We togen met de halve Newcastle hanggliding club naar Glenn
Innes, een schitterende winterstek zo’n 80 km verderop. Eénmaal daar aangekomen
zag ik tot m’n schrik dat de enige landingsoptie een downwind hellingop
landtongetje in het meer was. Spotlanden verplicht, want een overshoot betekent
verdrinken en undershooting kost op z’n minst een upright. Conrad legde goed
uit hoe we de landing moesten doen, en ik ga de laatste tijd heel redelijk met
m’n litesport, dus ik besloot het er op te wagen. De start en vlucht waren heel
gemiddeld, het was ridgesoaren en ik durfde niet goed de zwakke termiek in te
draaien, dichtbij de flauwe helling en tussen een tiental andere vleugels. Ik
kwam nooit hoog genoeg om wat fotoos te maken, en na een half uur begon ik
duidelijk onder ridgehoogte te zakken en toen ik ook nog door een eagle werd
aangevallen vond ik het welletjes. Ik wilde perse niet landen als er ook
anderen waren en ik wilde hoog genoeg aankomen om rustig m’n circuit te maken.
Ik werd zelfs omhoog geblazen boven het meer waar ik hoogte wilde afbouwen,
maar ondanks een hard kloppend hart deed ik precies de landing zoals Conrad had
uitgelegd, met helaas een beetje een whack op het eind. Jammer, want het had
perfect kunnen zijn. Maar Mickey en Selmsy die na mij landden, toegegeven met
topless vleugels en wat lager in de rotor, whackten veel harder dan ik.
Toen ik klaar was met afbouwen en slap ouwehoeren en tot
kookpunt raken in de drukkende zon, dook ik het meer in. Nicola kwam net aan om
te landen, dus ik bleef in het water dobberen om haar landing te bekijken. Ze
draaide te laag op downwindleg, maar had voldoende snelheid. Net toen ik vond
dat ze hoognodig in moest draaien, deed ze dat, maar ze zag kennelijk dat ze
het niet ging halen en verloor al haar snelheid. Daardoor haalde ze wel net het
land, maar ze stallde en klapte hard tegen de grond. Ik was in m’n nakie dus
het kostte een paar momenten voor ik bij haar was, en toen trof ik haar
compleet overstuur aan. Ze had flink pijn in een verstuikte enkel en ze was behoorlijk
van de kaart. De rest van de middag en avond was het weer eens het bekende
liedje: kapotte vleugel inpakken, snel naar een ziekenhuis rijden, fotoos
maken, plegen en artsen die met een ik-wist-het-wel natuurlijk was je aan het
hanggliden blik lachen naar Conrad, die met grote regelmaat gebutste piloten
komt afleveren in Hunter hospital waar hij zelf eerste-hulp-arts is. We kregen
gelukkig wel de VIP-behandeling dus om half tien zaten we aan de Indiase hap
bij Nicola thuis. Ik was inmiddels sjagrijnig van de honger en de hitte, Nicola
was stoned van de pijnstillers en Conrad weet ik nooit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten