31 maart 2013

Glennies Creek again


mijn bij Muswellbrook



Westy start



Dixon Park

Ondanks alweer een geweldige dag ben ik een beetje depri, heb een beetje koppijn, voel me een beetje onfit. Misschien komt het door het weer, er hangt een enorme deken met mammatus boven de stad en boven de heuvels en de oceaan dreigen gigantische cb’s. Of doordat ik twee keer langs Muswellbrook reed, omringd door enorme gruwelijke vieze open mijnen. Of doordat ik toch weer terug in Newcastle ben, omdat er zuidenwind voorspeld wordt voor morgen en dan is het zeker goed vliegen op Merewether, en nergens anders.
Toen ik vanmorgen in Denman opstond was het grijs en miezerig, met een toenemende windvoorspelling. Dus ik pakte m’n boeltje in en scheurde naar Glennies Creek, waar Westy al stond te wachten. Er kwam verder niemand opdagen, dus met z’n tweeën reden we het nogal griezelige four-wheel-drive-pad naar de start. Om twaalf uur stond ik al helemaal klaar om te starten, maar ik vertrouwde het toch niet. Net te weinig wind, een vlakke start met hoog gras om lekker in te struikelen, en m’n loeizware covertharnas om het starten nog iets lastiger te maken. Ik haakte weer uit en we wachtten een uurtje. Toen nam de wind inderdaad toe en in on time was ik in de lucht. Het was schrapen maar een geweldige bel bracht me tot wolkenbasis. Vreemd, want er was volledige stratusbedekking. De wedgies schreeuwden dat ik op moest rotten, en ik kon niet zien wat er zich in die stratus verborg, dus ik vloog naar het eind van de riggel en weer terug, een stuk lager. Ondertussen was Westy gestart en ook weer getopland, met een kromme upright als resultaat dus hij pakte in. Ik besloot te blijven vliegen tot ik hem naar beneden zag rijden, maar ondertussen parkeerde een truck naast mijn auto en na een poosje vertrok ie weer richting Singleton. Ik ben te bijziend om te zien of m’n Litesport nog op m’n dak lag, dus ik vloog richting landingsterrein om mezelf gerust te stellen en natuurlijk zakte ik daardoor uit. M’n landing, met de F2 nota bene, was bijna goed maar ik dreigde op een groot houtblok terecht te komen en tja, daar ga je raar van doen en ik whackte hard in. Flink pijn in m’n elleboog maar geen schade aan de vleugel, gelukkig.
Terug in Newcastle door Conrads slaapkamerraam geklommen en mezelf weer geinstalleerd, voor een laatste keer Newcastle.

30 maart 2013

Tandem towing

Bijna elke dag weer hier, realiseer ik me hoe ontzettend ik bof. Wat een heerlijke dag. Ik was net opgebouwd toen de hele meute aankwam, ik deed twee sleeps en genoot van het uitzicht en de makkelijke landingen. Nog voor één uur was ik klaar om met Cameron een tandem te doen. Hij heeft net z’n endorsement gehaald en had nog nooit ge-aerotowed met een tandem. Nou ben ik de ideale passagier-proefkonijn: niemand kan zo goed een zak aardappelen nadoen als ik. Twee leuke vluchtjes met hem waren genoeg om duidelijk te maken dat hij ook dit uitstekend kan, en terwijl hij een jochie meenam dat de hele middag met de dolly had lopen sjouwen deed ik nog twee sleeps met m’n Litesport. Daarna inpakken en aan het bier, en toen iedereen vertrokken was namen Pete en z’n vrouw me mee naar het dorp om in de pub uitstekend te eten. Nu ben ik helemaal alleen in de hangar en morgen kan ik ofwel hier nog een paar sleeps doen, ofwel naar Glennies voor wat soaren en een spannende landing, ik denk met de Fun.

29 maart 2013

Denman






Dit is één van de mooiste plekken waar ik ooit gevlogen heb. Ongelooflijk gevarieerd, heuvels en rotsen van verschillende hoogte en vorm, brede en smallen dalen verschillende richtingen op, overal goeie landingsmogelijkheden en voldoende infrastructuur, helemaal super. Pete heeft een prachtige strip gemaakt, een huis, een hangar vol speelgoed (zeilvliegers, trikes, gyrocopter) en bedden, kachel, douche en wc in de hangar. Fantastisch! Maar binnen een paar jaar wordt het hele gebied hier afgegraven, honderden vierkante kilometers mijn. De tranen springen je in de ogen als je daar aan denkt, zo’n schitterend natuur- en vruchtbaar agrarisch gebied voor altijd kapot maken, veranderen in een vies en lelijk maanlandschap, voor een paar miljard. Er is genoeg kool in het lege binnenland, maar de mijnbedrijven willen niet zo ver van de bewoonde wereld aan het werk want dan kunnen ze moeilijker personeel krijgen. Er is genoeg economische dynamiek in NSW voor een redelijk niveau van voorzieningen, maar de bevolking wil geen belasting betalen en heeft behoefte aan goedbetaalde lage-opleiding-banen. En de meeste locals protesteren niet omdat ze meer compensatie krijgen dan ze ooit hadden kunnen verdienen met gewoon hun huis verkopen, en omdat iedereen vindt dat natuurbeschermers achterlijke hippies zijn.
Een mijn levert tien tot vijftig jaar kool, werk en geld op. Het gat blijft de komende paar miljoen jaar.

27 maart 2013

De wereld op z'n kop








Vandaag is het al helemáál niet vliegen: de wind is harstikke noordelijk, iedereen is aan het werk en voor inland zou het sowieso te hard zijn volgens mij. Dus de dag begonnen met twintig baantjes in de ocean pool, een uurtje facebooken, beetje lezen in de hangmat en toen naar de Hunter wetlands. Je mag er overal met je fiets rondrijden, gewoon de fiets door het entreegebouw, de draaihekjes en de trap. Alles is hier tegenovergesteld aan thuis: fietsen op de stoep wordt aangemoedigd, en niemand maakt bezwaar als je over de voetpaden in zo’n omheind park fietst. Integendeel, er is altijd wel een meneer in een uniform die daar de boel onderhoudt, een vrijwilliger waarschijnlijk, die z’n golfkarretje even stilzet om een babbeltje te maken.
Het park was prachtig, er zouden meer stadsparken zo ‘natuurlijk’ mogen zijn. Helaas was er ook een stukje tropisch regenwoud inclusief heel veel muggen, die ik hier natuurlijk niet kon doodslaan aangezien het hun reservaat was.
Na een uur of twee had ik het wel gezien, en herhaalde ik m’n niet-vlieg-routine maar weer: beetje lezen in de hangmat, beetje zwemmen in de golven. Op het strand kwam ik Drew tegen die was wezen surfen, en misschien ook wel Ricky alleen had ik m’n lenzen niet in dus ik wist niet zeker welk gezicht er precies onder de kite hing.
’s Avonds clubavond, met alleen het bestuur, Hairy Karl, Frans, Tony met een student, Splint en dinges, Ward, Selmsy en ik. Hoe minder mensen hoe langer de vergadering want niemand zit serieus voor. De bizarre verhouding in dit land met fietsen bleek maar weer eens: fietsers moeten/mogen (?) gebruik maken van het voetpad dat over Dixon start loopt, en nou wil de fietserslobby er een railing langs omdat ze misschien zouden kunnen vallen. Fietsers hebben hier geen zelfrespect. Ze laten zich helmplicht gevallen, ze vallen voetgangers lastig en tegelijk worden ze, als het om verboden en boetes gaat, als gemotoriseerd verkeer behandeld. En dan zijn ze ook nog eens benauwd om te vallen!
Toen ik vanmorgen terugkwam van het zwemmen viel me op dat er altijd wat mensen rondjes fietsen in de oval. Met een helm op. Langzaam, want serieus hard wielrennen gebeurt hier nooit. Dus kennelijk is het bedoeld als exercise. In plaats van naar je werk en naar de winkel te fietsen, doen ze hier rondjes over de renbaan!

25 maart 2013

Middagje Merewether



Ik was vanmorgen twee keer naar Dixon Park gefietst om te zien of het on was, maar het was nogal zuid en er was verder niemand. Ik voelde me net niet zelfverzekerd genoeg om toch te starten, dus ik besloot wat huis te houden en dan naar Merewether te fietsen. Maar Conrad kwam rond lunchtijd ziek thuis, en stuurde me zonder pardon naar boven. Inderdaad, het was perfect, en Tony Barton was er bezig met tandems en parapentestudenten. Gelukkig, want hij had het ontbrekende latteclipje voor me, en hij kon me verzekeren dat het neuskapje alleen voor het mooi is. Ik vloog een half uurtje heerlijk op de F2 160, de demo-Fun van Airborne die ik een maand mag lenen. Fantastisch! Na m’n tweede landing ontdekte ik dat ik de twee linker tiplatten verkeerdom had geinstalleerd, en de buitenste was daardoor losgeschoten, maar ik heb absoluut niks gevoeld. Gewoon een verrukkellijk vleugeltje. Wel een beetje jammer dat het überhaupt kan, een lat verkeerdom.
Tijdens het vliegen was het genieten van Adams loopings tot anderhalve meter boven de grond, gevolgd door een wingover, landing halverwege de helling, start en nauwkeurig en sierlijk omhoog werken terug tot ver boven de heuvel. Wat kan die fantastisch vliegen! Het is alsof je je hele leven schaatsen op slootjes hebt gezien, en voor het eerst iemand ziet kunstschaatsen. Een feest om naar te kijken. Toen ik hem complimenteerde met z’n fraaie vliegen, kwam hij minstens zo aardig terug met de opmerking dat ik ontzettend veel beter vloog dan toen ie me voor het eerst zag, in Brazilië. Dat is wel heel veel jaren geleden en Brasilia was één van m’n dieptepunten, maar het doet me toch goed.
Voor het eerst durfde ik vanaf Merewether over het zwembad te vliegen. Zo’n goed gevoel om weer een stapje te zetten! Ik zakte wel uit op het strand, maar Donny gaf me een lift naar m’n auto dus ik kon gewoon een tweede vlucht maken en die landde ik wel in het park.

24 maart 2013

Glennies Creek






We togen met de halve Newcastle hanggliding club naar Glenn Innes, een schitterende winterstek zo’n 80 km verderop. Eénmaal daar aangekomen zag ik tot m’n schrik dat de enige landingsoptie een downwind hellingop landtongetje in het meer was. Spotlanden verplicht, want een overshoot betekent verdrinken en undershooting kost op z’n minst een upright. Conrad legde goed uit hoe we de landing moesten doen, en ik ga de laatste tijd heel redelijk met m’n litesport, dus ik besloot het er op te wagen. De start en vlucht waren heel gemiddeld, het was ridgesoaren en ik durfde niet goed de zwakke termiek in te draaien, dichtbij de flauwe helling en tussen een tiental andere vleugels. Ik kwam nooit hoog genoeg om wat fotoos te maken, en na een half uur begon ik duidelijk onder ridgehoogte te zakken en toen ik ook nog door een eagle werd aangevallen vond ik het welletjes. Ik wilde perse niet landen als er ook anderen waren en ik wilde hoog genoeg aankomen om rustig m’n circuit te maken. Ik werd zelfs omhoog geblazen boven het meer waar ik hoogte wilde afbouwen, maar ondanks een hard kloppend hart deed ik precies de landing zoals Conrad had uitgelegd, met helaas een beetje een whack op het eind. Jammer, want het had perfect kunnen zijn. Maar Mickey en Selmsy die na mij landden, toegegeven met topless vleugels en wat lager in de rotor, whackten veel harder dan ik.
Toen ik klaar was met afbouwen en slap ouwehoeren en tot kookpunt raken in de drukkende zon, dook ik het meer in. Nicola kwam net aan om te landen, dus ik bleef in het water dobberen om haar landing te bekijken. Ze draaide te laag op downwindleg, maar had voldoende snelheid. Net toen ik vond dat ze hoognodig in moest draaien, deed ze dat, maar ze zag kennelijk dat ze het niet ging halen en verloor al haar snelheid. Daardoor haalde ze wel net het land, maar ze stallde en klapte hard tegen de grond. Ik was in m’n nakie dus het kostte een paar momenten voor ik bij haar was, en toen trof ik haar compleet overstuur aan. Ze had flink pijn in een verstuikte enkel en ze was behoorlijk van de kaart. De rest van de middag en avond was het weer eens het bekende liedje: kapotte vleugel inpakken, snel naar een ziekenhuis rijden, fotoos maken, plegen en artsen die met een ik-wist-het-wel natuurlijk was je aan het hanggliden blik lachen naar Conrad, die met grote regelmaat gebutste piloten komt afleveren in Hunter hospital waar hij zelf eerste-hulp-arts is. We kregen gelukkig wel de VIP-behandeling dus om half tien zaten we aan de Indiase hap bij Nicola thuis. Ik was inmiddels sjagrijnig van de honger en de hitte, Nicola was stoned van de pijnstillers en Conrad weet ik nooit.

22 maart 2013

Herfst in Newcastle




Ook al kunnen we niet vliegen, het is fijn om terug in Newcastle te zijn. Naar de fabriek gefietst en eindeloos gekletst met Alby en Jan, de demo-F2 opgehaald en ik mag ‘m hebben tot het einde van m’n vakantie!, een aanval van huishouden overleefd en nou zijn Conrads ramen weer schoon, Selmsy op bezoek en gisteren met Conrad en Nicola naar een enorme zeegrot, schitterend. Halfdonker en oorverdovend door de heftige branding, spannend om de sterke stroming te voelen, prachtig. Ik ben wel te lui en te koukleumerig om ’s ochtends te gaan zwemmen en ondertussen dij ik uit. Het wordt zo langzamerhand tijd om me weer eens bij de sportschool te melden.

20 maart 2013

Alleen aan de kust



Toen ik vertrok, rekende Merle me vijf dollar per nacht en Derek gaf me een dikke omhelzing. Volgens Marco was het een plezier geweest om me op te slepen, en de eigenares van de Mezzanine gaf me een kop koffie. Ik weet niet waar ik al die lieve attenties aan verdien maar ik vind het geweldig!
Omdat ik de route Forbes – Newcastle inmiddels wel erg vaak heb gereden en ik trouwens de tol bij Sydney veel te hoog vind, koos ik een route dwars door de blue mountains. Kleine kronkelweggetjes, maar allemaal zo dichtbegroeid dat er nauwelijks uitzicht was. Ik stopte eerst bij Cameron, die net naar Rohan vertrokken is voor een tandemcursus, en installeerde me vervolgens bij Conrad die ook al niet thuis is. Raar, het is wel lekker om zulke vertrouwde plekken te hebben maar ook ongezellig. Voordat ik naar Australië kwam had ik er wel op gerekend dat niemand tijd zou hebben om met me te gaan vliegen, omdat mensen nou eenmaal moeten werken. Dat is alleszins meegevallen, maar nu is de situatie omgekeerd. Ik had enorme zin om m’n Newcastlevrienden weer te zien, maar ze zijn allemaal druk aan het werk, hebben familie op bezoek en besteden weer eens wat tijd aan kinderen en partners. Tja.

19 maart 2013

Slechter weer in Forbes





Damn! Heb ik mezelf weer te pakken. Volgens mijn interpretatie van de rasp hoefde ik me geen zorgen te maken over onweer, maar toen ik naar het vliegveld reed was het hele noordoosten gevuld met congestus en regen, en het kwam in hoog tempo over me heen. Wat had ik Martin graag hier gehad! Maar ik moet het nu echt helemaal zelf doen, Marco is een geweldige sleeppiloot maar geen zeilvlieger dus hij kijkt heel anders naar de lucht dan ik.
Ik besloot in ieder geval wel te starten, zó eng zag het er nog niet uit, maar ik wist al vóórdat de vleugel uit de hangar was dat het geen onbekommerde vlucht kon worden. Het gebrek aan retrieve speelt me ook parten: als ik vol overgave voor het front uit zou vliegen, misschien een mooie afstand maken, zou ik die hele afstand ook weer terug moeten lopen/liften. En out-and-return vliegen kon wel eens afgesloten worden door het weer.
En dus was ik de  hele vlucht aan het wijfelen, zenuwachtig over de grote, lage (1700 m) wolken en de uitstekende lift, niet overtuigd op koers en gespannen over m’n landing. Dat leidt zoals gewoonlijk tot niks, dus ik zakte 2,5 km van het vliegveld na drie kwartier uit. Gelukkig zijn m’n landingen inmiddels vrij degelijk, en er waren geen gesloten hekken dus binnen een uur lag m’n vleugel op m’n auto. Af en toe valt er een regendruppel, dus het is inderdaad niet erg stabiel in de lucht.

Omdat ik om acht uur (donker) m’n tent inkruip en voor half tien slaap, word ik vijf uur wakker. De halve camping is dan al druk, iedereen gaat om een uur of zes, half zeven appels plukken, doorrijden of aan de weg werken. Veel Australiërs staan vroeg op, en veel Australiërs trekken van werk naar werk. Misschien zijn ze daarom zo hartelijk en direct, omdat het leven bestaat uit korte voorbijgaande contacten. Soms iets tè, ik ben deze week liever alleen dan dat ik koetjes en kalfjes bespreek met mensen waar ik nulkommanul affiniteit mee heb. Roken terwijl anderen ontbijten, honden die naast m’n tent schijten, de koelkast vol bier en uren douchen terwijl overal watersaving bordjes hangen.
Tegelijk moet ik mezelf bedwingen om niet in de auto te springen en naar Newcastle te rijden, veilig en gezellig tussen vrienden. Maar dat zou stom zijn, als ik hier nog een of twee dagen kan vliegen moet ik de kans grijpen.
Om zeven uur is het licht, maar de Mezzanine is nog niet open dus ik maak een praatje met een water diviner. Hij zou wat meer water moeten gebruiken dus ik probeer enige afstand te bewaren, maar dolenthousiast vanwege mijn interesse showt hij al z’n instrumenten. Met 40 cm metaaldraad losjes in de hand wijst hij water aan, en met een andere draad kan hij vaststellen of het zout water is. Voor mij is het categorie astrologie en auralezen, maar vooruit een verklaring heb ik niet en hij vliegt er twee vliegtuigen van.

18 maart 2013

Groen Forbes



Damn! Het lijkt wat overdreven om 800 kilometer te rijden, 25 dollar te betalen en twee dagen te wachten voor een vluchtje van 25 minuten. Marco wilde me best nog een keer opslepen, maar ik had er weinig fiducie in dat dat dan wel tot een serieuze vlucht zou leiden. De lucht was gewoon te moeilijk, ondanks de cumultjes overal om ons heen (maar net niet boven Forbes) en ondanks de dustdevil en drie windsokken die drie verschillende kanten op wezen.
Het voelt raar om hier helemaal alleen te zijn, maar het maakt nauwelijks uit. Marco en z’n schoonvader helpen me de lucht in, de campingeigenares is standby om me in geval van nood op te halen, en ik heb een bord in m’n harnas met ‘pilot needs lift’. En of ik nou hier in de zon zit te lanterfanten, of in Newcastle in de regen, New Scientisten oplees of slap ouwehoer met vage kennissen, dat maakt allemaal weinig uit voor m’n zieleheil. De knagende gedachte dat ik m’n tijd beter zou moeten gebruiken dan met het herlezen en herlachen van Pratchetts Last continent geeft me een beetje schuldgevoel, maar ach ik ben inmiddels goed getraind in het niets-nuttigs-doen. Zelfs de echte bejaarden die op de camping verblijven zijn actiever dan ik: ze verdienen een zakcentje met appels plukken, of ze rijden naar Parkes om de schotel te bekijken.

17 maart 2013

Vaarwel Victoria





Het was leuk om voor het klasje van Rohan te werken, en ik heb vijf uitstekende landingen utigevoerd, maar het is toch onvoldoende om in Trawalla te blijven hangen. Wekker op zes uur, ontbijt naar binnen schuiven, werken wachten werken en dan maar hopen dat er een  moment komt waarop Rohan zegt dat ik mag vliegen. Toen ik voor de derde achtereenvolgende nacht slecht sliep en er ook nog eens ideaal lesweer (= stabiel dus slecht vliegweer) was voorspeld, besloot ik in te pakken. Niet richting Adelaide en Helen om nog meer nieuwe sites te zien, maar terug richting Newcastle omdat ik Conrad en Selmsy en Nicola en Cameron en Fluffy mis. Onderweg bedacht ik dat dit wel eens de laatste kans kon zijn op een vluchtje in Forbes, dus ik boog af en reed in één ruk de 850 km naar m’n favoriete vliegplek. Het was koel en bewolkt dus ik viel niet in slaap. Het landschap van Victoria was zo Europees dat het vooral saai was: wel fraai maar gewoon niet bijzonder. Als er dan toch geen zon is, dan heeft Europa meer te bieden. Zodra ik bij Tocumwal NSW binnenreed veranderde het: uitgestrekt, droog, leeg, geen paarden meer maar koeien en schapen. Af en toe een gigantische dooie kangoeroe langs de weg, en om het half uur een enorme vrachtwagen. Elke 120 kilometer een ‘dorp’: vier huizen, een IGA en een dorpsklok. Een bord dat waarschuwt dat het volgende tankstation 107 km verderop is, maar mijn tank kan ruim 600 km aan en ik heb al m’n kampeerspullen en zelfs m’n fiets aan boord, dus ik hoef me niet druk te maken. Ergens op een rest area m’n prefab pasta gekookt. De hele dag geen mens gezien. Verrassend goeie ontvangst van de bbc worldservice dus ik ben nu niet alleen op de hoogte van het aantal moord- en verkeersslachtoffers in Australië, maar ook van het feit dat er kennelijk een nieuwe paus is.
De Vandenburg was vol dus ik plempte m’n tentje weer onder dezelfde boom als de vorige keer (ik voel me niet helemaal vrij om bij Len aan te kloppen). Vandaag waait het hard, hopelijk kan ik morgen de lucht in.

15 maart 2013

Werken op Trawalla airfield



Ik word knetter van de marshflies, Rohan en z’n familie dulden geen tegenspraak, de kans op een mooie lange vlucht en dan retrieve is vrijwel nihil en één van de leerlingen heeft haar eikel van een man bij zich. En toch blijf ik nog maar even hier. Vanmorgen drie cartows met de Fun 160 gedaan. Niet zo spectaculair allemaal maar ik landde op de spot en maakte enorme indruk op de dames.
En weer de hele ochtend rijden met de trailer, om te eindigen met twee vluchtjes en goeie landingen. Leuk om Mandy en Mel hun eerste echte hoogtevlucht te zien maken, en goed om te leren cartowen. Maar het zou aangenamer zijn als Rohan me niet voortdurend liet weten hoe ik aan m’n stuur moet draaien of hoe ik m’n pedaal in moet trappen, in plaats van eenvoudig te vertellen waar ie me  hebben wil. Als je mensen leert zeilvliegen is het waarschijnlijk het beste als je ze exact vertelt hoe ze iets moeten doen, maar mij werkt het nogal op m’n zenuwen.

12 maart 2013

Rohans damesklasje



De combinatie van The inner game of tennis en een beginnersklasje brengt me weer terug op het rechte pad, of tenminste: ik zie dat ik weer dwaal. Mezelf voor m’n kop slaan om alles wat ik niet goed doe, gaat niet helpen en maakt m’n vakantie niet leuker. Dankzij de beginners herinner ik me weer hoe het was, de eerste twee, drie jaar. Het maakte nauwelijks uit of ik vooruitgang boekte, of ik beter vloog of verder of langer. Het was lol genoeg om de hele dag buiten te spelen, met zeilvliegen bezig te zijn en genoeg starts te doen om aan het eind van de dag moe te zijn. (Of het werkelijk zo was doet er niet toe, dit is het ideaalbeeld.)
Eén meisje hier, Mandy, is helemaal mijn type, acherm. Intellectueel, actief, en perfectionistisch en gruwelijk streng voor zichzelf. Ze heeft twee-en-een-halve dag les gehad, en slaat zichzelf nu al voor de kop omdat ze nog niet precies weet hoe je een vleugel opbouwt. Focust op de dingen die ze verkeerd doet, op wat ze niet meer moet doen. En is kwaad op zichzelf als ze desondanks opnieuw kleine stapjes maakt, een bochtje laat ontstaan, of haar harnas in de knoop maakt. Waarom denken wij dat we iets lastigs onmiddellijk en moeiteloos moeten kunnen? Waarom zien we van medecursisten alleen de dingen die ze goed doen, en van onszelf alleen maar de stommiteiten?

11 maart 2013

Op en neer tussen Locksley en Trawalla



Ik ben ook wel een ontzettende muts af en toe. Jezus hoe inefficient kan ik m’n tijd en m’n kilometers verspillen! Om half één startten Grumpy en ik, en er zat wel wat maar na twintig minuten zakten we toch allebei uit. De lucht was blauw met plakken cirrostratus, alleen in de verte cumulus en die zagen er ook niet al te aantrekkelijk uit. En ik had nog drie uur rijden voor de boeg dus ik pakte in. Natuurlijk, toen ik m’n pakzak dichtritste stond de lucht vol schitterende bloemkooltjes en iedereen vloog op koers. Boe. Bovendien heb ik nagelaten om m’n cartowing endorsement te halen, toch niet slim want nou kan ik niet meedoen met Birchip. Het enige dat ik voor elkaar heb is een leuke vlucht gisteren, en Grant heeft m’n Litesport gevlogen en hij vindt het een harstikke goed vleugeltje. Hij heeft me laten zien hoe ik de lattenspanning kan aanpassen zodat ie recht vliegt.
Ik wilde perse niet over de Hume highway en langs Melbourne, veel te saai, dus ik reed via de binnenweggetjes waar je net zo goed 100 mag. Het is hier schitterend! Gevarieerd, vol imposante bomen, vrij dichtbevolkt. Heel Europees maar dan leger en bloedjebloedjeheet.
Toen ik bij Rohan aankwam waren ze bezig te leren sturen en pitchcontrol te doen, op een enorme trailer. Sandra, Rohans vrouw, rijdt het hele gevaarte met zo’n 25 km/u over de baan, de vleugel is aan de kiel, neus, en vleugeltips gezekerd maar heeft wel genoeg speling, en de student vliegt echt, maar zonder enig risico. Super!

10 maart 2013

Locksley



Hoe droger het land, hoe meer de kranen lekken en hoe langer mensen douchen. Water, ik heb er weer eens teveel van op. Ik werd wakker met een stampende koppijn, dehydrated, kennelijk is een liter ’s ochtends niet genoeg. Anderhalve liter, en nu ben ik misselijk omdat m’n maag die hoeveelheid niet aankan. Of omdat het regenwater is. De Aussies hebben er alle vertrouwen in maar als Nederlander kan ik me gewoon niet voorstellen dat regenwater drinkbaar is.
De Melbourne club doet erg aan Bruinehaar denken. Veel piloten weinig tugs, iedereen helpt elkaar en retrievet elkaar, en ’s avonds drinken we nog een biertje. Een gemoedelijke stemming. Ook al wordt er natuurlijk ook hier gekat, op Grant en Adam die nonstop kletsen op de radio, door Paddy die altijd in de stress schiet omdat dingen niet gaan zoals hij wil, op Will die de verkeerde coördinaten doorgeeft zodat we een uur met een volle, hongerige auto op en neer rijden.
Tove is overspannen, dus samen vliegen gaat gewoon niet gebeuren. Eén van mijn rolmodellen, superwoman, altijd vol energie en zelfvertrouwen en gedreven. Dat maakt haar natuurlijk kwetsbaar want ze zal precies hetzelfde zijn in haar werk. Zo sneu om haar in cirkeltjes te horen praten, van buitenaf kan ik goed zien hoe ze geen rek meer heeft om een ander perspectief te proberen. Gelukkig heeft Grant haar baas gebeld om te melden dat Tove voorlopig niet komt werken, met zo’n man zal ze er wel weer bovenop komen.

09 maart 2013

Labour day weekend



Ik had me er op verheugd om met Tove te vliegen, maar ik kon pas ruim na haar en Grant starten en toen zakte ik nog uit ook. Tegen de tijd dat ik eindelijk op hoogte zat, na m’n tweede start, was de hele club al kilometers weg en stond Tove op de grond. Ze was in een wijngaard geland, en moest een heel stuk door de velden lopen voor ze aan een weg kwam. Toen ze omkeek bleek er een groot bord met ‘quarantaine, toegang absoluut verboden’ te staan. Gelukkig stelde de boer die haar achterop kwam vast dat ze net niet door de besmette velden was geweest.
Ik vloog tien kilometer richting Seymour, draaide toen om en haalde het veld net niet. Waar ik geland was kon ik geen poort vinden, alleen een driedubbel breed hek onder stroom. No way dat ik m’n spullen er op m’n eentje uit zou krijgen, maar dat bleek ook niet nodig. Terwijl Colin al in de auto zat om me te komen ophalen, stopte Neils vrouw en bood me een lift aan. Ze had een lekke band die we eerst in noodtempo verwisselden. Terug op het veld sprong ik in de auto om Tove op te halen, vervolgens Paul die vlakbij maar toch in the middle of nowhere stond, dus uiteindelijk draaide ik toch een compleet retrievecorvee van twee uur rondrijden.

08 maart 2013

Een heel vliegveld voor mij alleen (en de onvermijdelijke schapen)



Terwijl ik hier heel alleen in de bloedhitte op het compleet verlaten vliegveld van Locksley zit draait een cessna rondjes boven m’n hoofd. Ik weet niet wat hij wil, ik heb de schapen van de strip afgejaagd maar hij blijft wegvliegen en dan weer terugkomen. Misschien is het Graydan, op zoek naar een vrouw.
Het heeft altijd iets spannends, om op m’n eentje op een vliegveld aan te komen en m’n tent op te zetten. Zeker zoals hier, als ik niet zeker weet of dit het juiste veld is. Ik hoor alleen een paar vogels krassen, het gerammel van de hangars, af en toe een trein of een auto en die cessna. De anderen komen vanavond pas, dus ik had alle tijd om uitvoerig Melbourne te bekijken maar ik had er geen zin meer in. Vanmorgen een paar uur door de overdekte markt gelopen en kadootjes voor mensen thuis gekocht, lekker organisch ontbeten en ondertussen bedacht dat ik geen stadsmens ben. En als ik al een stad moet kiezen dan is het niet Melbourne. Het lijkt te veel op een doorsnee Europese stad waardoor ik vooral de minpunten zie en er niet zo heel erg veel te genieten is van exotische zaken. Het stikt wel van de Aziaten en naast allerlei organische toestanden worden er een hoop Chinese prullaria verkocht. Wat weer eens opvalt is de totale afwezigheid van aboriginals. In zes bezoeken aan Australië heb ik een handvol van hen gezien. Bizar.

07 maart 2013

Melbourne









Been there, done that. Ik heb een uur of vier door Melbourne gebanjerd en dat is wel weer genoeg. Het doet denken aan Antwerpen maar dan veel warmer, of een beetje aan Amsterdam maar dan heel fietsonvriendelijk. Vanavond heb ik m’n afspraak met Christine Parker, een rechtenprofessor met veel verstand van responsive regulation. M’n auto staat bij Will in South Yarra, m’n vleugel ligt in z’n garage en ik ben ingecheckt in een heuse jeugdherberg. Alles en iedereen is hier twintig of jonger. Ik deel een kamer met twee anderen, ben benieuwd. Het is in ieder geval bloedheet.

06 maart 2013

De allerperfectste woonplaats



Om elf uur belde Graydan, een allerschattigste beginner, dat het on was op zijn Hooghly Hill. Hij heeft een huis bij Dunolly in de Pyrenees (zo noemen ze het rijtje bultjes echt!) met een landingsbaan en een 200 meter hoge heuvel, startbaar naar alle kanten, en lege velden eromheen. In de hemel kan het niet beter, dit is gewoon een droom. Ware het niet dat ik na anderhalf uur rijden, een half uur naar boven kachelen en drie kwartier opzetten binnen vier minuten aan de grond stond. Niet eens met een mooie landing. Ik ben onmiddellijk vergeten of en hoe ik precies whackte maar ik heb wel degelijk een blauwe plek op m’n arm dus ontkennend geheugenverlies gaat hier niet helpen.
Om vier uur waren we klaar met inpakken en de auto halen, en er stonden nog mooiere wolkjes dan bij onze eerste start, maar ik was niet erg gemotiveerd voor een herstart. In plaats daarvan kletsten we wat over een kop thee en reed ik knoerdhard de tachtig kilometer terug naar Rohan’s. De tomtom stuurde me over piepkleine weggetjes, het deed me allemaal erg aan midden-Limburg denken alleen is het veel groter en leger en mag je dus honderd rijden. Niet verstandig maar wel leuk en ik had al heel braaf een biertje afgeslagen.

05 maart 2013

Victoria is donkergroen







Om een pauze in het rijden in te lassen sloeg ik af naar Lerderderg gorge, een fijne wadi vol geurige eucalyptus en een struik waarvan ik vermoed dat het wierook is. Skinnydippen zat er helaas niet in, de hele wandeling zag ik geen mens maar net bij het watergat plensden een paar Britten en een hond. Gelukkig had ik m’n bikini bij me gestoken en ik wilde sowieso alleen maar even duiken en dan weer snel terug naar de auto. Ik krijg altijd de zenuwen als m’n auto zo volgeladen op een stille parkeerplaats staat, er wordt hier veel in auto’s ingebroken. Op de terugweg, nog in m’n bikini en op blote voeten, stapte ik bijna op een 70 cm lange zwarte slang. Niet overdreven eng maar ik trok daarna toch maar weer m’n schoenen aan.
Rohan heeft me z’n halve setup laten zien: een dertig meter diepe hangar/werkplaats voor trikes en delta’s; een enorme schuur om harnassen te maken en voor kleine reparaties; een klaslokaal met vrij luxe slaapkamers en douches en een ruime, goed geoutilleerde buitenkeuken. Achterom heeft ie een 2,7 kilometer lange runway om te cartowen. Zaterdag begint een cursus voor vier nieuwe meisjes inclusief Mel, z’n dochter. Hij heeft mij uitgenodigd om als gevorderde piloot gratis mee te vliegen, in ruil voor assistentie met de cursisten. Geweldig! Alleen wilde ik ook het aankomende lange wiekend (in Victoria is labour day komende maandag!??) met Tove gaan vliegen op het veld van Peter Holloway. Shit dilemma’s dilemma’s. Het is allemaal honderden kilometers uit elkaar. En vanavond belde ik Selmsy, die ik toch wel nogal erg mis, en volgens hem is het op dit moment fantastisch in Newcastle. Twee-en-een-halve dag rijden van hier.

Onderweg naar Melbourne



Lloyd is goudzoeker. Fascinerend, ik kan niks bedenken dat meer het tegenovergestelde is van mijn leven. Hij heeft een apparaat waarmee ie de bodem van Aziatische rivieren opzuigt en zeeft. De hele handel moet vaak per helikopter naar de meest ontoegankelijke jungles getransporteerd worden. Eenzaam en hard fysiek werk, met veel goudstof en af en toe een klein handje goudkorrels. M’n indruk was dat hij zo ongeveer evenveel inkomen heeft als ik, maar wat een verschil! Het zet me weer eens aan het denken, en voor de zoveelste keer stel ik vast dat ik niks liever doe dan nadenken en adviseren over slim beleid maken. Ik heb er behoefte aan om een bijdrage te leveren, hoe minuscuul ook, aan het functioneren van de democratische rechtsstaat, aan rechtvaardigheid, gelijkheid en vooral individuele vrijheid in een complexe samenleving. Tegelijk heb ik er moeite mee om dag in dag uit binnen, in een kantoor, te zitten en me te voegen naar de wensen en eisen in een hiërarchie. De frustratie van gelijk hebben zonder het te krijgen, de energie die je besteedt aan het verkrijgen van enige invloed, de oneindige nutteloosheid van je eigen werk.
Dit halve jaar down under vlieg ik iedere dag, als ik tenminste niet aan het rijden ben. Ik zak bijna elke vlucht heel snel uit, geen idee waarom maar ik probeer me er niet door te laten deprimeren. Genieten van het 24 uur per dag buiten zijn, de totale vrijheid, de pracht van het land en de hartelijkheid van vrienden en vreemden. En al met al is iedere start en landing er weer één, belangrijker dan uren of kilometers.
Ik ben als laatste vertrokken uit Bright, terwijl het weer nou juist beter wordt. Het is te lastig voor mij alleen om daar te vliegen, ik kan wel starten op Mystic maar dat is nou juist de minst aantrekkelijke stek van het hele gebied voor mij. Geen chauffeurs, geen vliegmaatjes, geen groot landingsterrein. Oli en Lukas nemen me wel mee naar boven maar in de lucht heb ik niks meer met ze te maken. Dus ik rij nu voor het eerst naar het westen, voorbij Melbourne, wie weet ga ik weer eens iets nieuws zien en beleven. Ondertussen mis ik zowel m’n vrienden in Den Haag als die in Newcastle. Misschien moet ik binnenkort maar eens op huis aan.

02 maart 2013

Alleen in Bright



Iedereen is vertrokken en Tove is nog niet op, nou voel ik me gruwelijk alleen. Het zou het meest logisch zijn om de komende maand hier in het zuiden te blijven en Birchip te vliegen, maar misschien kan ik Fluffy en Nic (en Cameron, Conrad en Selmsy) niet zo lang missen. Typisch, voor deze vakantie ging ik ervan uit dat ik veel alleen zou zijn en daar had ik ook best veel zin in, maar het is het omgekeerde. Er zijn overal en altijd mensen, vrienden en piloten waar ik graag mee ben. Helen, degelijk en moederlijk. Birgit, rechtstreeks weggelopen uit een lord of the rings film. Brigitte, net zo overdreven stipt als ikzelf. Fluffy, zo gek als een deur en Nicola zo vaag als een wolkje. Jamie, altijd leuk en lief, en Kathryn met haar prachtige accent en haar gedrevenheid.
Ik vraag me af of het verschil tussen mannen en vrouwen groter is dan dat tussen zeilvliegers en schermvliegers, of tussen wedstrijdpiloten en recreatieve piloten. Vrouwen onder elkaar zijn in ieder geval niet te bang om toe te geven dat we nog veel te leren hebben, en dat we af en toe zeven kleuren schijten. Dat het een drama is om genoeg te drinken en lang te vliegen, en dan op de één of andere manier je blaas te legen. Dat vliegende partners misschien leuk is, maar vliegende ex-partners in je club of op de berg een drama. Dat we niet alleen kleiner en smaller zijn dan mannen, zodat het a-frame onhandelbaar is, maar ook lichter en minder sterk met alle handling- en penetratienadelen van dien. En vooral: dat we niet vliegen uit een zucht naar thrills maar omdat het prachtig en heerlijk is.

01 maart 2013

Www afgelopen

Het is ijskoud, ik heb een kater en m'n appeal is afgewezen. Iedereen vertrekt en de kans dat vandaag vliegbaar is is niet heel groot. Boehoehoe. Maar gisteren kreeg ik wel een prijs, ik snap niet helemaal waarvoor maar het was sowieso tof om tastbare waardering te krijgen. En de week was absoluut de moeite waard.