13 mei 2010

Veiligheid


Zeilvliegen is net het echte leven, en de zeilvliegwereld is net de echte wereld. Het is het ultieme droste-effect: in m’n werk hou ik me bezig met goed beleid maken en verantwoordelijkheden, in de georganiseerde wereld van het vliegen is het niet anders. Je kan issues benaderen als een verantwoordelijkheidskwestie: wie moet zorgdragen voor optimale veiligheid, de organisatie of de piloot? Je kan het benaderen als een beleidskwestie: hoe krijg je piloten zover dat ze zich veilig gedragen, door onveilig gedrag te verbieden en ze te straffen als ze zich er niet aan houden, of door ze voor te lichten en te wijzen op de gevaren? Je kan het benaderen als een wetenschappelijke kwestie: wat is de belangrijkste oorzaak van ongelukken, en wat zijn de precieze grenzen tussen veilig en niet-veilig? Het is ook een politieke kwestie waarin verschillende belangen tegen elkaar worden afgewogen en verschillende groepen worden beschermd: gaat het om lekker vliegen, om een eerlijke wedstrijd of om veiligheid? Moeten wedstrijdpiloten worden beschermd tegen zichzelf, of richten we ons vooral op recreatief piloten? Beginners of fabriekspiloten?
Kathleen maakt het simpel: we zijn hier om een wedstrijd te vliegen, dat doen we omdat we het leuk vinden, maar dagelijks horen we dat het om veiligheid gaat. Dat is gewoon niet waar, als je echt alleen maar veiligheid wil dan moet je niet vliegen. Bovendien: je kan honderdduizend regels opleggen aan piloten, maar vanaf het moment dat ze los zijn kan je ze niet meer controleren. Mensen kunnen in de wolken vliegen, tegen iemand aanvliegen, aerobatics doen, te langzaam landen. En nog veel meer ellende.
Eén van de redenen waarom ik oorspronkelijk mee ging doen met wedstrijden, was omdat het me een veilig gevoel gaf. Ik hoefde niet op m’n eentje te beoordelen of de omstandigheden goed waren, er waren tientallen anderen met meer ervaring en meer inzicht dan ik. Een starthulp geeft me een hangcheck. Een safetycommittee bekijkt of er voldoende landingsmogelijkheden zijn op de beoogde taak. Een weerman en een safetydirector houden voortdurend de meteo in de gaten terwijl we onze taak vliegen, en als er onweer ontwikkelt in de buurt van onze taak, krijgen we een seintje via de radio om te gaan landen. M’n team hoort via de radio hoe het mij vergaat, en waar ik misschien in de problemen kom. Veiliger dan op je eentje gaan vliegen, of met vier vrienden die net zo weinig weten als ik.
Maar sinds een jaar of twee is de cultuur omgeslagen, en willen onze overheden FAI, CIVL en DHV ineens risico’s verbieden. Let wel: ze proberen niet om ons gedrag te beïnvloeden, en te bereiken dat wij minder risico’s lopen of nemen, ze proberen letterlijk risico’s te verbieden. En dat op basis van heel beperkte kennis over die risico’s. We weten vooral wat de gevaren zijn, dus wat er op welke manier mis kan gaan. Maar een risico is een gevaar en een waarschijnlijkheid dat het ook echt mis gaat. De omvang van die waarschijnlijkheid, van die kans, is nauwelijks berekend voor de meeste bekende gevaren.
Laat staan dat iemand zich druk maakt over het effect op het gedrag van piloten, van allerlei maatregelen. Dwing fabrikanten om vleugels af te leveren met hoge sprogsettings, en veel piloten zullen de sprogs omlaag draaien omdat ze een betere handling of perfomance willen. Dwing piloten om hun sprogs weer omhoog te draaien, en wie weet wat ze gaan doen? Wegblijven bij wedstrijden, stiekem hun sprogs toch weer omlaag draaien, als blinde kippen de turbulentie invliegen omdat ze menen veilige settings te hebben?
Twee jaar geleden kregen we iedere dag les van Gerolf, en van Dennis Pagen, over de effecten van verschillende configuraties van zeilvliegers. We leerden over de logica van pitchstabiliteit en tumbles, over de afwegingen die vleugelontwerpers maken en over de zin en onzin van tuning. De CIVL kwam een paar keer langs om onze sprogsettings te meten en publiceerde de resultaten. Piloten die ontdekten dat ze wel héél erg laag zaten, of die nu begrepen dat ze hun sprogs net zo goed weg hadden kunnen halen, draaiden uit zichzelf de sprogs weer omhoog. Dat betekende helaas niet dat ze onkwetsbaar werden, maar het had wel het effect dat we allemaal beter begrepen wat een toestel doet en dat we ons bewuster werden van de afwegingen die er te maken zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten