31 december 2011

Newyears eve

Een volle dag gisteren. Ik kon totaal niet slapen en na vier uur hoefde ik het niet eens meer te proberen, met de zon recht in m’n gezicht. Om een uur of vijf kroop ik met bonkende koppijn uit bed en dat bleef de hele dag zo. Gelukkig kon ik alsnog kamer 12 krijgen, onze vaste kamer met een donker gordijn en geen duiven naast het raam, dus gauw voordat John me op kwam halen holde ik twintig keer op en neer om m’n rotzooi te verhuizen.
Ik was eigenlijk totaal niet fit om te vliegen maar het was de laatste dag van de peperdure xc-cursus en ik had er nog helemaal niks aan gehad. Ik wilde toch op z’n minst proberen om met Jonny te vliegen. Afijn, dat is mooi gelukt want ik voelde me zo slecht dat het eigenlijk niet zoveel uit zou hebben gemaakt als ik was uitgezakt. De sleep achter Bobby (!?) was hard werken zodat ik in ieder geval goed wakker was toen ik releaste. En daarna ging het eigenlijk helemaal van een lijen dakje. Jonny zorgde uitstekend voor me, gaf regelmatig goeie aanwijzingen en nooit teveel, dat leverde me vooral veel zelfvertrouwen op. Zo gek doe ik het uit mezelf toch nog niet. Soms moest ik wat meer de surges in cranken, soms gaf hij een iets andere koers aan, en toen ie een paar meter achter me draaide moest ik vooral niet bang zijn dat ie me aan zou vliegen. Wat ik dan ook maar achter me liet, ik heb honderd procent vertrouwen in zijn vliegkunst dus ik kon me gewoon concentreren op de kern.
Het mooiste moment was een bel vlak voor het keerpunt, waar we bijna met z’n allen in zaten. Zeven of acht studenten en Jonny, en zonder overdreven geklets maar met een paar bemoedigende woorden van Jonny draaiden we allemaal naar wolkenbasis, 1800 meter. Terug tegen de wind in had ik duidelijk een voordeel boven de Stings, en ik speerde met Jonny voorop terug naar het vliegveld. Op final glide keerde hij om, om de overige studenten te gaan begeleiden, ik tankte nog tweehonderd meter die ik precies nodig bleek te hebben om een landingscircuitje te maken, en in precies twee uur vliegen stond ik na 55 km aan de grond. Niet slecht. Boris was me voor, en er landden nog een of twee studenten op goal uiteindelijk, maar ik was er niet minder blij om. Eindelijk weer eens een echt goeie prestatie.
Ik had nog steeds koppijn en ik wilde eigenlijk het liefst een middagdut gaan doen, maar Hans en Christine waren uitgezakt en moesten worden opgehaald. Afijn, die retrieve kostte me uiteindelijk vier uur rijden omdat ik Hans niet kon vinden, die me ook nog eens de les ging lezen toen we ‘m dan uiteindelijk in de auto hadden. Dat is Hans: de aanval is de beste verdediging. Hij was op een of andere dooie boerderij gebleven in plaats van naar een weg te lopen, maar ik kreeg de wind van voren omdat ik m geen txt had gestuurd. Ruzie. Gelukkig is Hans ook iemand waar het makkelijk goedmaken mee is, dus na een snelle douche bracht hij me als een liefdevolle pubervader naar het Moyesfeestje. Zonder m’n vrienden, Moyes is altijd enorm selectief in hun uitnodigingen. Nou zijn Hans en Christine toch niet van die enorme feestvierders, en ik had het er in elk geval enorm naar m’n zin, zelfs de hoofdpijn werd weggewerkt. Conrad wierp zich op als mijn chauffeur, heerlijk, van feestje naar feestje en een hoop nieuwjaarszoenen en knuffels. We eindigden in Hunterstreet, Alex en Curt in damesondergoed met bizarre hoeden op waren echt grappig, maar om twee uur was het welletjes en belandde ik heerlijk in m’n verse bedje. Gelukkig 2012!

30 december 2011

Forbes

Van 08 Forbes dag 1

We zijn er. Forbes is nog leeg, alles is nog dicht inclusief het Vandenburg. Gelukkig hadden Hans en Christine twee cabins gereserveerd, dus ik kon prima slapen vannacht. Het weer is nog grijs en nat, waarschijnlijk zou je niet eens kunnen starten, ik neem aan dat de paddock een grote modderpoel is. H&C zijn met Lukas naar Gulgong, om dragonflies op te halen. Ze hopen vandaag met z’n allen hierheen te vliegen, als dat lukt kunnen we morgen beginnen. Ik had heel erg weinig zin in weer 500 km rijden, dus ik blijf hier om m’n kamer te krijgen, de autoruiten doorzichtig te poetsen en hopelijk uit te vinden hoe de radio’s werken. We hebben een uhf-ontvanger in de auto zonder handleiding, dat wordt ingewikkeld. Ik moet uit zien te vinden hoe we ‘m op tonesquelch krijgen, zodat we niet alle boeren in de omgeving horen als we aan het vliegen zijn. Eerlijk gezegd heb ik gigantisch spijt dat ik onze eigen tweemeterradio’s niet mee heb genomen, veel makkelijker en bovendien had het een hoop stress gescheeld.
Van 08 Forbes dag 1

De reis hierheen was al genoeg stress. Toen we wegreden uit Sydney volgde ik de tomtom, die de onhebbelijke gewoonte heeft om naar ‘home’ te wijzen als ie uit is geweest. We reden dus terug naar Cameron, en kregen prompt ruzie omdat Hans met de kaart in de hand de andere kant op wilde. Dat kwam gelukkig wel weer goed natuurlijk, maar ondertussen waren we wel verdwaald, dat kostte gauw een uurtje extra rondrijden door Liverpool. Later werden we helemaal enthousiast toen we een kangoeroe zagen, maar terwijl we nog aan het jubelen waren werd het beest door een tegemoetkomende auto harstikke dood gereden. Vreselijk. Door al dat gedoe waren we pas om acht uur klaar om iets te eten te zoeken, maar alleen de nieuwe Thai op de veranda was nog open en die heeft geen vegetarische gerechten. Vandaag dus maar ns uitgebreid mezelf installeren, en vooral studeren.

Dinsdag
Helemaal moederziel alleen in het Vandenburg. Ik heb de sleutel van voordeur en kamer, officieel is het nog gesloten dus buiten mij is er echt helemaal niemand. Hoop ik dan maar, beetje eng is het wel.
Ik heb twee sleeps gedaan, ideaal in boterzachte lucht met Steve als tugpiloot, en ik heb m’n zelfvertrouwen voor het slepen wel weer terug. Voor het landen helemaal niet: ik landde echt slecht, en aangezien de towpaddock op dit moment een modderig meer is in plaats van een grasveld is alles ongelooflijk smerig. M’n vleugel, m’n harnas, m’n instrumenten en de modderspetters zitten zelfs op m’n helm. De tweede landing ging beter maar was wel weer erg ver van m’n beoogde spot. Daarna zo snel mogelijk inpakken in de hoop nog ergens iets te eten te scoren, maar dat zat er niet meer in. Ze krijgen in Forbes al jaren en jaren in januari tweehonderd hongerige piloten die allemaal pas laat in de avond tijd hebben om een restaurant te gaan zoeken, maar het is nog niet doorgedrongen tot de dorpelingen dat ze daar flink aan zouden kunnen verdienen. De keuken van de Forbes Inn was onherroepelijk dicht. Gelukkig bood neef Rob (we hebben jaren geleden besloten dat we familie moeten zijn) z’n frietjes aan en van Jonny kreeg ik een half bord mie, dus ik zal niet van de honger omkomen. Het bier komt wel extra aan zo, dus ik ga maar gauw slapen.

Woensdag
Ontspannen dagje, begonnen met de cursus waarover ik nu denk dat ik er niet in had moeten zitten, ik ben de enige met veel xc- en competitie-ervaring en er zitten zelfs een paar jongens in die nog nooit overland gevlogen hebben. Maar ach what the heck, van Jonny en Curt kan ik waarschijnlijk toch wel een hoop opsteken en vierhonderd dollar is nou ook weer niet totaal onoverkomelijk. Wel slikken, dat wel. Zeker zonder retrieve en zonder lunch. Hoe dan ook, ik had geen haast vanmorgen om naar de paddock te komen, ik had typische dehydration koppijn. Toen ik om een uur of één dan toch opgebouwd klaar stond, bleef ik nog een uurtje kletsen met Jamie. Vervolgens in de startrij, prettig omhoog gesleept en zelf losgegooid omdat de tug wel erg enthousiast boven me uit steeg, om daarna in een halfje tot zo’n duizend meter te draaien. Het is nog erg nat en de wolkenbasis was laag, maar het ging best en ik had het heerlijke gevoel dat ik eindelijk eindelijk weer eens echt aan het vliegen was. Gewoon genieten, omhoog draaien en een overlandje gaan doen, zonder stress en zonder me met landingen bezig te houden. Dat is zo fijn van Forbes, je kan overal landen dus die zorg is uit de weg.
Er was een hoop geklets over de radio, tien onervaren piloten die elkaar gezellig vroegen hoe de vleugel was en dat soort onzin, en die uitlegden waar ze waren alsof ze een auto de weg moesten wijzen. Ik meldde me twee keer en draaide daarna de radio uit, dit geblaat is zonde van m’n vlucht. Daardoor vloog ik wel alleen, en ik lette bovendien niet goed op zodat ik al snel 8 km van de koerslijn afweek. Verdwaald! Toen ik probeerde terug te steken losten alle wolkjes waar ik heen wilde, op, dus al snel stond ik ergens in the middle of nowhere aan de grond. Geen telefoonontvangst, geen bruikbare radio, en de verkeerde route-aanwijzingen aan m’n team gegeven. Niet handig.
Tijdens het inpakken bedacht ik dat het altijd eenzaam en fysiek erg zwaar is, buitenlanden. Maar tegelijk ook heel leuk. Het is een beetje avontuur, je weet niet hoe het verder gaat en trouwens, ik ben heel redelijk voorbereid en het is ook wel een tof gevoel dat ik dit allemaal wel aankan. Na het afbouwen begon ik met m’n loodzware harnas op m’n rug richting asfaltweg te lopen, waar ik al snel werd opgepikt door een gezin met vijf kinderen. De man zei dat ik nog kilometers weg was van telefoonontvangst, dus hij bracht me naar z’n buurvrouw, waar ik zou kunnen bellen. Mooi. De buuv bleek een ontzettend aardige vrouw te zijn, werkelijk bijzonder. Achteraf heb ik nog nooit zo’n fantastische retrieve-wait gehad, zelfs die keer in Texas niet. Ik kreeg liters lemon squash, een heerlijke salade van allemaal groenten uit eigen tuin, een toetje van quints of zoiets, een soort exotische appel-peren. Daarna wasten we gezellig af, terwijl meneer aanwijzingen aan Hans en Christine gaf over hoe ze moesten rijden. Ondertussen babbelden we gezellig over de kleinkinderen en het harde leven als tarweboer in een land waar het jarenlang te droog is afgewisseld met overdreven regenval, over hanggliding en hoe mooi het landschap rond Forbes is.
Van 08 Forbes dag 1


Donderdag
Twee hele dure dingen waar ik spijt van heb, terwijl ik me nooit druk maak om geld (maar ja, het is nu op zegt de bank, dat maakt het onderwerp wel ietsje pregnanter) zijn m’n Covert harnas (€ 1200) en de xc-cursus ($ 400). Wat een weggegooid geld. De cursus is geschikt voor piloten die nog nauwelijks overlandervaring hebben, en om het helemaal mislukt te maken deed m’n radio het gisteren niet, zodat ik ook in de lucht geen coaching kon krijgen. Dat zou nog wel de moeite waard kunnen zijn, al denk ik achteraf dat ik minstens zoveel had kunnen leren van Hans. Jonny en Curt zijn absoluut toppiloten, maar Jonny is niet zo’n talentvolle instructeur en Curt is veel te druk en gestresst met het geven van drie cursussen tegelijk. Ach, zondegeld maar ik neem er wel wat zelfvertrouwen van mee, ik merk dat ik toch wel een hoop ervaring heb opgedaan in de afgelopen tien, vijftien jaar.
Van 08 Forbes dag 1

Veel pijnlijker is het harnas want dat ding kost me gewoon mooie vluchten. Ik vind het nog steeds een prachtig en degelijk ding, ermee vliegen is een feest want de pasvorm is perfect, maar alle mogelijk details zijn waardeloos. Het angle of dangle touwtje is al twee keer geknapt doordat het over een scherp randje van de rugplaat schuurt. Er is geen plaats voor bepakking. Alle gewicht zit in de boot zodat je je voeten er niet in krijgt na de start. Er is geen plek voor een radio zodat ik het ding ergens op m’n rug moet frommelen waar ik er niet meer bij kan tijdens het vliegen, met alle gevolgen van dien zoals een gemiste cursusdag gisteren. Het harnas is loeizwaar waardoor ik me helemaal ongelukkig sjouw als ik na de landing naar een weg loop, dertig, veertig graden in de zon en kilometers ver geen telefoonontvangst. Dat is overigens het probleem waar ik vannacht wakker van lag. Ik ben Christines telefoon vergeten, en inmiddels is gebleken dat m’n eigen toestel hier in de omgeving nauwelijks werkt. Dit is geen land om zonder contact in de middle of nowhere te hopen dat je retrieve je toevallig ontdekt. Waardeloos.
Maar ach dat is een hoop gezeur, het vliegen gisteren was toch weer mooi. De eerste sleep mislukte, op 200 meter dreigde ik in een lockout te raken dus ik releaste. Mooie landing met applaus van Hans, Jonny en Jamie, dat deed me enorm goed. Plus het positieve commentaar op m’n starts: ik ben weer als vroeger, een goeie sleperd. Voor de tweede sleep kreeg ik voorrang in de wachtrij, hoogst ongebruikelijk en Gerolf, net aangekomen, begon meteen te miepen maar ik liet me lekker naar de start trekken voor vijf anderen hihi. Daar liet Bill me weten dat ik zo vaak terug mocht komen als ik wil, omdat hij me graag ziet, wat is hier aan de hand? Hij wordt wel heel erg oud als ie ineens vriendelijke dingen gaat zeggen. Nou ja ik hou nog steeds van ‘m, met z’n tachtig jaar de hele dag in de brandende zon dollies naar de start staan slepen is toch ongelooflijk.
Na de start is er niet veel meer te vertellen, the usual: makkelijk naar wolkenbasis, eindeloos gepiel om m’n radio te pakken te krijgen, opgegeven, op glij, downwiind van het keerpunt tot 800 meter gedrift en toen tegen de wind in het keerpunt gepakt. Veel te laag en bovendien begin ik in die situatie vaak totaal ongeorganiseerd rond te vliegen, van de ene wolk naar de andere zonder serieus door te zetten. Een minuut later stond ik netjes en dichtbij de weg aan de grond, dat dan weer wel. John landde direct achter me en Martin stond al klaar met de retrieve-auto. Stuart en Daniel waren al eerder uitgezakt, dus binnen een uurtje waren we terug op de paddock. Van waar ik terug moest naar precies mijn landingsplek, om Hans en Christine op te halen. Gelukkig had iedereen goeie zin.
Van 08 Forbes dag 1


Vrijdag
Ik ben moe en teleurgesteld. De cursus levert me absoluut niks op, we zitten ’s ochtends twee uur over helemaal niks te kletsen terwijl Jonny op z’n eentje een taak uitzet. Vervolgens zak ik er twee keer uit, één keer omdat ik door het geouwehoer op de radio m’n eigen vario niet kan horen en één keer omdat ik gewoon te laat ben. Ik ben wel tevreden over m’n low save, van 80 meter terug naar 600 en vervolgens nog een keer van 200 naar 500, maar het was toch echt over. Monika bracht me terug naar het dorp en nu probeer ik een beetje bij te slapen.
Van 08 Forbes dag 1

25 december 2011

Dag alleen

Proefondervindelijk vastgesteld dat de zonnebrandcreme uitstekend werkt: overal waar ik het niet heb opgesmeerd ben ik vuurrood verbrand. Had ik kunnen weten, een boek lezen + in slaap vallen op het strand, niet optimaal. Maar niet erg ook, het was weer een bijzonder ontspannen dagje. Om een uur of elf bouwde ik op op Catherine Hill Bay, een nieuwe stek voor mij en ik was helemaal alleen. Ik kreeg wel wat telefonische aanwijzingen van Conrad, maar toch, ik geloof dat ik nog nooit eerder compleet op m’n eentje van een nieuwe stek ben afgelopen. Het kon makkelijk met Fun en apron harnasje, (te) weinig wind en een breed strand maar ik ben toch trots. Helaas zakte ik onmiddellijk uit, het woei echt te weinig en het duin waarvan je start stelt niet zoveel voor. Vleugel halverwege omhoog gesjouwd, ingepakt, auto gehaald, ondertussen waren Shaun, Kari en Virpi, en Julia met nieuw vriendje aangekomen. Julia zie ik altijd graag, een gek meiske maar lief en enthousiast en een beregoeie piloot (omdat ze alleen maar happy thoughts heeft denkt Conrad, hij kon wel eens gelijk hebben). Toen ik weer boven kwam waren ze allemaal weg, en de wind begon ook al iets te draaien maar ik wilde het toch nog een keer proberen. Helaas, ik was te laat, ik heb een kwartier startklaar gestaan maar er zaten geen veilige momenten meer in. Dan maar weer inpakken, en een paar meter verderop op een vrijwel leeg strand neerstrijken. Toen ik daar helemaal gaar gebakken was ging ik weer op huis aan, waar ik de board en paddle snaaide om nog even op en neer naar de brug te peddelen. Pittig, met toch een flinke tegenwind, maar een erg lekkere beweging. Onderweg kwam ik langs allemaal kerstfeestjes die duidelijk al enige glazen onderweg waren, dus het commentaar galmde over de rivier. Australiërs zijn niet echt overdreven verlegen ofzo.
Morgen haal ik Hans en Christine op in Sydney en rijden we naar Forbes, zo’n 500 km. Dinsdag wordt er voor het eerst gesleept.

24 december 2011

Crackneck



O oh ik zit me hier helemaal ziek te vreten aan mierzoete chocolaatjes die ik van Cameron heb gekregen bij wijze van christmas present. Ook al weet ie dat ik me totaal niet druk maak over kerstmis, de schat voelt zich toch nog schuldig omdat ik alleen thuis ben. Maar ik zit er totaal niet mee, het was weer een mooie dag en ik wil vroeg naar bed want misschien valt er morgen nog wat te vliegen. Na het zwemmen van Ricky naar Cameron gereden, waar ik Djenghiz aantrof die de C4 van Nic huurt. Na flink heen-en-weer-georganiseer van radio’s en basebars en whatnot togen we naar Crackneck, zo geheten omdat het vee zich daar vroeger van de klif kapot liep. Heeft helemaal niks met hangglidingongelukken te maken. Ik voel me inmiddels helemaal zelfverzekerd op de kleine Fun met het apron-harnasje, dus binnen twintig minuten liep ik van de start af om heerlijk een beetje rond te dobberen tussen start en vuurtoren. Maar de wind nam ietsje af en dreigde ook wat te gaan draaien, en er waren nogal veel parapenters die elke keer voor flinke turbulentie zorgden als ze voorlangs vlogen, en ik kwam op een bepaald moment gewoon niet meer serieus boven starthoogte uit dus ik nam geen risico en koerste al na een half uurtje richting landing. Als je onder de start uitzakt kan je je mogelijk nog wel redden op een rotsplaat, maar dat is toch geen geschikt landingsterrein en bovendien kom je er na je landing niet zo makkelijk meer weg. Vandaar. De landing ging uitstekend, kan ook niet anders met een Fun. Ik zette de vleugel aan de kant, trok m’n bikini aan (daar was nog net plaats voor in dat kleine harnasje) en spetterde binnen vijf minuten na m’n landing in de golven. Helemaal goed. Toen ik afgekoeld was liftte ik terug naar de auto, haalde m’n handdoek, boek en zonnebrandsmurrie op en ging naast de vleugel zitten wachten op Camo. Glen opgehaald, vleugels ingepakt, Djenghiz naar z’n auto teruggebracht, en op naar de kroeg. Altijd weer verbijsterend hier in Australië, de ‘pub’. Het heeft echt helemaal niets van een pub, meer van een soort enorm partycentrum met een grote bar, duur en niet al te denderend buffet, grote tv-schermen overal, terrastafels-en-stoelen en vaak een paar biljarttafels. Bijzonder ongezellig in Europese ogen: fel licht, geen andere ‘aankleding’ dan bingotabellen en meestal galmend leeg. Het was wel grappig om te horen hoe Cameron Europa uit de doeken deed aan Glen: over piepkleine caféetjes, fantastische bergen, formele kleding en overal campings. En natuurlijk de budgysmugglers. Aussies zijn bijna bang voor strakke zwembroeken of onderbroeken voor mannen, ze worden er extreem kinderachtig van. Allemaal behalve Camo, een Aussie met een open mind.

23 december 2011

laatste dag in Newcastle

heerlijk heerlijk. Uit bed bikini aan, huissleutel onder een steen en even de golven in. Het had eigenlijk een naaktstrand moeten zijn 8-)

Heaton northeast

Het zag er niet zo best uit vanmorgen, dus Ricky nam me mee voor een stukje fietsen langs de haven. Natuurlijk werd ik door een agent aangesproken toen ik net rechts door het rood scheurde, zonder de verplichte helm. Met m' n vetste Nederlandse accent kwam ik er met een waarschuwing vanaf, maar ik blijf weigeren om een helm op m'n kop te zetten. Daar staat tegenover dat ik wel uitkijk en voorrang geef aan verkeer van rechts, in tegenstelling tot de locals die gewoon blind alle kruispunten over scheuren en indien gewenst de stoep nemen.
Daarna een mini duikje in de golven hier voor de deur, vervolgens met Conrad de berg op om nog net op tijd een glijvluchtje te maken. Terwijl ik m'n harnas stond aan te pakken knetterde de donder vlakbij, oh well, ik geef het op als het gaat regenen, ja hoor de eerste spetters terwijl ik naar de startplek liep, oh well ik wil toch wel bijzonder graag nog even op de Litesport vliegen. Excellent start (zei Conrad), suffe landing maar niks gevaarlijks, en ik hoefde niet eens weer naar boven te lopen want ondertussen waren Shaun en de Finnen aangekomen. Voor hen was het te laat, dus zij konden mooi onze auto naar beneden rijden.
Na een douche enzo straks eten bij Conrad en Alicia, en morgen alweer de laatste dag hier. Ben benieuwd of er toch nog een echte vlucht in zit.

21 december 2011

Dixon Park


Ook al deed ik vannacht geen oog dicht (de oceaan maakt een pokkeherrie en ik had niet zoveel wijn moeten drinken) het werd toch een prima middag. De vleugels naar de overkant van de straat getild, en onder Conrads begeleiding een paar hopjes gemaakt. Ik zakte eerst uit maar hij hielp de vleugel weer naar boven lopen, daarna ging het iets beter en de volgende vlucht was met het Fun2 prototype, helemaal verrukkelijk. Als toetje vond Conrad het toch wel tijd worden dat ik eens in het park ging landen, en dat is zowaar gelukt. Over het rotorige gebouw heen, net over de telefoondraden, tussen palen en prullenbakken door, precies op m’n voetjes voor de parkeerplaats. Hoe mooi. Nu met Cameron naar z’n ouders, en morgen hopelijk in de bergen vliegen.

20 december 2011

Merewether

Een dagje rondhangen op Merewether, zon wind en goed gezelschap, niks mis mee. Ik bouwde wel om elf uur al op, maar de wind was me toch nog te hard en iets te cross, zeker voor een nieuwe stek met een belachelijk vlakke start en hoge bosjes direct daarachter. Pas rond half vier startte ik eindelijk, moeiteloos met de kleine Fun. Na een uurtje ronddobberen tussen de beginners en uitwijken voor de loopings van Jimmy durfde ik toch de oversteek naar Dixon park niet te maken, dus ik landde netjes op het strand. Scott vloog m'n vleugeltje terug naar boven, superdeluxe. Ik durf echt niet te toplanden, maar ik zou het wel kunnen leren als ik hier elke dag vloog.
Terug bij Dixon Park waren Rick en Shane aan het spelen met de nieuwe Fun2, een joekel van een ding maar ik wilde 'm toch even proberen. Biertje weg, harnasje aan en op blote voeten gestart, too easy. Het was fantastisch! Wat een geweldige vleugel, handling alsof het een performancetoestel is en een oppervlak waarmee ik hoger dan de flats kwam, ondanks de afnemende wind en de lage duintjes hier. Na een half uurtje landde ik keurig exact voor de strandopgang. Met een Fun kan ik het wel!

19 december 2011

Dunegooning

Geen best weer, miezerig en bewolkt en de wind viel steeds weg, maar het was een superdag. Met Ropje en Ellen naar Williamstown, waar Conrad ons met de 4wheeldrive ophaalde. Schitterende omgeving, hoge brede zandduinen van puur stuifzand, loodzwaar om in te lopen maar ideaal voor een beetje spelen met de Fun. Geen idee hoe vaak ik vandaag naar beneden gevlogen ben en weer omhoog gestrompeld, m'n voeten deden zeer en ik piepte alsof ik nog een pakje shag per dag rookte, maar het was superleuk. Een vluchtje zonder harnas (wel toch maar een helmpje, voor de zekerheid) en toen bleek dat ik te stijf of te moe was om m'n benen op de bottombar te slingeren. Ik vloog hangend aan m'n armen, te hoog om los te laten maar gelukkig te kort om uitgeput te raken. Toen ik de grond raakte viel ik languit in het zand, de vleugel ging er op z'n eentje nog een stukje mee door, grappig gezicht.
Vanavond logeer ik bij Rick Duncan, direct aan zee met een klein startplaatsje beneden aan de overkant. Het weer ziet er niet goed uit, maar wie weet.

17 december 2011

wiekend




Mooi! Het was maar tien minuten, maar ik heb met de Litesport gevlogen en ik ben verliefd. Wat een fijn lief vleugeltje! En prachtig, strak en elegant, wauw. Nog even wennen aan de dikke uprights en ronde bottombar, maar verder ben ik helemaal verkocht. Het was best spannend om te starten op Brokenback zuidwest, de rots die als ramp wordt gebruikt ziet er nogal heftig uit en met een beetje crosswind kan je voorzien dat de rechtervleugel duidelijk eerder wordt opgetild dan links. Het landingsterrein is groot maar niet plat, er is een soort greppel in het midden en het terrein loopt van daaraf omhoog. Erg fijn om Cameron naast me te hebben, ook al is hij er tegen dat ik een litesport vlieg. Hij is desondanks de meest vertrouwwekkende coach die ik kan hebben.
Ik startte goed, maar kreeg m’n voeten absoluut niet in m’n harnas zodat ik m’n angle of dangle niet kon aanpassen. Het was nogal rotorig rond de berg dus tegen de tijd dat ik eindelijk eens kon gaan vliegen had ik nog net hoogte voor twee cirkeltjes, om daarna te besluiten achter Ebs aan te landen. Dat ging heel prima, zonder overdreven stress, en ik was helemaal verkocht.
Brian was er natuurlijk weer voordat we waren ingepakt, we haalden Shane op in Singleton, en de rest van de middag was ik zoet met de retrieve van Cameron, Scotty en Conrad.
’s Avonds met Andy en Lynn naar de Thai in Budgewoy, en vervolgens ‘uit’. Dat viel niet mee. De eerste gelegenheid had nog het meest weg van een gymzaal waar een bar en een podium in waren gezet, tl-licht en tafeltjes en stoeltjes en honderden pubers. De tweede, verondersteld de leukste want alleen voor 40-plussers, liet ons alleen binnen na een check op id-bewijs en vingerafdruk. We wilden allevier niet, Cameron om principiële redenen (what’s next? Straks krijgen we allemaal een barcode bij geboorte ingetatoeëerd), ik om veiligheidsredenen (de lui aan de deur snapten hun eigen systeem niet eens: nee hoor we nemen je vingerafdruk niet we slaan het alleen gecodeerd op samen met je id) en Andy om z’n civil rights. Mooi was dat.
In de volgende tent vonden we een bartafeltje en viel er zelfs te communiceren, ook al hingen de muren vol met grote tv-schermen met bijbehorend geluid . We lachten om de meisjes met hoog opgetrokken rokjes en Minimouse-schoenen. Arme kinderen zijn toch al vrij mollig, met van die dikke witte kuiten, zitten ze ook nog opgescheept met zo’n mode. De jongens zien er niet beter uit: ze dragen extreem strakke stretchspijkerbroeken met het kruis halverwege de dijen, heel oncomfortabel.

16 december 2011

Strzelecki




Yes! Eerst een tandem met Tony gedaan, dat was precies wat ik nodig had. Ik wilde niet weer in zee landen, gevaarlijk en m’n schoenen gaan er kapot aan en de vleugel zit onder het zand, maar ik word bloednerveus van het park, waar normaal geland wordt. Het ziet er klein uit, in het midden is een groot hek plus verhoging, en het griezeligste zijn de hoge lichtmasten rondom. En dan weten mensen ook nog te vertellen dat er wel eens een belletje loskomt, zodat je een overshoot maakt onder de electriciteitsdraden door. Brrr. Maar de wind was helemaal goed, vrij stevig en recht op de klif, en Tony was bereid me even een goeie approach te laten zien als er geen klanten kwamen. Tussen start en landing in het park deden we ook nog even een perfecte landing en start bij het monument, een bizar klein veldje in mijn ogen (voor Tony moet het gigantisch zijn, hij landt tenslotte ook op het startvak, nog geen kwart). Om het allemaal nog fantastischer te maken volgden we tijdens het vliegen een grote groep dolfijnen, met jonkies, ik ging helemaal uit m’n dak!
Terug boven rustig geluncht, opgebouwd en gestart, en een half uurtje gezellig rondgedobberd. Daarna was ik wel weer klaar, met de Fun en het apron-harnas kan ik toch niet veel strakke bochtjes ofzo doen en bovendien ben ik daar toch te schijterig voor. Stel je voor dat ik onder klifhoogte kom en niet meer omhoog weet te soaren, dan heb ik echt een probleem aangezien je er echt niet onder kan landen. Grote golven beuken daar op de rotsen, het eerste stukje vrij land is een paar honderd meter verderop. Dus ik toog naar het park, deed een uitstekende approach en…. undershot! Erg ongebruikelijk voor mij, maar tja met een enkeldoekertje en stevige wind niet zo gek. Ik stond keurig in één keer op m’n voeten middenin het sportveld, dik tevreden.
Nu ongezellig op m’n eentje. Cameron is naar Lynn omdat hij morgen met mij gaat vliegen, dus ik moet me met mezelf amuseren. Het is inmiddels te fris om te gaan paddleboarden, ook al gloei ik nogal met m’n flink verbrande armen en nek. Een potje koken en voor de tv hangen denk ik.

15 december 2011

Eerste vluchtje

Eén van de leukste dingen van Australiërs is hun enthousiasme over het feit dat je van overseas bent (ook al moeten ze dan weer niks hebben van boatpeople, vluchtelingen, maar dat even terzijde). Iedere Ozzie zal onmiddellijk vragen ‘where are you from?’ en nadat ik ‘Netherlands’ ‘Holland’ of ‘Europe’ heb gezegd volgt onvermijdelijk ‘that’s great’. En ze menen het nog ook. Ik vind ze sowieso erg leuk, Ozzies zijn open en hartelijk en heel veel meer gezellig dan Nederlanders. Er zitten eikelige exemplaren tussen natuurlijk, en er is veel racisme/seksisme/homo-angst, maar dat neemt niet weg dat het hier goed toeven is voor een witte single vrouwelijke piloot.
Na een mega-afwas vanmorgen reed ik naar Merewether, prompt verdwalend omdat ik de tomtom niet begreep (was dat echt 150 meter?) en omdat ik al m’n aandacht nodig had voor het links-rijden. Het verkeer is heel makkelijk hier, iedereen rijdt exact de op de borden aangegeven snelheid en er is ruim baan voor onze grote bakken van auto’s, maar toch heb ik met m’n dopey hoofd de neiging om rechts te rijden. En ik moet elke keer diep nadenken welke kant ik moet bekijken om aanrijdingen te voorkomen. Ingewikkeld als je bioritme net besluit tot een middennachtelijke shutdown.
Op Merewether trof ik als afgesproken Tony Barton, Amerikaanse hangglidinglegende en lokale superinstructeur. Zijn leerlingen stonden in vol ornaat te wachten, en een ervaren piloot startte uitstekend, maar ik besloot al snel om daar vandaag toch zeker niet te gaan vliegen. Veel te plat, eindeloos lang hard doorlopen en dan in de rotor van de forse struiken terechtkomen, om vervolgens te moeten landen op een vaag heideveld zonder toegang voor een retrieve-auto. No way. Gelukkig draaide de wind en togen we allemaal naar Strzelecki, waar de condities absoluut perfect waren voor een zenuwlijer als ik. Genoeg wind om te soaren, te weinig wind om te moeten vechten met de vleugel. Ene Wayne hielp me starten, iemand waarvoor ik door verschillende mensen werd gewaarschuwd. Hij was inderdaad nogal arrogant en ongeduldig, maar ik kwam toch zonder overdreven stress weg. Ondertussen was Adam druk aan het loopen en low-passen, het is gevaarlijk maar jee wat ziet het er toch goed uit. Spectaculair. Ik voelde me een ontzettende dope, bleef alleen maar brave slagjes heen en weer dobberen maar ik was toch echt heel veel te moe en te zenuwachtig om iets anders te doen. Na tien minuten ofzo vond ik het wel weer welletjes, de wind leek ook een pietsie af te nemen en ik wilde eigenlijk alleen maar een start en landing doen vandaag, dus ik gleed naar het strand en landde prima, alleen wel tot m’n knieën in de golven want het was hoogtij. Shit had ik nou maar m’n zware boots niet aangedaan, ik had best op blote voeten kunnen starten en landen. Suf, dat gaat dagen duren voor die droog zijn.
Ik kreeg meteen een lift naar de auto, pakte de vleugel in en raakte nog een gezellig uurtje aan de praat met Dan en Anton, ook fans van Cameron gelukkig. Vervolgens weer naar boven om Ricky Duncan te treffen, die me z’n huis liet zien en de logeerkamer waar ik gebruik van mag maken. Bovenop een alternatieve startplek, met uitzicht op de golven en de lucht, en een bankje voor publiek. Helemaal goed, ik ga er na het wiekend bivakkeren denk ik. Ik mag een van de nieuwe Stings vliegen dus ik kan heel prettig van Fun via Sting naar Litesport, ideaal om er weer even in te komen.

14 december 2011

paddleboarden






M’n dag-en-nachtritme begint er alweer aardig op te lijken, al heb ik eind van de middag nog wel een enorme dip. Daar kwam ik goed overheen met een potje stand up paddle boarden. Het ziet er niet uit en ik was bang om in het water te vallen (het is behoorlijk koud, 22 graden en bewolkt) maar het ging lekker. Op de terugweg zagen we een schattige kangoeroe, een pelikaan vloog over en tussen het riet stond een witte ibis. Schitterend!
Ik probeerde te koken, Lynn kwam over dus ik wilde wel iets goeds maken. Helaas, het boodschappenrugzakje is te klein voor serieuze vulling van de lege voorraadkasten, m’n geheugen liet me in de steek en de voorraadkasten zijn dus leeg. Geen kruiden, geen olie en azijn, geen gereedschap. No worries, de wijn had zulke mooie etiketten dat het wel lekker moest zijn.

aan het bijkomen


M’n herinneringen aan Oz vloeien zo in elkaar over dat ik niet meer precies weet hoe vaak ik hier nou geweest ben. Ik tel op m’n vingers: een jaar of tien geleden met Diederik, onze honeymoon. Toen naar Kees en in het team met Hans en Nic en Montse, ontsnapping aan m’n ex. Daarna met Cameron en Blenky en Grumpy, onze rit langs de kust. Mis ik nou een jaar, of was de volgende met Djenghis? Dan is dit de vijfde keer.
Ik was even bang dat het allemaal te gewoon, te bekend is, ook al heb ik een jaartje overgeslagen. Ik hou van de herhaling, van het vertrouwde, maar de lol van een halve wereldreis is toch ook wel dat het exotisch is. Gelukkig zag ik een paar kookaburrahs en vond ik vegemite chips in de supermarkt. Camo in de pizzeria op en top de persoon waar ik zo ontzettend van hou: vriendelijk, humoristisch, voorkomend. We raakten weer niet uitgepraat over vliegen, over de mentale aspecten en motivatie en wedstrijden. Hij heeft het liever over een ‘meet’, omdat we allebei meedoen vanwege de gezelligheid en de uitdaging, niet om tegen anderen te concurreren. Hem beluisterend besef ik weer hoe veel ik nog te leren heb. Hij is goed in het beoordelen van de condities, en daarop z’n beslissingen aan te passen. Daardoor haalt ie meestal goal wel. Ik ben nauwelijks bezig met het inschatten van de omstandigheden, met het plannen van m’n vlucht. Ik ben er redelijk goed in om de kansen die zich voordoen te benutten, als ik m’n vliegtechniek verbeter maak ik steeds beter gebruik van de mogelijkheden die weer en landschap me bieden. Maar ik creëer m’n kansen niet, ik bedenk veel te weinig wat m’n tactiek moet zijn om uiteindelijk goal te halen. Ik ben nog veel te veel bezig met het vliegen van landinsmogelijkheid naar landingsmogelijkheid, en met techniek en emoties; frustratie en angst. Laat ik dit jaar eens proberen echt wat verder vooruit te kijken dan het volgende belletje.
Na het eten nog even bij Chainsaw langs. Ook weer een bijzonder persoon, simpel maar niet dom. Compleet op zichzelf, onaangepast en weinig sociaal, maar hij maakt de mooiste stenen Aztekenkoppen na en hij is heel onAustralisch begaan met het milieu. Via hem kwamen we op groepsdynamiek, en hoe er in elke groep een pikorde ontstaat. Hoe mensen als Chainsaw en Cameron en ik daar niet echt in passen. Ik heb me nooit willen conformeren aan de normen van een groep of m’n plaats willen bevechten in de groepsorde. We staan niet helemaal onderaan in de pikorde, maar de topdogs zijn niet onverdeeld enthousiast over zulk soort buitenstaanders. Tegelijk is er voortdurend druk om wel mee te gaan met de mores van de groep, om ons een status toe te kennen. Camo’s weerzin over het geroddel en de eisen die anderen aan hem stellen heeft hier mee te maken, en mijn volhardend negeren van rangen en standen ook. Ondertussen zijn we zelf ook dol op roddel, nou ja gossip, iets vriendelijker. Het wordt interessant in Forbes, met meer dan tien vrouwen en een hoop gezamenlijke geschiedenis.

13 december 2011

thuis





Zo dat was wel de allersoepelste halve-wereldreis ever. M’n harnas hoefde niet open om het houten kadootje en het proteinepoeder eruit te vissen (ik deed of ik achterlijk was, white powder to put in my water, no idea what’s in it), er waren geen rijen om lang stil te staan met m’n 28 kilo op m’n rug, de trein Het is nu half twaalf, ik zit een bakje muesli te lunchen terwijl Cameron in de garage aan het werk is. Onderweg van het station naar huis hebben we even een tomtom en een simkaart gescoord, ik zou zo weg kunnen rijden. Ik ben nog niet eens een complete zombie, ga vanmiddag zoet met m’n spulletjes spelen die ik hier nog had liggen (dozen vol kleding, stekkerdozen, boeken) en als het droog blijft misschien nog even naar de winkel fietsen. Misschien zelfs m’n nieuwe vleugel al even goed bekijken. En vast bedenken hoe ik morgen de dag doorkom.
M’n telefoonnummer is (0061)(0)439522562

12 december 2011

Singapore

ik ben alweer halfdood, slapen lukte nauwelijks, maar hier in Singapore staan dan wel weer van die voetmassagedingen. Dat helpt me er wel doorheen. Straks met m'n 28 kilo harnas naar Cameron sjouwen, als ik maar niet door het station heen slaap.

10 december 2011

voorbereidselen

Nou moe gezellig eten bij Riënne was wel gezellig inderdaad, maar ik dacht even tussen hoofdgerecht en toetje in te checken, dat was dus fout gedacht. Ongeveer de hele avond geprobeerd om ergens in te checken, de beurs nog maar weer eens getrokken om me te verzekeren van een stoel aan het gangpad, zeker toen ik op de Qantassite zag dat de vlucht 22 (schermpje achter ‘nadere informatie’) tot 25 uur (hoofdscherm) gaat duren. Misschien dat die drie uur verschil bedoeld zijn voor het inchecken, de belachelijk trage site is natuurlijk al ingecalculeerd. Het leek m’n werk wel. Ondertussen is Ropje natuurlijk al geland, de mazzelaar.
Dan kan ik me nu zorgen gaan maken over m’n bagage, 28 kilo in een veel te groot harnaspak, ik weet eigenlijk sowieso niet hoe ik het allemaal naar Schiphol ga slepen laat staan dan ik zomaar langs de bagagejuffrouwen kom. Dat wordt natuurlijk weer dokken. Nou ja, als we maar opstijgen deze keer…

06 december 2011

zwemmen

Voor mij is het gevolg van een lekker potje zwemmen meestal een vreselijk moeie dag. ’s Nachts lig ik uren wakker met een snotneus en dikke droge keel, volgens mij is het wakkerliggen zelf ook al een symptoom van de allergie. Maar het is zo onweerstaanbaar lekker, drie kwartier baantjes trekken in ons reservaat, de doorzwembaan. Ook al was ik gisteren de langzaamste, vreselijk, waar ben ik zo traag van geworden? Mark zwom altijd al enorm hard en het lieve meisje met turbo in d’r reet is van een hele andere categorie dan wij, maar Bernhard haalt mij tegenwoordig ook in. Zij moeten net zoveel last hebben van de hoge watertemperatuur als ik. Nou ja, het was hoe dan ook weer zo heerlijk dat ik me voornam om zondagochtend nog stiekem een paar baantjes te doen, ondanks m’n zelf opgelegde verbod om ooit nog rond te poedelen in natrium en chloor.

05 december 2011

nog zes nachtjes slapen...

Eerst is er het gestresste ticket kopen, uren rondsurfen op zoek naar de goedkoopste vlucht met de beste tijden en dan de gekozen vlucht niet meer terug kunnen vinden omdat je ip-adres wordt bewaard en aanbiedingen worden weggehaald als je kennelijk serieus op zoek bent naar een ticket. Dan me langzaam maar zeker gaan verheugen op de reis, naarmate het hier kouder en natter wordt en ik langer geleden voor het laatst gevlogen heb. Dan de gruwel van het inpakken, maximaal twintig kilo inclusief harnas en instrumenten en altijd zeker weten dat ik iets essentieels vergeet. Inmiddels begin ik ook weer flink tegen de reis op te zien, éénentwintig uur nonstop rechtop zitten na ruzie met de stewardess over m’n handbagage. En tussendoor, altijd, maandenlang, gigantisch schuldbewustzijn over mijn schandalige olieverbruik en milieuvervuiling. Daar komt ik nooit uit, cognitieve dissonantie ten top, hoe kan ik mezelf wijsmaken dat het ok is om jaarlijks de wereld over te vliegen enkel voor wat pret, terwijl de aarde sterft? Het lukt me niet dus ik probeer er niet aan te denken, lekker m’n kop in het zand, maar zolang ik nog thuis ben en kranten lees en tv/internet zie is het moeilijk te missen. Eén keer in Oz, van vroeg tot laat buiten spelen, hard werken om zo lang mogelijk zo ver mogelijk te vliegen en goed te landen, is het over. Dan geniet ik alleen nog maar. Hoop ik, want ik ben toch een pietsie gespannen over m’n landingsvaardigheden.

24 november 2011

Moe

Bob vraagt heel gemeen waarom ik in slow motion zwem, de rotzak ;-) Hij moest me de brug op zien fietsen, pure evenwichtskunst!

30 oktober 2011

Biesbos

Super dagje met Ruud peddelen in de Biesbos. Ik ga altijd graag met Ruud op stap, met z’n tweeën zijn we echt “Jut & Jul op safari”. De temperatuur was perfect, de lucht was een fantastisch dreigend grijs zonder dat het regende, de Biesbos was vrijwel leeg en de kayaks waren comfortabel. In drie-en-een-half uur peddelen hebben we zo’n vijfentwintig kilometer gedaan, geweldig zwanen eenden aalscholvers meerkoetjes futen reigers ganzen mussen en een ijsvogeltje gezien. Interessant om te zien hoe al die vogels met een bocht vlak over het water vliegen, in plaats van rechtstreeks naar hun bestemming.
Ik ben wel redelijk afgedraaid nu, stukje fietsen van Dordrecht naar de jachthaven en terug erbij, Ruud gaat nog skieën vanavond maar dat hoeft voor mij toch niet. Ik ga lui m’n Douglas Adams uitlezen.

23 oktober 2011

Intrinsieke motivatie

Met Cameron bespreek ik urenlang elk minuscuul detail van de mentale aspecten van vliegen. Hij heeft net een sportpsychologisch artikel ontdekt over intrinsieke en externe motivatie. Daardoor werd voor mij duidelijk waarom ik geirriteerd was door de bewondering die uit Mit dem Wind sprak, en de bewondering van mensen die horen dat ik vlieg. We vliegen niet om hoe het eruit ziet, we vliegen niet om iets te laten zien of iets externs te krijgen zoals bewondering. We vliegen omdat het vliegen zo verrukkelijk is. Het gekke is dat bewondering afbreuk lijkt te doen aan die interne motivatie. Als je benaderd wordt alsof je vliegt vanwege het stoere imago, het avontuur, het scoren, wordt je het echte genot ontnomen. Je vergeet op enig moment zelf waarom je ook weer vloog.
Dat wil niet zeggen dat gewoon maar een beetje in de lucht hangen genoeg is. Soms is het genoeg, soms ben ik gigantisch gelukkig alleen van het vliegen en het uitzicht en de hoogte en de beweging en de wind en zon en de vario die piept. Maar meestal wil ik meer. Uitdaging, afstand, werken. Ik wil iets bereiken. Het mooiste om te bereiken, voor mij (maar voor een ander kan het echt iets heel anders zijn) is goal in een wedstrijd. Het zal me roesten hoe lang ik erover doe, het maakt me niet uit of ik laatste ben op een dag dat iedereen op goal staat, voor mij is het het mooiste wat er is. Een taak volbrengen die je niet tijdens de vlucht aan kan passen.
Ik heb enorm respect voor piloten als Cameron en Hans die op hun eentje taken vliegen en daar van genieten. Voor mij is dat nu nog te moeilijk. De moeilijkheid is mentaal, niet technisch. Ik heb een wedstrijd nodig, met veel mensen en een wedstrijdleiding die een optimale taak voor me bedenkt, en de referentie van andere piloten. Enige externe beloning is harstikke leuk, ook al ben ik nog zo intrinsiek gemotiveerd.

Prachtig weer

Bizar, wiekend na wiekend is het schitterend weer, en toch kan ik niet vliegen. Koud en pittige wind wel, dat verklaart misschien ook de lage opkomst. Het is bijna niet te harden, naar buiten kijken naar een schitterende najaarszon, blauwe lucht, crispy, weinig wind aan de grond. Ik ga wel peddelen om dan toch maar buiten te spelen, maar verdorie wat is dit teleurstellend.
Ondertussen heeft Kathryn haar arm gebroken in een landing, over teleurstelling gesproken. Mijn nieuwe vleugel is geloof ik niet zwaar beschadigd, maar het is wel ontzettend jammer dat zij er de laatste weken niet meer de sterren van de hemel mee vliegt. Ze is een leuk wijf en enorm gedreven wedstrijdpiloot, ik had haar niet gegund om het jaar zo te eindigen. Naast meeleven is er ook nieuwsgierigheid: zal ze net zo onzeker worden als ik na mijn ongelukken? Ik hoop het niet. Ik hoop dat ze me kan laten zien hoe het wel moet. In Forbes zullen we samen vliegen, twee dames met de nodige mentale littekens.

02 oktober 2011

Zomer in oktober

Glorieus, was het woord dat ik voelde. Zó prachtig en zó rustig en zó vrij, het maakt niet uit dat het ontzettend stabiel is. Een beetje heiig, met een naar oranje neigend licht. Weilanden in allerlei verschillende kleuren groen, en dan bij de laatste start de fel zwart-witte koeien die in kolonne naar de schuur lopen, prachtig prachtig prachtig. Het veen, de hei, buizerds en reetjes en hazen. Een fijne nacht, zomerse temperatuur, gezellig en stressvrij op het veld. ’s Avonds uit in Almelo, onverwacht gezellig. Twee-en-een-half uur naar huis rijden is wel vervelend, en dan nog een half uur de auto uitladen en warme hap naar binnen schuiven, maar ik beloon mezelf met een heet bad, knorrend als een tevreden kat.

25 september 2011

Prachtig herfstwiekend

Doorgaans maal ik niet zo om moordenaars en verkrachters. Ik ga er altijd vanuit dat vrijwel niemand me ziet, en het zou wel enorm toevallig zijn als de wandelaar die m’n tentje ziet ook nog eens een psychopathische gek is. Maar ik voelde me toch enigszins kwetsbaar vannacht, en deed dus maar geen oordoppen in ondanks de herrie van de autoweg en de onvermijdelijke schuurband met disco na. Uiteindelijk heb ik toch goed geslapen, en vanochtend kon ik heerlijk tutten in de herfstzon, met af en toe een ree en hier en daar een haas. Helemaal goed. Gisteren vier startjes, vandaag drie, zeven heel redelijke landingen en wat nodige aanpassingen aan m’n harnas. Klaar is het nooit, maar als dit het laatste vliegwiekend was dan kan ik met een gerust hart naar Australië.

10 september 2011

Guinea pig

De derde keer dat ik bij de Buizerd ga vliegen en dat er gedoe met de lier is, nou ben ik er wel overheen zeg. Nou was het vandaag geen denderend vliegweer, en het was allemaal niet acuut dodelijk deze keer, en ik hoefde maar twee keer een uur in de file te staan om drie vijf-minuten-vluchtjes te maken dus ik mag niet klagen. Bovendien heeft Martin me geholpen met een zakje carbonspul voor m’n bottombar die beschadigd is door het release, doordat het release zo achterlijk laag zit op de covert. En Niko was net als Jan vorige week prettig erkentelijk voor m’n optreden als proefkonijn, dat doet wel weer goed. Ik voel me ook wel enigszins moreel verplicht om een nieuwe lier uit te proberen, met m’n vier- of vijfhonderd lierstarts, noblesse oblige. Ik mag dan stom landen, en geen benul hebben van techniek, maar lier- en sleepstarten kan ik wel. Ook al blijft de wet van Murphy of zo’n andere Ier altijd gelden, je kan het zo gek niet verzinnen of het kan wel mis gaan. Vandaag werd er niet geremd bij het uitvliegen, zodat de kabel compleet naar de grond zakte dus tegen de tijd dat ik omgekeerd was lag ie in de bomen. Later werd er juist te hard of te snel geremd, waardoor ik een forse ruk kreeg vlak voordat ik terug naar de lier wilde draaien, ook nogal onprettig. Maar de liermannen deden hun best, en het apparaat leek wel soepel te lopen, dus dat komt wel goed. Volgende week misschien?

04 september 2011

oude lier

Altijd hetzelfde dilemma: Stadskanaal, Bruinehaar of Moergestel. Ik koos toch maar de dichtstbijzijnde, vooral omdat Egbert met z’n lier zou komen en ik had hem al zo vreselijk lang niet meer gezien, dat gaf de doorslag. Voordat er iemand anders was had ik al opgebouwd, rondgerend met de gerepareerde vleugel (hij lijkt niet helemaal recht te vliegen, maar verder is ie in orde), radio in oude helm geinstalleerd enz.
Egberts lier bleek toch behoorlijk tricky. Jan deed z’n uiterste best om zo veilig mogelijk te lieren, maar het was elke keer een harde ruk, dan een paar seconden helemaal niks zodat je struikelend tegen de grond ging, en dan heel hard trekken waardoor het overschakelen lastig was, om vervolgens te weinig kracht te ontwikkelen om je echt hoog te krijgen. Trappen ging al helemaal niet, dus Tanno en ik deden allebei een paar startjes tot 150 meter terwijl de cumulus lokten. Ik had net besloten om ermee op te houden, want ik werd moe en dan is wordt zo’n start gewoon gevaarlijk, toen Tanno inderdaad struikelde in de start en hard tegen de grond ging. Kennelijk vergt die lier een hoop oefening, dus moeten we wachten op een veilig windje.
Daardoor was ik wel mooi vroeg thuis, op tijd om me te douchen en met Ruud de museumnacht te doen. Dat werd dan toch weer meer een kroegennacht, tja twee Limbo’s bij elkaar die moeten kiezen tussen cultuur of bier…

23 augustus 2011

Competitie

Ingewikkeld hoor, de beslissing om wel of niet te starten. Ik wilde vreselijk graag nog een landing doen, was per slot van rekening drie uur komen rijden, een heel wiekend en een hoop geld kwijt en had nu de kans. Fijne vleugel, heel rustige lucht, goeie sleeppiloten en een mega-grasbaan. Aan de andere kant: het is niet mijn vleugel, ik oscilleerde nogal terwijl de lucht heel stil was, de wind staat cross op de baan over de hangars heen. Tja. Had ik m’n Sting gehad, dan was ik zonder meer gestart. Nu durfde ik het toch niet aan, terwijl ik wist dat het waarschijnlijk pijnloos goed zou gaan als ik me wèl over m’n onzekerheid heen zou zetten. Nou ja, als je maar lang genoeg staat te aarzelen lost het weer het probleem vanzelf op: om één uur regende het.



Op de terugweg weer ns uitvoerig over wedstrijdvliegen gekletst. Cameron heeft een aantal alternatieve formats bedacht, die een wedstrijd veel haalbaarder maken voor piloten van verschillende niveaus, en ook nog leuker voor publiek. Deelnemers krijgen een window van anderhalf uur, waarbinnen ze op moeten schrijven hoe laat ze op de spot zullen landen. Ze moeten tenminste een uur vliegen, en er is een klein taakje, maar de puntentelling gaat vooral om die spotlanding. Het doet een beetje denken aan een Hash, een type speurtocht waarbij langzame en snelle lopers ongeveer tegelijk aankomen. Camo is in ieder geval op zoek naar formats die niet zo verschrikkelijk op racen gericht zijn als de gewone wedstrijden, en ik zou dolgraag zijn soort wedstrijden hebben.

Grappig, door dat geklets kwam ik er ook meer achter waarom ik eigenlijk überhaupt wedstrijd wil vliegen. Ik ben opgevoed in een totaal anti-competitie en anti-prestatie milieu, wij deden alleen sportieve activiteiten om lekker te bewegen en buiten te spelen. Omdat het nou eenmaal leuk is om te sporten, niet om van iemand te winnen. Maar we deden wel veel spelletjes, en die werden dan wel weer bloedserieus gespeeld. Geen valsspelen, en niet iemand helpen uit medelijden. Spelletjes spelen is een sociale activiteit, iets waar je met elkaar lol mee hebt, en je leert tegen je verlies te kunnen omdat je erkent dat een ander het gewoon slimmer gespeeld heeft, maar ook omdat jij zelf de volgende keer iedereen kan aftroeven. Bij wedstrijden gaat het echt over rangorde, over mensen die betere of slechtere piloten zijn, het geeft je bijna een waarde-oordeel over personen. Minder leuk.
Wat ik dan wel weer ideaal vind is te proberen zo goed mogelijk te presteren, het beste uit jezelf te halen, het gevoel iets bereikt te hebben als je een taak hebt gerond. Daarmee meet je jezelf niet af tegenover anderen, maar vooral tegenover jezelf. Daarom kan ik er ook zo vreselijk slecht tegen als ik uitzak, dan ben ik echt woest op mezelf.
Ik ga maar gauw naar Australië om met Camo’s spelletjes mee te spelen. Maar eerst Forbes, lange afstanden vliegen.

20 augustus 2011

Slepen


Er is maar één ding moeilijker dan landen, dat is niet vliegen. Ik mocht Dees d’r litesport lenen vandaag, maar ik had gisteravond toch een paar biertjes teveel op, de vleugel is nogal groot voor mij en er stond een behoorlijke puist wind. Het rolde over de crossbaan, dus nadat ik opgebouwd had besloot ik de vleugel in de hangar te stallen en af te wachten of het vanavond rustig zou worden. Camo vloog weg, en ik hulde me in bikini en oordoppen voor een dutje bij de tent. Na twee uur belde Cameron, geland op zo’n vijftig kilometer. Gaaf, vanmorgen was ie nog zwak ziek en misselijk en de omstandigheden waren helemaal niet makkelijk, en als ik de tekst met coördinaten krijg weet ik zeker dat ie heel blij is. Ik hou het meest van ‘m als ie het naar z’n zin heeft merk ik. Na twee rondjes rijden rond z’n landingscoördinaten vond ik ‘m bij een Duitse boerenfamilie aan de koffie, minstens tien hevig geinteresseerde niet-engels-sprekende schatjes om ‘m heen.
Net had ik ‘m in de auto, belde Robbie, die was ook een leuk eindje gekomen. Terug op het vliegveld maakte ik me snel klaar en sleepte Rinus me de lucht in. Afgezien van wat zenuwachtig gewiebel vlak boven de grond ging het heel strak. Voor m’n landing wilde ik me niet druk maken over een strak circuit, dus ik kwam lekker hoog op final en met een goeie snelheid zette ik ‘m heel netjes neer.
De tweede vlucht was bijna een uur later, en toen ik achter Rinus hing vond ik het toch wel heel erg donker inmiddels. Ik koppelde dus los, deed wat bochtjes en landde iets minder mooi, maar niet heel slecht. Met m’n donkere vizier kon ik nauwelijks meer zien hoe hoog ik zat, dus het was ook wel tijd om er mee op te houden.
Nu aan de bbq, altijd vies maar gezellig, en morgen zo vroeg mogelijk nog maar een paar landingen doen. Ik ben superblij dat Dees me de kans geeft, anders had ik een heel treurig wiekend gehad!

16 augustus 2011

Thuis


Mooi, rustig alles ingepakt en opgeladen, en net toen we in de auto stapten om naar huis te rijden begon het te gieten. Vervelend rijden, maar minder pijnlijk om de vakantie mee te beëindigen dan zon en cumultjes. Cameron was helemaal voldaan, die laatste vlucht in Greifenburg maakte voor hem de hele reis naar Europa de moeite waard, en dat maakte het voor mij ook helemaal goed. Ik baalde maar een heel klein beetje dat ik zelf niet kon vliegen; het voordeel was dat ik een paar uur lang echt goed keek naar de omstandigheden en de ontwikkelingen, waar de parapenters omhoog gingen, hoe de wolken zich ontwikkelden, uit welke richting de wind kwam.
In veertien uur waren we thuis, er was natuurlijk geen parkeerplek voor de deur en heel de straat sliep al, zodat ik niemand om hulp kon vragen met Blenkies veel te zware doos. Ik stond net tegen beter weten in een poging te doen om het ding van de auto af te tillen, toen er een busje stopte, twee jongens uitstapten en vrijwel zonder iets te zeggen de doos van me overnamen en naar binnen sjouwden. Schitterend.
Vandaag nog een dag vrij gehouden, zodat alle kleren gewassen zijn, koffers uitgepakt, gras gemaaid, vleugel naar Schiphol, papieren in orde gemaakt. Nu nog zien dat we Camerons vluchten op de olc krijgen, dan hebben we echt ons huiswerk af.

14 augustus 2011

Emberger Alm

Geweldig, Matjaz bood me een Mars 170 aan, te groot voor mij maar never mind. Afgezien van een enkel soarvluchtje met m’n Uno heb ik in geen tien jaar meer met een enkeldoeker gevlogen, dus dat was best spannend. Haal ik het landingsterrein? Krijg ik ‘m de bocht om? Het landingsterrein haalde ik ruim, te ruim want ik was eindeloos bezig om hoogte af te bouwen. Dat heeft wel vaker het effect dat ik te vroeg op circuit ga, dus ik wilde nog wat af-ss-en. Bij m’n eerste S vloog ik richting de berg, en potverdorie ik kreeg het apparaat toch niet gekeerd zeg! Dat leek bijna het einde van een leuke vakantie, recht de berg in geboord, pfff. Met veel gewrik en gevloek lukte het alsnog, maar ik had geen zin meer om door te ss-en dus ik gooide m’n droguechute en landde perfect, verticaal, op het allereerste randje van het veld.
’s Avonds prijsuitreiking: Juicy eerste, Ropje tweede, leuke top. Volgend jaar wordt Ropje kampioen verwacht ik.
We reden pas om half tien met een volbepakte auto richting Greifenburg, slechts twee of drie uur rijden maar wel over één van de mooiste wegen van Europa, en het was donker, en ik was moe. Cameron was ’s middags bij het eerste keerpunt geland en had gezien dat het daar schitterend was, met een leuk campingkje en lieflijk dorpje. Daar zetten we de tent op, dronken nog een biertje in het felle licht van de volle maan naast een witblauw riviertje tegenover een gigantische rotswand, prachtig. De camping was een kayakkers-camping, grappig, precies hetzelfde sfeertje als een hangglidercamping alleen lagen er overal kayaks en hingen er spullen te drogen. Geen auto’s met ladders en her en der rondslingerende stukken aluminium.
In Greifenburg troffen we Ed en Jacqueline, met Nelson, hoera! Altijd geweldig om m’n allerallerallereerste vliegmaatjes te zien. Om kwart voor twee gooide ik Cameron de berg af, na de vermaning om toch vooral boven de start uit te komen want zolang je op starthoogte of lager zit, is Greifenburg vrij saai. Je moet hier echt vliegen om te snappen waarom het zo wereldschokkend bijzonder is. Hij zakte uit. Hij probeerde het rechts en verloor hoogte. Hij probeerde het voor de start en verloor hoogte. De wolken hingen niet hoog en de voorspelling was stabiliteit, en ik kon het niet langer aanzien en reed naar beneden.
Na twee-en-een-half uur vliegen kwam ie landen, helemaal enthousiast en verzadigd. We hebben twee keer eerder tevergeefs geprobeerd Greifenburg te zien, maar nu was de revanche helemaal goed.

12 augustus 2011

dagje bijkomen

Ik klim uit het raam van onze hotelkamer naar het dakterras, hoor ik Claudia’s stem roepen. Ja hoor, ze hangt uit het raam van het Rutar pension aan de overkant, krijg nou wat. Kleine wereld. Minder dan honderd meter boven me cirkelt een delta, in de verte zie ik er een paar boven de bergtoppen. En rare wolken, het was niet makkelijk vandaag lijkt me. Ropje stond net als eerste Nederlander op goal, keigoed. Cameron is te vroeg gestart en zakte uit, hij loopt sowieso nogal veel te zuchten dus dit was z’n dag alweer niet.
Ik ben inmiddels weer over de schok heen, na uithuilen op Camerons schouder, Hans en Christine die me heel lief kwamen opbeuren, lieve gebaren van Jamie en Dees en Rinus en Helen en mam, weer veel en lang praten met Ropje, en de hele nacht wakker liggen en piekeren. De catch-22 waar wij allemaal in zitten, als ik de herkennende sympathie van vriendinnen mag geloven. Doodsbang om het vliegen te moeten opgeven, maar net zo goed doodsbang voor ongelukken. Shit daar rijdt al de derde ambulance langs het Krn-hotel, op een dag als deze word je daar toch altijd zenuwachtig van. Als het maar niet één van ons is.
Ropjes vraag die ik niet kon beantwoorden: waarom ben ik de laatste jaren zo vreselijk slecht gaan vliegen? Dat ik slecht land is oud nieuws, en dat dat niet bevorderlijk is voor xc-vliegen is de hele reden om eraan te werken. Maar waarom weet ik geen belletje meer vast te houden, hou ik kilometers afstand van de bergen, laat ik me het kleinste gaggletje uitjagen? Deels is het antwoord: omdat ik gefocust ben op de landing, en dat is op dit moment niet verkeerd. Maar ik ben ook banger geworden, voorzichtiger, onzekerder. Ook in situaties waar daar geen enkele aanleiding voor is. Ik had altijd lol in stevige lucht, het mag van mij best hard werken zijn, turbulent desnoods, hoe groter de lucht hoe beter ik me voelde. Nu word ik er nerveus van. Ik kon best behoorlijk in een gaggle meedraaien, heb bij de EK met 120 man in een bijna afgesloten kom drie kwartier gedraaid en ik vond het fantastisch. Nu schrik ik van een parapenter zeshonderd meter weg.
Wat ik vasthou, is dat ik goed kan starten. Het is m’n mentale lifeline. En dat ik hard wil werken. En dat m’n circuit beter is geworden en m’n final ook, ik moet alleen aan de details werken en ik zal bij de overstap terug naar de Litesport opnieuw moeten wennen aan de hogere snelheid en betere prestatie.

Morgen de laatste dag van de NK, en daarna laat ik Cameron dan eindelijk eens Greifenburg zien. Ik ben blij dat ik hem dat kan meegeven, ook al baal ik als een stekker dat ik zelf niet kan vliegen. Nou maar hopen dat ie nog wat enthousiasme op kan brengen, dat gaat dit jaar heel wat minder makkelijk dan drie jaar geleden.

11 augustus 2011

einde vliegen

Ik zakte uit, maar besloot dat dat niet erg was als ik de vlucht met een mooie landing eindigde. Goed circuit, flinke snelheid, ik rondde laag uit en vloog hard, en toen boorde ik mezelf met die snelheid de grond in. Upright, bottombar en leading edge kapot, einde van de vliegvakantie. Ik ben zo in shock dat ik nauwelijks kan denken.

Dutch Open taak 1


Een glijvluchtje, na uren wachten op de berg. En toch helemaal blij en tevreden, want geen stress, goeie start en landing, gezelligheid, zon en een schitterend uitzicht. Ik vraag me af hoe ik dertien, veertien jaar voor elkaar heb gekregen om mezelf voortdurend veel te hard te pushen, altijd streven naar verbetering en daarom nooit tevreden. Raar dat het zo lang kan duren om eindelijk eens wijs te worden en gewoon te genieten van een simpel dagje op de berg met een hopje van vijftien minuten. Ik heb wel vaker geconstateerd dat ik achterstevoren leef. In ieder geval ben ik nu een volbloed beginner, of intermediate piloot eigenlijk.
Het landen gaat ok, goed circuit en goeie snelheid op final, maar het circuit mag strakker en ik moet nog leren serieus te flaren. Ik sta al tien, vijftien keer achter elkaar op m’n voeten, maar een goeie flare is toch de moeite.
Hans was uitgezakt, Cameron kwam na het eerste keerpunt landen, pas toen ik al lang en breed met m’n boek in de schaduw zat zag ik Ropje binnenkomen. Derde keerpunt, super. Toch hadden een paar anderen nog beter gevlogen, Juicy en Djenghis staan hoger en twee Oekraïners stonden zelfs op goal. Christine heeft het super gedaan. Vandaag weer naar boven, hoera!

09 augustus 2011

Slovenië


Bahbah Slovenië is echt heel erg groen, altijd een slecht teken. Het heeft de afgelopen dagen zoveel geregend dat er niet meer geraft mag worden, teveel water in de rivier! Niet normaal. Voordeel is wel dat ik nog een dagje heb kunnen werken, zodat ik nou iets minder drang heb om zo snel mogelijk naar Den Haag te gaan, weer aan de slag. Bovendien is het gezellig met z’n drieën, zo houden we elkaar ook mooi in balans, als de jongens genoeg van mij hebben kunnen ze iets met z’n tweeën gaan doen enzovoort.
Gisteravond kwamen Hans en Christine aan, precies op tijd voor het eten, en het was nog droog ook dus we konden buiten zitten (binnen is geen plaats voor zoveel mensen). Top. We hebben uiteindelijk toch met 55 deelnemers dezelfde hoopvolle vergissing gemaakt: wie weet kan er nog gevlogen worden. Straks weer briefing, who knows…

08 augustus 2011

Sigillo - Tolmin

Zaterdag was een fijne laatste dag, met twee starts aan m’n bottombar en goeie landingen, rustig inpakken en m’n boek uitlezen. Maar gisteren was zonder meer een pokkedag. De rekening bleek dubbel zoveel als voorzien, de zooi paste nauwelijks in de auto, en ik maakte de vergissing om langs de Adriatische kust via Venetië te gaan rijden. Nooit doen. Die route kost uren en uren extra, er was niet meer dan een glimp van de zee op te vangen en we werden allebei sjagrijnig van de zweterige hitte met uitzicht op de meest spectaculaire Cb boven Tolmin. Van de baai rond Venetië konden we niks zien en van Venetië zelf al helemaal niet. Met de volgeladen auto durfde ik het niet aan om een wandelingetje door de stad te gaan maken, dus we dronken een sapje in één van de treurigste stadjes die ik ooit gezien heb, in een foeilelijke bar met enkel zombies als gasten. Daarna de tomtom navigatie aangezet in plaats van gewoon de kaart bekeken, ook al helemaal fout. De navigatiejuffrouw voerde ons in de stromende regen piepkleine geitepaadjes op, waarschijnlijk met de bedoeling om ons te laten verdwalen zodat een boze heks ons kon oppeuzelen. Camo geloofde haar niet meer toen ie gras in het asfalt zag groeien, ik verloor m’n vertrouwen toen de koppelingsplaat verbrandde. Gelukkig belde Ropje op dat moment om toch in ieder geval ons humeur te redden. We delen een appartementje, nou ja fors uitgevallen ouwe schuur met gierende koelkast en borrelend sanitair, dichtbij het landingsterrein.
’s Avonds op de camping wist ik weer waarom ik eigenlijk helemaal niet had moeten komen. M’n ex en z’n heks maakten een grote show van hun aanhankelijkheid, het leek de Tegelberg wel weer. Mensen die menen dat ik er na vier jaar wel eens overheen zou moeten zijn, hebben denk ik nooit meegemaakt hoe iemand waar je van gehouden hebt je de grond in stampt, terwijl je hem niks hebt aangedaan. Het blijft een etterende wond.

05 augustus 2011

Tre Pizzi


Pfoe de sfeer was bijna niet meer te harden, teleurstelling en onvrede en algehele lamlendigheid. We zijn allebei sick and tired van Sigillo, maar dit is toch nog steeds de beste plaats in heel Europa om te vliegen. Het wordt alleen dramatisch als we hier ook al niet kunnen vliegen. Vandaag dus op naar Tre Pizzi, al was het maar voor een verandering van scenery. Ik verdwaalde op de kronkelweggetjes rond Fabriano, maar uiteindelijk vonden we onze weg naar boven waar Ropje al klaar stond met z’n studenten. Ik startte vrij vroeg, deed een halfslachtige poging om hoogte te winnen maar was alweer volledig gefocust op het landingsterrein, waar ik twintig minuten later met m’n remchuutje aan de grond stond. Er reed nog niemand naar boven, maar ik kreeg een lift van een oudere man die me helemaal naar de auto bracht. Ondertussen was Cameron al in Sigillo geland, en Ropje stond op z’n eentje klaar om te gaan starten.
Vervolgens de auto teruggereden, boodschappen gedaan, Ropje op het landingsterrein van Sigillo gevonden, en nu nog een uurtje ranzen voor we ergens kunnen eten. Danielo’s waarschijnlijk, onze stamkroeg.

04 augustus 2011

En weer een dagje


Voor mij is het wel uit te houden, geen vliegweer en iedereen weg. Ik grijp een boek en ik amuseer me prima. Maar Cameron leest niet, en er is echt helemaal totaal niks te doen hier als je niet kan vliegen. Gezelliger wordt het er niet op, dus ik denk dat we zaterdag maar gewoon naar huis gaan. Vakantiedagen sparen. Het is overal in Europa naadje, of het regent of er staat een puist wind. Ik heb nu wel een mooi aantal starts in veel wind gemaakt, prima leerervaring, maar echt fijn vliegen is het ook niet. Vanmorgen draaide ik makkelijk naar boven, maar op 1400 meter was er wat windshear en dat levert allemaal onprettige turbulentie op. Daarna met de Zwitsers omhoog, leuke club, en gauw geland voordat de Italiaanse parapentekampioenschappen op ons veldje kwamen landen. Het werd een mislukte rugwindlanding, omdat ik niet door kon draaien vanwege een auto middenop het veld. Fijn die solidariteit. De piloot vond dat hem geen blaam trof omdat ie mij niet gezien had, wat een sukkel.
Tijdens het inpakken kwamen de parapentes aan, een stuk of dertig, veertig gok ik. Ook al volstrekt asociaal: geen circuit, totaal niet kijken, vleugel opzetten middenop het landingsterrein, roken tussen de vleugels. Van Frans hoorde ik dat sommige scholen hun studenten wijsmaken dat schermvliegers voorrang zouden hebben op delta’s. Geen wonder dat ze zich zo asociaal gedragen.
Straks naar een of ander feestje van vrienden van Pablo, ben benieuwd. Ik kan wel wat afwisseling gebruiken.

03 augustus 2011

Leuk landen

Een goeie en een heel goeie landing, hoera! Kwa vliegen was het niks, ik nam niet eens de moeite om te soaren in de harde wind, ik wilde alleen maar een landing doen, en nog een, en nog een. Na vijftien jaar ploeteren, schade, tranen, frustratie, slikken, heb ik eindelijk het idee dat het gaat lukken. Ik was blij als een kind, en op dit moment kan ik me geen leukere dagbesteding indenken dan landen, weer landen, op het vertrouwde veldje met de grote windzak en de ideale boomhoogte als referentie.

02 augustus 2011

Lekker vliegen

Niki, de lange jongen op de Chabre, Hayo, Martin, Paul, Alphons. Mike en Peter. Elena, Ricchi, Missy. Daarbovenop de tumbles en crashlandingen die goed afliepen, maar die wel gebeurden. Het gaat me toch niet in de kouwe kleren zitten. Ik heb er de pest aan dat ik een bangerik geworden ben, zenuwachtig van de minste beweging in de lucht. Maar ik heb besloten dat ik nu maar ns een langere tijd dik binnen m’n comfort zone ga blijven, alleen maar vliegen waar en wanneer ik me heel zeker voel. Landen na drie kwartier, om de minste of geringste onzinnige reden, luiheid, een wat enthousiast ontwikkelende wolk, een fijn groot leeg landingsterrein. Ik vergeef het mezelf, ik sta een tijdje stil, even geen competitie meer.

Vanmorgen bouwde ik op noord op, een paar Zwitsers waren ook klaar om te starten en twee vlogen al. Ze gingen maar matig omhoog, en erg overtuigend was de startwind ook niet. Tien, vijftien minuten stond ik klaar op de start, een zuchtje crosswind, een wolkje boven de plek waar ik heen wilde dat voortdurend groeide en weer verdween, dus er zaten zeker dooie momenten in. Toen ik de wolken duidelijk uit het noordwesten zag komen pakte ik in, harnas compleet op de achterbank, en we reden naar zuid. Daar stond een mooi startwindje, dus we bouwden op en toen ik klaar was ging ik ook meteen. Geen moment te vroeg, mijn start was al matig en tien minuten later konden ze de berg niet meer af. Neil en Cameron nog wel, en die gingen op weg naar Castellucio. Ik was eigenlijk van plan om met ze mee te gaan, zover mogelijk, omdat Pablo zou rijden moest ik eigenlijk gebruik maken van de luxe. Maar bij de windmolens bedacht ik dat ik toch wel heel graag een goeie landing op het vertrouwde veldje van Sigillo wilde maken, dus ik stak weer terug en zette ‘m inderdaad heel redelijk neer. Pablo bracht me terug naar m’n auto, en samen gingen we op weg naar Castellucio. Daar was echter een grote cb aan het ontwikkelen, dus Neil was uitgezakt voorbij Nocera en Cameron vloog terug naar Sigillo. Mooie dag.

01 augustus 2011

Stil






Bloggen gaat langer duren dan de vlucht. Hell, naar de weg sjouwen van vleugel en harnas duurde langer dan de vlucht: 9 minuten. En ik ben flink pissig op mezelf, ik had een prima landing kunnen uitvoeren op de helling waar ik uitzakte, maar ik vergat om naar de bovenrand te kijken en te constateren dat ik nevernooitniet een overshoot ging maken.
Vanmorgen reden we om half tien al naar boven met de bedoeling eerst een glijvluchtje + goeie landing te doen, en daarna een taak uit te zetten. De wind kwam echter over the back en een uurtje wachten hielp niet, de termiek was nog niet sterk genoeg terwijl de wolken al flink verticaal ontwikkelden. Dus ik bouwde op de noordstart op, helemaal alleen, Cameron beloofde me beneden op te halen en de enige truuk zou zijn om ergens hoogte te winnen zodat ik het vliegveld kon halen. Toen ik startte bleek de lucht echter zo dood als een pier, verdorie overal verticale cumulus maar net waar ik vloog gebeurde helemaal niks. Nada. Ik moest dus om de zuidriggel heen in plaats van er overheen, en de lucht bewoog wel een beetje daar maar ik kon het me niet veroorloven om een complete 360 te maken met het risico dat ik geen enkel fatsoenlijk veld meer zou halen. Dan maar inzetten op een goeie landing, ook al zijn er daar weinig aantrekkelijke veldjes. Ik koos een lange smalle helling, gemaaid, met niet al te hoge bomen eromheen en geen kabels. M’n circuit was eigenlijk best goed, en als ik opgelet had, had ik die laatste S niet meer hoeven te maken. Nu raakte m’n bottombar de begroeiing naast het veld voordat ik helemaal rechtuit vloog, en ik whackte hard de grond in. Geen noemenswaardige schade, maar wat een teleurstelling.
Terwijl ik inpakte rommelde de donder al boven de berg, dus we besloten er een toeristische middag van te maken. MteCucco is tenslotte een natuurreservaat, zij het met een aantal dorpen erin en wat asfaltwegen. We kwamen een schitterend klooster/fort/boerderij tegen, mooi gerestaureerd en vervolgens nauwelijks gebruikt.

Vliegdagje

Joehoe het weer is eindelijk goed, de overdevelopment ontstaat pas vrij laat en ik kon gisteren drie vluchtjes doen. Dus drie landingen. Alledrie niet perfect, maar wel met veilige snelheid en een serieuze grondfase.

30 juli 2011

Goeie landing


Perfecte landing!!!! Hoera hoera hoera ik heb m door. Dit was geen prongelukkige landing, ik heb m echt door. Jaren van oefenen, stapje voor stapje m’n circuit verbeteren, honderden keren met Cameron doornemen hoe het zou moeten, mentale training, uitschrijven, Sting, enzovoort en nu heb ik m. Dat wil niet zeggen dat het voortaan alleen nog maar perfect zal gaan, maar ik ben in elk geval goed bezig.
Het vluchtje zelf hield ik kort, ik ben toch wel ontzettend onuitgeslapen na het gave feest vannacht. Met iedereen gedanst, gekletst, nog meer gedanst. Ik lag er om een uur of drie in, Cameron een paar uur later en met meer drank op, nadat ie van de weg was afgevallen en gered door Woolfie, tjemig. Ik kreeg ‘m vanmorgen niet wakker, maar net op tijd voor de ceremonie verscheen ie toch aangekleed en min of meer verticaal. Hij heeft braaf de hele prijsuitreiking uitgezeten, en zo hoort het ook. Bovendien was het een goeie ceremonie, met echt gave vaandelzwaaiers in kekke kostuums, en een toespraakje van Bill en het Italiaanse volkslied (Peppi en Kokki voor ingewijden).
Vanavond met de overblijvers uiteten, en dan wordt het echt stilletjes hier. Maar het is nu goed weer, dus wij blijven om dan eindelijk eens echt te gaan vliegen.

WK afgelopen


Superfeestje gisteravond, totdat teveel mannen te opdringerig werden, maar alleszins geslaagd na een treurige afsluiting van de WK. We bouwden op op Cucco-noord, ik vooraan maar niet met de intentie om echt als winddummy te gaan starten. De wind was erg hard en noordelijk, waardoor het zeker turbulent zou zijn in de kom, met een veel te groot risico om recht vóór de start uit te zakken waar alleen kleine hellingen zijn met bomen eromheen en heftig turbulente lucht. Twee goeie piloten startten wel, en dat zag er inderdaad nogal heftig uit, dus tien minuten voor het window open zou gaan verplaatste ik m’n vleugel naar de kant. Als het in de loop van de dag beter zou worden, kon ik altijd nog starten na de wedstrijdpiloten, en anders kon ik in ieder geval droog inpakken.
De wedstrijdleiding nam echter voortdurend geen beslissing, stelde het window uit, overlegde niet met de safety committee, en uiteindelijk toen Atilla, Laurent, Antoine en nog een paar zichtbaar last van de rotor hadden werd de taak gecancelled. Daarmee werden Alex en Christian wereldkampioen en nr. 2, en het Italiaanse team won goud, na slechts twee taken. Dat is dan ook meteen de reden dat er getwijfeld werd over de motieven van de wedstrijdleiding. Als er wel een taak was gevlogen, had er iemand anders kunnen winnen. De rest van de middag ging de discussie over de vraag of het veilig was (voor de toppiloten) om te starten en de taak te vliegen, en in hoeverre toppiloten zelf kunnen beslissen of ze al dan niet willen starten. Het lijkt me duidelijk wat mijn opvatting is, maar ik zie ook wel de druk die wedstrijddeelnemers ervaren om te starten ondanks hun twijfels over hun eigen capaciteiten. Lastig, en erg rottig dat de sfeer er zwaar onder te lijden had.
Vandaag is de wedstrijd afgelopen, dus ja hoor, de zon begint te schijnen. Hopelijk is de ceremonie snel afgelopen, zodat we met de achterblijvers snel naar boven kunnen en vliegen!

29 juli 2011

Landingstraining

Op de één of andere manier ben ik ervan overtuigd dat ik vanaf vandaag goed ga landen. Ik heb het duizend keer met Cameron doorgesproken, m’n circuit is heel veel beter, ik land meestal op m’n voeten, de verbeteringen die nodig zijn zijn niet zo heel fors meer. Ik had het met Jamie over mentale training, nlp, visualiseren. Dat gaat inmiddels ook beter. Een tijd geleden had ik nog de grootste moeite met het visualiseren van een goeie landing, en vanwege het simpele feit dat ik de herinnering aan een goeie landing miste, en vanwege de stress van de groundrush die ik zelfs in m’n verbeelding voelde. Nu gaat het goed, en ik kan zelfs de lol van vroeger, toen we op onze buik zo hard mogelijk in de sneeuw probeerden te glijden, erin voelen. Hoogte afbouwen met gecontroleerde, rustige 360-ers, ondertussen naar de windzak kijken en bepalen waar m’n point-of-arrival gaat zijn. Downwindleg met extra snelheid, weet dat ik niet veel hoogte verlies op dat been. Blijf kijken naar het p-o-a en check de windzak. Pas zonodig het circuit aan. Aantrekken voor het crosswindleg, kijk naar het p-o-a, aantrekken en de laatste bocht naar final maken. Blijf aan de bottombar, trek de vleugel naar de grond naar het p-o-a, uitronden vlak boven de grond. Blijf aan de bottombar, kijk naar de verte, enjoy the speed. Benen optillen. Zonder uitduwen een hand naar de upright, andere hand, nog steeds horizontaal blijven vliegen dus de neus niet laten komen. Voel de pitch, op trim… duw! Omhoog.
Het gaat lukken, en wie weet kunnen we zelfs vliegen vandaag.

28 juli 2011

Nat

Ik lag te dommelen toen ik Richard met Bruce hoorde overleggen of het de moeite waard was om voor een sledder naar boven te gaan. Binnen vijf minuten was de auto ingeladen en waren we op weg naar boven, waar inderdaad druk gevlogen werd. Nog voor ik opgebouwd was begon het te regenen, en toen het weer droog was draaide de wind. Kletsen, lanterfanten, wachten, schuilen. Uiteindelijk heb ik dik een half uur ingehaakt klaar gestaan om te starten, om vervolgens in de stromende regen in te pakken en naar beneden te rijden 8-( De rest van de middag aan het bier in de Dominus, pizza bij Daniel en nou vroeg naar bed voor de disco hier losbarst.

Disco


Man wat een herrie. Luid sprekende ozzies, gorgelend koffie-apparaat, krijsende peuters. Ik heb geen echte kater, niet veel gedronken, maar echt fris voel ik me toch ook niet na een nacht doordansen in een piepklein bistrootje met een dj die youtube bediende en twee speakertjes die bedoeld waren voor een muurkast. Het was top, met de zekerheid dat we vandaag niet kunnen vliegen en genoeg piloten om de lokale jeugd het nakijken te geven.
Toen ik om vier uur in de stromende regen naar huis probeerde te rijden kon ik de uitgang niet vinden. Costacciario is heel klein, maar het is een labyrinth van hele smalle steegjes op hele steile hellingen, waar ik moest manoevreren met twee veel te lange vleugels op het dak, een slippende handrem en aan het einde van iedere steeg een barricade van bloembakken.

27 juli 2011

Gecancellde dag

Vanmorgen vroeg zag het er nog redelijk blauw uit, maar tegen de tijd dat de teamleader-briefing aan de gang was, was het al helemaal dichtgetrokken en donkergrijs. Wel congestus onder de grijze deken, kennelijk was het wel instabiele lucht. We reden vroeg naar boven, ik bouwde op en startte meteen, en stond tien minuten later na een suboptimale landing op de grond. Een uurtje later kwamen de deelnemers, het was behoorlijk chaotisch met de nulwind en de windzak die alle kanten op draaide, maar het verliep weer zonder schade. Alleen Markus kwam aan z'n chute naar beneden. Hij was kennelijk wingovers aan het doen toen z'n toestel het gewoon begaf, precies hetzelfde verhaal als bij Shedsy vorig jaar. Onbegrijpelijk, misschien verouderde zijkabels? In ieder geval mankeert ie niks, geweldig dat we goeie chutes hebben.
Nu de middag door zien te komen. Te kort voor een excursie, te lang om alleen maar te lezen en duf in Sigillo rond te hangen.

26 juli 2011

Taak 2


Dat was GAAF!!!!! Eerst zoefden Christian en Alex binnen, heel laag, snel, altijd leuk om te zien. Vervolgens leek de lucht leeg, alleen maar dikke grijze dreigende regenwolken, en dan ineens zie je ze. Tientallen leading edges die met een noodgang op ons afkwamen. Fantastisch, bijna een uur lang iedere paar seconden een landing. Het zijn echt toppiloten, dus dat ging allemaal goed, en wij toeschouwers hadden feest. Wat een waanzinnig gaaf gezicht is dat, zo’n enorme groep wedstrijdpiloten die op goal afracen. Super.
Toen het ietsje minder hectisch werd kwamen Juicy, Ropje en Cameron achter elkaar binnen. Al mijn favorieten ook op goal, mooi zo. Mart en Martin waren er al, en verder nog een heleboel blije gezichten. Julia, met een hand opengetrokken aan de vg en kreupel van de pijn in haar dij (herkenning!). Een paar treurige jongens die het niet gehaald hadden, je zou ze het liefst heel hard willen troostknuffelen.
Zelf heb ik twee korte vluchtjes gemaakt, ben best tevreden. De eerste was als winddummy, de lucht was een beetje bokkig maar ik kon wel wat ronddarren om verschillende bellen op te zoeken. Toen ik wilde landen moest ik gigantisch moeite doen om naar beneden te komen, en ook de tweede landing was het nog flink termisch, en beide keren kwam ik te langzaam binnen maar ik stond wel netjes op m’n voeten.
Gisteren was het allemaal veel treuriger, regen en kou en totale verveling. Naar de wasserette, Ropje had speelgoed gekocht en daarmee probeerden we te klimmen en te abseilen enzo maar dat wilde niet, en het karaokefeest ’s avonds was het ook al niet. Maar zo’n dag als vandaag maakt alles goed.