28 juli 2007

laatste dag

Ik besloot om de confrontatie maar aan te gaan, maar dat kostte toch teveel. Ik stond dus behoorlijk brak op de berg, en de wind nam snel toe. Wat een lastig dilemma, ik ben lid van de veiligheidscommissie maar ik heb geen benul. Normaal gesproken luister ik naar de overwegingen van Mart en Raymond en probeer daar van te leren. Maar Ropje adviseerde me terecht om vooral te bedenken of ik zelf zou willen vliegen als het geen wedstrijddag was. Vandaag was dat erg twijfelachtig maar dat had natuurlijk ook te maken met m’n gebrek aan slaap. Dus besloot ik om juist vroeg te starten, voordat de wind het onmogelijk zou maken, en eventueel vanuit de lucht nog te melden of het idioot werd. Dat bleek uiteindelijk niks te worden want er werd veel gepraat op de radio zonder dat ik het kon verstaan, dus ik zette ‘m uit.

Het kost me altijd even om helemaal goed in m’n harnas te liggen, lekker de lucht te voelen, compleet te focussen op het vliegen. Dat ging eigenlijk best makkelijk en we soarden eenvoudig tot een meter of honderd boven start. Er zat ook prima termiek, best hard maar niet turbulent, en het ging ook niet hoger dan 2000 meter. Ik zag wel dat er na de eerste tien, vijftien piloten niemand meer de berg af kwam maar waarschijnlijk stond de wind cross ofzo. Na drie kwartier rondhangen mocht ik starten, dus ik vloog de startcirkel in en bekeek waar het eerste keerpunt lag. Niet te bereiken. Een paar kilometer over the back en dat met die belachelijk harde tegenwind, no way. Ik voelde me toch best moe dus dit vond ik wel een geschikt moment om dan maar te landen. Geen wedstrijd meer, helaas, maar het was toch echt een beetje aan het randje om in de lucht te zijn. Pas boven het landingsterrein zag ik dat alle toppers er al stonden, kennelijk was de taak gecancelled. Het landen zelf was geen feest maar ging goed. Even later pletterde Moniek gevaarlijk tegen de grond. Toch weer een goede beslissing dus, om te stoppen met vliegen. Geen punten helaas.

Vanavond prijsuitreiking, morgen naar huis. Misschien wordt het nog leuk, er zijn erg veel mensen die me op allerlei manieren steunen. Troost, afleiding, zorg, helemaal perfect. Maandag weer werken.

Derde taak

Donderdag werd ons de mooiste dag van de week beloofd, maar bij de start zag het er maar matig uit. Strakblauwe lucht, de parapenters kwamen niet erg hoog. Ik startte dus maar eens niet als eerste of tweede, maar toch vroeg. Meteen vond ik een belletje waar ik heel rustig in omhoog draaide, ondertussen andere piloten aantrekkend die me af en toe ook inhaalden op weg naar boven. Op 2800 meter zat de gaggle en daar liet ik me erg door afleiden. Gaggles bij een NK zijn vaak nogal chaotisch, er vliegen een paar piloten mee die weinig ervaring hebben en die dan geen mooie cirkels om elkaar heen draaien. Bovendien zat iedereen op dezelfde hoogte. Ik vloog dus een stukje weg, ging er van uit dat ik het snel wel weer op zou pakken, maar ik verloor veel hoogte en heb dat niet meer terug kunnen pakken. Lager dan 2800 durfde ik niet rechtstreeks naar de Cordeill te steken, als er sink of tegenwind zit dan haal ik het niet en dan wordt het crashen in de kloof. Ik zag wel een wolkje middenboven de kloof met een paar delta’s heel hoog, maar deze dag ging ik het risico niet nemen dat ik dat belletje niet zou kunnen pakken.

Daarna heb ik twee uur langs de ridge gezocht naar een bel die me naar wolkenbasis zou brengen, maar ik kon niets centreren en ik werd steeds moeier. Uiteindelijk zag ik een mooi wolkje boven La Mure, m’n laatste kans. Ik werd echter binnen een seconde met plus acht of negen links omhoog en direct daarna naar rechts beneden gesmakt, nog nooit heb ik zo dicht bij een tumble gezeten. Het was de radicaalste wingover die ik ooit heb gemaakt en ik vond het niet leuk. Met moeite ontsnapt aan dat ding en daarna maar geland op het doelveld, zonder zelfs maar de startcirkel gehaald te hebben. Daar ben ik blijven kijken naar de finish van de twaalf piloten die na twee-en-een-half uur wel doel haalden, altijd een schitterend gezicht. Iedereen had grote moeite met de landing en de gruwelverhalen over bizarre turbulente bellen waren overal. In jaren niet zo slecht gevlogen maar ik heb er geen spijt van.

26 juli 2007

NK taak twee

Ik ben er altijd van overtuigd dat er tijdens een vlucht geen gedachten emoties problemen zijn maar soms is dat toch een leugen. En van het grienen word ik ook een beetje raar. Dus gisteren voelde ik me sowieso niet normaal, m’n kop m’n lijf voelden raar, ik vloog voortdurend in de buurt van Koos wat toch erg afleidt en de lucht was ook nogal heftig. Kneiters omhoog maar ook keiharde klappen, een paar keer knalde ik met een harde twang van de zijkabels een stuk gewichtloos in m’n harnas. Heel erg vermoeiend. Terwijl het begin zo makkelijk was, bij de start schoot m’n neus omhoog en draaide ik in no time naar wolkenbasis op 3000 meter. Drie kwartier wachten tot de startgate open was, toen met de kopgroep mee naar het eerste keerpunt. Daar draaiden we allemaal min of meer tegelijk om naar het volgende keerpunt, maar dat was tegen de wind in en dan wreekt zich mijn lichte gewicht en oudere vleugel. De toppers schoten vooruit, ik krabbelde, fors sturend want m’n vleugel wil voortdurend naar links, in een omweg (ik durf niet dwars over een onlandbaar gebied heen) naar het keerpunt. Daar weer hoogte gewonnen, terug naar de bel bij Thorame Haute, een half uur keihard werken om op wolkenbasis te komen en toen door naar Allons. Daar kwam ik maar net genoeg over het riggeltje heen om te zien dat er inderdaad een landingsterrein lag, en na drie uur in de lucht was ik zo harstikke moe dat ik er geen werk meer van maakte om omhoog te komen. Ik rotorde naar beneden, was zo bang voor de landing (ik werd echt alle kanten op geslagen) dat ik mezelf hardop toesprak om snelheid te maken en rustig te blijven, en zette ‘m op z’n wielen drie velden verderop dan m’n beoogde landingsterrein neer. Ik stond nog na te hijgen en te bibberen toen Holger ook hard naar beneden knalde, hij viel gewoon twintig meter uit de lucht gelukkig kreeg hij vlak boven de grond weer wat snelheid zodat hij pijnloos op het veld stond. Twee keerpunten, 58 kilometer, achttiende plaats.

24 juli 2007

Drie dagen gecancelled


Al drie dagen wachten tot de wind gaat liggen. Saai. Hier Rob die eindelijk pas z'n harnas uit de regen gaat halen als het al plenst.

21 juli 2007

Eerste wedstrijddag

Hoe moet ik dit nou nog uitleggen? Dat het toch echt een gave sport is. Doodmoe, vijf uur op de ophaal zitten wachten we stinken hebben het koud zijn elkaars grappen zat en hebben een paar vieze pizzas op, we weten dat we bij lange na niet bij de top-helft zitten want we hebben er een hoop terug zien komen van het eerste keerpunt en terug op de camping blijkt het scoringsprogramma niet te werken. Die arme Henk Lucardie, die ik als nieuwe scorer hier heen heb gelokt, ziet er doodmoe en ongelukkig uit. Peter Nauta onze topchauffeur (sinds GertJan pleite is) is sjagrijnig want hij heeft sinds negen uur vanochtend alleen maar gereden en starthulp verleend. Busje twee is nog niet eens terug.

