27 april 2014

Koningsdag


pokkevleugel

Zo’n dag waar ik eigenlijk niet over wil praten. Genoeg om vast te stellen dat ik erg stom was bij de start: vleugel scheef en neus te hoog, dus ik crashte hard voorover. Lang leve het vizier! Om na reparatie van m’n harnas en inspectie van m’n leading edges nog een keer of tien klaar te staan voor een start, iedere keer was er wel weer iets waardoor het niet ging. Ondertussen was het wel gezellig met Femke en familie, maar ik stond natuurlijk gruwelijk voor schut en zij waren toch een beetje voor niks komen kijken. Toen ik het uiteindelijk helemaal op gaf en hoopte dat ik nog op tijd zou zijn om alsnog m’n afgezegde afspraak in Rotterdam na te komen, smste Sander dat hij ophaal nodig had. Ik had er heel erg weinig zin in, vooral omdat ie z’n autosleutel mee had genomen, maar het was ook niet reëel om ‘m te laten staan en er was geen zinnige reden te bedenken waarom iemand anders ervoor op zou moeten draaien. Twee uur later kon ik eindelijk terug naar huis, zonder een halve meter van de grond gekomen te zijn en met extra rugpijn van het sjouwen.
Gelukkig kon ik me ’s avonds fijn laten vertroetelen, zodat ik me vandaag met frisse moed aan de benodigde reparaties kan zetten.

16 april 2014

Airborne Fun 3

P vraagt wat ik precies bedoel als ik juich over m’n Fun. Ik leg uit dat het een enorme vooruitgang is, van een antiek, afgeleefd brik naar dit liedje. De handling is zo heerlijk dat je bijna met je gedachten kan sturen. De performance is uitstekend: ik hing meteen hoog boven alle parapenters. Je kan er zo makkelijk en precies mee manoevreren, doordat ie bijna niet te stallen is, dat je ‘m in het kleinst mogelijke vakje kan inparkeren. Hij weegt niks en is in vijf minuten op te bouwen. Man wat word ik hier enorm blij van!

13 april 2014

Onverwacht goed






Niko

tulpen (dit is de Bollenstreek tenslotte)
Ik loop alleen maar te klunzen, echt superonhandig, en toch krijg ik dan twee geweldige vliegdagen kado. Radio ’s avonds gecheckt maar toch leeg; headset voor het inhaken gecheckt maar toch kapot. Te vroeg en hyperwiebelig de lucht in, ik had nog nooit gelierd met de Litesport en het viel niet mee. Misschien helpt het ook niet dat ie nog steeds naar links valt, maar het is eigenlijk niet erg genoeg om m’n geëikel echt te verklaren. Slechte landingen, tot aan een schaafwond op m’n kin aan toe. Perongelukke release bij het overschakelen. Te ongeduldig op de blauwe kabel ingehaakt, terwijl Ruud toch echt gewaarschuwd had dat ie in lussen op de trommel lag, en ja hoor bij het terugvliegen werd er zo hard en plotseling geremd dat ik bijna tuckte. Afijn, het leek één groot gesukkel, dus toen ik na m’n derde poging halverwege de lier landde leek het me wel genoeg geweest. Gelukkig haalde Tom me over om het nog een laatste keer te proberen, en Nico-van-André was zo vreselijk lief om niet alleen m’n vleugel naar de start te dragen maar ook nog even te blijven om me weg te starten. Die laatste vlucht, om vier uur begin april! koppelde ik op bijna 700 meter in een perfecte bel af, en zonder zelfs maar een hobbeltje draaide ik meteen rustig door naar 1350. Met de stevige bovenwind dreef ik wel richting Duitsland, maar eigenlijk niet zo hard als ik had verwacht dus ik kon iedere keer terug naar het veld steken en dan weer omhoog. Toen ik toch uitzakte werd het al op driehonderd meter zo turbulent dat ik nou ook graag gewoon naar de grond wilde, en met een redelijke landing sloot ik een fijne dag af.
Vanmorgen dachten de jongens van het soarclubje dat de wind te zwak zou zijn voor Langevelderslag, dus ik zat vreselijk te aarzelen of ik nou zou gaan sporten of toch even kijken. Toen Nico V liet weten dat het best hard was, gooide ik de spullen op de auto en om half elf lag de lekker lichte Fun op de start. Er waren wat parapenters bezig die aanboden me te helpen, erg fijn, en binnen een half uur hing ik lekker boven iedereen. Zelfs de hangloop past gewoon. Na een minuut of twintig op en neer te soaren werd ik weer bevangen door verveling, en ik heb de Fun speciaal gekocht om er landingen mee te oefenen, en er waren geen delta’s in het startvak, dus nou moest het er dan maar eens van komen. Eerst maar eens een oefenlanding naast het vak, illegaal maar noodzakelijk om te ontdekken hoe ik het allemaal in moet schatten. Dat ging goed, en Niko 3 hielp me opnieuw te starten. De volgende landing kwam ik perfect in het startvak terecht, en dolgelukkig haakte ik uit om even te pauzeren. De landing daarna kwam ik precies achter het hek terecht, brrr, dat ging bijna echt mis. Weer wat geleerd, en met hulp van de toegeschoten parapenters was ik in no time weer over het hek en in de lucht. De laatste landing was ik zo dom om te denken dat ik geen last zou hebben van een parapenter die z’n scherm opzette en niet onder bedwang kon houden, dus ik kreeg een flinke tik en klapte de laatste twee meter hard naar de grond. Never mind, ik kan wel juichen om de perfecte oefening en een heerlijk heerlijk heerlijk soarvleugeltje. Er gaat echt niks boven een Airborne Fun, en al helemaal niet als ik ‘m soort van ‘in de familie’ hou.

07 april 2014

Keerzijde

We zijn een kleine clan, de Nederlandse zeilvliegers. Geen gemeenschap, want dat woord veronderstelt veel meer gemeenschappelijks dan bij ons aan de orde is. Geen familie: lang niet iedereen kent elkaar. Geen club, eerder een verzameling clubjes. Maar wel een clan, een onderdeel van de stam piepkleine ongemotoriseerde luchtvaart. Inclusief partners die zelf niet vliegen, maar die jarenlang mee op vakantie gaan en waarvan sommigen onmisbare rollen vervullen. Om onszelf te benoemen hebben we het vaak over ‘de afdeling’, de afdeling zeilvliegen van de KNVvL. Waarin naast zweefvliegers, parapenters en parachutespringers ook ballonvaarders en gemotoriseerden zitten, waar we maar weinig mee gemeen hebben.
Vijf tot achthonderd mannen en een tiental vrouwen, allemaal behoorlijk gek van vliegen. Gezien de aard van de sport kan dat alleen door er een substantieel deel van je tijd, je geld, je emoties en gedachten aan te besteden. Voor de meeste actieve zeilvliegpiloten wordt het vliegen een groot deel van hun leven, voor velen van ons draait het leven zelfs helemaal om het vliegen. Niet alleen tijd en geld, maar ook vriendschappen, identiteit, verlangens en ambities.
En we hebben elkaar hard nodig. Niemand kan serieus zeilvliegen zonder de inspanningen en betrokkenheid van anderen. Je vleugel en harnas moeten gebouwd, af en toe gerepareerd en soms nagekeken worden. Je moet opgetrokken worden of starthulp om de lucht in te komen. Iemand moet je ophalen. Er is iemand nodig die ons de luchtvaartautoriteiten van het lijf houdt, en iemand die zorgt voor toestemming en plek om ergens te starten en te landen. Zelfs als je geen instructie meer nodig hebt, als je altijd terug naar je auto vliegt, als je nooit wedstrijden vliegt, kan je het niet alleen.
Dat zou ook bijna niemand willen, het is niet zozeer de afhankelijkheid die ons bij elkaar brengt. Het is gewoon fijn, om vrije tijd en passie met elkaar te beleven.
Maar. Die wederzijdse afhankelijkheid, en die sociale kant, het feit dat vliegen onze identiteit, onze diepste verlangens en ergste angsten, onze liefde en ons verdriet, bepaalt, maakt het ook kwetsbaar. Maakt ons kwetsbaar. Eén van de ergste dingen die ons kan overkomen, is uitsluiting. Doordat iemand zo gewond is geraakt dat ie niet meer mee kan doen. Of doordat de clan iemand verbant.
Ik weet hoe dat voelt, want het is mij overkomen. Toen mijn man plotseling besloot dat hij genoeg van me had, stelde hij ook maar meteen alles in het werk om me het wedstrijdvliegen uit te werken. Dat gebeurde op zo’n schofterige manier dat ik niet alleen kapot was van verdriet, maar ook veel te verbijsterd over zoveel kwaadaardigheid om me er tegen te weren. Hij was kampioen en voorzitter wedstrijdcommissie, ik was geen toppiloot en had altijd wat onzichtbaarder m’n ondersteunening geleverd als secretaris en rechterhand van de voorzitter. Tout wedstrijdvliegende afdeling liet me in de steek. Het schokte me meer dan een zware crash ooit had kunnen doen.
Als ik nu zie hoe iemand anders slachtoffer wordt van machinaties om hem uit te sluiten, nota bene één van de weinige mensen die me juist opgevangen en gesteund hebben, word ik verschrikkelijk kwaad en wanhopig. Waarom doen mensen zoiets? Waarom doen zeilvliegpiloten zoiets? Een ex kan me verraden omdat ie z’n kwade geweten moet sussen, maar wat is te winnen voor een lid van de clan die z’n relatie en positie goed voor elkaar heeft?
Verraad, kwetsen en vernederen komen meestal voort uit hebzucht, jaloezie of eerzucht. Geld, liefde en macht. Het wordt mogelijk gemaakt door de passieve, zwijgende meerderheid. De omstanders die de gemakkelijke weg kiezen, conflicten uit de weg gaan.
Als de enige overgebleven Nederlandse sleeppiloot/sleeptoestel, die altijd klaar staat om iedereen op te trekken, niet voor de NK gevraagd wordt, wil ik het niet op m’n geweten hebben dat hij zich net zo in de steek gelaten voelt als ik zelf heb meegemaakt. Dan ga ik naar Stadskanaal in plaats van Deelen.