanhankelijkheid, het leek de Tegelberg wel weer. Mensen die menen dat ik er na vier jaar wel eens overheen zou moeten zijn, hebben denk ik nooit meegemaakt hoe iemand waar je van gehouden hebt je de grond in stampt, terwijl je hem niks hebt aangedaan. Het blijft een etterende wond.
05 augustus 2011
04 augustus 2011
03 augustus 2011
Leuk landen
Een goeie en een heel goeie landing, hoera! Kwa vliegen was het niks, ik nam niet eens de moeite om te soaren in de harde wind, ik wilde alleen maar een landing doen, en nog een, en nog een. Na vijftien jaar ploeteren, schade, tranen, frustratie, slikken, heb ik eindelijk het idee dat het gaat lukken. Ik was blij als een kind, en op dit moment kan ik me geen leukere dagbesteding indenken dan landen, weer landen, op het vertrouwde veldje met de grote windzak en de ideale boomhoogte als referentie.
02 augustus 2011
Lekker vliegen
Niki, de lange jongen op de Chabre, Hayo, Martin, Paul, Alphons. Mike en Peter. Elena, Ricchi, Missy. Daarbovenop de tumbles en crashlandingen die goed afliepen, maar die wel gebeurden. Het gaat me toch niet in de kouwe kleren zitten. Ik heb er de pest aan dat ik een bangerik geworden ben, zenuwachtig van de minste beweging in de lucht. Maar ik heb besloten dat ik nu maar ns een langere tijd dik binnen m’n comfort zone ga blijven, alleen maar vliegen waar en wanneer ik me heel zeker voel. Landen na drie kwartier, om de minste of geringste onzinnige reden, luiheid, een wat enthousiast ontwikkelende wolk, een fijn groot leeg landingsterrein. Ik vergeef het mezelf, ik sta een tijdje stil, even geen competitie meer.
Vanmorgen bouwde ik op noord op, een paar Zwitsers waren ook klaar om te starten en twee vlogen al. Ze gingen maar matig omhoog, en erg overtuigend was de startwind ook niet. Tien, vijftien minuten stond ik klaar op de start, een zuchtje crosswind, een wolkje boven de plek waar ik heen wilde dat voortdurend groeide en weer verdween, dus er zaten zeker dooie momenten in. Toen ik de wolken duidelijk uit het noordwesten zag komen pakte ik in, harnas compleet op de achterbank, en we reden naar zuid. Daar stond een mooi startwindje, dus we bouwden op en toen ik klaar was ging ik ook meteen. Geen moment te vroeg, mijn start was al matig en tien minuten later konden ze de berg niet meer af. Neil en Cameron nog wel, en die gingen op weg naar Castellucio. Ik was eigenlijk van plan om met ze mee te gaan, zover mogelijk, omdat Pablo zou rijden moest ik eigenlijk gebruik maken van de luxe. Maar bij de windmolens bedacht ik dat ik toch wel heel graag een goeie landing op het vertrouwde veldje van Sigillo wilde maken, dus ik stak weer terug en zette ‘m inderdaad heel redelijk neer. Pablo bracht me terug naar m’n auto, en samen gingen we op weg naar Castellucio. Daar was echter een grote cb aan het ontwikkelen, dus Neil was uitgezakt voorbij Nocera en Cameron vloog terug naar Sigillo. Mooie dag.
Vanmorgen bouwde ik op noord op, een paar Zwitsers waren ook klaar om te starten en twee vlogen al. Ze gingen maar matig omhoog, en erg overtuigend was de startwind ook niet. Tien, vijftien minuten stond ik klaar op de start, een zuchtje crosswind, een wolkje boven de plek waar ik heen wilde dat voortdurend groeide en weer verdween, dus er zaten zeker dooie momenten in. Toen ik de wolken duidelijk uit het noordwesten zag komen pakte ik in, harnas compleet op de achterbank, en we reden naar zuid. Daar stond een mooi startwindje, dus we bouwden op en toen ik klaar was ging ik ook meteen. Geen moment te vroeg, mijn start was al matig en tien minuten later konden ze de berg niet meer af. Neil en Cameron nog wel, en die gingen op weg naar Castellucio. Ik was eigenlijk van plan om met ze mee te gaan, zover mogelijk, omdat Pablo zou rijden moest ik eigenlijk gebruik maken van de luxe. Maar bij de windmolens bedacht ik dat ik toch wel heel graag een goeie landing op het vertrouwde veldje van Sigillo wilde maken, dus ik stak weer terug en zette ‘m inderdaad heel redelijk neer. Pablo bracht me terug naar m’n auto, en samen gingen we op weg naar Castellucio. Daar was echter een grote cb aan het ontwikkelen, dus Neil was uitgezakt voorbij Nocera en Cameron vloog terug naar Sigillo. Mooie dag.
01 augustus 2011
Stil





Bloggen gaat langer duren dan de vlucht. Hell, naar de weg sjouwen van vleugel en harnas duurde langer dan de vlucht: 9 minuten. En ik ben flink pissig op mezelf, ik had een prima landing kunnen uitvoeren op de helling waar ik uitzakte, maar ik vergat om naar de bovenrand te kijken en te constateren dat ik nevernooitniet een overshoot ging maken.
Vanmorgen reden we om half tien al naar boven met de bedoeling eerst een glijvluchtje + goeie landing te doen, en daarna een taak uit te zetten. De wind kwam echter over the back en een uurtje wachten hielp niet, de termiek was nog niet sterk genoeg terwijl de wolken al flink verticaal ontwikkelden. Dus ik bouwde op de noordstart op, helemaal alleen, Cameron beloofde me beneden op te halen en de enige truuk zou zijn om ergens hoogte te winnen zodat ik het vliegveld kon halen. Toen ik startte bleek de lucht echter zo dood als een pier, verdorie overal verticale cumulus maar net waar ik vloog gebeurde helemaal niks. Nada. Ik moest dus om de zuidriggel heen in plaats van er overheen, en de lucht bewoog wel een beetje daar maar ik kon het me niet veroorloven om een complete 360 te maken met het risico dat ik geen enkel fatsoenlijk veld meer zou halen. Dan maar inzetten op een goeie landing, ook al zijn er daar weinig aantrekkelijke veldjes. Ik koos een lange smalle helling, gemaaid, met niet al te hoge bomen eromheen en geen kabels. M’n circuit was eigenlijk best goed, en als ik opgelet had, had ik die laatste S niet meer hoeven te maken. Nu raakte m’n bottombar de begroeiing naast het veld voordat ik helemaal rechtuit vloog, en ik whackte hard de grond in. Geen noemenswaardige schade, maar wat een teleurstelling.
Terwijl ik inpakte rommelde de donder al boven de berg, dus we besloten er een toeristische middag van te maken. MteCucco is tenslotte een natuurreservaat, zij het met een aantal dorpen erin en wat asfaltwegen. We kwamen een schitterend klooster/fort/boerderij tegen, mooi gerestaureerd en vervolgens nauwelijks gebruikt.
Vliegdagje
Joehoe het weer is eindelijk goed, de overdevelopment ontstaat pas vrij laat en ik kon gisteren drie vluchtjes doen. Dus drie landingen. Alledrie niet perfect, maar wel met veilige snelheid en een serieuze grondfase.
Abonneren op:
Posts (Atom)