15 september 2008

Slepen Stadskanaal

Het is altijd extra moeilijk op de mooie dagen. 's Ochtends vroeg in de volgeladen auto, rustig op de weg, de zon die opkomt over witglinsterende velden. Vroeger zat ik dan knorrend van tevredenheid te genieten dat het leven zo goed was. Drie uur op m'n eentje naar Stadskanaal rijden geeft me veel te veel tijd voor heimwee. Gelukkig tref ik dan in Stadskanaal vrienden van lang vóórdat ik ooit Koos leerde kennen, en gelukkig is hij er niet. Met Rinus en Ropje heb ik twaalf, dertien jaar geleden pogingen gedaan om te leren slepen: ik voetstarten met m'n Unootje achter de veel te snelle trike van Henk, en dan maar vol overtuiging mezelf het A-frame in werpen in de hoop dat m'n armen lang en sterk genoeg zouden zijn om eens een keertje achter de tug te blijven. Als dan op zo'n vijftig meter in een gigantische stall het breukstukje knapte en ik met een felle wingover me nog net niet de grond in boorde, kwam Rinus hoofdschuddend toelopen om me te helpen m'n spullen terug naar de start te dragen. Ondertussen leerde Ropje het wel, the hard way. Nu staan we op een echt vliegveld, met gemaaid gras en windzakken en een heuse havenmeester, met goedrollende dollies en snelle vleugels. Terwijl Ropje een uiterst vakkundige dealer, tester en vleugelsleutelaar is geworden en ook nog in de Nederlandse top-vijf (top-drie? top-twee?) scoort, heeft Rinus z'n roeping gevonden als sleeppiloot. Beheerst loodst hij z'n dragonfly/drag and fly door de turbulentie achter de hangars, onvermoeibaar sleurt hij duo's, beginners, voetstarters en alles wat zich maar aanhaakt de lucht in. En ik ben inmiddels ook een paar honderd sleeps verder, het blijft spannend maar ik zie zelf wel dat ik dit spelletje toch heel aardig onder de knie heb. Ook al moest ik gisteren vijfhonderd kilometer rijden voor twintig minuten lucht, dat maakte het zeer de moeite waard: buiten spelen met vrienden en markeren dat ik toch wel wat geleerd heb.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten