23 januari 2010

moeizame thuiskomst



In Hongkong wachtte Gijs terwijl ik m’n tanden poetste enzovoort. Dat enzovoort, dat duurde kennelijk te lang want hij was verdwenen toen ik de wc uitkwam. Ook opfrissen dacht ik, dus ik maakte me geen zorgen. Ik ging goed zichtbaar bij de gate zitten met m’n computertje, vond het wel opmerkelijk dat ik ‘m niet meer zag maar never mind we keutelden iedere keer op eigen houtje over saaie vliegvelden rond. Hij had me erop gewezen dat de gate gewijzigd was dus ik wist dat ie niet verkeerd kon zitten.
Boarden verliep chaotisch en ik zat middenin m’n REMslaap-momentje, als een duffe zombie volgde ik de massa het vliegtuig in en zodra ik zat zakte ik in diep coma weg. Gijs had een stoelnummer ver voor mij, dus het was niet gek dat ik ‘m niet meer zag. Bij het uitstappen wel. Niet in de rij voor de douane. Niet bij de bagageband. Niet bij de enthousiaste ophalers waar z’n verse vriendin toch zeker zou staan. En ik vond het niks voor hem om er als een speer vandoor te gaan zonder degelijk afscheid. Zeer verontrust pakte ik na een uur toch maar de trein naar huis, en via facebook vroeg ik z’n vriendin om me te bellen. En ja hoor, vanmiddag de verlossing: Gijs is in Hongkong in slaap gevallen en heeft het vliegtuig gemist. Krijg nou wat.
Thuis trof ik een beschimmeld nat bed aan, de bovenbuurman heeft twee weken geleden een enorme lekkage gehad. Het bed ziet er zo ongeveer uit als de lucht buiten: smerig en nat en ontzettend onaantrekkelijk. Ik wil trug!

22 januari 2010

naar huis

Eindelijk een stopcontact gevonden waar echte stroom uit komt, dus ik zit nu middenin het winkeldeel van het vliegveld te bloggen. Ik ben Gijs kwijtgeraakt en m’n telefoonsaldo is op, dus ik kan ‘m niet bellen ook. Dalijk m’n katertje wegdutten in een lounge, ik heb een paar uur zoet te maken omdat m’n Albury – Sydney vlucht nogal vroeg was. Zonde, maar ik had toch niet veel meer kunnen doen met die paar uurtjes.
Gisteren was een herhaling van de laatste dag vorig jaar. Cameron vloog als winddummy nog voor een taak gezet was, en toen ik hem zag ploeteren hoefde ik niet diep na te denken voor ik de Fun inpakte. Met de LitespeedS had ik misschien nog wel gevlogen, maar een enkeldoekertje in die wind, brrr. De hele lucht stond vol lenticularis, schitterend maar weinig aanlokkelijk. Terwijl we naar beneden reden nam Ollie Cameron mee in de Blanik, en ik mocht daarna. Toen was het front inmiddels hard over ons heen gekomen, dus een serieuze vlucht zat er niet meer in. Het lieren was wel heftig, bijna recht omhoog en met veel meer kracht dan ik met zeilvliegen gewend ben. Beetje achtbaangevoel.
’s Avonds eten bij de cricketclub, ook ieder jaar weer een succes. Na een potje pennies poepen en een hair wrestling match (erg succesvol uitgevoerd door mijzelf deze keer) uitgebreid afscheid van iedereen genomen, en nu dus naar huis. Cameron blijft nog tot na de prizegiving. Maandag stoppen hij en Kari de vleugels in de kist, en wie weet gaat er deze keer iets wel goed. Ik ga in slaapstand in ieder geval, de komende dertig uur hoef ik niet perse bewust te ervaren.

Hongkong, ergens midden in de nacht ook al beweren ze dat het net avond is. We vlogen vanmiddag pal over Forbes, erg moeilijk om het weer achter te laten. Nog 16 uurtjes.

21 januari 2010

Afgelopen


De briefing begon met Davis’ meteomodellen, met belachelijke getallen voor de wind en vooruitzichten van nog verder toenemende wind. Er stond trouwens de hele ochtend een enorme lenti boven de bergen. Vervolgens mocht iedereen z’n zegje doen over de veiligheid van de taak van de vorige dag. Gerolf zei het goed: als we niet in staat zijn om een dag als gisteren te cancellen, dan zijn alle veiligheidsvoorzieningen een farce. Toch werd er geklapt voor een man die weinig ervaring had en die wist te vertellen dat hij een fantastische vlucht gehad had. Ik had het team al bijna gesmst dat de dag gecancelled zou worden, toen besloten werd dat de safety committee zou overleggen. Vervolgens werd de briefing uitgesteld tot elf uur. Een tiental piloten ging gewoon weg, Gerolf was in alle staten. Ik zie het vooral als een ritueel: iedereen moet de gelegenheid hebben om z’n zegje te doen en om zich gehoord te voelen, maar het is van het begin af aan duidelijk dat er niet gevlogen wordt. Dit is het soort beslissingen waar de meetdirector echt belangrijk is. Flip had altijd een perfecte balans tussen goed luisteren naar de piloten, en de verantwoordelijkheid dragen om zelf een beslissing te nemen. Davis laat over alles stemmen, dus verantwoordelijkheid neemt ie niet. En John heeft volgens mij de neiging om nogal autoritair te besluiten zonder de mening van piloten te vragen. In ieder geval een positie die ik nooit zou willen hebben.
Wij besloten om te kijken of het op Gundaring misschien mogelijk zou zijn om hopjes of een lokale vlucht te maken, maar terwijl we buiten MountBeauty op Rohan stonden te wachten keken we elkaar aan, en draaiden om richting een watergat. Op weg daar naartoe presteerde Cameron het om z’n derde auto in twee weken kapot te krijgen (misschien valt het nu weer mee). Het was een rare middag. Cameron in een slechte bui, Hans stikte bijna in een appel, Virpi had kuren, het intieme afscheidsetentje werd wat groot met drie jongens die we via Uli kennen.

11:30
Ingepakt, betaald, inmiddels al helemaal in afscheidsmodus. De Zwitsers zijn vertrokken, Gerolf en Zhenya, Shedsy, Zac en Jamie, iedereen is weg. Misschien zit er nog een vluchtje met de Fun in vanmiddag, maar net zo makkelijk niet. Cameron zit bij de garage, Hans en Christine proberen de moed erin te houden. Wat een belabberd einde van zo’n mooie reis.

19 januari 2010

turbulent


Als winddummy moest ik al om één uur van de berg af, te vroeg voor haalbare termiek. Ik heb wel gelijk m’n functie vervuld want iedereen bleef nog dik een uur wachten. Uiteindelijk hebben de meesten gevlogen, vijftien op goal, maar er zijn er ook veel uitgezakt en een paar zijn geland omdat ze de lucht gevaarlijk vonden. Keiharde wind, windshear. Dat was vroeg op de dag dan weer wat minder denk ik. Ik dacht eerst eigenlijk dat er iets mis was met m’n toestel. Ik kwam wel boven start uit maar verloor het ook meteen weer en ik begreep niet hoe de belletjes driftten. Dan maar landen, niet in de bombout waar het gras te hoog is en waar bomen omheen staan. Ik landde in een groot plat vrij veld waar de boer net z’n koeien uit aan het drijven was. Hij kwam op z’n quad op me af en ik meende te zien dat hij niet erg vriendelijk gezind was. Toen hij zag dat het om een vrouw ging veranderde z’n lichaamshouding. Hij liet me weten dat zijn property niet gebruikt kon worden voor ons event, ik verontschuldigde me en legde uit dat in deze omstandigheden dit de beste optie was, en hij vertrok weer. Toen we een paar uur later m’n vleugel ophaalden stond Blano in hetzelfde veld.
Na een hike van vier kilometer met m’n loodzware harnas op m’n rug kreeg ik weer telefoonontvangst, en Mick had me in no time op het vliegveld waar we de helden van de dag binnen zagen komen. Uitgezakte Cameron opgehaald, een tijdje in een rivier zitten wachten op nieuws van Blenkie en toen we hoorden dat hij op final glide was terug naar het vliegveld geracet om hem nog net op tijd te zien landen. Ondertussen was er weer eens autopech in Hans z’n team, dus wij haalden Christine op. Ze had drie uur lang gevochten en gevochten en uiteindelijk 35 km gevlogen, keigoed.
Vandaag m’n laatste vliegdag, morgen moet ik inpakken en dan is het weer over.

16 januari 2010

Cartowing



De briefing om half negen werd uitgesteld naar elf uur, vanwege onduidelijke weersvoorspellingen. Wat wel duidelijk is, is dat het de komende dagen echt slecht wordt. Ik zou liever hopjes maken en landingen oefenen ergens dan een paar dagen in de regen triest uit het raam gaan zitten staren, maar zonder auto kunnen we helemaal niks. Iemand suggereerde om te gaan cartowen op het vliegveld, dat zou ideaal zijn. Het had een hoop voeten in de aarde om het rond te krijgen, toestemming, auto, cartow spul, instructeur, release. Tegen elf uur hoopte ik bijna dat de dag gecancelled zou worden en jawel, veel te veel wind. In no time waren we op het vliegveld, waar zeker vijf heren zich in het zweet werkten om mij een paar keer de lucht in te krijgen. In ruil lever ik dan gratis entertainment en heel veel dank/bier maar toch, ik voelde me de prinses op de erwt.
Bij cartowen moet je uitduwen tijdens het slepen, heel tegennatuurlijk. Ik had Rohan op de radio en hij liet me perfecte circuitjes doen. Het was m’n eigen schuld dat ik maar twee starts kon maken: op de practiceday had ik zo’n extreem slecht circuit gedaan dat Ollie bijna tegen me op gevlogen was en de hele zweefclub twijfels kreeg bij het hanggliden. Ik had dus een hoop goed te maken en dat is denk ik wel een beetje gelukt.
’s Avonds zouden we een barbie bij onze hut hebben, en ik weet dat Hans het ok vindt als er wat extra volk mee komt. Hij maakt gewoon wat extra aardappelsalade. Voor ik het wist had ik het halve dorp uitgenodigd, vlees bijgekocht en Gijs leverde een krat bier. Cameron had nog vuurwerk (dat trok een bijna Nederlandse politieagent aan, die vriendelijk duidelijk maakte dat bezit van vuurwerk heel illegaal is) en de Finnen hadden wodka gemengd met salmiak. Een perfecte dag.

Bogong cup


Ik heb een ochtendhumeur. Niet alleen doordat we al drie weken non stop als een stel bij elkaar zijn, het is ook koud en ik heb een splinter in m’n vinger die er niet uit wil en m’n spieren voelen nog steeds als gesmolten rubber en ik moet eerst boodschappen doen voordat we kunnen ontbijten. Grr.

15 januari
Weer in de blokhut van twee jaar geleden, nu met Hans, Christine, Kari, Virpi en Cameron. Een beetje vol maar het is top om hier met Hans en Christine te zijn. Christine heeft gisteren op Camerons Fun gevlogen, haar ribben waren nog wel pijnlijk maar het ging uitstekend. De landing was niet best maar dat lag volgens haar niet aan haar zicht maar ze miste haar Combat. Dat kan, want zij doet bij het landen precies goed wat ik altijd weer mis: snelheid. Ik word wanhopig van mezelf, had me gisteren erg voorgenomen om een perfecte landing te doen. De omstandigheden waren prima, we landden op het vliegveld waar het gras mooi kort en groen is en waar een windzak staat, ik nam een final van kilometers, beetje vg, geen turbulentie en nog kom ik te langzaam binnen en glij ik op m’n buik naar de grond. Als Cameron wil, zou ik de hele rest van de week wel willen oefenen op landingen want dit moet absoluut uit m’n systeem. In meer dan duizend vluchten in de afgelopen zestien jaar heb ik harstikke foute landingen in m’n spiergeheugen geprogrammeerd, en als ik het er niet uit krijg is voortijdig stoppen met vliegen onvermijdelijk.

Verhaal van Kari
In april ’97, toen Kari nog niet zo lang vloog, startten ze in Finland op het ijs van de dichtgevroren meren. Hij vloog met z’n Magic en hij vloog over gebieden die normaal gesproken onlandbaar waren, maar vanwege de vorst waren overal meren waar hij op zou kunnen landen. Binnen de korste keren vloog ie van de kaart af, hij was nog nooit zo ver geweest. Na ongeveer zes uur vliegen en bijna tweehonderd kilometer verderop landde hij uitgeput en gelukkig bij een dorp. Daar werd hij opgepakt, urenlang verhoord en twee dagen in de gevangenis gezet. Het was Rusland.

In Finland in de jaren negentig vonden ze alles wat met delta’s te maken had wel erg duur. Een paar piloten die hun kabels moesten vervangen besloten ze zelf te maken, maar ze hadden geen nicopressen. Na een dag werk was het tijd om te vliegen met de opgekalefaterde vleugels. Net voordat iemand zou starten, kreeg er één de ingeving om misschien toch eens even te testen of de nieuwe kabels het hielden. Ze braken bij honderd kilo.

16 januari
Beter vliegen: tolerantie en confidence. Tolerantie voor stress, angst, concentratie, gaggles, vermoeidheid. Confidence: weten dat je de vaardigheden hebt en weten dat er termiek is als je kan zien dat er iets omhoog gaat.
En vasthoudendheid en doelgerichtheid, doorzettingsvermogen, geduld. En inzicht en slimmigheid. En natuurlijk moet je fit zijn. Hm, na alle lessen en briefings van Cameron zou ik maar zo kunnen denken dat het allemaal iets teveel gevraagd is. Hij heeft gelijk maar tjeetje ik sta nou niet echt bekend om m’n geduld, vaardigheden, doelgerichtheid of slimheid. Vermoeide spieren en slaapgebrek, en ik word me toch een partij dom.
M’n skills groeien gelukkig wel, langzaam langzaam want als ik ergens traag ben is het het aanleren van vaardigheden en het afleren van foute gewoonten. Af en toe moet ik beseffen dat ik vooruit ga. Gisteren een goeie dag daarvoor. Ik maakte een low save vanaf minder dan honderd meter boven de grond tot wolkenbasis, ik draaide beter omhoog dan drie andere goeie piloten, en het belangrijkste: m’n circuit was ok, en ik had meer snelheid dan gewoonlijk op final. Beetje jammer dat ik alsnog te laat flarede zodat ik alsnog een buikschuiver maakte.
De opening van de Bogong cup was gisteravond. Grumpy was helemaal in z’n element als organisator. Na veertig keer m’n eerste keer als winddummy. Raar om niet mee te doen: geen goodies, niet stemmen, niet m’n tracklog uit laten lezen. Officieel is het geloof ik zelfs niet de bedoeling dat ik probeer de taak te vliegen, maar dat zal me roesten.

Het weer ziet er slecht uit, maar nu Camerons tweede auto kapot is is zijn auto voor de Duitsers/Finnen dus wij kunnen nergens heen. Never mind, het plan is om te gaan cartowen op het vliegveld met Rohan als instructeur. Kan ik landingen oefenen, geweldig!

12 januari 2010

feestje


Als de meteo er gisteren, op dag tien, iets minder dreigend was geweest, of als we dezelfde vooruitzichten hadden gehad maar op dag twee, dan zouden we misschien wel zijn gaan vliegen. Maar de safety committee besloot dat iedereen veel te moe was na tien dagen aan een stuk vliegen (de practice day was ook al zo goed) dus er werd geen taak gezet. We namen het zwembad over en deden zo niks mogelijk. Toen we allemaal gruwelijk verbrand waren was het tijd voor Molly’s eten en de prijsuitreiking. Iedereen is inmiddels vertrokken maar dat geeft niet, vanavond zien we elkaar allemaal weer in MountBeauty.

11 januari 2010

te moe om te vliegen


Het was gisteren dik veertig graden, we kregen een lange taak crosswind en tijdens de briefing ’s ochtends werd er flink gezeurd over de staging en onweer. Iedereen is harstikke moe. Ik besloot mezelf een kans te geven en vóór de eerste start op koers te gaan, de penalty is miniem en ik vind goal halen belangrijker dan de punten. Dat was een lastige beslissing want een deel van de lol is wel dat je je aan de regels van het spelletje houdt, maar Camo overtuigde me van de noodzaak om echt op tijd te vertrekken. Mijn tempo is gemiddeld 25 tot 30 km/u, de grote jongens vliegen met snelheden van boven de 40 km/u, dus voor een lange taak heb ik echt de hele dag nodig.
Tijdens de sleep had ik de vario niet aan, waardoor ik een beetje in verwarring boven kwam. Zonder piepjes lijkt de lucht heel rustig (en het was ook compleet blauw) maar ik moest toch flink werken om netjes achter Rinus te blijven. Het was erg lastig om te centreren, ik was dood en doodmoe en ik deed vrijwel de hele vlucht niks anders dan opgeven, toch maar weer een belletje pakken, weer opgeven. M’n armen deden helemaal niks meer, ik was bang voor de gaggle, schrok van een heftig belletje dat me op m’n kant gooide, vond de dusties eng en ik wilde eigenlijk vooral slapen. De radio was weer eens niet goed dus elke keer als Cameron begon te zenden kreeg ik een snerpende piep in m’n oor. Ik was te vroeg gestart, de termiek begon pas en de eerste wolkjes popten ver weg op. Na anderhalf uur hing ik nog te zwoegen boven het vliegveld, en ik had het helemaal niet naar m’n zin. Ik besloot om zo ver mogelijk op koers te glijden, eventuele belletjes wel mee te pakken maar eigenlijk gewoon in te zetten op een landing naast de weg zodat ik naar huis kon liften en een dutje doen.
M’n landing sloeg nergens op en ik moest een enorm stuk sjouwen om m’n spullen in de buurt van de weg te krijgen, maar ik was wel tevreden dat ik op de grond stond. Ik brandde m'n vingers aan de latten. Cameron landde in Forbes en haalde me op. De rest van de middag aan het zwembad gelegen, en ’s avonds met de Moyes-familie en diep teleurgestelde George, die als enige in de sportsclass uitgezakt was terwijl alle anderen hun goal haalden, eten in de Wan Wah. Ik was zo moe dat ik tijdens het eten moest vechten om m’n ogen open te houden.
Vandaag de laatste dag.

10 januari 2010

Taak 8


Zo gaaf! Ik heb echt ontzettend veel geleerd van de drie dagen dat Cameron als coach met me meegevlogen heeft, en gisteren toen hij geen radio had bracht ik het allemaal in praktijk en vloog driekwart van een grote taak. 137 km in vijf uur. Ik had graag goal gehaald omdat het maar een paar kilometer verder was dan m’n langste afstand (182 km) maar ik was te langzaam. De dag was op, en mijn energie ook. Het hielp wel dat ik het harnas korter heb gemaakt, zodat ik niet meer voortdurend hoef te reiken, en ik heb voor het eerst een paar pijnstillers op m’n upright geplakt om onderweg te slikken, dat werkte ook perfect. Bovendien had ik het naar m’n zin en dan is het makkelijker ontspannen.
Rinus sleepte me op, en op vijfhonderd meter boven de grond brak het breukstukje. Het kostte even moeite om een goeie bel te vinden, maar samen met Shedsy kwam ik toch op wolkenbasis. Cameron hing er alweer op me te wachten. Ik gleed van gaggle naar gaggle, twee bellen met Jörg die een fantastische exit had. Hij steeg nog honderden meters door, naast de wolken in plaats van er onder maar het lukte me niet om zijn liftlijn te vinden. De volgende bel zakten we nogal door. Ik raakte Cameron kwijt, maar Julia en nog iemand staken onder me in. Ik bleef een paar honderd meter hoger dan zij, geweldig! Normaal gesproken termiekt Julia mij er makkelijk uit, deze ene keer niet. Uiteindelijk staken zij naar een volgend wolkje en draaiden goed omhoog, terwijl ik lang bleef zoeken naar die lekkere kern die ik eerder had gehad. Julia haalde goal gisteren.
Tien km voor het keerpunt ging ik mooi omhoog, en ik molk de bel uit tot 2800 meter zodat ik al draaiend naar het keerpunt driftte. Na het keerpunt stak ik naar twee termiekende vleugeltjes, en ik vond weer een mooie kern. Inmiddels was ik drie-en-een-half uur in de lucht en ik was flink moe, de wolken zakten in en de wind tegen zette me iedere 360er honderd meter terug. Alex en Cameron meldden over de radio dat ze in Peak Hill stonden, en ik was al bijna klaar om op te geven. Toch vond ik het zonde om geen gebruik te maken van de vleugeltjes die laag wanhopig aan het draaien waren, en ik steeg weer tot 2500. Het was inmiddels duidelijk dat ik goal absoluut niet meer kon halen, maar het leek me wel leuk om eens één keer ietsje verder dan Gijs te vliegen. Hij is per slot van rekening onze cliënt, dan staat het toch niet goed als ie mij er voortdurend uitvliegt. Ik gleed naar een mooi vlak groen landingsveld met weg en huis. Ik moest nog flink hoogte afbouwen om te landen, dus een paar kilometer verder had ook nog wel gekund maar dit zag er te goed uit om te laten liggen. Een goeie landing (eindelijk weer eens), rustig m’n proteïnedrankje en zonnebrandsmeer en schone kleren en coördinaten opschrijven, en net toen de auto het veld opreed ritste ik m’n laatste rits dicht.
Terwijl we de laatste 60 km naar huis reden hoorden we Blenkie op goal landen, wat een held.

09 januari 2010

moe moe moe



Gisteren de derde dag dat Cameron me coacht. We weten inmiddels bijna hoe het moet, ik heb tijdens het samen vliegen al een hoop geleerd en Cameron heeft zo ontzettend veel gezien van hoe ik vlieg, dat hij uren kan vertellen over m’n verbetermogelijkheden. Ik vlieg emotioneel, ik let te weinig op en ik ben niet erg slim in het vinden van termiek. En op cruciale momenten luister ik niet naar ‘m, ik weet niet wat me bezielde gisteren maar als ik onder de laatste wolk naar ‘m geluisterd had, had ik gisteren op goal gestaan. M’n eigenwijzigheid bracht me 14 km van het tweede keerpunt, off course. Een deel van de reden was de onbeschrijflijke pijn in m’n benen, echt niet meer te harden. Tijdens het vliegen strek ik voortdurend m’n tenen tegen de boot van m’n harnas, deels uit spanning/concentratie deels waarschijnlijk ook omdat het harnas niet echt goed past. Na tien dagen van dat tenen strekken is de pijn overweldigend. Schouders, armen, rug, allemaal goed getraind en pijnloos, maar een halve tube voltaren en twee ibuprofen later hou ik het nog maar een paar uur vol met m’n dijen.
Gijs heeft wel goal gehaald, ik ben natuurlijk best jaloers maar het is wel tof dat hij de vakantie van z’n leven heeft. Hij doet het bijzonder goed. Vaak vallen aankomende hotshots een beetje tegen als ze wat meer wedstrijden vliegen, maar Gijs vliegt volgens het boekje, luistert goed naar Blenkie en wordt niet moe na iedere dag vier, vijf uur vliegen.

Mijn vlucht op de olc: http://xc.dhv.de/xc/modules/leonardo/index.php?name=leonardo&op=show_flight&flightID=123575
Met een beetje rondklikken kan je het tracklog op google earth projecteren, andere vluchten van mij bekijken en andere vluchten van deze dag bekijken.

08 januari 2010

Mooie vliegdag


Bijna goal. Stomstomstom, ik wilde het zo graag halen en als ik er een pietsie harder voor gewerkt had was het ook gelukt. M’n laatste bel voor het tweede keerpunt was niet genoeg, ik moest nog 29 km en ik wist dat ik perse nog een keer wolkenbasis moest hebben. Direct na het keerpunt zag ik Ebs heel laag heel voorzichtig draaien, en ik stak er naar toe maar met te weinig hoop en te weinig kracht. Ik landde in het veld waaruit hij z’n laatste belletje pakte om goal te halen, terwijl ik 14 km te kort kwam.
Bijna vier uur/114 km vliegen, ik was harstikke moe maar redelijk voldaan. Alleen moesten we daarna nog Cameron en Gijs op gaan halen, dus weer een paar uur de auto in. Onderweg hoorde ik dat Ropje z’n arm gebroken heeft, zo ontzettend balen. Hij landt altijd goed en het is zo’n enorme positivo, helemaal verkeerd dat hij zo’n pech heeft. Ik probeerde Connie te bellen maar had nergens ontvangst. Terug in de Vandenburg was iedereen alweer ruim over de schrik heen.

07 januari 2010

De Grenfell Weekly


> It's a Bird, It’s a Plane, No it’s a Hang Glider
>
> Forbes is currently hosting their annual Flatland Hang Gliding Championships, so if you see a rather large, strange looking bird flying around, don’t be alarmed, it’s a hang glider. I came across Hadewych Van Kempen who had just landed her hang glider in Hunter’s canola stubble on the Mid Western Highway on Tuesday. This is the fourth year Hadewych, 42 from the Netherlands, has competed in the championships and she just loves it out here. The championships are run over 10 days and have attracted over 70 pilots from beginners to well known experienced ones. A large number of these pilots are from overseas. Hadewych is pleased to see a few more women taking up this exhilarating sport, with two Russian girls, one from Germany, Austria and Finland taking part in this year’s event. Hadewych is a part of team with two other male pilots from Sydney. The teams are set tasks for the day. Tuesday task was to fly 110km south to a goal, target. Unfortunately, Hadewych fell short of ‘goal’ flying only 50kms, which had her up in the sky for just over 2 hours, but her team mates where radioing in saying they were only 35km from goal. She was however very pleased with her landing in the paddock and once she had her energy drink, she phoned the driver, fourth member of the team, her co-ordinates so she could be picked up. Back in the Netherlands she works as a civil servant which helps fund her passion for hand gliding which she took up 17 years ago and has been all over the world with her trusty Moyle’s. (she misunderstood Moyes of course)

