25 januari 2015

Medepiloot



Van de doden niets dan goeds. Niet alleen omdat het onnodig is nabestaanden te kwetsen met kritiek. Dat dient immers nergens meer toe. En ook niet alleen omdat kwaadsprekerij over iemand je de illusie zou kunnen geven dat het jouzelf niet kan overkomen. Dat is meestal een vergissing, en een gevaarlijke.
Maar ook omdat wat er gezegd en geschreven wordt over iemand het hiernamaals is. Het is de evaluatie van iemands bestaan, de weging van al zijn plussen en minnen. Met napraten geven we iemand een kontje de hemel in.
Trevor was zeker onbeholpen, en hij nam domme risico’s. Maar hij kon technisch uitstekend met z’n vleugel overweg. Hij was ruimhartig en behulpzaam voor iedereen die een beroep op hem deed. Hij kon geestig uit de hoek komen. Hij was gastvrij. Hij probeerde z’n leven goed te leven.
Trev, vaar wel.

24 januari 2015

Verongelukt



Ik zit te skypen met een maatje, boeing- en deltapiloot. We speculeren gezellig over het Air Asia ongeluk. Hij vertelt dat het zicht in dat gebied vaak extreem slecht is, en de radioverbinding met Jakarta notoir problematisch. Piloten zullen wel afgeleid zijn geweest en te laat in de gaten hebben gehad dat ze zichzelf in een onmogelijke positie manoevreerden; normaal vlieg je om een onweer heen, of in ons geval: ga je landen.
Ik herken het risico dat je gevaarlijke onweerswolken gewoon niet ziet terwijl je aan het vliegen ben. En dat je sowieso lang niet altijd kan voorzien dat het reteturbulent is ergens middenin de vrije lucht. Je zit niet in de lij van een helling, er staat geen overdreven puist wind en je ziet nergens heftige cumulusontwikkeling, en toch raak je van het ene op het andere moment in een wasmachine. De eerste jaren dat ik vloog had ik nog de illusie dat je kon zien en beredeneren waar je weg moest blijven. Inmiddels heb ik het zelf net iets te vaak meegemaakt, en heb ik regelmatig maatjes bleek om de neus horen vertellen over bijna-tumbles in verder normale lucht, om niet te beseffen dat het ook een kwestie van geluk is. Of pech.
Ik weet nog niet wie er nu weer pech gehad heeft, mogelijk iemand die ik niet persoonlijk ken of althans niet heel erg goed. En misschien was het ook wel weer gewoon pilot error, een fout die iemand maakt omdat ie menselijk is of zelfs dom aan het stunten. In de bomen gecrasht, in Victoria, dat kan te lang schrapen zijn geweest.
Het is niet het zeilvliegen per se dat het zo gevaarlijk maakt. Zelden is het alleen maar de turbulentie die iemand te grazen neemt, en al helemaal nooit de vleugel. Het is altijd een kwestie van fouten van de piloot, of te hoge risico’s nemen, of gewoon even niet opletten en daar zwaar voor boeten.
Het is gevaarlijk om menselijk te zijn. Vooral als je vliegt.

04 januari 2015

Het nieuwe jaar ingevlogen



Niko in het ochtendlicht



geniale vervoeroplossing van Bob
Ik had gisteravond een wijntje minder moeten hebben, vanmorgen de wekker moeten zetten, niet zo lui uitvoerig ontbijten. Dan had ik mooi een dawny kunnen doen met Bob. Hij startte in de schemering, genoot van de zonsopkomst boven de duinen en van de reeën die nog liepen te grazen, en landde pas na een paar uur. Maar ook zonder dawny was het toch weer mooi, zeker omdat de wind net te zwak en te noordelijk leek te zullen worden. Om vijf over negen kwam ik aan en meteen hielp Rob me met m’n spullen naar boven, zodat ik nog voor tienen de lucht in kon. Het licht was schitterend, de wind mooi laminair en recht op het duin, het strand en de lucht leeg genoeg voor totale ontspanning. Ik zag Jaap toplanden en dat wilde ik ook, want op en neer langs het duin vliegen wordt me al heel snel te saai. Ik durf niks, en ik wil ook niet te ver weg vliegen uit angst om kilometers van de opgang uit te zakken, dus na tien, twintig minuten heb ik het meestal wel gezien. Om een toplanding te proberen wilde ik wel eerst even wachten tot Rob weggeholpen was, dan zou er meer ruimte zijn en twee mannen om me eventueel op te vangen. Tegen de tijd dat het zo ver was, was de wind al aanmerkelijk afgenomen en kwam ik nog maar een paar meter boven de top uit, bovendien werd het een pietsje vlageriger. Daarom landde ik maar op het strand, waar opnieuw Rob me naar achteren hielp om zandvrij te kunnen inpakken. Terwijl Jeroen, Niko en Jaap nog wat met hun parapentes bleven spelen genoten wij gezellig van een paar mokken warme chocomelk, en met een fijn voldaan gevoel was ik voor de lunch weer thuis.