31 juli 2019

Rustdagje



Geluk met het weer en geluk met Tullio & Corinna. In twee dagen drie starts gemaakt vanaf Pisogne naar het vliegveldje in Costa Volpino, met de Fun, de Litesport en de Sport en de observaties van Tullio. Goed voor m’n zelfvertrouwen dat ie zich na de landing met m’n Litesport afvroeg waarom ik hem om begeleiding had gevraagd, ook al was dat één van de betere en ook makkelijkste landingen in tijden. Ik kan het heus wel, moet alleen zien de stress te verminderen die bij elk klein veldje en elke draaiende windzak veel te hoog oploopt. Volgens Tullio trok ik de Fun veel te hard aan, waardoor ieder bobbeltje wordt uitvergroot en waardoor ik nogal ongecontroleerd overpak en ook van schrik juist veel te langzaam op final kom. Het klinkt redelijk plausibel als verklaring voor mijn onoplosbare landingsprobleem, maar tegelijk weet ik niet zeker of dit is wat ik altijd doe. Ik vloog een stukje tit speed met de Litesport en dat leek toch wel heel erg hard, dus waarschijnlijk doe ik dat gewoonlijk niet.
Mijn post op facebook riep weer talloze ongevraagde aanwijzingen van talloze heren op, moet ik maar niet laten merken dat ik moeite met landen heb. Het is vast allemaal goedbedoeld maar toch is het irritant, omdat ze niet weten waar mijn probleem in zit en omdat ik nou juist postte dat ik me door Tullio laat begeleiden (nadat Cameron, Hans en Conrad me al alles hebben geleerd wat ze konden). De theorie weet ik helemaal, wat ik van Tullio wilde was feedback. Ik wilde graag dat hij heel precies bekeek wat ik doe en waarom ik te langzaam binnenkom, uitleg hoeft echt niet meer. Tit speed, kijken naar m’n point of arrival, benen bij elkaar, een paar meter boven de grond beginnen met uitronden en dan in de verte kijken, tenen door het gras, lichte grip en naar boven flaren, vleugel ietsje snel trimmen. Maar in alle spanning en snelheid kan ik zelf nauwelijks beoordelen wat ik nou eigenlijk doe, ik weet alleen dat ik meestal te langzaam aankom om nog goed te flaren. En dat Tom altijd hoofdschuddend vaststelt dat ik onveilig langzaam vlieg.
Jammerder dan het hele landingsgebeuren was dat ik met de Sport rechtstreeks naar het landingsterrein uitzakte, zodat ik nauwelijks kon voelen hoe anders of hetzelfde hij vliegt als m’n Litesport. Ik kreeg na de start m’n voeten niet in m’n harnas en tegen de tijd dat ik eindelijk gesettled was zat ik ver van de berg af en kreeg ik alleen nog wat turbulentie. Na ongelukken met schade vind ik dat nog wel het ergste, om prachtige kansen door m’n eigen stommiteiten niet te benutten.
Na het vliegen nam Tullio me mee naar de beste ijsbar in de regio, waar we twee dagen achter elkaar twee ijsjes namen omdat we niet konden kiezen en het zo ontzettend lekker was. ’s Avonds naar een goed restaurant met schitterend uitzicht op het meer. Ik herinner me de eerste keer dat Lon, Sarai en ik Italië binnen reden via het Comomeer. Het was al donker en overal zag je lichtjes, honderden meters boven de grond. Ik had nog nooit echte bergen gezien dus ik begreep niet goed hoe dat werkte, die lichtjes van dorpen op de hellingen. Magisch. Inmiddels ben ik talloze keren in en tussen en boven de Alpen geweest, dus ik begrijp beter wat ik zie als ik lichtjes tegen de hemel zie branden. Maar het blijft elke keer toch weer bijzonder voor een platlander.

Landing clinic met Tullio


28 juli 2019

Camping La Tesa


Perfecte timing! Ik heb heel rustig m’n grote tent opgebouwd, drie keer verplaatst omdat ik niet scheef wil slapen, alle zooi erin gemikt en net toen ik het allerlaatste spul uit m’n auto haalde begon het te regenen. Ideaal voor een middagdutje en een beetje teuten. Als de harnassen maar droog blijven – deze tenten zijn niet gemaakt voor hellingen waar het water zo onder het doek doorloopt. Dríé harnassen inmiddels, ik heb ook Jamies joekel erbij omdat ze natuurlijk graag wil vliegen op Dune de Pyla, maar dat is pas begin september.
Het is een schitterend campingkje, bovenop de berg boven Iseo met hier en daar een doorkijkje naar het meer. Er is ook een restaurant met alleen voedsel uit eigen akker en wei, eco denk ik. Wel heel erg veel Nederlanders met heel erg veel kinderen, sterker nog volgens mij zijn er alleen maar Nederlanders. Nou ja, beter dan Italiaanse kinderen.

Gisteravond wilden we met alle nablijvers eten. De Aussies, Kaitlin, Noel en een paar kiwis, Phil en Ross en ik. Maar een griezelige Duitser drong zich aan ons op en liet zich op geen enkele manier wegjagen, want “hij was ook een deltapiloot” en hij was kennelijk van mening dat we hem dankbaar zouden  moeten zijn omdat hij volgens eigen zeggen het enige publiek bij de wedstrijd was geweest. Wat gewoon feitelijk niet waar is, er waren dagelijks een aantal toeschouwers ondanks de lastig te bereiken startplaatsen. Op het landingsveld van Bordano was het helemaal behoorlijk druk. De creep had dus gewoon weg kunnen blijven, maar nee hij nam zoveel plaats in dat Blenkie & familie maar weer vertrok, en ik met geen mogelijkheid met Noel kennis kon maken. Dan maar lachen gieren brullen met RT en Nils, de bedenker van mijn Aussie bijnaam (H-bomb).

Vanmorgen nog een keer met Andy en Stéphan van de CIVL ontbeten en ontdekt dat Stéphan ook bij de womens worlds in Greifenburg was. Bijna twintig jaar geleden, toen ik nog veelbelovend was. Onmiddellijk haalde hij z’n laptop tevoorschijn en ik bleek zowaar op één van de fotoos te staan die hij nog altijd heeft bewaard, omdat Greifenburg zo’n heftige wedstrijd was. Drie tumbles, het startongeluk van Yungko waarbij de raketparachute in cockpit van haar Swift afging, ik hoor d’r nog gillen. Corinna voor het eerst kampioen en Nederland een bronzen medaille, tjonge wat zag de toekomst er toen nog anders uit!
De WK in Tolmezzo waren veel gemoedelijker, met enkel Yoko’s gebroken been maar dat lijkt vooral een gevalletje landingsstress. Viv biechtte op dat hij de dag voor de wedstrijd begon wel degelijk was getumbled, waanzinnig! Hij had z’n chute al in z’n handen maar overwoog dat hij misschien wel uit de duik zou kunnen vliegen waarin ie belandde, en dat lukte dus toen heeft ie de chute tussen z’n benen gestopt en is op z’n buik geland. Niemand die het hoefde te weten, maar hij heeft er wel de schrik van in de benen gehad en daardoor maar matig gevlogen.

27 juli 2019

Leeg Tolmezzo


End-of-competition-blues, nu al. Ze wisten er gisteren toch nog een taak uit te persen, dankzij de onvolprezen weerman, vanaf Cuarnan wat ik met m’n stomme hoofd verwisseld had met Cornin. Dus lenzen weer uit, harnas terug in m’n eigen auto, en pas toen we al door Gemona reden ontdekte ik mijn vergissing. Ik had dolgraag vanaf Gemona willen vliegen dus ik bleef lang gefrustreerd. Geen erger verwijt dan zelfverwijt en ik had mezelf echt een mooie kans ontnomen. Maar uiteindelijk was de troost wel enorm: Igriza presenteerde de gouden oorbellen die hij voor me gemaakt heeft. Letterlijk schitterend, en het volgende uur veegde ik voortdurend m’n haren naar achter om ze aan iedereen te laten zien.
M’n laatste optreden als line manager was geen groot succes. Het ging snel zodat ik niet mijn gebruikelijke drie rondjes kon maken: eerst iedereen rustig vertellen achter wie ze staan, dan gaan zeggen dat ze in hun harnas moeten, en dan checken of ze op hun plaats in de rij staan. Bovendien waren er veel verschuivingen doordat de taak- en safety-committee leden traag waren, een paar piloten vrijwillig achteraan wilden sluiten, en ik stom genoeg met Gordon in discussie ging. Gevolg was dat ik Johnny Nilssen niet op tijd had gewaarschuwd zodat hij te laat was en ik hem naar achteren stuurde. Hij was woest en z’n vriendin was ronduit grof. Normaal gesproken excuseer ik me wel, ook al had ik volgens de ‘regels’ geen fout gemaakt en zei Trudy dat iedereen in de eerste plaats zelf verantwoordelijk is – waar heb ik dat toch eerder gehoord? O ja, m’n werk... Afijn ik ben over het algemeen aardig en conflictmijdend, in tegenstelling tot Kat die door de piloten een nazi werd genoemd (onder stress kunnen ze nogal overdrijven maar veel line managers gaan schreeuwen of zijn wel hysterisch streng), maar ik laat me niet door zo’n parapentesnol wegblazen. Trudy kreeg even later ook nog de volle laag van mevrouw Johnny, terwijl mijn terechtwijzing hem niet meer dan vier of vijf posities kostte. De echte toppiloten zijn over het algemeen veel volgzamer. Het zijn juist de mindere goden die heftig hun recht op hun exacte positie in de ordered launch verdedigen.
Goal was prachtig, met Peter Neuenschwanger die net de 400 meter cilinder niet haalde. Daarna kwamen, terwijl de lucht boven de bergen steeds zwarter werd, toch nog zo’n veertig man op goal, schitterend. Ik liftte met de Zwitsers terug en had een mooi gesprek met Damien en Olivia, aankomend politicologen, en danste na het eten met de staf. Het blijft altijd weer één van de leukste dingen van een internationale wedstrijd, het rondhoppen langs alle teams en de heel bijzondere relaties die we met elkaar door de jaren heen opbouwen. Het zijn mensen tussen de 20 en 65, mannen en vrouwen, West- en Oost-Europeanen, Japanners, Aussies en Kiwis, Noord- en Zuid-Amerikanen en een enkele Koreaan. Alle mogelijke beroepen opvattingen en lifestyles, absolute wereldtoppers, een paar iets mindere goden, chauffeurs en vrijwilligers. Mensen waar ik al meer dan twintig jaar vertrouwelijk mee omga, nieuwe gezichten, en mensen die ik nu pas wat beter leer kennen. Dit soort wedstrijden blijven hoogtepunten in mijn bestaan, zelfs nu ik niet meer mee kan doen.










De ceremonie was zoals gebruikelijk langdradig en bloedheet maar tja sponsors overheden en vrijwilligers moeten uitvoerig bedankt worden, en de top tien en de drie beste teams moeten natuurlijk toegejuicht en tussendoor was er deze keer een enthousiaste Braziliaanse drumband. Na afloop veel knuffels en wat tranen. Voor vanavond hebben we een whatsappgroep ‘leftover people’ gemaakt zodat we met elkaar kunnen eten en treuren over wat voorbij is. M’n auto is grotendeels ingepakt, nu nog onmogelijker met Jamies harnas aan boord maar zonder Kirsty, en morgenvroeg rij ik naar Iseo.