Moeilijke dag


Erg moeilijke vlucht gisteren, dat eindigde weer eens ouderwets in een enorme huilbui. God wat voel ik me stom. Bijna twintig jaar vliegen en geen spat vooruitgang. Cameron meent te zien dat m’n gezichtsvermogen niet goed is, hij zegt dat ik gaggles en vogels enzo gewoon mis. En ik laat me veel te makkelijk bellen uitzetten. Gisteren veel last van een gekleurde Aeros Combat, iemand die me voortdurend in de weg zat. Niet agressief maar meer stom, volgens Cameron was hij net zo de weg kwijt als ik.
’s Avonds en vanmorgen lange lange lange gesprekken, die beginnen als debriefing en verworden tot het bespreken van onze relatie. Moeilijk allemaal. Gelukkig was er een enorme scene in de hal, zodat we weer weten dat de soap niet alleen over ons gaat.

06 januari 2010

lesdag


We hebben de ultieme oplossing voor Camerons blues gevonden, een echte win-win. Hij is m’n persoonlijke coach. We vliegen op een apart radiokanaal, hij blijft voortdurend bij mij in de buurt en landt bij mij, in de lucht geeft ie af en toe aanwijzingen (maar niet teveel want ik heb er de pest aan als m’n concentratie doorbroken wordt) en hij kijkt vooral naar wat ik doe zodat hij me ’s avonds feedback kan geven. Cameron weer helemaal gelukkig, en ik kan er alleen maar beter van worden. Behalve dan die storende radio natuurlijk, en de verschrikkelijke frustratie dat ik hem rustig tegen een wolk geplakt zie wachten terwijl ik me in het zweet werk om überhaupt omhoog te komen. Nou ja, hij is nou eenmaal duidelijk een heel veel betere piloot dan ik. Gisteren leek hem het grootste probleem dat ik me uit de kern laat zetten, hij denkt dat dat misschien komt omdat ik licht zou zijn. Ik denk dat het meer een gebrek aan agressie is, ik zal moeten leren om krachtiger in te draaien en een breder zoekpatroon te ontwikkelen. Niet te snel tevreden zijn met 2 meter stijg als er misschien ook nog 3 meter is.
Er was gedoe met de luchtvaartautoriteiten gisteren, dus we kregen een strikt verbod om over de baan te vliegen. Normaal mag je er boven 1500 ft wel overheen, maar we zouden gisteren ons allemaal supernetjes aan alle regeltjes houden, roomser dan de paus. Normaal gesproken worden piloten door de sleeps her en der afgezet en zijn er zo’n drie of vier gaggles boven het veld, maar nee, juist gisteren werden we allemaal in die ene dikke bel afgezet, precies boven de startbaan. Een gaaf gezicht weer, 70 vleugels die in een enorme kolom omhoog draaien en hopen dat er wolkjes gaan ontstaan boven de route. Naast me zag ik er drie tip aan tip om elkaar heendraaien, wauw wat een schitterend gezicht! Wat een vertrouwen in elkaar ook. Ik geloof niet dat ik het ooit zo ver breng. Ik hou het een minuut of tien vol, en dan is m’n stresspotje wel weer gevuld dus ik stak tegelijk met Ropje en nog een paar anderen op koers, ook al had ik nog niet maximale hoogte. Die fout bleef ik de rest van de dag steeds weer maken, en zo werd het een ontzettend vermoeiende vlucht. 2400 meter, steken, geen termiek meer vinden en doorzakken tot een paar honderd meter boven de grond, en dan weer verschrikkelijk langzaam met een paar andere sukkels omhoog draaien, terug naar Cameron. Een bel draaiden we met z’n drieën, Camo, Les en ik, keurig om elkaar heen. Leuk, maar met een onderlinge afstand van tientallen meters toch een heel ander verhaal dan die drie bij de start. Les vloog door en haalde goal, terwijl wij nog doorschroefden tot 2700 meter om een groot blauw gat over te steken. Ik haalde het niet, was ook totaal kapot van de hoofdpijn en pijn in m’n benen (daar gaat al m’n spanning in zitten) en de landingsangst kwam opzetten, dus ik gaf het op. Twee-en-een-half uur vliegen om 40 km te doen, jezus wat een slechte dag! Nou ja, het was moeilijk voor iedereen en Cameron heeft wel een heleboel informatie over hoe ik vlieg, daar kunnen we nog wel een tijdje mee vooruit. Ik moet sneller en agressiever reageren en een gestructureerd zoekpatroon ontwikkelen.
Vandaag pijnstillers mee.

05 januari 2010

Gustfront day

Uiteindelijk leek ik gisteren zo ongeveer de enige die lol in de vlucht gehad had. Mensen zaken uit in de startcirkel, Trent werd tijdens de launch door een dusty gegrepen (en kwam er deze keer vanaf met een kapotte upright), Nics instrumenten hielden er mee op. Ik startte erg laat, draaide moeiteloos naar wolkenbasis en liet me al draaiend de startcirkel uitdrijven. Ik hopte van gaggletje naar gaggletje, een paar slagen met Virpi onder me die te wijd draaide, en zonder enige moeite was ik al veertig kilometer verder. Ondertussen dumpte een wolk in het westen een regenbuitje, niks spannends dacht ik want hij bewoog niet hard en ik dacht dat ie achter me langs zou passeren. Hier in Forbes kan je altijd mooi de buien zien en er gewoon omheen vliegen. Als je op de grond kijkt waar de regen neerkomt kan je precies in de gaten houden welke kant het op gaat en hoe snel.
Nadat ik Virpi achter had gelaten was ik alleen, en prompt zakte ik uit. Heel laag boven de grond vond ik weer een belletje, en ik draaide langzaam omhoog, tot ik opnieuw naar de bui keek en zag dat ie sneller bewoog en ook recht op me af. Daarom stopte ik op duizend meter, laag, en stak vervolgens een beetje crosswind door om de bui vóór te blijven en hopelijk helemaal uit z’n pad te vliegen. Dat bleef zeker een kwartier zo, laag glijden, beetje hoogte tanken, een blik op de bui werpen en als de wiedeweerga doorsteken. Bij Grenfell hield het op en landde ik keurig. Er stond een flinke puist wind en dan lukt het me meestal wel.
Een leuke dame stopte en begon meteen een interview voor de Grenfell Weekly. Binnenkort ben ik wereldberoemd in heel Grenfell (ik schat zo’n 1000 inwoners). Daarna gauw ingepakt om het gustfront voor te zijn, en ik stond net met m’n vleugel op m’n schouder te overwegen hoe ik nou het hek over zou komen, toen Alex parkeerde en me een handje hielp.
De 100 km die we nog naar goal moesten rijden was de lucht hier en daar zwart en de buien waar we doorheen reden waren flink heftig. We verwachtten dus wel natte piloten op goal, maar hun gezichten leken eerder op ‘ernstig ongeluk’ te staan. Het bleek dat ze er met z’n twaalven waren, toen een gustfront vanuit het westen in seconden tijd over ze heen kwam, en terwijl iedereen probeerde te redden wat er te redden viel werden ze overvallen door nog een gustfront, vanuit het zuiden. Totale chaos dus, een paar zwaar beschadigde vleugels en eentje total loss, Tony naar het ziekenhuis met een bijna afgerukte vinger nadat hij de kabels vast probeerde te houden, anderen op het nippertje uit hun A-frame gesprongen, deuken in auto’s waar leading edges tegenaan waren geknald. Jamie zal de fotoos wel op haar blog zetten, ik heb ze nog niet gezien. http://naughtylawyertravels.blogspot.com/
Ondertussen hadden we al een uur niks meer van Gijs gehoord. Het laatste was dat hij op 50 km zat. Nergens is telefoonontvangst, dus dat is niet zo gek, maar we hadden ook geen radiobericht over landen of positie ofzo. Hij moest ergens bij Murringa geland zijn, een gebied zonder telefoon of bewoning of wegen. Ik maakte me zorgen, met die idiote gusts kon hij wel een ongeluk hebben gehad en dan zou het nog heel lang gaan duren voordat we ‘m zouden vinden.
Tegen zeven uur kon hij bellen bij een farmers huis, toevallig net op een moment dat wij ontvangst hadden. Niks aan de hand, hij had harstikke goed gevlogen en was na z’n landing ook meteen op zoek gegaan naar een manier om contact te maken.
Op de terugweg boden Ropje, Connie en Nathan me een lift aan, erg goed want ik trok het bijna niet meer in Blenkies auto en bovendien had ik dringend behoefte aan een goed gesprek. Om natuurlijk terug in Forbes precies het tegenovergestelde te doen van wat Ropje adviseerde, en hij heeft vrees ik gelijk maar ik wilde naar Cameron toe. Die was vrolijk, zat met Nic en Les aan de sambuka helemaal tevreden dat hij een dag had overgeslagen.

04 januari 2010

taak 2




Toen het echt makkelijk werd, na het keerpunt, was ik meteen m’n concentratie kwijt en in minder dan tien minuten nadat ik op wolkenbasis zat stond ik op de grond. Duf konijn, ik wist het zelfs al toen ik nog naar het keerpunt toe vloog, dat ik me mentaal nog niet rijk moest rekenen. Zeventig van de 194 km, dat lijkt nergens op. Vooral niet op zo’n mooie dag, wolkjes, goeie termiek, stevige wind in de rug na het keerpunt.
Cameron stond al voor het keerpunt aan de grond. Het gaat niet goed met ‘m, ik neem aan dat het dezelfde blues is die Robert Reisinger vorig jaar had. Geen motivatie. Robert is er overheen gekomen en vliegt weer in de top twintig, dus het kan allemaal nog goed komen.
Ik whackte in op een fantastisch landingsveld, gigantisch, kort gras, naast een weg. Via de radio gaven Blenkie en Djenghis m’n positie door aan de auto. Ik hoefde me sowieso geen zorgen te maken over de ophaal want de landeigenaars kwamen een kijkje nemen en de chauffeur van een ander team reed toevallig langs, dus er waren genoeg mogelijkheden om m’n coördinaten door te geven. Ik realiseerde me wel dat ik net zo makkelijk onvindbaar zou zijn geweest, als de radio niet had gewerkt en die mensen er niet waren. Geen telefoonontvangst in een gebied van zo’n vijftig kilometer, geen verkeer, geen huis op loopafstand.
Djenghis vloog z’n persoonlijke record, je hoorde ‘m over de radio al hallelujahen. Leuk, ondanks de steeds ondraaglijker wrijvingen in het team. Tenminste iemand die het heel erg naar z’n zin had.

Plaatjes op http://www.moyes.com.au/articledetail.asp?ID=326
Filmpje en scores op http://www.moyes.com.au/Forbes2010/Results/Results.aspx (nou ja niet iets waar ik speciaal trots op ben)

03 januari 2010

taak 1

Een jammer-dag. De lucht was strak blauw en door de regen is alles groen en zijn er geen dusties, termiek is volkomen onzichtbaar dus. Het waaide weer hard en de belletjes waren klein en gebroken, moeilijk om de kern te vinden en er was echt geen plaats voor twee. Dat is geen probleem zolang iedereen op verschillende hoogte bezig is, maar ik liet me twee, drie keer de bel uit duwen zodat ik een paar honderd meter buiten de startcirkel al aan de grond stond. Ik was geland bij een andere vleugel, dat is altijd veiliger en praktischer dan op je eentje in een veld staan. En ja hoor, net als vorig jaar bleek het Cameron te zijn, die nogal sjagrijnig is vanwege z’n slechte performance vandaag. Desondanks droeg ie m’n vleugel, bloemen voor die man! Alex was er ruim voordat ik ingepakt was, en ze bracht ons meteen terug naar Forbes zodat we niet de hele middag in de auto hoeven zitten. Dat is dan de bonus voor heel erg slecht scoren, dat je in ieder geval een wasje kan draaien en met je harnas kan spelen.

02 januari 2010

Practice day


Het wordt gewoon ieder jaar beter! Ik hing nog maar net in de lucht of ik wist alweer: dit is waarom ik helemaal naar Australië afreis ieder jaar. Wauw wat is het hier toch schitterend! Mooi, fijne lucht, nooit een zorg om landingsvelden, helder. Het slepen ging ook weer heerlijk, de dollies rollen prima, de tugs vliegen langzaam, m’n vleugel gaat op rails. Terwijl ik ontspannen aan het genieten was dacht ik vrijwel voortdurend aan Christine, en ik mis haar enorm, en toch kon ik tegelijk een supermooie dag hebben.
Ik liet me lekker makkelijk met de wind meedriften naar Parkes, gewoon om me niet overbodig in te spannen en van het uitzicht en het vliegen te genieten. Dat kostte zo’n drie kwartier, wel genoeg zo, dus ik draaide na 20 km om om te proberen tegen de harde wind in terug richting vliegveld te komen. Iets teveel uitdaging, dus na acht km stond ik aan de grond. Kilometers van de weg af, dus ik moest de vleugel en m’n harnas tegen de wind in vechten om alles heel en snel klaar te krijgen voor de chauffeur. Zweetsoppende schoenen, geen tijd voor korte broek of zonnebrandsmurrie, vette haren voor m’n ogen. Alex was er al voordat ik helemaal klaar was, ze is wel piepjong en een beetje bleu, maar dit lukte uitstekend. Virpi stond even verderop dus die pikten we ook op, en nog voor het eten zat ik al gedoucht met een biertje in de bar. Iedereen kwam blij binnen, we hadden allemaal niet verwacht dat het zo goed zou worden vandaag.
’s Avonds briefing, met cabareteske introducties van de tugpiloten. Ik hoefde geen ogen in m’n rug te hebben om te bedenken dat Rinus het liefst ongezien had willen ontsnappen, en de grap is dat hij daarmee nou juist laat zien wie hij is. Een superbescheiden, zorgzame, enthousiaste sleeppiloot. We moeten wel nog een goeie naam voor ‘m bedenken want Rinus is niet uit te spreken voor het Engelstalig volk.
Morgen taak 1, met fantastische weersvoorspelling!

01 januari 2010

Forbes loopt vol

Gisteren absoluut niks gedaan maar het was gezellig, iedereen kwam aan. Het werd een soort startfeestje, leuker dan het eindfeest vorig jaar. Grappig hoe je sommige mensen alleen maar een keer de hand hebt geschud vorig jaar, en nu vanwege de herkenning innig omhelst alsof het om dikke vrienden gaat.
Voor Christine was het erg moeilijk. Het is inmiddels wel tot haar doorgedrongen dat ze hoe dan ook niet mee zal vliegen, haar oog moet herstellen en haar vleugel is flink beschadigd. Ze stelde zich met afgrijzen voor hoe ze dag in dag uit in het Vandenburg zou rondhangen, op haar eentje eten, niks te doen, en laat in de avond komen de piloten moe en voldaan terug. Ik weet precies hoe het voelt, van m’n traumaatje met m’n gipsen arm op de Chabre ben ik nooit meer hersteld. Dit is nog erger, omdat het zo’n unieke kans is om hier te vliegen en omdat er echt nulkommanada te doen is in Forbes.
Hans geeft de wedstrijd op, en gaat met haar langs de kust toeren naar MtBeauty. Cameron en ik hebben overwogen om mee te gaan, maar uiteindelijk ben ik hier toch ook voor het vliegen (flying comes first, nou ja nadat friends have been taken care of uiteraard). Nu dus maar hopen dat het veld vandaag droog genoeg is en de wind niet te hard, zodat we de lucht in kunnen.