06 januari 2010

lesdag


We hebben de ultieme oplossing voor Camerons blues gevonden, een echte win-win. Hij is m’n persoonlijke coach. We vliegen op een apart radiokanaal, hij blijft voortdurend bij mij in de buurt en landt bij mij, in de lucht geeft ie af en toe aanwijzingen (maar niet teveel want ik heb er de pest aan als m’n concentratie doorbroken wordt) en hij kijkt vooral naar wat ik doe zodat hij me ’s avonds feedback kan geven. Cameron weer helemaal gelukkig, en ik kan er alleen maar beter van worden. Behalve dan die storende radio natuurlijk, en de verschrikkelijke frustratie dat ik hem rustig tegen een wolk geplakt zie wachten terwijl ik me in het zweet werk om überhaupt omhoog te komen. Nou ja, hij is nou eenmaal duidelijk een heel veel betere piloot dan ik. Gisteren leek hem het grootste probleem dat ik me uit de kern laat zetten, hij denkt dat dat misschien komt omdat ik licht zou zijn. Ik denk dat het meer een gebrek aan agressie is, ik zal moeten leren om krachtiger in te draaien en een breder zoekpatroon te ontwikkelen. Niet te snel tevreden zijn met 2 meter stijg als er misschien ook nog 3 meter is.
Er was gedoe met de luchtvaartautoriteiten gisteren, dus we kregen een strikt verbod om over de baan te vliegen. Normaal mag je er boven 1500 ft wel overheen, maar we zouden gisteren ons allemaal supernetjes aan alle regeltjes houden, roomser dan de paus. Normaal gesproken worden piloten door de sleeps her en der afgezet en zijn er zo’n drie of vier gaggles boven het veld, maar nee, juist gisteren werden we allemaal in die ene dikke bel afgezet, precies boven de startbaan. Een gaaf gezicht weer, 70 vleugels die in een enorme kolom omhoog draaien en hopen dat er wolkjes gaan ontstaan boven de route. Naast me zag ik er drie tip aan tip om elkaar heendraaien, wauw wat een schitterend gezicht! Wat een vertrouwen in elkaar ook. Ik geloof niet dat ik het ooit zo ver breng. Ik hou het een minuut of tien vol, en dan is m’n stresspotje wel weer gevuld dus ik stak tegelijk met Ropje en nog een paar anderen op koers, ook al had ik nog niet maximale hoogte. Die fout bleef ik de rest van de dag steeds weer maken, en zo werd het een ontzettend vermoeiende vlucht. 2400 meter, steken, geen termiek meer vinden en doorzakken tot een paar honderd meter boven de grond, en dan weer verschrikkelijk langzaam met een paar andere sukkels omhoog draaien, terug naar Cameron. Een bel draaiden we met z’n drieën, Camo, Les en ik, keurig om elkaar heen. Leuk, maar met een onderlinge afstand van tientallen meters toch een heel ander verhaal dan die drie bij de start. Les vloog door en haalde goal, terwijl wij nog doorschroefden tot 2700 meter om een groot blauw gat over te steken. Ik haalde het niet, was ook totaal kapot van de hoofdpijn en pijn in m’n benen (daar gaat al m’n spanning in zitten) en de landingsangst kwam opzetten, dus ik gaf het op. Twee-en-een-half uur vliegen om 40 km te doen, jezus wat een slechte dag! Nou ja, het was moeilijk voor iedereen en Cameron heeft wel een heleboel informatie over hoe ik vlieg, daar kunnen we nog wel een tijdje mee vooruit. Ik moet sneller en agressiever reageren en een gestructureerd zoekpatroon ontwikkelen.
Vandaag pijnstillers mee.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten