staf voor de 21e EK |
foto Corinna |
Het is altijd droevig als de FAI-vertegenwoordiger zegt dat de wedstrijd voorbij is. We hangen nog uren in groepjes rond, omhelzen alles en iedereen en gaan vervolgens met dezelfde mensen lunchen, raken in paniek omdat iemand al bij Bologna zit met jouw radio nog in z'n auto. Sommigen zien elkaar over een of twee weken weer bij de volgende wedstrijd, de meesten gaan elkaar weer treffen over een of twee of nog meer jaren. Misschien gaat er deze keer iemand op de uitnodiging in om langs te komen, misschien moet je onverwacht in een vreemd land zijn en brengt facebook ons bij elkaar voor een avond in de kroeg. Hoe het ook zij, dit was één van de allerbeste wedstrijden ever. Fantastisch weer. Perfect georganiseerd. De beste meetdirector en een extreem goeie meteoman. Blije piloten die twee jaar geen wedstrijd meer hadden mogen vliegen en een paar jonkies die het bijzonder goed deden. Geprofessionaliseerde teams en heel erg goeie toestellen. Op één boomlanding, drie gebroken ribben door een losrakende neuskap, een gebroken pols na een totaal uitgeputte landing en een paar niet-vlieg-verwondingen na geen enkel incident. En geen enkel protest. Natuurlijk werd er wat gezeurd hier en daar door de gebruikelijke zeurkousen maar dat richtte zich allemaal tot meetdirector en steward, als jury kwamen we niet aan de bak. Alles wat ik gedaan heb voor m'n vergoeding is altijd bij alle briefings, starts en landingen zijn en dagelijks de piloten op volgorde in de rij zetten. Eenmaal ingehaakt zijn we net drinkende giraffen die niet kunnen zien wat er om ons heen gebeurt, dus dan is het wel handig als je weet achter welke vleugel je in moet schuiven.
Gisteren was volgens de voorspellingen (en trouwens ook voor de piloten op goal, bijna iedereen) zo ongeveer de allerbeste dag in de geschiedenis. Plafond van 4000 meter, weinig wind uit het zuidwesten en een convergence door de vallei tussen Gubbio en Sigillo. De wind begon wel een tikje uit het zuiden te waaien tegen de tijd dat wij mochten starten, maar niks verontrustends. Eerst hielp ik Wout, de derde generatie Haagdorens, van de berg af en direct daarna startte ik na een stevige bel. Alweer fout. Er zat goeie termiek maar ik kreeg het niet goed te pakken, na vijf, zes cirkels raakte ik het steeds kwijt en binnen de kortste keren stond ik alweer op de grond. Veertig seconden langer dan de dag ervoor. Deze keer baalde ik wel als een stekker want een beter startmoment had nu heel veel uitgemaakt. Jamie vloog vijf kwartier en kwam himmelhoch jauchzend naar beneden. We togen nog een laatste keer naar de gelateria van Fossato di Vico voor twee ijsjes ieder en toen moesten we al naar goal voor Juicy als tweede! En Piet haalde het ook, toen we gedoucht en omgekleed weer langs reden op weg naar Villa Anita stond ie af te bouwen, wat een held. Alle Nederlanders en Belgen op goal, en dat met absurde snelheden.
In het parkje trad een U2-coverband op maar ik ging ouderwets behendigheidsspelletjes doen met Laurent en anderen op het plein. Het voelde alsof we weer tieners waren op zoek naar de plek waar het allemaal gebeurde. Nadege wilde zo worden als ik, als ze zo oud is. Fabien onthield zich van salto's en Olav weigerde om bierflesjes te schuiven. We zijn een club ouwe knarren geworden maar gelukkig is er wat jonge aanwas en één van de mooie dingen van onze clan blijft: leeftijdsverschillen doen er weinig toe.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten