31 december 2010

31 december

Christine is niet al te beschadigd, maar blijft vandaag toch thuis om even bij te komen. Ik heb weer iemand zo gek gevonden om me een tweede keer naar boven te rijden, dus weer twee landingen geoefend, het gaat geweldig! Nog nooit heb ik zo'n ideale landingsoefeningsomstandigheden een week lang meegemaakt: warm weer, geen termiek, nauwelijks wind (om het een beetje lastiger te maken), een groot veld en een nog groter veld dwars daarop, en bomen en gebouwen om de hoogte zichtbaar te maken. En dan een weg omhoog van twintig minuten, en zeker twintig Duitse zeilvliegpiloten die allemaal bereid zijn om mij nog even boven af te leveren.
Nu nog gewoon heel vaak m'n hoogte goed inschatten, ontspannen op final, goed voelen of ik al op trim zit, en benen naar achter...

landen blijft een uitdaging

Het is prachtig weer, zij het flink stabiel. Juist ideaal om landingen te oefenen en om wat uit te proberen in de lucht: snellere trim, scherpere bochten. We vertrekken ’s ochtends erg laat zodat drie vluchtjes er niet in zitten, maar twee wel. Al twee dagen achter elkaar ben ik door een verder onbekende jongen, samen met ene Christian, voor een tweede vlucht omhoog gebracht. Zo heb ik dan deze week zes vluchtjes gemaakt van ieder een kwartier, serieus termiek pakken is niet gelukt. Sommige landingen waren goed, eentje was perfect, er zitten een paar buikschuivers tussen zodat alles smeriger is dan ooit. De grond hier is leemachtige vette klei, door en door nat omdat het hotel z’n kelder leegpompt en dat grondwater op het landingsterrein loost. Er stroomt een behoorlijk beekje waar al velen middenin zijn geland. Dat is beter dan mijn modderlandingen denk ik, de ritsen en gespen van m’n harnas zijn bijna compleet verrot nu. Iedere avond sta ik een uur te boenen.
Christine is nog minder fortuinlijk. Terwijl ze één van de betere landers is kwakte ze gisteren toch knoerdhard de grond in. De schade is beperkt, maar ze voelt zich natuurlijk superstom ook al moest ze uitwijken voor een rigid die toevallig in de weg stond. Ik hoop dat ze komend wiekend nog een keer vliegfit is, dan kan ze m’n Sting vliegen, ideaal voor het terugkrijgen van landingsvertrouwen.

super landingsoefeningsweer!

27 december 2010

MteGrappa, Bassano

zondag
We rijden in het donker over de Brennerpas, min acht graden. De sneeuw reflecteert genoeg licht om de sprookjesachtige bergen te zien. We kunnen ons niet bewegen maar dat maakt niks uit, we passen er net in. Tussen de uprights de harnassen koffers dekbedden schoenen bottombars zitten wij, en Hans rijdt. De vooruitzichten zijn een week lang zon, misschien te stabiel voor serieuze termiek maar in ieder geval kunnen we starts maken. Geen sneeuw. Noordelijke wind maar dat is volgens Hans en Christine nooit een probleem op de MteGrappa.

maandag
Kort, maar heerlijk gevlogen. In de sneeuw opgebouwd, de zon was echt warm. Makkelijke start, te makkelijke termiek zodat ik niet serieus m’n best deed en natuurlijk flink uitzakte. Veiligheidshalve ruim op tijd richting landingsterrein, prima circuit, goeie landing, alleen helaas middenin een complete rivier. Dat motiveert dan wel goed om flink te flaren en de vleugel, en vooral m’n instrumenten, goed hoog en droog te houden.
Het is druk hier en ik hang al uren rond, heb de auto gehaald en nu zit ik met Ute en Stefan aan de warme chocola, te wachten tot de anderen ingepakt zijn. Morgen weer hoera!

25 december 2010

kerst



Hevige discussies over politiek en religie, Hans in het Duits en ik in het Engels en dan Christine als tolk tussen ons in. M’n Duits gaat steeds beter maar voor serieuze gesprekken werkt het niet. Wel gooi ik al na twee dagen drie talen door elkaar in één zin, nou ja ik zie het maar als een uitbreiding van m’n woordenschat. Het helpt allemaal niks bij familie en vrienden, iedereen spreekt Bayerisch of plat Duits, ik versta er geen hout van.
Gisterochtend m’n vleugel weer langgepakt, altijd weer een ingewikkelde puzzel om te zien of de leadingedges goed zitten. ’s Avonds kreeg ik een kadootje onder de kerstboom, een paar gympen, ik word nog een honorary adidas-meisje ;-) Vanmorgen nòg een kado, helemaal super, een paar barmits. In Bassano vriest het al op duizend meter dus dat wordt gruwelijk koud. Wel een beetje thermisch in het begin van de week, en de hele week zonnig.

23 december 2010

Beieren

Weinig avontuur vandaag, alleen maar rijden rijden rijden. Negen uur, de bitch in the box voorspelde tot op vijf minuten accuraat dat ik precies met het avondeten bij Hans en Christine zou zijn. Maar goed ook, want ik zag de temperatuur ieder half uur dalen tot gevaarlijk dicht naar het vriespunt, en het begon te misten en te motten dus de weg kon ieder moment een waanzinnige ijsbaan worden. No worries, ik heb vier gloednieuwe winterbanden dus mij kan niks gebeuren.
In Frontenhausen is het bijna thuiskomen, fijn. De vooruitzichten voor Bassano volgende week zijn prima, en we hebben Nics huis, en natuurlijk gaan er weer allerlei vage figuren mee. Het ziet er naar uit dat ik de lucht in kom!

22 december 2010

nog meer sneeuwellende

Het zit allemaal niet mee. Toen duidelijk werd dat de hele reis naar Colombia niet doorgaat, besloot ik om met de auto ergens naar een vliegstek in het zuiden te rijden. Korte broeken en hempjes uitgepakt, truien en sokken ingepakt. Auto uitgegraven, accu weer geïnstalleerd, auto via achterklep geënterd, twee meter sneeuw van het dak geschoven, en al glijdend en glibberend op weg naar de Binckhorst. Waar NIET ÉÉN bedrijf winterbanden voor me heeft. Een halve stad vol garages, en geen winterband. Het lijkt me ook geen goed plan om op zomerbandjes, op m’n eentje, half Europa door te crossen met een volgeladen auto.
Ondertussen tikken de vakantiedagen weg, duur gekochte dagen die ik besteed aan het wachten aan de telefoon. Wachten op omboekingen, refunds, bandencentra, garages. De PTT is stinkend rijk van me geworden dankzij mijn kostbare dagen.

21 december 2010

vakantie geannuleerd

Wel, helemáál geen reis dus. Met de vier dagen vertraging bleef er al niet veel over om gezellig bij Antoinette langs te gaan, maar nu is m’n volgende vlucht ook geannuleerd zodat ik de vlucht naar Cali sowieso niet kan halen. En omdat het een aparte reservering is, zijn airline of reisbureau niet verplicht om me een latere vlucht aan te bieden. Het uitstapje naar LA gaat me dus een hoop geld, een spannende vliegreis en een gezellige vakantie met Claudia en Ropje kosten en ik kom er niet eens!
Ik realiseer me heel goed dat dit toch nog steeds onder het kopje ‘klein leed’ valt maar op dit moment sta ik even te stampvoeten alsof ik m’n vinger tussen de deur heb geknald.

20 december 2010

Sneeuw

Nou moe VIER dagen vertraging! Grote teleurstelling, want nou blijven er nog maar twee dagen over om bij Antoinette te zijn. Een halve wereldreis voor een theevisite, enigszins overdreven. Maar goed, als er niet nog meer vertragingen volgen is het toch nog beter dan helemaal niets, ik ben al tien jaar niet meer bij haar op bezoek geweest.
Naar Limburg reizen is me ook te hachelijk, de NS hebben volgens mij nog meer moeite met sneeuw dan de luchtvaart. En het gaat ook zo goed met Jan dat ik er alle vertrouwen in heb dat ik hem over een maand weer in redelijke toestand aantref.
Dan maar schaatsen, dat was ook alweer tig jaar geleden. Bovendien heb ik voor het eerst echte noren met leren schoenen, dus het eerste kwartier stond ik te zwiepen en maaien op zwikkende enkeltjes. De veters nog eens strak aangetrokken, een paar oefeningen gedaan die ik me nog herinner van de les van vijf jaar terug, tenen aanraken, op één been glijden, hurken, en inderdaad uiteindelijk kon ik zonder al te veel bijna-vallen tempo maken. Het is fantastisch! Ook al ben ik een houterige Limburger ik wil iedere keer nog één rondje, ik hoor Camo al “it’s too much fun”. De sfeer is ook altijd enorm goed, komt denk ik door dat sneue gewiebel en geval van iedereen. Wildvreemden moedigen me aan, ik tip een jongen die elke tien meter op z’n kont ligt hoe hij kan oefenen.
Naar huis fietsen was ook al super, oranje zon op de sneeuw, auto’s zo voorzichtig dat je als fietser gewoon door kan racen, lekker warm in m’n thermogoed.
Nou m’n harnas maar weer herinpakken.

18 december 2010

Vakantie

Wat een luxe, een hele vrije dag vóórdat ik vertrek. Bellen en facebooken, inpakken, glijdend en slippend de stad in om de laatste kadootjes te kopen, inchecken, ieder uur op het nieuws horen dat alle vluchten geannuleerd worden en treinen rijden ook al niet. We zullen zien, misschien kom ik morgenavond gewoon onverrichterzake weer thuis.

01 december 2010

Bokaal


M’n harnas gewassen en de chute gevouwen, vleugel kortgepakt, de complete stad rondgefietst op zoek naar nieuwe ‘breekbaar’tape en zondag kwam Ropje ‘m ophalen. Omdat hij vroeg in de avond zou komen sprak ik met Wouter, Ester en Matthijs af om bij mij te eten in plaats van bij hen, zodat het al een compleet feestje was. Rinus stond ook op de stoep, stoel erbij en het werd heel erg gezellig. Totdat Rinus een officiële speech begon af te steken. Ja hoor, het hele feestje was gewoon opzet, ik heb zowaar iets gewonnen! De dragonflybokaal in de sportsklasse, cool! De omstandigheden van m’n winst zijn wel triest (als Alphons niet was verongelukt had ie een goeie kans gemaakt denk ik, en als Desiree haar tijd niet besteed had aan leren dragonflyvliegen had ze me weggevaagd) maar de prijsuitreiking was wel helemaal top.
Vroeger toen ik nog vreselijk principieel was, was ik helemaal geen voorstander van allerlei prijsverzinsels in verschillende kneuzenklassen en vrouwenwedstrijden enzo. Maar nu ik (toch nog steeds bijna nooit) meemaak hoe ontzettend leuk het is om iets te winnen, ben ik razend enthousiast over dit zoveelste superinitatief van de Groenen.

23 november 2010

nooit meer zwemmen

In het kleedhokje naast me hoorde ik een meisje vreselijk huilen. Ze mocht niet meezwemmen omdat ze pas zeven is, niet eerlijk. Ik had met het kind te doen maar ik voelde me zelf nog veel ellendiger. Ik moet het zwemmen opgeven omdat de chloorallergie steeds heftiger wordt. Na een uurtje zwemmen loop ik minstens een etmaal met een zware verkoudheid rond. Sinds een paar weken zwem ik met een neusknijper, verrassend hoe zwaar dat is! Kennelijk ademde ik ongemerkt toch stevig via m’n neus, nu dat niet kan branden m’n longen m’n borst uit en ben ik bijna een seconde trager op een baan. Het helpt niet veel, in plaats van een druipneus kom ik nu met keelpijn thuis.
Zwemmen is niet alleen de fijnste sport na vliegen, het is m’n meditatie, m’n auto-massage, m’n mentale en fysieke rustpunt van de dag. Met een uurtje zwemmen genees ik mezelf iedere keer van kneuzingen en verrekkingen, m’n gebroken botten helen sneller, m’n conditie blijft op peil. Het is één van de weinige activiteiten waar ik echt goed in ben. Ik heb er altijd lol in om de snelle heren in te halen en dat dan met zo min mogelijk zichtbare inspanning. Het gevoel m’n hele lijf te rekken en de pure kracht in m’n armen en benen, de moeiteloosheid, heerlijk.
Dat kan dus niet meer. Ik ben langzaam aan het afkicken, als ik een paar weken niet geweest ben bedenk ik dat het allemaal best meevalt en spring ik weer op de fiets naar het zwembad. De daaropvolgende nacht is dan weer zo zwaar dat ik moet erkennen dat het gewoon over is. Ik ben jaloers op het kind van zeven, dat nu dan wel aan de kant moest blijven zitten maar dat nog een heel leven zwemmen voor zich heeft.

10 oktober 2010

Veilig lieren

Met vierhonderd lierstarts wordt het wel eens tijd om te bekijken of het wel veilig is. Ik herinner me acht incidenten die ik niet in m’n logboek hoef na te zoeken omdat ze spannend genoeg waren om ze nooit te vergeten. Een paar waren levensgevaarlijk en ik heb gewoon enorm veel geluk gehad. In een paar andere gevallen heb ik gewoon adequaat gereageerd. In geen enkel geval heeft het iets uitgemaakt of ik een goed breukstukje, een parachute of een helm had. In één geval kunnen m’n wielen het verschil hebben gemaakt omdat ik heel laag hard over de grond scheurde en geen kans meer had om rechtop te komen. In één situatie was het nodig dat ik commando’s over de radio kon horen. Nog nooit zijn ongelukken voorkomen omdat iemand naar mij luisterde over de radio.
1. Ik had de kabel teruggevlogen voor m’n eerste trap. Ook al hing ik weer keurig recht richting lier, laag, de lierman trok niet waardoor de lus van de kabel naar beneden zakte, en ik natuurlijk ook. De lus viel om een boom heen en net op dat moment begon de lierman te trekken. Als ik niet gereleased had was ik vijftig meter boven de grond naar achteren getrokken.
2. Bij het terugdraaien raakte de kabel om één van m’n wieltjes, en de lierman trok. Ik kon pas releasen toen hij zag dat ik behoorlijk scheef getrokken werd, en de kracht eraf gooide.
3. Ik hing zo laag dat m’n release vóór de bottombar hing, zodat het automatische tweede lijntje in een bocht achter de bottombar hing. Dat merkte ik pas toen ik de bovenkabel releaste en de trekkracht op die onderste lijn kwam. De kracht van de lier op de lus om m’n bottombar heen maakte iedere beweging onmogelijk en ook releasen kon niet. De lierman kapte de kabel toen ik in een lockout dreigde te raken, ik maakte (erg laag boven de grond) een grote bocht waarbij de kabel achter me aansleepte en net niet een hekje meepakte, en ik landde op m’n wielen. Zonder meer de allergriezeligste.
Een andere keer sloeg m’n tweede lijntje op een rare manier om m’n bottombar heen zodat ik weer vastgeknoopt zat, maar die keer kon ik snel releasen en m’n handen gebruiken om de lus los te maken. Ik had geluk dat er geen lierman op de lier zat die heel snel en met erg veel kracht trok, want dan was het niet goed gekomen.
4. Het klittenband borgje dat aan m’n tweede lijntje zat sloeg om het touwtje van m’n harnasrits, dus toen ik op een paar honderd meter hoogte boven de lier releaste bleef ik via m’n voeteneind gewoon aan de kabel vastzitten. Ik kon er absoluut niet bij om de boel van me af te snijden, en die honderden meter kabel aan m’n voeten waren ook te zwaar om er iets aan te doen. De lierman kapte de kabel, en ik had kleine bochtjes moeten draaien om naar beneden te komen. In m’n paniek maakte ik juist een grote bocht, maar gelukkig bleef de kabel nergens achter haken.
5. Twee keer werd ik (vrij langzaam) naar achteren/beneden getrokken bij het uitvliegen, omdat de trommel vastliep. Beide keren releaste ik en was er niks aan de hand, ware het niet dat de laatste keer mijn release kennelijk niet was geslaagd. Op het exact zelfde moment dat ik dacht te releasen, kapte de lierman de kabel. Omdat ik geen trekkracht meer voelde meende ik vanzelfsprekend dat m’n release had gewerkt, dus ik was me er niet van bewust dat ik nog een paar honderd meter kabel meesleepte. Een grote bocht over mais en hekjes liet me toch weer intact, meer geluk dan wijsheid.
6. Na eindeloos trappen om hoogte te winnen, lukte het dan toch eindelijk om een paar honderd meter te bereiken. Terwijl ik aan het uitvliegen was kreeg ik plotseling het dringende commando om te releasen. Dat deed ik, en ik draaide zelf weer terug naar het veld, waar ik een politiehelikopter precies onder me door zag komen (ik zat ver onder de vijfhonderd meter!).
Mijn conclusie: (trap)lieren kan gevaarlijk zijn en je moet er zoveel mogelijk aan doen om ongelukken te voorkómen. Dat doe je met deugdelijk materiaal, goeie afspraken over procedures, en vaardigheid en oplettendheid en slimme oplossingen voor vaak voorkomende problemen (schuiflijntje, klittenbandje, stijve tussenlijn, gewicht aan de kabelchute, radio).
We hebben ook een aantal zaken die ertoe dienen om de gevolgen van een incident, dus als er iets misgaat, minder ernstig te maken: parachute, helm, breukstukje, radio, wielen of skids, en dergelijke. Dat zijn geen zaken die een incident kunnen voorkómen. Ze kunnen wel ervoor zorgen dat je met de schrik vrijkomt in plaats dat je eindigt als politiedossier. Dus wel zinvol, maar van een andere orde dan het zorgen voor veiligheid.

29 september 2010

sport

Zwemmen is medicijn, krachtsport is een kermis, pilates is zelfbevrediging, kayak is buiten spelen en vliegen is leven. Wat heb ik het toch goed.

27 september 2010

film womens worlds 2008 en EK

Oud, maar gaaf. Dit is wat ik doe in de zomer, dit zijn m'n vrienden, dit was een super wedstrijd!



minder geweldig was deze wedstrijd, maar daarmee is het filmpje nog wel mooi:

18 september 2010

Langevelderslag


Ik was smoesjes aan het maken om niet naar Langevelderslag te gaan, maar het was gewoon ideaal dus ik moest wel. Toen ik aankwam liepen er tientallen parapenters door de duinen te banjeren, nog een aantal bleef uren voor de start hun scherm opzetten, en de lucht was vergeven van de enorme modelvliegtuigen (waarvan de bestuurders ook ergens in het duingebied verstopt zaten). Het strand was erg smal, aan de rand zaten allemaal vissers en aan de duinkant is er een rij grote vuilnisbakken bijgekomen. De wind was ietsjes cross maar kwa sterkte perfect voor mij, en precies goed getimed kwamen Rob en Robbert aan dus ik had nog hulp ook. Geen excuses meer, dus ik bouwde m’n unootje op (het ziet eruit als een compleet vod maar het ding is nog prima voor de duinen) en draaide redelijk moeiteloos richting Zandvoort. Daar zou het dacht ik ook wel beter omhoog gaan vanwege de lichte bocht die de duinen daar maken, maar als ik uit zou zakken was het ook een pokke-end lopen. Ik bleef dus toch maar in de buurt van de opgang, en kwam nooit hoog genoeg om even te ontspannen. Ondertussen was de lucht vergeven van de para’s, dus pogingen om te toplanden waren uit voor vandaag. Na twintig minuten besloot ik om lekker veilig op een leeg stuk te landen in plaats van de stress op te voeren, dan maar lopen. Dat lopen viel best mee met m’n harnas op m’n rug en de vleugel fijn op de wind, en allemaal wandelaars die graag willen helpen. Alleen het stuk de opgang op is altijd lastig omdat de wind daar opzij komt. Ik zette de vleugel zo veilig mogelijk neer en ging m’n spullen halen op de start. Nog even Marc weghelpen, een parapenter vragen of ie ook gewoon om zou willen lopen in plaats van door het duin naar boven banjeren, en tien minuten later was ik weer terug. Daar trof ik een vrij hysterische patatboer aan, die op hoge toon riep dat ik m’n vliegtuig niet voor zijn ingang mocht neerzetten en hier ook helemaal niet mocht komen. Het lukte niet de man te bedaren en erg veel zinnige redenen waarom hij bezwaren had tegen een delta op de stoep (er is daar enorm veel ruimte en het publiek reageert altijd enthousiast) kwamen er niet uit.
Een stukje verderop probeerde ik in te pakken, maar ik ben de Uno niet gewend en het waaide flink, dus ik maakte er een zootje van. Gelukkig grepen twee oudere heren, zwevers, m’n kabels en gedrieën kregen we de hele handel weer in de zak, en op de auto.
Het blijft bizar, een hele dag bezig voor twintig minuutjes vliegen, maar het was heerlijk weer en opnieuw fantastisch om zoveel enorm behulpzame mensen mee te maken. En ik ben een beetje over m’n duinsoar-weerstand heen misschien.

12 september 2010

Porta Westfalica


Mooi weekend, gelukkig de juiste keuze gemaakt. Ik zou zaterdag naar Bruinehaar en zondag met een vriendje op stap, maar een jongen die ik maanden geleden in Neumagen heb ontmoet belde, of ik mee naar Porta Westfalica ging. Dus wij zaterdag om zeven uur op pad, en rond een uur of één waren we startklaar. De riggel (‘berg’ hahaha) is heel laag en heel lang, het landschap glooiend, vol landingsopties en mogelijke thermal triggers. Het was wel erg druk in de lucht met zeker dertig delta’s enzo’n zes of zeven zwevers, en vanwege de matige condities bleven we allemaal hangen in de twee kilometer rond de start. Iedereen draaide alle kanten op, duidelijke kernen waren er niet, de zwevers zoefden loeihard op centimeters afstand tussen ons door en het was allemaal niet te makkelijk, maar wel makkelijk genoeg om te ontspannen en te genieten. En te oefenen, keer op keer terug naar één van de belletjes, opnieuw proberen om net zo hoog als de besten te komen, en dan weer uitwijken voor anderen of terugsteken naar de voorkant en opnieuw beginnen. Na twee uur zat ik eindelijk op 800 meter. Het leek me leuk om ook eens weg te steken en ik wist vrij zeker dat Thomas me zou komen ophalen, dus ik ging. Tegen de wind in, en ik moest ook erg piesen dus een half uur later zette ik ‘m toch maar neer op een fantastisch veld, om in te pakken op een fluwelen gazon bij iemand in de tuin.
Terug kwamen we langs allemaal brandweerwagens met zwaailichten. Eén van de beginners was in een boom geland. Het heeft vijf uur geduurd voor ze ‘m eruit hadden, de arme jongen had niet alleen heel ongemakkelijke uren maar hij schaamde zich vooral. Heel sneu. De redders waren wel dolgelukkig, dit was nou echt een lastige redding waar ze al hun vindingrijkheid op los konden laten. Uiteindelijk was het een visser die met z’n hengel een lijntje naar boven wist te werpen, zodat de ongelukkige piloot een touw op kon hijsen.
Vanmorgen zag het er niet zo denderend uit, dus we gingen enkel voor een hopje. Anderhalve minuut in de lucht, perfecte start en landing, niks mis mee. En daarvoor mocht ik nog een rondje mee in de trike, dus ik ben geen lucht tekort gekomen. Wel in een roze overall, beetje pijnlijk ;-)

05 september 2010

NK sleep

Vanaf 2001 hebben we vijf of zes keer samen met Flip de NK-sleep op Deelen georganiseerd. De spanning en opwinding, de lol en vriendschap, mijn plaatsvervangende trots, mooi weer. Ik kon er vanavond, na een harstikke leuke NK-sleep, toch nog niet tegen. Om de feeks op mijn plaats te zien. Om de liefde te missen. Om niet de kern van ons leven te kunnen delen. Ik heb me het hele wiekend groot gehouden, het leuk te hebben, geprobeerd te genieten hoewel ik merk dat ik vooral afgestompt ben. Ik kan proberen de pijn en het verdriet te negeren, maar daarmee verdwijnt dan ook de passie.
Ik heb er niet veel van gebakken dit wiekend, vooral omdat het echt moeilijk weer was. De wolkjes beloofden vanalles, maar de lucht deed nauwelijks wat. Vandaag iets meer, maar ik ben geen goeie pieler. Gebrek aan geduld en vooral aan fijne techniek. Ik ben vooral goed als er geknokt moet worden, als spieren pijn en lijven moe moeten worden. Uren hard werken, niet bang voor de grote lucht, op tanden bijten. Dat kan ik, en dat bleek ook wel weer tijdens de zes sleeps. Zoals altijd bij sleepwedstrijden werd er enorm gemiept, men was verkeerd afgezet, te hoog, te laag, te ver weg, whatever, en iedereen wilde wachten op de dragonfly. Ik was de enige vrouw en één van de weinigen met een mast, maar ik heb me zonder problemen door de trikes laten opsleuren. Tuurlijk is dat harder werken, tuurlijk zetten die mannen je wat minder mooi af dan Rinus, maar het is een wedstrijd en geen kleuterklas.
Maar ja, zodra ik was losgekoppeld moest ik over in de zoekmodus, rustig voelen en toch snel reageren, scherp opletten, geduldig en toch hyperalert op ieder teken van stijg. Gisteravond lukte het om half vijf vanaf 170 meter, ik was al bijna weer richting landing gedraaid toen ik eindelijk een complete 360 in stijg kon draaien. Supergeduldig draaide ik door, net op zevenhonderd meter boven de startplek van de zwevers, doorstijgen terwijl ik checkte waar allemaal landingsopties zouden zijn als het boven het bos ophield. Daarna: alleen nog naar boven kijken en draaien, draaien, draaien. Ruim voor Renkum was het op, en ik gleed via het keerpunt naar een groot veld waar Diederik al stond. Gezellig, en mooi dat Leeuwerob niet helemaal voor niks was gekomen.
Vandaag leek de tweede start iets moois op te leveren, Martin draaide me voorbij en samen draaiden we naar de top. Ik nam me voor om hem strikt te volgen, daar kan ik veel van leren. Maar hij stak ver weg naar een voor mij onbereikbaar belletje, dus ik zakte er toch weer uit. De laatste start hield ik te snel op met zoeken, 800 meter, dus luttele minuten later stond ik midden op Papendal. Wel opgehaald door Eppo/Holger/Ruud, dat is wel weer tof dan for old times sake.

25 augustus 2010

chauffeur Deelen 4-5 september

Wie wil er voor me rijden tijdens de NK-sleep op Deelen over twee weken? Of gewoon komen kijken? Geef je naam, geboortedatum en -plaats, en adres voor vrijdag aan me door zodat je de vliegbasis op mag.

21 augustus 2010

Dit is blues: het besef van vergankelijkheid, verloren liefde, onvermogen. Zeventien jaar in m’n tentje met een dorpsfeest dat door m’n oordoppen dringt, lady insomnia, weemoed. Ik wou ik wou ik wou. Dat de tijd stilstond, toen. Dat ik nooit meer hoefde te landen. Dat ik op dat feest danste en liefhad. Dat ik anders was. Dat hij anders was. Dat de banale werkelijheid me niet op zou slokken.

Slepen


’s Ochtends de vleugels opgebouwd, al was het maar om de zooi te drogen, maar er stond teveel en te zuidelijke wind om te kunnen starten. Vleugels in de hangar, en wij met z’n drieën naar Nico en Nicolette. Nico gaf ons een uitgebreide tour in z’n galerie en inderdaad, Cameron vond het prachtig. Na de thee merkten we dat de wind was gaan liggen, dus togen we weer richting vliegveld om nog een paar sleeps te doen. Drie voor mij, genoeg om echt heel duidelijk te merken wat ik nou precies fout doe. Ik ben inmiddels vooruit gegaan door met goeie snelheid naar een arrivalpoint te gaan, maar zodra ik uitrond strek ik ook m’n armen en dus kan ik aan het einde niet flaren. Dus toch die grondfase onder de knie krijgen. De laatste landde ik stiekem op het gemaaide gras, zodat ik me in ieder geval geen zorgen hoefde te maken over de rotzooi onder m’n bottombar, en hiha het ging goed!

20 augustus 2010

competitie




Het is altijd lastig beslissen als je voortijdig bij een wedstrijd weggaat. Het bleef maar regenen, iedere dag was de voorspelling dat het morgen goed zou zijn en ’s ochtends werd je dan wakker in de modder. Bovendien hebben we nou wel genoeg vakantie gehad. Weken achter elkaar met hetzelfde vriendje op stap valt me ook niet mee, ook al baat het weinig om naar huis te gaan want hij is er nog twee weken. Ik kan de clichés, gezegdes en open deuren niet meer hóren! En hij zal zo langzamerhand wel kotsmisselijk zijn van mijn gemiereneuk.
Rinus wachtte ons op met pizza en bier, in een paar minuten stond m’n tentje weer, drie dagen slepen in het vooruitzicht. Vrijdag is geen beste dag maar we kunnen in elk geval de lucht in denk ik. Morgen proberen we naar Denemarken te vliegen (mogelijk ietsje te ambitieus) en zondag doen we er dan nog eentje voor de harde werkelijkheid weer toeslaat.


Gisternacht met Christine zitten doorpraten. Over ons verlangen, onze ambities en onze angsten en beperkingen. Zijn vrouwelijke piloten echt zo anders dan mannen? Wat doet menopauze met ons beoordelingsvermogen? Waar liggen onze fysieke beperkingen?
Je moet eerst ontdekken dat er grenzen zijn, een soort peutertijd. Dan leren vaststellen waar die grenzen dan zijn, puberteit. Pas daarna kan je je grenzen proberen te verleggen, daarná suffe meid! Ik ben vanaf het begin maar meteen begonnen met het verleggen van m’n grenzen en trouwens vooral met het ontkennen ervan. Niet handig, en inmiddels heb ik genoeg botten en buizen gebroken om te beseffen dat ik niet zo sterk ben als Pipi Langkous, dat ik niet alles kan als een ander het ook kan.
Ik heb het dus weer ns allemaal achterstevoren gedaan, en nou ben ik waar ik zeventien jaar geleden had moeten zijn. Ik heb de meest ambivalente relatie met m’n Sting. Hij geeft me precies wat ik nodig heb, maar shit wat heb ik er een moeite mee dat ik dat nodig heb. Opnieuw beginnen met leren landen, maar lastiger nog, voor het eerst beginnen met puur vliegen zonder taak en zonder competitie. Alleen aan m’n vaardigheden werken, lessen, en proberen te genieten van de vooruitgang in plaats van de vlucht. Als ik me concentreer op een mooie vlucht gaat het mis, ik móét me richten op de techniek.
Ik kan natuurlijk wel een fijne tijd boven de berg blijven hangen, geen overland maken met het risico van een lastig landingsterrein, gewoon een beetje termieken en om me heen kijken. Maar dat wordt toch saai, ook al is het best een kunst om steeds weer op wolkenbasis te komen en weer naar beneden. Het is weinig uitdagend als je precies weet waar de bellen zitten, als je niet in de verte een clubje ziet draaien en plotseling ontdekt hé dat is Christine, of Cameron, of die ene Rus die altijd zo krap draait. Goal halen is niet meer de ultieme kick als je niet eerst een taak hebt gedaan.

We hebben eigenlijk een ander wedstrijdformat nodig, een ander score-systeem dat minder snelheid en kracht en risico’s nemen beloont. Wij, oudere meisjes en niet-top competitors, willen serieuze wedstrijden waar we ook nog een kans hebben om op ons uiterste te vliegen en dan op goal te landen. Dus niet zozeer kortere taken, zoals bij de womens worlds in 2008, want met onze moderne vleugels zijn Corinna, Kathleen en Julia dan al in anderhalf uur binnen.
Ropje schreef al over alternatieven zoals parameters van meer dan 50% (dus erop mikken dat meer dan de helft van de deelnemers goal haalt), Cameron heeft voor zijn club verschillende scoringssystemen bedacht zodat iedereen leuk mee kan doen, en ik herinner me van jaren geleden dat de Britten taken uitzetten die erop gericht waren alle niveaus een uitdaging te geven. Gerolf is ook geinteresseerd, dus misschien kunnen we wel iets ontwikkelen naast GAP. Ik had zo graag Angelo gemaild om hem om z’n gedachten te vragen, hij had wel begrepen wat we zoeken. Met Cameron komen we een heel eind wel.
Geen starttijden, maar je tijd gaat gewoon lopen vanaf de eerste keer dat je de startcirkel invliegt. Geen vaste taak, maar een verzameling keerpunten en bedenk zelf maar welke afstand je vliegt. Er wordt wel een goal aangewezen en er is een forse bonus voor het landen op goal, plus speedpoints ( je gemiddelde snelheid over de door jouw gevlogen afstand vanaf de startcirkel). Daarnaast krijg je punten voor de afstand, dus iemand die een lange afstand zonder goal heeft kan net zoveel scoren als iemand met een kortere afstand en wel goal.
Het enige nadeel dat we tot nu toe kunnen bedenken is dat mensen geneigd zullen zijn elkaar te gaan volgen. Aan de andere kant, als een dombo in staat is achter Corinna of Kathleen aan te vliegen, dan is dat super leerzaam en best knap ook. Het gaat er eigenlijk alleen maar om de toppers uit elkaar te houden.

17 augustus 2010

wandelen

Om tien uur moesten er zo’n veertig vleugels op drie busjes, en dan nog de harnassen en piloten erin natuurlijk en maar hopen dat zo’n busje dan ook boven komt. Dat lukte, met veel gepiep en gekraak en stank van slippende koppelingen en overkokende motors, maar het goot dus we draaiden weer om. De remmen hielden het ook nog, deze keer, en misschien zijn de vleugels niet verschrikkelijk beschadigd door de Balkanbehandeling.
Wouter en Cameron togen naar een oorlogsmuseum, en wij maakten een hike in de kloof hier vlakbij. Schitterend en lekker zweten, geen anwb-bordjes overal maar gewoon een minimale railing en een kaartje om de weg te wijzen. Absoluut de moeite waard.

16 augustus 2010

Tolmin, Slovenië

In m’n tentje, alle instrumenten aan de lader, stemmen van Cameron en Christine op de achtergrond en in de verte een vrouw die lacht als een achternagezeten kalkoen. In de regen hier naartoe rijden met de caravan achter ons aan deed me denken aan m’n eerste wedstrijd, de NK in het Zillertal. Met Frankje en Rob, de koelkast op de dissel en ’s nachts middenin Mayrhofen proberen te slapen met z’n drieën in de auto. Een totaal mislukte wedstrijd, alleen maar regen en modder, maar ik was verkocht. Geweldig vond ik het. Flip als wedstrijdleider, Ad was starthulp, de enige buitenlander was denk ik Uli, Mart werd winnaar in de minimaalste wedstrijd die we ooit hadden gehad en ik kreeg een heks op een bezemsteel omdat ik één puntje meer dan Wendela had gescoord. Koos en ik werden dat jaar lid van de wedstrijdcommissie en we hadden geen flauw idee wat dat inhield.
Gisteravond was het noodweer. Dees en Robbie, Ropje, Wouter Strating, Frans Icke en Araldo waren er al en we pasten nog net in de voortent. M’n eerste nacht in een echte caravan was een drama, de pokkeherrie van de regen was niet te harden en iedere keer als Camo zich omdraaide schudde het hele ding, vreselijk.
Vanmiddag hebben we een klein vluchtje gemaakt, kon net voordat de lucht echt zwart werd. Nou ja, Fleming en Jens startten nog nadat wij al lang en breed aan het bier zaten, en uiteindelijk bleef het droog en viel het ook wel mee met het gustfront. Morgen de eerste wedstrijddag.

13 augustus 2010

NK voorbij

Het is weer over, morgen rijden we naar Slovenie. Gerolf heeft de Dutch Open gewonnen, ik heb ‘m verloren ;-) Gisteren was ik gewoon te lui, ik wilde tijdens de vlucht al slapen dus ik zakte opnieuw bij Osteria uit.
Vanmorgen zag de voorspelling er slecht uit, het zou zeker gaan regenen vanmiddag dus ik bouwde snel op en startte een uur voor de briefing, zodat ik in ieder geval nog een vluchtje zou maken. Wachten op de briefing was een risico en ik heb toch weinig te verliezen. Ik zei dat ik het zeker bij één vluchtje zou laten omdat ik zo moe ben, maar de landing ging echt geweldig! Zo goed dat ik er nog zo eentje wilde, dus ik liftte naar boven waar het inmiddels nogal bewolkt en winderig was geworden. Snelsnelsnel nog een keertje opbouwen, Ad hielp me en vlak voor de regen was ik weer in de lucht. Ik speerde naar beneden, bouwde m’n hoogte af en binnen vijf minuten stond ik weer aan de grond, opnieuw met een goeie landing. Ik ga het nog leuk vinden jeeehaa.

kiekjes pre WK

12 augustus 2010

taak 4



Na bijna drie uur vliegen en twee keerpuntjes was ik behoorlijk moe. Ik kwam laag bij Gualdo Tadino aan en ik zou er alleen langs durven als ik weer op wolkenbasis zat. Dat betekende hard werken, vechten, vastbijten, en dan nog was het niet zeker dat ik er uiteindelijk zou komen, dat ik dan de oversteek zou durven maken, dat er zuidelijk van Gualdo een fijn landingsterrein zou zijn. De groeten, ik zette ‘m gewoon weer neer in m’n standaard uitzakterreintje bij Osteria del Gatto.
Christine niet, die was harstikke moe van de drie-en-een-half uur gisteren, spierpijn, slecht slapen, en ze zakte er meteen na de start uit zodat ze een relaunch moest maken. Mooi dat dat kan, maar wel erg vermoeiend. Ik kwam haar tegen toen ik vanaf keerpunt 2 over de start vloog, en voordat ik weer boven de windturbines was had ze de eerste twee keerpunten al gepakt en ging ze op weg naar drie. Uiteindelijk zakte ze bij Hans en Cameron uit na het vierde keerpunt, na weer ruim drie uur vliegen, in Foligno. Jeetje wat een tough cookie, ze verdient een prijs!

11 augustus 2010

nog meer uitzakken

Gisteren was er weinig wind en goeie termiek, dus ik hoopte op een kans nou eindelijk eens Osteria voorbij te vliegen. In plaats daarvan kon ik het toch weer niet opbrengen om in de gaggle te blijven, helemaal niet nadat er iemand van achter me onder inhaalde, zijn zeil een meter van m’n bottombar. Als je erover nadenkt niet echt gevaarlijk, maar ik schrok wel. M’n eigen belletje zoeken was, zoals gewoonlijk, geen best plan dus ik zakte eruit. Boven het landingsterrein piepte het toch en ja hoor, ik draaide weer terug tot boven startniveau. De bel was wel nogal ruig en ik had het er niet echt naar m’n zin, twee keer heel hard aan m’n chute gedacht. Boven de start draaide een gaggletje verder omhoog, boven het dal stond een wolkje op een plek waar alle dagen een goeie bel staat, en mijn afstand beide kanten op was even groot. Het dal dus, niet verstandig maar gezien m’n bovenmatig zenuwachtige aard wel logisch. Er zat niks, m’n vario zeurde sink, en een paar minuten later maakte ik een prima landing. Heel kort, heel stressvrij gevlogen en een goeie landing, niet erg dus. Nog met m’n harnas aan belde ik Marco om me snel op te halen voor een relaunch, en twintig minuten later zat ik alweer in de auto op weg naar boven. Heerlijk zo ontspannen als het allemaal gaat. Maar nee, boven stond de wind noord en het zag er absoluut niet naar uit dat er nog veilige startmomenten zouden komen. Ik ken mezelf, als ik blijf wachten ga ik opbouwen en als ik opbouw ga ik starten, dus het leek verstandiger om maar weer naar beneden te rijden.
Terwijl ik nog liep rond te tutten in headquarters hoorde ik Hans en Christine over de radio, ze zaten bij het derde keerpunt. Gaaf dat Christine zo goed vloog! Ze heeft een hele lange moeilijke tijd achter de rug, met een paar nogal ernstige ongelukken, dus dit was tof. Een uur later kwam ze op goal, hoog maar met een heel redelijke tijd van drie uur en een kwartier. Ik ben harstikke blij voor d’r, hiermee kan ze weer een tijd vooruit. Nou ik nog, maar dat zal wel even duren. Eerst m’n landingen erin slijten.

10 augustus 2010

NK taak 1

Iedereen bemoeit zich met het Cameron-Hadewych-geval, hij krijgt er het rambam van. Ik vind het niet zo erg, het komt doordat ze om ons geven denk ik, en ik maak me meestal niet erg druk om de opvattingen van anderen over mijn leven. Ik vind het wel vervelend dat Hans voortdurend vindt dat het mijn schuld is als Camo ongelukkig is, maar aan de andere kant, ik zie z’n punt wel en ik kan er nog steeds niks aan veranderen.
Het is sowieso kwa relaties geen feest dit jaar. Er lopen teveel exen van elkaar, met de nieuwe geliefde en al, op dezelfde berg rond. Vroeger was ik vaak de enige vrouw in een hele wedstrijd, afgezien van Kathleen of Corinna soms, maar die zijn getrouwd/geen onderwerp van flirts. Het is harstikke leuk als er veel meiden zijn, maar het levert wel een hoop geroddel en gezeur op. Ik ben de enige single van de dames hier en ja hoor ook dat is dus een bron voor eindeloos geklets.
Jeetje, vroeger. Twintig, dertig wedstrijden misschien? Tien jaar? Mart vroeg waarom ik in godsnaam überhaupt meedoe met wedstrijden, als ik nog steeds niet in een gaggle durf te blijven dus gegarandeerd uitzak. Ik snap z’n verbijstering wel, het is net zoiets als voortdurend een koers kiezen die me richting grote veilige landingsterreinen brengt in plaats van de bergtoppen waar de termiek zit. Maar hoe graag ik ook beter wil vliegen, eerst moet ik me veilig voelen. Ik draai drie of vier rondjes met de gaggle mee, probeer niet op de anderen te letten en gewoon goed te centreren, maar met drie of vier anderen op dezelfde hoogte krijg ik het spaans benauwd en wijk ik uit. De fout die ik gisteren maakte was niet het uitwijken, ik kon de spanning gewoon niet aan, maar het feit dat ik niet bleef proberen om ook tophoogte te bereiken. Ik gleed met de anderen mee die wel een paar honderd meter meer dan ik hadden, dàt was stom. Daardoor zakte ik voor de zoveelste keer uit voor de windmolens. Er zat meer sink dan anders en het waaide ook harder, dus ik leek al vóór Osteria uit te zakken. Er stond al iemand en het was een mooi veld, maar ik zat nog iets te hoog om het al volledig op te geven. Achter het dorp zag ik m’n vertrouwde veld liggen, waar ik al tien keer geland ben, en ik mikte erop dat ik het zou kunnen halen. M’n instinct riep ENG ENG ENG want als ik het niet haal kom ik tussen bomen en huizen terecht, maar ik had genoeg verstand om te weten dat ik over zou houden. Niet veel overigens, waardoor ik een slecht circuit maakte. De landing zelf was prima, genoeg snelheid, begin van een flare, keurig op de voeten. Taak 1 was binnen een half uur over nog voordat de start open was.
Lorenzo en Antonio waren er al voordat ik ingepakt was, en ik had een complete middag om Christine in bed te leggen (ziek), wasje te doen, auto uit te mesten en een paar mensen op goal te zien binnenkomen. Ben nu eindelijk weer eens uitgeslapen.

NK taak 1

Iedereen bemoeit zich met het Cameron-Hadewych-geval, hij krijgt er het rambam van. Ik vind het niet zo erg, het komt doordat ze om ons geven denk ik, en ik maak me meestal niet erg druk om de opvattingen van anderen over mijn leven. Ik vind het wel vervelend dat Hans voortdurend vindt dat het mijn schuld is als Camo ongelukkig is, maar aan de andere kant, ik zie z’n punt wel en ik kan er nog steeds niks aan veranderen.
Het is sowieso kwa relaties geen feest dit jaar. Er lopen teveel exen van elkaar, met de nieuwe geliefde en al, op dezelfde berg rond. Vroeger was ik vaak de enige vrouw in een hele wedstrijd, afgezien van Kathleen of Corinna soms, maar die zijn getrouwd/geen onderwerp van flirts. Het is harstikke leuk als er veel meiden zijn, maar het levert wel een hoop geroddel en gezeur op. Ik ben de enige single van de dames hier en ja hoor ook dat is dus een bron voor eindeloos geklets.
Jeetje, vroeger. Twintig, dertig wedstrijden misschien? Tien jaar? Mart vroeg waarom ik in godsnaam überhaupt meedoe met wedstrijden, als ik nog steeds niet in een gaggle durf te blijven dus gegarandeerd uitzak. Ik snap z’n verbijstering wel, het is net zoiets als voortdurend een koers kiezen die me richting grote veilige landingsterreinen brengt in plaats van de bergtoppen waar de termiek zit. Maar hoe graag ik ook beter wil vliegen, eerst moet ik me veilig voelen. Ik draai drie of vier rondjes met de gaggle mee, probeer niet op de anderen te letten en gewoon goed te centreren, maar met drie of vier anderen op dezelfde hoogte krijg ik het spaans benauwd en wijk ik uit. De fout die ik gisteren maakte was niet het uitwijken, ik kon de spanning gewoon niet aan, maar het feit dat ik niet bleef proberen om ook tophoogte te bereiken. Ik gleed met de anderen mee die wel een paar honderd meter meer dan ik hadden, dàt was stom. Daardoor zakte ik voor de zoveelste keer uit voor de windmolens. Er zat meer sink dan anders en het waaide ook harder, dus ik leek al vóór Osteria uit te zakken. Er stond al iemand en het was een mooi veld, maar ik zat nog iets te hoog om het al volledig op te geven. Achter het dorp zag ik m’n vertrouwde veld liggen, waar ik al tien keer geland ben, en ik mikte erop dat ik het zou kunnen halen. M’n instinct riep ENG ENG ENG want als ik het niet haal kom ik tussen bomen en huizen terecht, maar ik had genoeg verstand om te weten dat ik over zou houden. Niet veel overigens, waardoor ik een slecht circuit maakte. De landing zelf was prima, genoeg snelheid, begin van een flare, keurig op de voeten. Taak 1 was binnen een half uur over nog voordat de start open was.
Lorenzo en Antonio waren er al voordat ik ingepakt was, en ik had een complete middag om Christine in bed te leggen (ziek), wasje te doen, auto uit te mesten en een paar mensen op goal te zien binnenkomen. Ben nu eindelijk weer eens uitgeslapen.

09 augustus 2010

Einde pre-WK


Het is altijd nogal deprimerend als na de prijsuitreiking iedereen weer vertrekt, de meesten zelfs zonder afscheid in alle chaos. Gelukkig blijven er ook veel voor de Dutch Open, maar m’n geliefde frenchies zijn vertrokken.
Het was wel de beste dag tot nu toe, en de ceremonie was precies goed, kort en feestelijk, dus we scheurden naar boven voor hopelijk twee vluchtjes. We waren allemaal wel erg brak na het feest van gisteravond, maar deze gelegenheid was te goed om te laten liggen. Cameron had geen zin om te vliegen dus die ging voor mij op en neer rijden, en ik had het landingsterrein vrijwel voor mezelf omdat iedereen druk bezig was te toplanden. De eerste landing ging zo goed dat ik er bijna zin in kreeg. Bij de tweede landing was het nog een hoop werk om naar beneden te komen, alles ging goed omhoog, brede vette lift overal. Onnatuurlijk om te laten liggen en m’n best te doen om te landen, maar uiteindelijk was ik erg blij met drie goeie landingen op een rijtje. Voor het eerst in jaren kreeg ik weer echt hoop, misschien kan ik het echt fatsoenlijk leren. Ik heb gisteren besloten dat ik de afgelopen 17 jaar afsluit, en vanaf nu als een volstrekte beginner een mindset heb alsof ik nu leer vliegen. Helemaal overnieuw.
Ik heb in al die jaren nooit echt in m’n comfortzone gezeten. Ik ben niet het type om rustigjes gemakkelijk aan te doen, ik wil altijd uitdaging, werken, inspanning, vooruit. Als er drie stress-fases zijn: comfort, spanning/inspanning, paniek, dan heb ik altijd veel meer in de tweede en derde fase gezeten dan in de eerste. Het is nieuw voor mij om me te beperken tot alleen dat wat makkelijk en veilig en relaxed is, maar op m’n ouwe dag ;-) begin ik te ontdekken dat er wel iets in zit om het gewoon rustig aan te doen.
Dat neemt niet weg dat ik met wedstrijden mee wil blijven doen, altijd zien hoever ik kan komen, altijd proberen m’n grenzen op te zoeken en misschien te verleggen. Maar voorlopig hou ik die grenzen maar eens even héél dicht bij huis.

06 augustus 2010

slecht weer weer


Het is nogal belachelijk om middenin Umbria te zitten en de hele dag niks anders te doen dan rondhangen, lezen (over Cicero heel toepasselijk), wachten tot morgen. De uiterste decadentie, maar ik heb Gubbio en Assissi en strand nou wel gezien en ik ben moe. Morgen, de laatste dag, is ons superweer beloofd en waarschijnlijk krijgen we een pittige taak, ondanks de prijsuitreiking. Ik ga m’n lenzen weer indoen zodat ik kan zien waar ik vlieg, m’n ogen lijken wel genezen.

Met al die gecancellde dagen is er natuurlijk weer genoeg tijd voor uitvoerige discussies over de traditionele onderwerpen: sprogs, luchtruim en veiligheid. Taak 2 had een keerpunt hoog in de bergen met een ruim gebied eromheen waar niet geland kon worden, en taak 3 had een goal waarvoor mensen niet zouden kunnen landen. De taakcommissie (Manfred, Alex en Cameron, die waarschijnlijk niet al te veel in te brengen heeft) vindt dat piloten geacht kunnen worden zelf hun beslissingen te nemen. Bepalen welke marges je hebt hoort erbij. Daar ben ik het wel mee eens, maar de vraag is dan natuurlijk wel waar je nog een safetycommittee voor hebt. Ik ben gewend om al véél en véél eerder dan de toppiloten te besluiten dat ik een steek niet aandurf, dus ik voel me eigenlijk nooit gedwongen om onverantwoorde risico’s te nemen. Maar de top-twintig of top-dertig ziet dat anders, zij hebben veel te veel punten te verliezen als ze de taak niet uitvliegen.
Het luchtruim zou voor de duur van de wedstrijd open worden gesteld, maar kennelijk is er iets misgegaan met de data. Vorige week hadden we naar hartelust rond Perugia kunnen vliegen, nu is er een hoogtelimiet tot aan de randen van het gebergte waar we onze taken hebben. Iedere eerste infringement zou bestraft worden met een waarschuwing, maar zo’n tien piloten zijn meer dan 100 meter in het restricted gebied geweest en scoorden nul punten. Niet eerlijk naar mijn bescheiden mening, en de restricted airspace is zo bizar uitgestrekt en laag voor dat ene vliegtuig per week dat we het sowieso zouden moeten negeren, maar de Italianen zijn extreem gezagsgetrouw. Het protest van de Fransen is dan ook afgewezen.
Heather liet tenslotte ook nog weten dat er deze keer echt actie ondernomen zal worden tegen piloten die in de wolken vliegen. Er zijn twee getuigen voor nodig, maar de piloten die door één persoon met naam of nummer genoemd zijn, en waarvan de tracklog laat zien dat ze hoger dan de wolkenbasis waren, krijgen in ieder geval met haar te maken. Voor mij is het niet te bevatten dat iemand dat durft, in een drukke gaggle blind door te draaien terwijl je weet dat anderen dat waarschijnlijk ook doen. Moet je wel heel graag willen winnen.

05 augustus 2010

Harnas


Oeps, een nieuw harnas gekocht. Er is niet eens bijzonder veel research aan vooraf gegaan, al was ik al een tijdje aan het denken over een nieuwe. De tenax is behoorlijk versleten, niet heel prettig in het op en down rocken sinds ik de schouderstraps verlengd heb, en na Adams ongeluk ben ik ook weer wat bewuster over de effecten van een plotselingen chute-opening. Ik was eigenlijk van plan om een studie te maken van de Matrix van Moyes, de nieuwste Woody Valleys en de WillsWing van Jeff, maar na een uurtje over Jeffs schouder meekijken terwijl hij Kathryn hielp haar chute in haar nieuwe harnas te pakken, en een proefhang, was ik wel verkocht. Ik wil eigenlijk liever een touw dan een buttlever, maar dan kom ik vrijwel zeker bij de tenax uit en dat was dus niet de bedoeling.
Een harnas is de belangrijkste aankoop die je kan doen in een mensenleven, nou ja misschien samen met een huis dan. Vleugels kan je verkopen en aanpassen, een harnas moet passen en een exact goeie cg hebben en comfortabel zijn en handig in te pakken. De chute moet er makkelijk in te pakken zijn en eenvoudig uit te trekken, de banden mogen niet scheuren als je de chute gooit.
We waren gisteravond allemaal in Anita’s om Ally’s verjaardag te vieren, maar Blenkie had zich een dag vergist, het is vanavond. Dat is jammer want we hebben wel een beetje genoeg van Anita’s, ik ga met de Ieren naar een nieuwe tent en Camo is aan de kust. Morgen nog een niet-vliegdag, maar de laatste dag wordt super is ons beloofd.

taak 3


De wind gierde door de luiken gisterochtend, en iedereen had een flinke kater van de karaoke-avond, dus we stonden niet echt te stuiteren om te gaan vliegen. We mochten toch naar boven en kregen een taakje van 91 km, min of meer de ridge op en neer. Wolkenbasis was erg laag, 1400 meter en minder, er stond flink wat wind en de termiek was heel zwak. Geheid chaos in de gaggles dus, dus ik wilde weer laat starten nadat iedereen al zo’n beetje voor de start weg was. Ik misrekende me echter zodat ik tussen de andere mindere piloten in de kom voor de start terecht kwam. Iets buiten de drukte zag ik Christine draaien, dus daar ging ik heen. Wij twee kwamen mooi omhoog, maar de anderen hadden het er duidelijk moeilijk mee. Ik merk wel dat ik weer veel kalmer ben in zo’n situatie dan een paar jaar geleden, ik kan het nog steeds niet veel beter dan een beginner maar ik raak in ieder geval niet in paniek. Dat geldt trouwens voor de hele vlucht. Meer dan ooit ben ik me ervan bewust dat ik het voor de lol doe en dat ik geen lol heb als ik bang ben, en ik heb gelukkig toch wel wàt vaardigheid, en de focus op goeie landingen ten koste van prestaties werkt ook. Alles bij elkaar vlieg ik deze week bijzonder relaxed en plezierig, zonder enige score weliswaar en korte vluchtjes ook maar ach, het is een lekker weekje zo.
Gisteren zijn zowel Cameron als Hans trouwens ook geland omdat ze geen zin hadden in onveilige toestanden. Nou ja, ‘ook’, ik ben er weer ouderwets uitgezakt, op de startcirkel samen met Konrad en Wayne, en zij stonden wel ietsje verder. Cameron had heel laag een zacht belletje gevonden en werd er agressief uitgedouwd door iemand die volgens hem nauwelijks controle over z’n vleugel had. Hans was bezig met de leadgaggle lijtermiek te zoeken in de inhammen van de ridge, levensgevaarlijk dus hij zette ‘m ook maar neer tussen keerpunt twee en drie.

03 augustus 2010

andere blogs

weer niet te missen, vooral vanwege de schitterende fotoos: http://naughtylawyertravels.blogspot.com/ en filmpjes: http://jonnydurand.blogspot.com/

eerste taken


Gisteren was een echt hangdagje, eindeloos bedenken wat we zullen gaan doen en uren op elkaar wachten. We zouden naar Rome maar dat bleek toch te ver. We zouden een glijvluchtje maar het bleek te cross. We zouden gaan paardrijden maar dat was te actief. Uiteindelijk reden we met een paar Britten en Ieren naar Perugia. Schitterende citadel/metro, deed me vooral aan de Pietersberg denken. Spectaculair, imposant. Zeer de moeite waard. Het museum was een tegenvaller, prachtige drieluiken wel maar veel te veel en de audiogids wist ons niet meer te vertellen dan dat het allemaal erg mooi was. We hoopten verhalen en verwijzingen te horen over de symbolen in de schilderijen.
’s Avonds eten op de camping, Shaun en Hans en Christine weer aangekomen, besloten dat we team Chickenwings zijn (Christa en ik zijn de chicken, de mannen moeten maar zorgen dat ze de wings vormen) en mij wegens vroeg opstaan gebombardeerd tot teamleider. Bah dan moet ik op gaan letten en heb ik minder tijd om te bloggen.
De registratie vanmorgen is al sinds acht of negen uur bezig. We scheurden eerst nog een keer de berg op in de vage hoop op een glijvluchtje maar de wind was al noord. Daarna druk met de bureaucratie, honderd papieren tekenen waarin je je onderwerpt aan de Italiaanse wet en alle verantwoordelijkheid neemt voor ieder denkbaar en ondenkbaar geval, een nieuwe helm kopen zonder barsten, paspoort laten kopieren verzekeringsnummers twintig keer opschrijven. Het wordt ieder jaar gekker, benauwder, idioter. Volgend jaar gaan ze waarschijnlijk onze schoenen nakijken of een urinesample vragen.
Het is natuurlijk wel weer gezellig, iedereen komt binnen en er zijn zo’n honderd mensen te zoenen. Telefoonnummers checken, bijbloggen, straks een wasje doen en dan beginnen we morgen zoals het hoort, met een gecancellde dag.

Ook al ben ik er al eens geweest, toch maar weer naar de grotten van Frasassi geweest. Niet te bevatten, ik vind tweeduizend jaar al ingewikkeld laat staan een paar honderdduizend of miljoenen.
Vandaag mogelijk wel de lucht in.

Maandag
Alleen het eerste keerpuntje, slechts 16 km (+ 12 naar de startcirkel) terwijl er 110 piloten op goal stonden, en nog een blauwe plek erbij op m’n knie ook, maar ik ben toch heel tevreden. Ik wilde niet in een gaggle om de lichte termiek vechten dus ik startte heel laat. Christine stond voor me te worstelen met de wind, maar ik ging heerlijk gecontroleerd weg. Meteen omhoog, maar zoals gewoonlijk duurde het nog zeker vier bellen voor ik eindelijk eens in de buurt van cloudbase kwam. M’n eerste prioriteit was zeker stellen dat ik een fatsoenlijk landingsterrein kon bereiken, en vanaf het moment dat ik het vliegveldje makkelijk kon halen kon ik me weer relaxed concentreren op de gaggletjes. Christine liet zich twee keer aan de westkant van de Cucco onder tophoogte zakken, doodeng. Maar ze is inmiddels heel veel zelfverzekerder dan ik, dus het kwam helemaal goed. Ik zag een wolkje midden boven het dal, maar het deed niks en al gauw zat ik bijna op landingshoogte boven het vliegveld. Shedsy was er aan het draaien en ik klom heel relaxed, langzamer dan hij trouwens, mee omhoog. Op 1500 leek het op, dus ik gleed richting startcirkel. Heel voorzichtig, en net toen ik zag dat er iemand vlak achter me vloog begon het weer te piepen. Ik draaide naar links, hij draaide naar rechts om me het belletje uit te duwen. Ouwe Italiaan, ik heb ‘m later op z’n donder gegeven. Het was een mooie bel en ik kwam op 1700 meter in de buurt van het keerpunt boven. Verderop zag ik een wirwar van draaiende vleugels, en geen fatsoenlijk landingsterrein. Toch maar daarheen maar hoe verder ik vloog hoe meer ik fixeerde op landingsterreinen. Tegen de tijd dat ik er ééntje besloten had zat ik laag en ik had het lef niet om flink te knokken, uit angst het terrein weer te verliezen doordat ik ervan weg zou driften. Landen dus. Goed circuit maar harde nose in dus m’n getergde knietje is weer ns blauw en paars. Bovendien stond ik onderaan een gigantische stijle berg waar echt geen auto zou kunnen komen, dus dat werd twee keer naar boven sjouwen met harnas en vleugel, in de brandende zon. Boven ingepakt en nog eens zes km gelopen op zoek naar een straatnaambordje of een dorpsnaam. Tegen die tijd had Phil me gevonden en konden we Ken en Rich gaan ophalen, die al eerder waren uitgezakt.

Dinsdag
Ik zakte er vrijwel meteen uit, voor de zoveelste keer op het grote terrein voor de windmolens. Slechte landing, upright krom, ouwerwets in tranen omdat ik zo verschrikkelijk boos en gefrustreerd over mezelf ben. Phil deed z’n best om me zo snel mogelijk voor een tweede start boven te krijgen, upright recht geduwd, maar het window was al gesloten. Dan maar een vrije vlucht. Dat was een lekker vluchtje maar ik kon nergens naartoe, Phil moest de anderen ophalen dus ik moest wel op goal landen. Wel tof, alsof je eerste rang zit, ik kon perfect zien hoe de eerste vier, vijf, landden, daarna een peleton van zeker twintig die knoerhard naar goal scheurden, en het volgende uur druppelden er continu twee, drie vleugeltjes binnen. Heel gaaf gezicht. Net toen ik er genoeg van had draaide Christine onder me in. Ze was op weg van het eerste naar het tweede keerpunt, jezus wat kan dat mens volhouden! Geweldig, maar ze was te laat en zakte een half uur later toch uit.
Ik had een uitstekende landing. Vervolgens met z’n allen naar het hotel, waar ik al snel veel teveel bier op had met allerlei slechte gevolgen. Nu op de berg wachten tot het begint te onweren, met een oog waar een hinderlijk vuiltje in zit dat ik er niet uitkrijg. Vanmiddag naar de garage voor een nieuwe voorruit, en dan naar de oogarts.

Hm ooginfectie, een week geen lenzen. Dat wordt vliegen met een bril op, balen. Nou ja vandaag en de komende twee dagen ziet het er toch niet zo denderend uit, dikke kans dat we nog wel een tijdje tegen deze zwarte wolken aan zitten te kijken. Er wordt op dit moment gevlogen maar ik ben net terug van de dokter en de kans is groot dat het straks weer gaat regenen.

01 augustus 2010

grotten

Gisteren was een echt hangdagje, eindeloos bedenken wat we zullen gaan doen en uren op elkaar wachten. We zouden naar Rome maar dat bleek toch te ver. We zouden een glijvluchtje maar het bleek te cross. We zouden gaan paardrijden maar dat was te actief. Uiteindelijk reden we met een paar Britten en Ieren naar Perugia. Schitterende citadel/metro, deed me vooral aan de Pietersberg denken. Spectaculair, imposant. Zeer de moeite waard. Het museum was een tegenvaller, prachtige drieluiken wel maar veel te veel en de audiogids wist ons niet meer te vertellen dan dat het allemaal erg mooi was. We hoopten verhalen en verwijzingen te horen over de symbolen in de schilderijen.
’s Avonds eten op de camping, Shaun en Hans en Christine weer aangekomen, besloten dat we team Chickenwings zijn (Christa en ik zijn de chicken, de mannen moeten maar zorgen dat ze de wings vormen) en mij wegens vroeg opstaan gebombardeerd tot teamleider. Bah dan moet ik op gaan letten en heb ik minder tijd om te bloggen.
De registratie vanmorgen is al sinds acht of negen uur bezig. We scheurden eerst nog een keer de berg op in de vage hoop op een glijvluchtje maar de wind was al noord. Daarna druk met de bureaucratie, honderd papieren tekenen waarin je je onderwerpt aan de Italiaanse wet en alle verantwoordelijkheid neemt voor ieder denkbaar en ondenkbaar geval, een nieuwe helm kopen zonder barsten, paspoort laten kopieren verzekeringsnummers twintig keer opschrijven. Het wordt ieder jaar gekker, benauwder, idioter. Volgend jaar gaan ze waarschijnlijk onze schoenen nakijken of een urinesample vragen.
Het is natuurlijk wel weer gezellig, iedereen komt binnen en er zijn zo’n honderd mensen te zoenen. Telefoonnummers checken, bijbloggen, straks een wasje doen en dan beginnen we morgen zoals het hoort, met een gecancellde dag.

Ook al ben ik er al eens geweest, toch maar weer naar de grotten van Frasassi geweest. Niet te bevatten, ik vind tweeduizend jaar al ingewikkeld laat staan een paar honderdduizend of miljoenen.
Vandaag mogelijk wel de lucht in.

30 juli 2010

Registratie

Gisteren was een echt hangdagje, eindeloos bedenken wat we zullen gaan doen en uren op elkaar wachten. We zouden naar Rome maar dat bleek toch te ver. We zouden een glijvluchtje maar het bleek te cross. We zouden gaan paardrijden maar dat was te actief. Uiteindelijk reden we met een paar Britten en Ieren naar Perugia. Schitterende citadel/metro, deed me vooral aan de Pietersberg denken. Spectaculair, imposant. Zeer de moeite waard. Het museum was een tegenvaller, prachtige drieluiken wel maar veel te veel en de audiogids wist ons niet meer te vertellen dan dat het allemaal erg mooi was. We hoopten verhalen en verwijzingen te horen over de symbolen in de schilderijen.
’s Avonds eten op de camping, Shaun en Hans en Christine weer aangekomen, besloten dat we team Chickenwings zijn (Christa en ik zijn de chicken, de mannen moeten maar zorgen dat ze de wings vormen) en mij wegens vroeg opstaan gebombardeerd tot teamleider. Bah dan moet ik op gaan letten en heb ik minder tijd om te bloggen.
De registratie vanmorgen is al sinds acht of negen uur bezig. We scheurden eerst nog een keer de berg op in de vage hoop op een glijvluchtje maar de wind was al noord. Daarna druk met de bureaucratie, honderd papieren tekenen waarin je je onderwerpt aan de Italiaanse wet en alle verantwoordelijkheid neemt voor ieder denkbaar en ondenkbaar geval, een nieuwe helm kopen zonder barsten, paspoort laten kopieren verzekeringsnummers twintig keer opschrijven. Het wordt ieder jaar gekker, benauwder, idioter. Volgend jaar gaan ze waarschijnlijk onze schoenen nakijken of een urinesample vragen.
Het is natuurlijk wel weer gezellig, iedereen komt binnen en er zijn zo’n honderd mensen te zoenen. Telefoonnummers checken, bijbloggen, straks een wasje doen en dan beginnen we morgen zoals het hoort, met een gecancellde dag.

weekje vooraf

Toen ik begon met vliegen wist ik wat m’n ultieme doel was: vliegen zoals ik fiets. Complete beheersing, uren en kilometers kunnen gaan, wel moe worden en altijd hard genoeg doortrappen om stevig bezweet en voldaan aan te komen, genieten van het buiten zijn en van de inspanning. We gingen vroeger op fietsvakantie, en nu is het vliegvakantie. Cameron merkte op dat het voor mij duidelijk echt vakantie is, ondanks de wedstrijden en ondanks de inspanningen en discipline. Klopt, en ik geniet er enorm van. Voor mij geen stress over de scores, wie beter is en wie slechter. Ik ga niks doen wat ik echt niet wil, omdat het nodig is om te winnen.
Toch doe ik wel m’n stinkende best om zo goed mogelijk te vliegen, zo ver mogelijk en zoveel mogelijk punten te krijgen. Maar dat is meer zoals een spelletje alleen maar leuk is als je je aan de regels houdt, een uitdaging alleen maar uitdagend als er belemmeringen zijn. De score is een soort beloning voor wat je gedaan hebt in een taak, het is positieve feedback. Je kan zien of je meer had kunnen doen, of je inmiddels iets meer weet en kan dan een ander, of de strategie die je gevolgd hebt iets oplevert. Elke ochtend check ik de scores, behalve de eindresultaten want die gaan om de wedstrijd, niet om hoe ìk het gedaan heb. Meestal vergeet ik hoe m’n eindpositie was in een wedstrijd, en om eerlijk te zijn mijn gebrek aan competitieve drang maakt me lui en voorzichtig, zodat ik doorgaans wel bij de laatste tien zit. Niet lui tijdens een vliegdag, niet fysiek lui, maar mentaal. Ik studeer te weinig, let te weinig op als de toppers toelichten hoe ze zijn gevlogen en waarom ze die route genomen hebben, kijk nooit naar tracklogs van betere piloten. Ik bedenk veel te weinig na een vlucht wat ik er van kan leren, wat ik had moeten doen, hoe ik de volgende keer dezelfde situatie in m’n voordeel kan keren. Ik ga gewoon met vrienden een biertje drinken en vroeg naar bed.

Woensdag
In Bassano was de lucht flink bedekt, maar om negen uur zagen we de eerste parapent al naar beneden komen. We namen hem mee naar boven en maakte ook een startje. Het was bijna windstil en de lucht was zo dood als een pier, maar daarom niet getreurd. Juist goed om een prima landing te maken. Cameron racete naar beneden om me op te halen voor een tweede start. Dat ging ook nog wel maar het begon te spetteren, en de landing was minder perfect. We besloten te lunchen, een middagdutje te doen en dan om een uur of vijf nog eens te kijken, maar terwijl we in Nics huis in Cassole zaten hoorden we het eerste onweer al. Snel de auto ingepakt en naar Sigillo gereden. Bij Shedsy gecrasht en vandaag een laatste vlucht maken voordat het slechte weer ons hier bereikt.

Donderdag
Super omstandigheden gisteren, echt super je hebt niet vaak zo’n prachtige dag. De bellen waren hard en toch groot, en nauwelijks turbulent. Plus 4 tot meer dan 2000 meter, met lekkere dikke cumulus erbovenop. Te gemakkelijk, dus ik deed niet erg m’n best om boven te blijven en dat gebeurde dus ook niet. M’n landingsfixatie werd er niet beter van toen ik weer ns constateerde hoe belachelijk weinig goeie landingsmogelijkheden er hier zijn. Overal is een kabel, rollen stro, een randje bomen bovenwinds, een flinke helling, gewas of een kudde koeien. Ik herkende een mooi groot veld waar ik een paar jaar geleden prima geland was, langs de weg naar Gualdo Taldino, maar tegen de wind in met m’n low performance vleugeltje leek het me toch wel erg ver vanaf de top van de berg. Vroeg ernaartoe dus, dan maar geen uren vliegen maar ik moet echt geen stress hebben nu. De landing was dan ook harstikke goed, en Ally en Mary hadden me snel in de auto voor een tweede start.
Inmiddels was het veel harder gaan waaien en ik moest plat opbouwen. Totaal vergeten hoe dat ook alweer ging, maar ach zo’n intermediate is wel weer heel simpel dus dat viel mee. Annet hielp me opzetten en starten. Heerlijk, ik wandelde superrelaxed de berg af, een piepklein duwtje en ik vloog, helemaal te gek. Vijf jaar geleden had ik zeker ingepakt omdat ik totaal over m’n toeren raakte van zoveel wind, nu dit!
Ik draaide heel rustig naar boven maar zakte er hard weer uit, had nu helemáál geen zin om risico’s te nemen dus ik landde al na een kwartier. Minder dan de eerste, en kilometers diep het terrein op, maar het was een fantastische vliegdag.

25 juli 2010

Beieren

Vannacht weer niet geslapen, maar het is een te mooie kans om vandaag te vliegen. Christine ging niet mee vanwege nog slechter slapen dan ik, maar met de rest van het laatste Oz-team, Hans, Kari, Cameron en ik reden we naar Emmendorf, 90 km hemelsbreed. Alle omstandigheden waren er om me goed nerveus te maken: onuitgeslapen, nieuwe startplek, tientallen parapenters die kritisch kijken hoe ik ga starten, harde wind in de bomen. Gauw starten maar en dankzij Hans’ hulp voelt dat tenminste helemaal goed. Zijn aanwezigheid neemt minstens de helft van de zenuwen weg. Goed gestart, naar rechts gedraaid en vanaf dat moment ging ik rustigjes omhoog tot ik onder de termiekende parapenters kon insteken en naar wolkenbasis draaien met +2 en meer. Het was niet eng om naar achter te driften want overal bovenop kan je prima landen, dus het lijkt wel laag maar het is ruim. Het lukte me toch niet om te centreren, ik kwam wel goed omhoog maar zodra ik een stukje wegvloog verloor ik de bel en begon m’n sinkalarm te zeuren. Laag had ik een matig veldje uitgekozen voor een eventuele landing, maar ik zag de wind door het koren slaan en daar werd ik toch best bang van. Ik kwam wel weer omhoog maar opnieuw was ik een beetje verdwaald. Hans had gezegd dat we absoluut noordelijk van CTR Munchen moesten blijven, maar een oostelijke koers bracht me bij een rivier die ik niet makkelijk kon oversteken. Met zo’n harde wind wil ik niet op een lullig veldje achter een rijtje bomen of in een diep dal terecht komen. Ondertussen had ik me gefixeerd op een bijzonder aantrekkelijk veld: groen, vrij, lengterichting precies op de wind, vlakbij een dorpje. Dat trekt me vanzelf naar beneden dan, maar ik overwoog dat m’n eerste verlangen deze vakantie goed landen is en ik voelde de moeheid ook, dus geen probleem. Het landen was behoorlijk spannend, harde enigszins turbulente wind, m’n ritstouwtje vast tussen m’n benen, het groene veld vol hoge bloemen (die wel lekker roken maar me gemeen hadden kunnen beetnemen). Het ging goed, en anderhalf uur later kwamen Hans en Pasi me ophalen. Terwijl we in het zonnetje zaten te genieten in een biergarten meldde Christine dat Cameron net bij haar in de tuin landde, en een uur later was ook Kari geland na 70 km. Mooie dag.

21 juli 2010

Afscheid van een clubgenoot


In de twintig jaar dat ik vlieg, heb ik me er vaak over verbaasd hoe er totaal geen relatie lijkt te zijn tussen de stommiteit die iemand begaat en de schade die daaruit voortkomt. Je hebt piloten die echt alles en alles fout doen, waarvan je bijna zeker weet dat ze wel tien keer dood hadden moeten zijn of toch levenslang gehandicapt, en die lopen gewoon met een blauwe plek en een kromme upright weg. En je hebt situaties waarbij niemand echt ziet wat er nou precies fout ging, of het was maar een hele kleine vergissing, en we begraven de piloot een paar dagen later. Onbegrijpelijk en oneerlijk, maar zo moeten we de absurditeit van het lot kennelijk maar accepteren.

Alphons Broekman, die we vaak met kromme tenen hebben bekeken omdat hij complete bergen over het hoofd zag, is maandag verongelukt zonder dat er iets aanwijsbaar fout ging. Misschien is hij ‘onwel’ geworden. Het is onverklaarbaar hoe hij plotseling de grond in dook; z’n toestel was in orde, de lierprocedure verliep zonder mankeren, hij gedroeg zich niet raar. Hij was een ontzettend enthousiaste piloot, vloog harstikke goed, had een uitstekend toestel dat hem perfect paste (ook een Sting3, net als ik) en hij had waarschijnlijk al meer lierervaring dan ik, omdat hij bijna iedere dag wel een paar startjes maakte.

Zaterdag de armen om elkaars schouders, en dan door voor vier weken vliegen want ondanks de confrontatie met alle risico’s kunnen we het toch nog steeds niet laten.

Een kleinzoon zei: hij is in het midden van z’n leven met vliegen begonnen, en het einde was ook met vliegen in het midden van z’n leven.

19 juli 2010

niet vliegen met prima handjes

Ideale weersvoorspellingen voor een net herstelde piloot, Cameron redelijk fit, de lier van de Buizerd gerepareerd: om half tien waren we in Moergestel op het veld. Heerlijk rustig opbouwen en genieten van de zon, uiteraard nog eens het halve veld oversjouwen omdat de wind altijd draait op het moment dat je startklaar bent, de nieuwe kabel uit de knoop halen en al helemaal aangekleed en ingehaakt ontdekken dat m’n radio weer eens leeggelopen is. Never mind, met een ervaren lierman en vaste procedures heb je eigenlijk geen communicatie nodig, als de lierman echt iets van je wil geeft ie een klein tikje op de kabel en dan weet je heus wel dat je los moet gooien. Om een uur of twaalf was ik de eerste die gogogo gaf. Jan Gorisse is een perfecte lierman dus dat ging heerlijk, geen last van m’n hand en de vleugel is ook mooi recht. M’n hoogte gaf iets raars aan maar ik zat ruim boven de lier dus ik draaide terug, en op dat moment voelde ik de kabel aan m’n borst mij nogal hard naar achter trekken, zodat m’n toestel met de neus naar beneden dook. Later begreep ik dat er motorproblemen waren waardoor de katrol niet in z’n achteruit kon, zodat ik geen extra kabel meekreeg bij het terugvliegen. Hij moet wel in z’n vrij hebben gestaan, anders was het allemaal nog veel sneller en heftiger misgegaan denk ik.
Ik releaste meteen (dacht ik) en vloog, niet eens erg geschrokken, weg. Wat ik niet wist, was dat Jan op hetzelfde moment dat ik meende te releasen de kabel had gekapt, en dat was de reden dat ik voelde dat de kabel me niet langer naar beneden trok. Ik had even moeten kijken om te checken dat ik geen 300 meter kabel met me meesleepte, door de mais, over de hekken, om de tractor heen… Maar ik wist dus van niks, probeerde zelfs nog even te termieken maar ik zat vrij laag en ik wilde zes weken na m’n stomme landing in Stadskanaal geen risico’s nemen. Ik landde prima, draaide m’n vleugel om, haakte uit en begon richting start te lopen. Toen pas ontdekte ik dat ik nog aan de kabel vastzat! Ik moest er wel om lachen want het was best grappig, twee mogelijke doodsoorzaken in vijf minuten en ik de hele vlucht compleet onschuldig een beetje vliegen.
Toch was het niet leuk, de mensen op de grond waren wel erg geschrokken want zoiets ziet er vreselijk uit. Het was ook frustrerend voor ze dat ze me niet door een radio konden vertellen dat ik de kabel nog moest releasen. Bovendien was de lier echt stuk, dus iedereen kon weer inpakken en terugsjouwen.
Wij waren op die manier wel vroeg genoeg in Den Haag terug om nog even met Wouter naar het strand te gaan, lekker wiskundige puzzels op te werpen en er vreselijk hevig over in discussie raken hoe je die zou moeten oplossen, voor het eerst Oost-Afrikaans te eten en uiteindelijk Cameron naar huis te slepen. De arme Ozzie kan sowieso al niet fietsen want geen Nederlander, en nou heeft ie ook nog jetleg, dus volgend jaar zorg ik dat ik een tandem in huis heb. Of een riskha.

06 juli 2010

beetje beweging terug

Ik was wel zenuwachtig voor de gipskamer vanmiddag, bij een negatief oordeel zou het krap worden om over twee weken in Greifenburg te vliegen met Cameron. Maar de ayurvedische anabolen of de witte wijn of de extra uurtjes slaap hebben gewerkt, het bot is allemaal weer aan elkaar gegroeid en m'n hand ziet er niet al te bizar uit. Pols en middelvinger zijn nog compleet vastgeroest, bewegen doet flink pijn, maar in de loop van de middag ben ik al goed aan het oefenen. Dat komt goed, ben benieuwd wanneer ik weer een upright vast kan houden. Ik voel wel mee met al die sneue fietsers die in België onderuit gingen en nou niet meer met de tour de france mee kunnen doen.

16 juni 2010

Onhandig


Zo het kunstgips dat ik gisteren gekregen heb is een stuk draaglijker dan wat ik had, en ik kan alweer een paar kledingstukken extra aan. Heb nu ook de beschikking over duim èn wijsvinger, nou oppassen dat ik er niet teveel mee ga doen. Op 6 juli maken ze opnieuw een foto en als ik braaf m’n vitamines slik en veel slaap mag het gips er dan waarschijnlijk af. Ik zal wel blijven zitten met een verkorte verdraaide ringvinger, maar aangezien ik geen concertpianist ben kies ik maar niet voor een operatie.

Ondertussen ben ik wel weer enorm handig aan het worden met de inzet van mond, schouders en knieën om vanalles op te tillen, los te draaien of vast te gespen. En ik heb collega’s en vrienden (oud-collega’s, opvallend genoeg) die boodschappen voor me doen, koken, afwassen en dan ook nog m’n was opvouwen. Hoe lastig ik het ook vind om me te laten helpen (ik vind het veel leuker om voor anderen te zorgen) en hoe ongeduldig ik ook word van knopen die ik niet dicht krijg, er is toch een kansje dat ik ook deze blessure weer overleef ;-)

11 juni 2010

zeikerds

Het ergste van een blessure is niet pijn of gemiste vluchten, maar de reacties van niet-vliegers. Het bijna triomfantelijke ‘zie-je-wel’. Ze wisten altijd al dat het vreselijk gevaarlijk was en ja hoor, m’n gips is een zichtbare bevestiging van hun gelijk. Ongehinderd door zelfs maar een begin van een idee wat zeilvliegen is duwen ze me onmidellijk in de verdediging. Mensen die niet erg geinteresseerd zijn in de redenen waarom iemand vliegt, die zelf over een paar jaar met hartvervetting en nicotinelongen of overspannen zich bij dokters en ziekenhuizen zullen melden.
Ik geloof dat het een soort afgunst is, jaloezie omdat ik een fantastisch leven leidt. Zij willen dat niet, durven dat niet, hebben er niet zoveel geld en tijd en inspanning voor over, maar ze vinden het toch moeilijk te verkroppen dat ik boven de wereld kan uitstijgen. Dat ik me niet neer laat halen door het honderden keren herhaalde “wat gevaarlijk” en “wat eng” en “zou ik nooit durven”. Wat boeit mij dat nou dat zij niet durven? Ik vraag ze helemaal niet om mee te doen.
Gelukkig zijn er ook mensen die het gewoon sneu vinden, omdat ze weten hoe gaaf ik vliegen vind. Die een extra handje helpen, bijna opgelucht horen dat ik de wedstrijden wel weer zal vliegen.
Maar de zeurende betweters, ik wens ze toe dat ze van een keukentrapje vallen of tegen de tuindeur aalopen. Nog altijd het grootste risico op verwonding: thuis blijven.

06 juni 2010

Dagje niksen



Vanmorgen waren ze in hetzelfde ziekenhuis véél vriendelijker, en m’n hand werd snel en vakkundig ingegipst. Ik hoef geen illusies te hebben over snel herstel wegens grote fitheid, vier weken is gewoon het minimum. Ik probeer maar gewoon even in zombie-mode te gaan dan voelt het minder erg.
Ropje is zeer verdiend Knollenkampioen, ik ben aangeschoten nou ik toch niet kan rijden en Rinus en Connie brengen me naar huis. Morgen maar ns een fijn plastic zakje scoren om te kunnen douchen.

Knoalkup taak 2



Verdorie, m’n hand gebroken. Gewoon een stomme whack, niks bijzonders, ik dacht eigenlijk dat ik heel redelijk aan het landen was maar ik klapte gewoon een paar meter eerder op de grond dan voorzien. Ik kan me ook niet helemaal herinneren waarom ik m’n handen nog aan de bottombar had, ik had mezelf al opgericht. Wel een vrij hoge grondsnelheid, dus misschien heeft dat ene termiekbelletje van de hele dag me wel te pakken gehad. Waardeloos, voor een vluchtje. Bij het ziekenhuis werd ik ook nog eens door de receptioniste weggestuurd, ik mocht geen medisch geschoold persoon om advies vragen. “Het lichaam geeft het zelf aan” zei de megamuts een keer of tien, terwijl ik probeerde uit te leggen dat ik de taal van zo’n lichaam niet denderend versta. Door pijn kan ik best heen en ik zou niet weten of ik juist moet koelen, bewegen of wat? Arnica dan maar.
Verder was het aan de grond wel een feestje. De sfeer op het veld was heel erg goed, juist omdat het zo vreselijk stabiel was. Niemand had haast om de lucht in te komen, Ropje startte als eerste en hield het wel twee uur vol om niet te landen, maar wegsteken was geen optie. Nico mocht een rondje mee, helemaal geweldig, en als klap op de vuurpijl verscheen er een heuse jounalist met een enorme camera.
Het inpakken van m’n vleugel werd begeleid door Nico op z’n accordeon, en drie allerschattigste jochies van een jaar of tien die hun ernstige vragen over termiek en vleugels onderbraken voor een walsje. Ondertussen zagen we Ruud boven ons heel voorzichtig draaien, dat leverde genoeg spektakel op voor de kereltjes. Ik dacht dat Ruud niet zo heel veel verder zou staan, dus die haalden we ook op. Nico weer met z’n accordeon, fietsers die stopten voor een babbeltje en een meneer die begon te stralen toen hij ook even mocht spelen. Dat allemaal in een heerlijk zonnetje met de geur van gemaaid gras, geweldig.

29 mei 2010

Knoalkup taak 1


Joehoe m’n eerste overlandje met m’n sting! Een kort maar prachtig vluchtje, en onverwacht ook. De eerste start brak m’n breukstukje, de wind was harstikke cross en vlagerig en er was no way dat ik er nog iets aan zou kunnen doen. De volgende start was de termiek erg klein en zwak, het was flink afgeschermd overal dus dat werd ‘m ook niet. Ik twijfelde of ik terug zou gaan of maar gewoon een gooi doen, Nico is er nou toch om voor me te rijden en beter wordt het vast niet. Toch terug, net het veld niet gehaald dus aan de verkeerde kant van de sloot geland met alle gesjouw van dien, en toen bleek dat er iets mis was met de motor van de dragonfly. Het leek er even op dat het echt helemaal over was voor vandaag, maar Rinus durfde het er na een proefvluchtje toch op te wagen. Eerst Ruud, dan Dees, ik mocht voor Jan en ik had precies het mooiste moment van de dag. Rinus zette me af in een lekkere bel waarmee ik zonder al te veel moeite naar 1200 draaide, en het volgende wolkje gaf me zelfs 1800 meter. De vleugel voelde goed, het landschap was prachtig, de taak was simpel (40 km met de wind mee) en ik kon mezelf een paar keer een complimentje geven omdat ik iets goed deed. Dwars op de wind en op de koers naar een veelbelovend wolkje steken, en dan inderdaad weer lift vinden. Of ik nou toch fouten ging maken of dat het weer over was kwa termiek weet ik eigenlijk niet zeker, maar 8 km voor goal moest ik toch landen. Ik stond naast een parkeerplaats aan de snelweg, maar het viel nog niet mee om de uitgang te vinden. Een hek, een brede sloot, hoog gras met brandnetels, nog een hek. Lang leve Nico en lang leve een vleugel van 5 kilo lichter!
Ropje stond op goal (al lang, Frans zou ‘m ophalen maar is ‘m kennelijk vergeten), Erik zal er niet zo ver vanaf staan en ik denk dat ik dan derdst ben vandaag. Cool.

23 mei 2010

Wiekendje Bruinehaar



De campingmevrouw is een heks en ik lag veel te warm ingepakt in m’n tentje, dus ik had een nachtmerrie over hoe zij ons gevangen had om tien dagen dwangarbeid te doen. Jamie en ik maakten twee verschrikkelijke dagen mee, maar de andere meiden waren er ook. Het was een heel verhaal, ‘meester van de zwarte toren’ sfeer maar kennelijk heb ik uit Tegelberg toch vooral het gevoel meegenomen dat we bij elkaar horen en elkaar steunen. En de houding dat ik me er wel doorheen sla.
Gisteren heb ik drie minivluchtjes gemaakt, ik was veel te brak om iets serieus voor elkaar te krijgen in de minilift met overal heftige sink. Ik ging al compleet afgedraaid naar het feestje van Rob, maakte het toch iets later en zater dan oorspronkelijk bedoeld, dus tja dan ben ik niet fit. Jammer, maar vandaag belooft een superdag te worden en ik ben nu wel uitgeslapen.

Vandaag was het topweer, alleen de wind wapperde van noord naar west en vooral precies daar tussenin. Bovendien werd er enorm ingewikkeld gestresst op de start, de sfeer werd er niet beter van en het starten ging niet soepeler ook. Maar niet getreurd, m’n fanclub kwam langs (Joyce’ kinderen dachten dat ik een fee zou zijn omdat ik kan vliegen), ik had een aardig vluchtje en twee prima landingen. Een derde start kwam er niet meer van wegens eindeloos gedoe, maar ik had Anthony zaterdag aangepraat om z’n vleugel mee te nemen en hij had ‘m ook nog opgebouwd. Rob van Rijnbach was vertrokken (toch een andere klasse hè), maar Gerard was er nog dus alles was goed om weer ns een vluchtje te maken. Arme Anthony was bloedzenuwachtig, anderhalf jaar niet meer gevlogen na z’n lierongeluk, maar de halve club probeerde hem te steunen en hij had zelf een nu-of-nooit-gevoel. Na twee keer op en neer sjouwen tussen noord- en weststart, en na bijna een kwartier ingehaakt staan wachten, had hij een uitstekende start, de mooiste vlucht van de hele dag (met Rob dan) en een superlanding. Z’n ouders en vriendin hadden gewoon een feestje, en mij kostte het wel m’n avond maar dit geeft toch wel een super voldaan gevoel. Een jongen aan wie iedereen het gunt, en dan zo’n vlucht, honderd procent de moeite waard.

17 mei 2010

Den Haag




En weer terug, morgen maar gauw aan het werk.

naar huis


Twee keer de Tegelberg opgelopen in mist en sneeuw, naar Baden gereden en weer terug voor asperges en Mama mia, en de vooruitzichten zijn nog steeds naadje pet. Ik geef het op, morgen naar huis. Die vijf dagen vakantie neem ik liever op als er gevlogen kan worden.
O nou ja, overmorgen, eerst het Spaanse feestje morgen.

Maandag
Bijna klaar om te gaan rijen, zodra Kathleen wakker is ben ik er vandoor. Dus de lucht is ineens droog en de wolken hangen hoger dan voorheen, zal je altijd zien. Nou ja, ik hoop eigenlijk wel dat ze kunnen vliegen vandaag en later, arme Claudia en Linda zijn helemaal voor niks naar Europa gekomen en Kathleen wordt er ook niet gelukkiger op zo zonder lucht. Voor mezelf heb ik de beslissing gewoon genomen, zelfs als het vliegbaar wordt is de kans klein dat ik echt serieuze mooie vluchten kan maken, en als ik nu naar huis rij heb ik vier dagen te besteden aan een vakantie ergens waar de zon schijnt.
Het is wel alweer net zo’n dilemma als bij de afweging of ik überhaupt naar de worlds zou komen. Tegen: het risico op slecht weer, de enorme kosten, organisatie door DHV en de kabelbaan. Voor: de gezelligheid, mooie vliegstek, Heather wedstrijdleider.
Nu is het vooral de solidariteit met de meiden die niet weg kunnen, en voor wie het er niet gezelliger op wordt als de een na de ander vertrekt. Maar ik moet een beetje zuinig zijn op m’n vakantiedagen, dus hups naar huis.

13 mei 2010

Veiligheid


Zeilvliegen is net het echte leven, en de zeilvliegwereld is net de echte wereld. Het is het ultieme droste-effect: in m’n werk hou ik me bezig met goed beleid maken en verantwoordelijkheden, in de georganiseerde wereld van het vliegen is het niet anders. Je kan issues benaderen als een verantwoordelijkheidskwestie: wie moet zorgdragen voor optimale veiligheid, de organisatie of de piloot? Je kan het benaderen als een beleidskwestie: hoe krijg je piloten zover dat ze zich veilig gedragen, door onveilig gedrag te verbieden en ze te straffen als ze zich er niet aan houden, of door ze voor te lichten en te wijzen op de gevaren? Je kan het benaderen als een wetenschappelijke kwestie: wat is de belangrijkste oorzaak van ongelukken, en wat zijn de precieze grenzen tussen veilig en niet-veilig? Het is ook een politieke kwestie waarin verschillende belangen tegen elkaar worden afgewogen en verschillende groepen worden beschermd: gaat het om lekker vliegen, om een eerlijke wedstrijd of om veiligheid? Moeten wedstrijdpiloten worden beschermd tegen zichzelf, of richten we ons vooral op recreatief piloten? Beginners of fabriekspiloten?
Kathleen maakt het simpel: we zijn hier om een wedstrijd te vliegen, dat doen we omdat we het leuk vinden, maar dagelijks horen we dat het om veiligheid gaat. Dat is gewoon niet waar, als je echt alleen maar veiligheid wil dan moet je niet vliegen. Bovendien: je kan honderdduizend regels opleggen aan piloten, maar vanaf het moment dat ze los zijn kan je ze niet meer controleren. Mensen kunnen in de wolken vliegen, tegen iemand aanvliegen, aerobatics doen, te langzaam landen. En nog veel meer ellende.
Eén van de redenen waarom ik oorspronkelijk mee ging doen met wedstrijden, was omdat het me een veilig gevoel gaf. Ik hoefde niet op m’n eentje te beoordelen of de omstandigheden goed waren, er waren tientallen anderen met meer ervaring en meer inzicht dan ik. Een starthulp geeft me een hangcheck. Een safetycommittee bekijkt of er voldoende landingsmogelijkheden zijn op de beoogde taak. Een weerman en een safetydirector houden voortdurend de meteo in de gaten terwijl we onze taak vliegen, en als er onweer ontwikkelt in de buurt van onze taak, krijgen we een seintje via de radio om te gaan landen. M’n team hoort via de radio hoe het mij vergaat, en waar ik misschien in de problemen kom. Veiliger dan op je eentje gaan vliegen, of met vier vrienden die net zo weinig weten als ik.
Maar sinds een jaar of twee is de cultuur omgeslagen, en willen onze overheden FAI, CIVL en DHV ineens risico’s verbieden. Let wel: ze proberen niet om ons gedrag te beïnvloeden, en te bereiken dat wij minder risico’s lopen of nemen, ze proberen letterlijk risico’s te verbieden. En dat op basis van heel beperkte kennis over die risico’s. We weten vooral wat de gevaren zijn, dus wat er op welke manier mis kan gaan. Maar een risico is een gevaar en een waarschijnlijkheid dat het ook echt mis gaat. De omvang van die waarschijnlijkheid, van die kans, is nauwelijks berekend voor de meeste bekende gevaren.
Laat staan dat iemand zich druk maakt over het effect op het gedrag van piloten, van allerlei maatregelen. Dwing fabrikanten om vleugels af te leveren met hoge sprogsettings, en veel piloten zullen de sprogs omlaag draaien omdat ze een betere handling of perfomance willen. Dwing piloten om hun sprogs weer omhoog te draaien, en wie weet wat ze gaan doen? Wegblijven bij wedstrijden, stiekem hun sprogs toch weer omlaag draaien, als blinde kippen de turbulentie invliegen omdat ze menen veilige settings te hebben?
Twee jaar geleden kregen we iedere dag les van Gerolf, en van Dennis Pagen, over de effecten van verschillende configuraties van zeilvliegers. We leerden over de logica van pitchstabiliteit en tumbles, over de afwegingen die vleugelontwerpers maken en over de zin en onzin van tuning. De CIVL kwam een paar keer langs om onze sprogsettings te meten en publiceerde de resultaten. Piloten die ontdekten dat ze wel héél erg laag zaten, of die nu begrepen dat ze hun sprogs net zo goed weg hadden kunnen halen, draaiden uit zichzelf de sprogs weer omhoog. Dat betekende helaas niet dat ze onkwetsbaar werden, maar het had wel het effect dat we allemaal beter begrepen wat een toestel doet en dat we ons bewuster werden van de afwegingen die er te maken zijn.