16 september 2007

Eindelijk weer eens lieren in Nederland

Gisteren het broertje van Wouter mee voor een reportage die hij hoopt te verkopen aan een Haags krantje. Daardoor de hele dag vragen en dus proberen te formuleren hoe het is, dat vliegen, en waarom. Ik probeerde te beschrijven hoe het voelt om te spelen in een soort kijkdoos, vergissing natuurlijk want ik heb heel persoonlijke associaties met kijkdozen (vind ik prachtig) die niet iedereen deelt. De aarde, schitterend, prachtige kleuren en structuur en patronen, als achtergrond, ver weg. Wij drieën en een paar vogels in de glasheldere lucht zijn het enige wat beweegt, de drie dimensies zijn oneindig en maken een gigantische lege ruimte waarin alleen wij, heel klein, bestaan. Ik zie de zon spiegelen op de leading edge van de andere delta. De parapent draait rustig grote cirkels naar me toe. Een vogel vliegt in een rechte lijn, lijkt ons niet op te merken. Ik hoor en voel alleen mezelf, ben druk bezig om het belletje vast te houden en alles om me heen is stil.

Matthijs vroeg waarom ik vlieg. Moeilijke vraag, het antwoord was natuurlijk omdat ik niet anders kan en wil, omdat ik het altijd heb gewild, omdat ik de hoogte in wil en echt wil vliegen zoals een vogel zoals een zwemmer in de lucht. Daar nam hij geen genoegen mee, ik moest me nader verklaren. Vliegen met een zeilvlieger is ècht vliegen, je vliegt met je lichaam je hele lijf doet mee en het zijn de bewegingen de inspanningen van je lijf die maken of en hoe je beweegt in de lucht. Het is niet een vliegmachine waar je in zit, je bent zelf de vlieger. En natuurlijk het vooroverliggen, vliegen met je hoofd naar voren en je gezicht naar beneden, volgens mij de enige echte vlieghouding. Die twee aspecten maken dat ik nooit iets anders zou willen dan zeilvliegen, niet parapenten omdat je dan achterover zit en niet rigid of zweefvliegen omdat je dan niet met je lijf stuurt maar met een stick of met flaps. En natuurlijk al helemáál nooit gemotoriseerd, het idee!
Grappig dit is de eerste keer dat ik zelf begrijp waarom ik zo monomaan alleen maar wil zeilvliegen.

03 september 2007

Slechte score

Ik ben geëindigd als 55e van de 62, iedere dag binnen anderhalf uur uitgezakt een paar keer niet eens de startcirkel gehaald. Heel slecht, maar ach ik heb gevlogen en bijna zonder schade (ok paar blauwe plekken) geland. Ik weet dat het een compleet mentaal verhaal is, best gek dat het dan toch zo lastig is om er iets aan te doen. Wat me nu echt de das om heeft gedaan denk ik is m’n focus op grote vrije landingsterreinen. Ik durf gewoon nergens heen tenzij ik heel hoog zit, en zodra ik een pietsie hoogte verlies keer ik richting een aantrekkelijk terrein.
Na m’n crash bij Aspres vier jaar geleden ben ik voortdurend bezig geweest om m’n landingstechniek te verbeteren. In december was ik daar nou net mee bezig maar wel op de verkeerde plaats zodat ik hard tegen de helling aanpletterde en twee ribben brak, een boel kneusde en vooral een enorme angst voor de landing opliep. Ik ben toen meteen zoveel mogelijk gaan vliegen en landen, ik wilde voorkomen dat die angst zo diep zou gaan zitten dat vliegen een probleem zou worden. Deze week had ik het er met Kristoffer over die er in december ook bij was, hij was toch wel verbaasd over het totale gebrek aan hulp van Koos toen. Die liet me in de steek, ging zelf van Gourdon vliegen (ik oefende vanaf Kennedy) en advies of hulp kwam alleen met de grootste tegenzin. Nu achteraf vind ik het vooral ontzettend zonde dat ik toen die week niet voortdurend begeleide landingen heb gemaakt, zodat ik eindelijk eens m’n techniek weer had kunnen opvijzelen. Het probleem is dat ik dat wel bij een instructeur kan doen (maar ja wanneer? ) maar eigenlijk had ik alleen vertrouwen in mijn held Koos. Ten onrechte dus.

01 september 2007

Taak 4

Het wil maar niet lukken. Gisteren was ik redelijk uitgeslapen, overal ontwikkelden flinke cumulus en er stond weinig wind op de start. Wel raar, op de camping was het al flink aan het blazen, de wolken kwamen uit het noordoosten aandrijven en op starthoogte was er alleen een rustig westenwindje. Je dreef ook met de bellen naar het noordoosten toe, waar dus die wolken vandaan kwamen. Vreemd. Overal bubbelde het een beetje omhoog, zonder echte kernen, waardoor de gaggles nogal ongeorganiseerd waren. Twee keer moest ik heftig reageren om niet tegen iemand aan te botsen, te spannend naar mijn zin. Toen ik precies om 14:00 op de exitcirkel zat en iedereen terugvloog naar een mooie wolk vond ik het daarom wel lekker eigenlijk om op m’n eentje vooruit te vliegen. Stom, er stonden nauwelijks wolken boven de Coup en al helemaal niet verderop boven het dal van Digne, dus ik zakte er langzaam maar zeker echt uit. Bovendien ben ik deze hele week al lui. Normaal vecht ik tot ik kapot ben, nu geef ik al meteen op als ik er voor moet gaan werken. Lui, moe en toch ook wel heel erg gespannen over de landingen. Terecht deze keer want ik landde met een heel klein beetje wind in de rug, besefte ik later toen m’n vleugel bij het inpakken begon te wiebelen. Maakte bijna een overshoot op een megalang terrein met droguechute, whackte hard en nu heb ik hoofdpijn en een dikke arm. Maar geen schade aan de vleugel gelukkig dus ik kan vandaag gewoon nog een laatste poging doen om niet als alleralleronderste te eindigen.