31 juli 2015

Stand up peddelen



Ik trek enorm veel bekijks met m’n geSUP, zeker langs het Rijn en Schiekanaal waar ontzettend veel mensen langs wandelen, fietsen, op bankjes zitten. Het is ook wel een stom gezicht iemand die met een omgekeerde oversized peddel zich zigzaggend probeert staande te houden op een veel te brede surfboard. Toen ik het Cameron voor het eerst zag doen kreeg ik de slappe lach, het ziet er zo suf uit en dat voor zo’n sportheld. Maar het is helemaal verrukkellijk. 8 km/2 uur in de zon, de limiet zit ‘m alleen maar in m’n tenen die na een uurtje behoorlijk beginnen af te sterven en na twee uur echt morsdood zijn – helaas zonder de bijbehorende gevoelloosheid. Het komt niet door de kou denk ik want in AustraliĆ« heb ik er ook altijd last van. Maar geen pijnlijke pezen, geen steken in m’n rug, en oververhit raak je er ook niet van.
Ik sta stabiel genoeg om een beetje om me heen te kijken, en er waren nu maar weinig boten die me op de knieƫn dwongen. Twee keer durfde ik te blijven staan maar dat waren dan ook schuiten met vriendelijke schippers die heel langzaam langsvoeren zodat er geen grote golven achteraan kwamen.
Bij de Hoornbrug zwommen twee futen met ieder een kuiken. De ene nam het kuiken op de rug, de ander dook onder zonder zich om het kleintje druk te maken. Even verderop toeterde een eend haar kroost van zes, zeven kuikens bij elkaar, net een ouderwetse schooljuf.

26 juli 2015

Ochtendgymnastiek




Overal zag ik de ravage die de storm van gisteren heeft aangericht. Dikke takken van de stam afgescheurd, een ontwortelde boom. Maar vanmorgen was het juist windstil. De opkomende zon trok de damp uit de spiegelgladde Vliet. Het was nog ontzettend koud, ik zag er tegenop om het water in te duiken maar het bleek juist zalig. Bij elke slag voelde ik de zon sterker gaan schijnen. Ik was helemaal alleen in de enorme plas, tenminste enorm als je ‘m oversteekt en weer terug. Twee zwanen dreven onverstoorbaar voor me uit. Een paar spierwitte donsveertjes dreef op het wateroppervlak. Halverwege werd ik ineens zenuwachtig over de billebijters in het zuivere natuurwater maar als ik nou gewoon effe normaal doe weet ik best dat we in Nederland niks griezeligers hebben dan een enkele baars die langs je benen strijkt. Toch keerde ik al voor de overkant om. M’n fiets was er nog en terwijl ik tussen de takjes en bladeren naar huis manouvreerde kwam ik meer en meer andere vroegerikken tegen. M’n handen waren zo koud dat ik de huissleutel niet om kon draaien, maar met een beetje wrijven en wrikken kon ik nog voor half negen aan de koffie.