Ik startte als tweede of derde, draaide met Koos best leuk omhoog maar zoals altijd: Koos draait zonder problemen door naar wolkenbasis en ik zak weer honderden meters onder de start weg. De termiek was – voor mij althans – behoorlijk heftig af en toe donderde ik vertikaal naar beneden, dus ik was al moe voordat de wedsrijd echt begon. Op een bepaald moment besloot ik dan maar te gaan landen, vanaf dat moment ben ik toch heel langzaam en linksom (draairichting was natuurlijk rechts vandaag) omhoog geschroefd. Iedereen was al lang en breed weg en ik wist wel dat ik eigenlijk door moest werken tot de wolkenbasis maar ik bracht het niet meer op, was al een uur bezig. Het volgende dalletje zakte ik er weer bijna uit, nu was er geen fatsoenlijk landingsveld meer. Toch maar richting een mogelijk weitje, en ja hoor opnieuw pakte ik een 0,1 en tot m’n grote opluchting kwam ik over de riggel heen zodat ik in ieder geval het landingsterrein van Thorame kon halen. Ondertussen waren de batterijen van m’n gps opgegaan dus ik wist niet waar ik heen moest. Met een hoop hoogteverlies zitten eikelen tot ik m’n foretrex uit m’n zijzakje had geplukt, de nieuwe knopjes bestudeerd en net zolang zitten eikelen tot ik een goto had gevonden zodat ik in ieder geval wist welke kant ik ongeveer op moest. Toen weer op zoek naar termiek. Op dat moment zag ik in de verte Koos van het eerste keerpunt aan komen speren. Natuurlijk draaide hij wel omhoog op een plek waar ik niks kon vinden. Met een paar gieren kwam ik toch nog het volgende dal in, maar daar raakte ik in de stress omdat ik maar een mogelijk landingsterrein zag. Daar raak ik dan zo op gefixeerd dat het gewoon trekt. Dus na anderhalf uur vliegen en maar een paar kilometer van de taak rotorde ik snel naar Colmar, waar Rob de Regt al stond en Rob (even zwaaien op final) en Johnnie Baas snel na mij erbij kwamen. En nu dus eindelijk terug, gauw een beetje zweet afspoelen en slapen.

18 juli 2007

18 juli

Vandaag zetten we een taak naar de Dormillouse uit, de meteo gaf fantastisch weer op met termiek tot vier, vijfduizend meter. Ik was als eerste de berg af, had niet goed gekeken waar de parapenters omhoog gingen en moest dus weer flink ploeteren om omhoog te komen. Hoger dan drieduizend meter lukte me niet en ik realiseerde me tijdens deze vlucht dat ik kennelijk oud begin te worden, want af en toe was ik gewoon soort van bangig. Bizar. Knijpen in m’n bottombar en m’n hart in m’n keel. Heb ik eigenlijk nooit, ik ben bang voor het landen maar niet in de lucht, niet voor turbulentie of heftige termiek. Maar hier is de lucht echt groot, je wordt af en toe heel erg op je kant gegooid en een paar keer lijkt het erop of je over de kop zal slaan. Het helpt natuurlijk niet dat ik de vleugel zo weinig onder controle heb nu die veel te groot voor me is. Afijn, als rechtgeaarde landingsschijterd hield ik het ook voor gezien voor de Cheval Blanc. Ik kon niet hoog genoeg komen om over de rand heen te kunnen zien of er achter de berg geschikte landingsterreinen lagen, en om om te draaien naar het veilige Thorame tegen de wind in, moest ik toch ruim op tijd besluiten dat het tijd werd om op te geven. Zonde. Na vijf kwartier vliegen stond ik in Thorame. Kort daarna landden er vier Fransen, waar ik een lift van kreeg terug naar de camping waar Ad, Jacques en Han inmiddels zijn gearriveerd. Heerlijk, allemaal goede vrienden om me heen. Frankje en Rob zijn al goed voor me, de drie stoute mannetjes erbij maken het compleet. Ik kan van tijd tot tijd bij ze uitsnikken en verder bespreken wij uren, dagenlang, seks, drank en slechte landingen. Zo komt een mens wel over liefdesverdriet heen.

17 juli 2007

17 juli

Het waaide vandaag iets minder hard, meteen is het ook termischer en dus vlageriger. Terwijl we stonden op te bouwen probeerde een parapenter weg te komen. Als je dat getob ziet ben je toch weer dankbaar dat je gewoon kan deltavliegen jeetje wat ziet dat er naar uit. Sommige van m’n beste vrienden zijn parapenters maar het is toch een afwijking, om aan zo’n kreukelig lapje een berg af te springen. Niet-vliegers beseffen denk ik niet hoe groot en sterk en zwaar de lucht kan zijn, het is een reus die je kan verpletteren als je niet een beetje geinig meespeelt. Onder een delta is dat al erg indrukwekkend, maar zo’n flipflopgeval brrrr. De man viel na een half uur ellende eindelijk de lucht in, knalde hevig pendulezwaaiend net niet tegen de bomen aan en landde gelukkig snel.

Ik was snel daarna klaar en hoewel Harry me ooit – terecht – verboden heeft om als eerste te starten wilde ik nu toch niet meer wachten. Er zat een delta in de lucht, geen idee waar die vandaan kwam, ik had aan de schermvlieger kunnen zien dat het goed omhoog moest gaan en ik ben trouwens ook wel echt over m’n uitzak-fixatie heen. Niet dus. Ik startte en begon er zowaar uit te zakken. Dat zal me toch niet gebeuren zeg! Na lang heen en weer gezoek toch een kneiterbel gevonden, dit was bijna weer tè maar ik hield ‘m vast en uiteindelijk zat ik op 2800 meter (onder Tanno die me dan toch weer snel inhaalt). Bij het steken verloor ik echter alle hoogte razendsnel en bij gebrek aan acceptabele landingsterreinen keerde ik dan maar om. Dat werkt zo vreselijk demotiverend dat ik de prachtige bel van drie kwartier daarvoor nu niet meer echt serieus probeerde te pakken, dus ik zakte er nu echt uit. Nou zit ik om vier uur uitgevlogen en ingepakt op de camping, gek. Zo vroeg, zoveel tijd, dan maar blablaverhalen voor m’n blog schrijven…

16 juli 2007

St. André-les-Alpes

Nog heter dan gisteren, en het waait nog net iets harder. Tegen de tijd dat ik klaar was om te gaan starten was het zo aan het blazen, dat ik besloot om maar weer in te pakken. Het zag er allemaal niet slecht uit, maar ik voorzag weer drama om m’n vleugel om te draaien, op te pakken en stabiel te krijgen op de gladde helling met de veel te sterke wind. Gisteren heb ik twintig minuten staan eikelen voordat ik eindelijk m’n vleugel zo in m’n handen had dat ik kon gaan rennen. De start zelf gaat dan wel uitstekend, maar ik was al moe voor ik begon op die manier. Dus nu ingepakt, uniek natuurlijk zeker aangezien vrijwel alle anderen wel startten, maar ik kreeg er geen spijt van want de meeste starts zagen er waardeloos uit. Bovendien hoorde ik op de grond dat de ervaringen zaten tussen ‘niet echt leuk’ en ‘doodsbang’. Beetje turbulent dus.

Nu even Rob ophalen en dan inpakken, naar St. André.

Camping municipal St. André-les-Alpes

Terwijl ik totaal shakend van de kou met twee truien aan m’n bevroren handen om een koffiekop hield, volgens mij heeft het gevroren vannacht, liepen andere campinggasten vrijwel bloot rond te scharrelen. Niet normaal. Ik begin nu pas (negen uur) een beetje te stoppen met rillen.

De camping is totaal anders dan Laragne, veel luxer en groter en schoner enzo maar echt helemaal niet zo leuk. Trouwens de camping in Laragne is ook prachtig geworden, daar zijn Hayo en Cornelia mee begonnen natuurlijk maar inmiddels is het echt schitterend. De dieren zijn weg dus er ligt geen stront meer in je servies, kapotte stoelen blijven niet meer staan, de douches hebben nieuwe haakjes en er is zelfs een zwembadje.

St.André is schitterend maar als afscheid uit Laragne kregen we nog even een paar horrorstories mee over het landen hier. Berucht is het hoofdlandingsterrein hier bij de camping aan het meer, waar niet alleen de drie windvaantjes de onhebbelijke gewoonte hebben om alledrie een totaal andere richting op te wijzen, maar ook nog 180 graden om te slaan op het moment dat je net op final zit. Het veld ligt dan ook precies op het punt waar drie valleien bij elkaar komen. En verder is er niks, ja alleen piepkleine hellinkjes waar het ‘se poser très delicate’ is, brrrr. Eerlijk gezegd zie ik daar behoorlijk tegenop, ik wil nou eindelijk eens een jaar zonder botbreuken en grote schade zeg. De Fransen zijn behoorlijk verbaasd dat we een NK, een wedstrijd waar toch niet echt toppiloten aan meedoen, hier hebben georganiseerd. Maar de voorzitter van de wedstrijdcommissie (Koos) houdt meestal geen rekening met de mensen die wat minder getalenteerd zijn dan hij, en hij wil zoveel mogelijk afwisseling, dus werd het St.André. Nou ja we zullen zien.

Alweer dronken o jee

Vroeg de berg op, maar helaas de wind trok toch aan ook al dachten we het voor te zijn. Joost en Rob startten toch, ik pakte weer in met de bedoeling om te wachten tot een uur of vijf, zes, tot het allemaal wat rustiger zou worden. Ach als je lang genoeg wacht bovenop een berg in de brandende zon, dan lijkt die wind gaandeweg toch weer minder te worden ook al verandert er niks. Om drie uur had ik twee starthulpen, ik had er zin in, en op het moment dat ik nog bezig was om m’n vleugel stabiel in m’n handen te krijgen (dus vóórdat ik daadwerkelijk ging starten) besefte ik dat ik al twee meter boven de grond hing. Dan maar door. De lucht was eigenlijk heel rustig, maar er stond zo’n enorme puist wind dat ik absoluut geen meter naar achter durfde want dan zou ik nooit meer terugkomen op het landingsterrein. De rook van de bosbranden honderd kilomter zuidelijk prikte in m’n ogen, de lucht was oranje-grijs van de viezigheid. Nog een stukje met een tiental enorme gieren gevlogen, geweldig, eentje kwam dichter dan vijf meter bij me. Na een uurtje wilde ik wel ns landen want het was een beetje saai zo en bovendien wilde ik graag een goeie landing achter de rug hebben hier op dit beruchte terrein. Alleen, ik kwam niet naar beneden. Waar ik ook vloog wat ik ook probeerde, stallen, slippende bochten, maakte niet uit de vario bleef piepen. Uiteindelijk toch een beetje lager uitgekomen en een prima landing gemaakt. Mooi zo, de eerste vlucht in St.André zit er op.

14 juli 2007

Laragne


Ik zit op het terras van de camping in Laragne, de temperatuur is heerlijk heet met een behoorlijk windje. Ik ben rozig van m’n half uurtje in de pool en de biertjes na een half uurtje vliegen. Langer hoefde niet, het was nogal heftig weer met harde wind en flinke bellen, en ik wilde erg graag het landingsterrein bij de camping halen dus daar was ik zo op gefocust dat ik niet meer echt ging vliegen. Was maar goed ook want ik kwam nauwelijks tegen de stevige wind in, er zat nog sink ook dus het was niet eens zo’n rare gedachte dat ik het mogelijk niet zou halen.

Toen we gisteren uit Nederland wegreden regende het, de wolken hingen op vijfhonderd meter of lager en het was echt koud. De rit was vermoeiend, met twee auto’s en drie personen dus vooral Frank heeft lange stukken moeten rijden. De radio’s werkten al niet meer als je meer dan een kilometer uit elkaar was, dus moesten we toch steeds per sms afspreken waar we zouden tanken of wisselen. Maar dat werkte dan weer uitstekend dus uiteindelijk was de reis wel te doen, en kon ik proberen om niet al te veel te denken aan hoe het normaal zou zijn geweest.

Morgen gaat het nog harder waaien dus vliegen zit er niet in. Ik denk dat we dan rustig inpakken en naar St.André afzakken, om daar dan hopelijk vanaf maandag te vliegen.