Taak 2 van de Dalby Big Air competition met een schitterende
lucht. Overal actieve cumulus, een zacht noordenwindje, en een korte taak.
Bruce zette me af in een prima bel, recht onder alle anderen, en ik draaide met
4 m/s naar wolkenbasis op 2000 meter (zeeniveau, zo’n 1600 meter boven land).
Zoals altijd verliet ik de bel verder onder de wolk dan de meeste anderen, ik
ben nou eenmaal een angsthaas. Gisteren was niet de dag om hoogte te
verspillen. Tussen de willekeurig verspreide lift zat forse sink. Drie keer zat
ik griezelig laag en de laatste keer lukte het niet meer om omhoog te
krabbelen, ondanks de vleugel boven me die wel weg kwam. Ik dacht dat ik Paul
in de hoek van een groot veld zag staan, en ondanks dat het veld er niet zo
aantrekkelijk uitzag: niet vlak en met een gemene stubble (dacht ik), besloot
ik toch daar te landen. Altijd veilig om publiek te hebben. Ik was echter nogal
dom bezig met m’n circuit, kon niet uitmaken waar de wind vandaan kwam en toen
ik zo laag zat dat ik geen kant meer op kon zag ik dat de stubble in feite twee
meter hoge, dikke, harde staken waren. Een soort mais maar dan gemener. Het was
porridge sorgum en ik verstarde van schrik. Gek genoeg landde ik redelijk
schadevrij, alleen staken de sorgumstammen overal doorheen zodat het leek of ik
een nauwe kooi stond. De piloot die naar me had staan kijken kwam niet helpen
(de kans was aanzienlijk dat ik m’n nek had gebroken maar hij had kennelijk
geen zin om te komen kijken) en ik had de grootste moeite om de vleugel uit het
veld te krijgen, zeker met m’n gescheurde bovenarmspier. Gek is dat: als ik
ergens helemaal alleen ben, ben ik altijd stoer genoeg om met iedere vorm van
tegenslag om te gaan. Maar als er iemand anders is die niet komt helpen voel ik
me ontzettend in de steek gelaten.
Het bleek niet Paul te zijn maar Rob Clarkson, ook met een
Sting en een geel t-shirt. Hij dacht dat ik een landbare plek gezien had en hij
had veel te veel vertrouwen in mijn vaardigheid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten