29 juli 2012
Einde vakantie
We hadden bedacht om vandaag nog te vliegen, of rustig aan naar huis te rijden als het slecht weer zou zijn. Dat werkte niet: we waren al compleet ingepakt toen de lucht er toch verdacht mooi uitzag. Tanno heeft geweldig gevlogen afgelopen twee weken, en ik ben ook best voldaan en ik wil zuinig doen met m’n vakantiedagen, dus we bedachten ons niet meer en reden weg. Tot Grenoble naar de wolken kijkend, onder het verzinnen van rampscenario’s als de hele dag op de berg zitten met westenwind, dusties, turbulentie en landen in een klaverveld. Daarna legden we er ons maar bij neer dat het nou eenmaal fijner rijdt als de zon schijnt en dat we het de achterblijvers van harte gunnen, en hoe prettig het is om de auto uit te pakken zonder bakken regen.
28 juli 2012
Laatste taak
Rugpijn! Ontzettend, ik voel me negentig, strompel van tent naar terras en ik moet er niet aan denken om spullen in te pakken. Het zou van de trampoline komen, nooit geweten dat een beetje springen zo slecht kon zijn. Tijdens de vlucht had ik er al last van, maar nu achteraf is het dramatisch. Lang leve de ibuprofen. En lang leve de droguechute ook trouwens, zonder dat ding had ik erger problemen gehad. Ik ging wel supermooi hard omhoog naar wolkenbasis bij de start, 2400 meter en met de wind in de rug naar een dikke congestus waar het ook weer met 5 m/s ging, en in no time was ik bij het eerste keerpunt. Daar dacht ik slim te zijn door dóór te vliegen naar een wolkje boven het dal van Gap, en die deed het niet, en toen had ik best tegenwind en sink en toen keek ik vooral naar landingsmogelijkheden en in no time stond ik op de grond. Jammer, teleurstelling, geen winnaar. En geen goal, dat is erger. Het ‘had-ik-maar-gevoel’ is het vervelendste onderdeel van zeilvliegen, het is zo snel en zo definitief over met je kansen. Nou ja, volgende wedstrijd nieuwe kansen.
Wind
Het waaide best en er hing een hoop cirrus en stratus dus ik verwachtte geen denderende lift. Luke werd van de berg afgegooid en ging nog best goed omhoog, maar je kon zien dat het wel schrapen was en daar had ik niet zo’n trek in tussen vijftig anderen. Bovendien maakte ik me zorgen over de tegenwind als ik zou uitzakken, de angst als je denkt dat je de Vis niet zal halen of als er nog drie anderen tegelijk willen landen. Toen ik éénmaal gestart was viel de lucht eigenlijk best mee en draaide ik ook mooi omhoog, maar ik had mezelf in de drie kwartier daarvoor al zo zenuwachtig gemaakt dat ik eigenlijk al was uitgezakt voordat ik in de lucht hing. Ik verliet de bel waar alle anderen in draaiden en ging naar de noordstart waar ik er twee goed omhoog zag gaan, maar daar was het al op. Toen ik terugdraaide zat ik te noordelijk van de riggel om te kunnen soaren. In plaats van me in te spannen om weer hoogte te vinden draaide ik in een impuls naar het noorden, naar grote veilige landingsterreinen en lege lucht. Beneden me cirkelden twee grote vale gieren, en er piepte wel iets maar omhoog kwam ik er niet op. Binnen vijftien minuten stond ik op de grond, een beetje teleurgesteld omdat hiermee dus mijn ene dag roem over was maar wel tevreden omdat ik me gehouden heb aan de belofte aan mezelf: eerst stressvrij landen, de wedstrijd komt pas op de tweede plaats.
Op de camping scheurden de toppers binnen: Andreas met één uur drie-en-twintig voor hun taak van 70 kilometer, Tanno superlaag met 1:54. Juicy haalde het net niet en draaide op het allerlaatste moment naar een klein veldje, wat ‘m een upright kostte maar wel een puntje in de 400-meter-goalcirkel opleverde. Ropje en Martin redden het niet, Araldo met z’n Sting haalde bijna goal (onze taak was 45 km). Iemand vertelde dat Araldo z’n vluchten voorbereidt met een slimme combinatie van meteo en oude tracklogs, z’n computer vertelt ‘m gewoon waar ie moet vliegen. Het zou mijn pret niet zijn, maar ik vind het wel geniaal.
27 juli 2012
1000 punten
Yep, niet alleen ben ik dagwinnaar, met voor het eerst in m’n leven 1000 punten en twee of drie topless vleugels in de sportsclass, ik sta zelfs bovenaan in het klassement! Ontieglijk leuk dit, ik loop al sinds gistermiddag te genieten. Wat had ik het fout, vroeger, toen ik het nut niet inzag van een b-klasse of een sportsclass of aparte vrouwenrankings en dergelijke. Maf dat ik helemaal vergat dat we thuis duizenden keren spelletjes deden: kaarten, mens-erger-je-niet, monopolie, zeeslag. Dat ging ook zeker om het winnen, terwijl winnen volstrekt onbelangrijk was. Allemaal zen dit: van haast word je langzaam, je kan alleen scoren als je niet hoeft te scoren en het spelen van een spelletje is pas echt leuk als je speelt om te winnen.
Nu is het zaak om m’n kop goed te houden vandaag en morgen. Met dezelfde instelling de berg af als gisteren, niet proberen om m’n positie te behouden maar blijven mikken op een leuke lange vlucht, goal halen en netjes landen.
Maar nu eerst maximaal genieten.
Nu is het zaak om m’n kop goed te houden vandaag en morgen. Met dezelfde instelling de berg af als gisteren, niet proberen om m’n positie te behouden maar blijven mikken op een leuke lange vlucht, goal halen en netjes landen.
Maar nu eerst maximaal genieten.
26 juli 2012
Sportsclass dagwinnaar?
Goal, heerlijke lucht, prachtig uitzicht, alles op m’n eentje gevlogen. En misschien ben ik zelfs dagwinnaar, dat zou dan voor het eerst zijn. 71 kilometer in 2.17 uur, Chabre Serres Ajour Hongrie en terug naar de camping. Ik heb enorm m’n best gedaan om geduldig te zijn en zowaar: het werkt. Niet te snel van de berg afgelopen, er waren geen winddummies en de parapenter ging niet echt hard omhoog. Niet te snel van de Chabre weggevlogen: bijna tot wolkenbasis in vriendelijke kleine gaggletjes doorgedraaid. Ik was wel zo ongeveer als eerste bij de Beaumont, nou ja nog een flex en een rigid voor me en een dikke wolk, dat gaf toch moed. De echte wedstrijd kwam op dat moment over me heen, Ropje en Tanno en nog een stuk of vijftien. Man wat ga ik langzaam in vergelijking met hen. Ze stijgen ook beter, dat is gewoon een kwestie van techniek, maar afijn ik kwam redelijk bij het eerste keerpunt en dankzij een paar markers vond ik een bel tot 3000 meter. Daar scheidden zich onze wegen: ik moest rechtsaf naar de Aujour, de anderen gingen door richting Pic de Bure voor hun taak van 140 km. Bij de Aujour zakte ik er bijna uit, net toen ik aan Montse doorgaf dat ik laag zat vond ik het reddende belletje, en vervolgens ging het met wind mee naar het tweede keerpunt. In gedachten bedankte ik Heather voor haar massage, daardoor kon ik zonder al te veel rugpijn goed centreren. Ik lig toch altijd enorm te spartelen in m’n harnas als ik ingespannen op zoek ben naar de lift.
Boven de Tête de Bouges stond een wolk en er draaide een zwever, dus dat gaf weer vertrouwen. Het laatste stukje via de Hongrie was ondanks een lichte tegenwind een eitje, alleen is het altijd spannend om zo lang te glijden. M’n vario gaf me eerst 400 meter boven goal, later verbeterde dat tot 700 meter en toen pas durfde ik er echt de sokken in te zetten. Met een heel redelijke landing was ik als eerste op goal. Duik in het zwembad, biertje van Cornelia, zoen van de meethead en dan superlui langzaam afbouwen in bikini.
Hangwaiting
Een bijzonder zware dag gisteren, de hele dag niks doen. Om elf uur waren we opgebouwd op de Longeagne, tegen een uur of vier reden we er weer vanaf. Voortdurend dustdevils dus je kon niet bij je vleugel weg om eens een beetje te gaan kletsen. Wachten tot het startbaar zou worden dus ik kon niet lezen zonder elke halve zin op te kijken en de wind te checken. Toen de taak gecancelled werd en Gary vrij startte, overwoog ik nog even om ook naar beneden te vliegen maar er kwamen zulke grote dusties langs dat ik dacht dat de landingscondities misschien ook niet denderend zouden zijn. Tanno en Juicy vlogen wel. ’s Avonds Peters verjaardag, buffet en dansen. Leuk maar niet meer als vanouds nou er niks meer te flirten valt.
24 juli 2012
Ontevreden
Fucked up, maar ik heb een piepklein excuusje. De Beaumont deed het niet, Christian denkt dat het met de oostenwind te maken heeft en Gordon had al laten weten dat ik veel te vroeg was. Dat had ik zelf ook al bedacht. En ik leek op enig moment hoog genoeg te zitten om naar de volgende riggel te glijden, ik kon het zweefvliegveld goed zien maar ik durfde niet. Het risico dat ik hard zou zakken boven Serres en dan in een bijzonder nare situatie terecht zou komen was heel klein, maar ik neem liever enorme marges. Bovendien groeiden er prachtige wolkjes boven het dal, en ik heb al zo vaak meegemaakt dat ik op weg naar een landing weer heerlijk omhoog schroef dat ik er bijna op rekende. Maar deze keer gebeurde het helemaal niet. Tim was al voor me geland, liet verdorie z’n vleugel ongekeerd middenop het veld staan, en ik kreeg het ook nog voor elkaar om een slechte landing te maken. Kwam met een harde klap op de grond, er schoot een kramp in m’n rug en dat geeft vooral het gevoel dat je tachtig bent. Naast het ongemak. Dus ik meldde me direct bij Heather, die werkelijk magie heeft. Ze is uitzonderlijk goed, kneedde en wreef alle pijn uit m’n lijf. Een kwartier na de behandeling is het wel terug, maar minder erg. Bovendien heeft ze m’n spierpijn in armen en schouders weggewerkt. Heerlijk.
Nou gauw ergens een pizza scoren en dan zo vroeg mogelijk naar bed.
Nou gauw ergens een pizza scoren en dan zo vroeg mogelijk naar bed.
British Open taak 1
Martin beloofde stijg tot 4000 meter en min vijf graden, maar ik ben niet hoger dan 2900 geweest. Frisjes, maar het grootste deel van de vlucht was vooral hard werken en veel zweten. M’n gebruikelijke fouten: te snel een bel verlaten, met min 7 tegen de wind in ploeteren, omhoog worstelen en weer opnieuw. Eénmaal geland, na twee-en-een-half uur en zo’n dertig kilometer, was ik zo gruwelijk totaal compleet uitgeput dat ik ’s avonds bij de pannekoeken van Ad niet eens meer kon lachen. Compleet lege spieren.
Voor het eerst in twintig, dertig wedstrijden zit ik in de sportsclass. Erg leuk, we krijgen gewoon een kortere taak dan de gewone wedstrijd, Gordon geeft een uitvoerige briefing met aandacht voor landingsmogelijkheden en slimme routes, en het allermooiste is dat er geen tijden zijn. Je mag van de berg af wanneer je wil, starten wanneer je wil, en dat betekent dat de score niet gebaseerd is op een race maar op elapsed time. En dat betekent weer dat je veel kan scoren met leading points, en daar had ik er gisteren genoeg van om als tweede te eindigen. Van de sportsclass, de beginners en de masttoestellen, maar toch leuk.
23 juli 2012
Via ferrata
Een hoogtepunt: de via ferrata. Precies goed: pittig maar wel te doen als je fit bent, leuk eng niet akelig eng, veilig zonder overdreven betutteling. Drie uur klauteren en zweten en zoveel mogelijk om ons heen kijken om extra te genieten van de hoogte en de uitdaging. Het waaide natuurlijk wel erg hard anders waren we wel in de lucht geweest, en op de hangkabel was dat wel griezelig. Als beloning aan het einde drie keer over een kloof heen repellen (geen idee hoe het heet eigenlijk), fantastisch. We waren allevijf een beetje euforisch. Knap van Jonas die een beetje hoogtevrees heeft.
Het was ’s avonds niet simpel om enige conversatie op gang te houden, jeetje wat zijn die Zweden stug zeg. Nu z’n maatjes er zijn is Andreas ook weer stil en gereserveerd, terwijl hij vorige week honderduit babbelde. Gelukkig kletste Paddy ons de oren van de kop. Hij is verliefd en Australiër, niks gereserveerds aan.
Blauwe plekken schrammen en spierpijn vallen mee, al kan ik best een massage gebruiken. Eerst maar weer eens vliegen vandaag, hopelijk.
22 juli 2012
Geen vliegdag
De Belgische Open is afgelopen, de Britse Open zijn begonnen. Er zijn een paar mensen vertrokken, een hoop oude bekenden kwam gisteravond aan. Andreas is gedeserteerd; er zijn twee Zweden bijgekomen waar hij een team mee vormt. Jammer van het babbelen op de achterbank, dat was gezellig, maar voor de retrieve maakt het eigenlijk weinig uit. Hij landt toch meestal op goal. Met alleen Tanno en Montse is het net zo ideaal. Tanno is net zo’n vroeg type als ik, Montse helpt altijd met sjouwen, we lijken alledrie dezelfde verhouding te willen van samen dingen doen en los van elkaar. Montse gaat rennen en zwemmen en allerlei vage dingen doen met allerlei vage mannen, maar vaak wil ze wel mee naar de kloof of een performance in het dorp. Tanno zit te lezen of met Martin of Juicy te praten, en ik hang bij de Ieren rond of bij m’n muppets, voor politieke discussies met Enda met m’n boek op schoot terwijl Shedsy op z’n gitaar tokkelt. Ideaal, totdat Geoff en Shaun weer wiskey in a jar beginnen te spelen.
Ik ben gisteren de camping niet af geweest, er stond een enorme puist wind en iedereen was sloom van de zon en de late avond ervoor. Bijna miste ik de prijsuitreiking, de Belgen zijn extreem op tijd, dus ik mocht meteen doorlopen om m’n prijsjes op te halen. Derde in de sportsclass, en eerste, tweede en laatste vrouw. Toch een hele prestatie, om vrouw te zijn. Ik trok het roze t-shirt van de British Open aan zodat iedereen kon zien dat ik echt geen jongetje ben.
21 juli 2012
Leuk vluchtje
De lucht zag er vandaag flink gnarly uit, ik verwachtte heftige turbulentie en ellende. Mijn ervaring was echter juist het tegendeel: bijna geen wind en brede rustige bellen. Net als Niels, maar anderen hebben echt een wasmachine gehad. Bovendien wisselden wolkenvelden met schaduw, en zon met mooie cumultjes, elkaar af en het was maar net toeval wie waar wanneer was. Ik draaide makkelijk omhoog boven de start, maar verloor ook weer veel hoogte, draaide daarna nog een paar keer tot zo’n 2300 meter of iets meer, uiteindelijk had ik het idee dat rondhangen bij de Longeagne gewoon niks meer op zou leveren dus ik stak rechtstreeks naar het keerpunt, midden over het dal, over lage heuveltjes en aantrekkelijke landingsterreinen. Tanno meldde dat hij geland was, overal stonden vleugels geparkeerd en er schoof een dik schaduwveld over ons heen. Ik zocht een fijn veld uit en bedacht m’n circuit, en zoals zo vaak begon het toen een beetje te piepen. Samen met een topless draaide ik in, hij heeft het uiteindelijk niet gehaald maar ik kwam terug op 1800. Met een schuin oog op het vliegveld van Serres en een ander op m’n vario, dreef ik langzaam achter die pukkel aan de oostkant. Ondertussen genoot ik van het fantastische uitzicht, dit is toch echt de allerallerallermooiste plek ter wereld om te vliegen. Ik vond een sterke bel tot 2200 en begon naar de St. Genis te steken, maar de hele berg lag in de schaduw dus ik zakte flink en het keerpunt lag nogal diep in onlandbaar terrein. Dan maar omgedraaid naar Montrond, midden tussen de grote vlakke velden, in de zon, en sowieso meestal wel een goeie termiektrigger. Inderdaad, hij deed het, en ik driftte al stijgend richting het keerpunt. Beneden me was een klein stripje waar ik een delta op zag landen, dat gaf vertrouwen maar het bleek een trike te zijn die daar net startte. Nou ja, toch wel bruikbaar dan. Ik was ondertussen erg tevreden met mezelf: netjes geduld betracht en geen hele domme fouten gemaakt, keurig. Daar gaat het dan ook altijd mis, als ik te vroeg dik tevreden ben. Na het keerpunt draaide ik rechtstreeks op koers naar de Aujour maar nou kon ik niet meer hetzelfde spelletje spelen omdat het dal waar ik overheen vloog een beetje in de lij van de pukkels daarvoor lag. Bovendien trokken de brede gemaaide velden me hard naar beneden, en m’n onverdiende zelfvertrouwen deed de rest. Een parapenter was midden in het dal heftig aan het spiralen, hij had me duidelijk niet gezien en hij zat behoorlijk in de weg. Na onze landingen kwam hij op me afgerend om z’n excuses te maken, en even later kwam z’n pa, de man die ik in St. Vincent ontmoet had, me een koud biertje brengen. Eind goed al goed, ik heb maar vijfentwintig kilometer gevlogen en slechts een miezerig keerpuntje, maar ik ben bijna euforisch over dit lekkere vluchtje. Eens een keer niet kwaad op mezelf. En ik ben eens een keer niet allerlaatste, ik was gisteren 26e dat lijkt eindelijk weer eens een normale score.
Gisteravond was Fran z’n laatste avond, dus dat werd laat. De beste campingzanger ever. Vandaag en waarschijnlijk morgen ook zijn rustdagen, veel wind, we hebben kennelijk niet genoeg gedronken.
20 juli 2012
Mart
Mart kwam aan z’n chute naar beneden, drie kilometer van de camping net toen ik op het landingsterrein was. Het zag er vreselijk uit, hij werd net als de meeste anderen die ik heb zien neerkomen alle kanten opgeslagen, hij tolde rond en hij daalde absurd snel. Binnen een minuut nadat hij uit zicht verdween belde hij Heather, die een speakertelefoon heeft zodat we allemaal mee konden luisteren. Hij klonk helemaal niet goed, ook al beweerde ie dat er niks aan de hand was. Terwijl Heather tegen ‘m bleef praten, om z’n coördinaten bleef vragen, kwam iedereen naar haar toe om te vragen hoe en wat, bloedirritant. Andreas was al op goal en Tanno was niet ver meer, dus ik pakte Tanno’s auto om ‘m te gaan zoeken. Dat was het rottigste deel van het hele avontuur, bergpaadjes op en af scheuren en locals die verkeerde aanwijzingen gaven. Toen we ‘m eenmaal gevonden hadden, flink geschokt en gebutst moest ie persé terug om z’n harnas en instrumenten te halen en wat fotoos te maken met een big smile naast het wrak. Heather en ik overlegden hoe we ‘m het snelst in een ziekenhuis konden krijgen, maar dat bleek niet nodig, hij had flink pijn en hij was misselijk. Ik was bang, inmiddels heb ik voldoende ervaring met ongelukken om te weten dat rondlopen en lachen niet betekent dat je in orde bent. Afijn, na alle onderzoeken en fotoos blijkt hij niks gebroken te hebben, z’n kop is in orde en ze hebben ‘m een nachtje ter observatie gehouden zodat ie ook niet stiekem leeg kan bloeden.
Andere wachtenden bij de noodhulp droegen t-shirts met schermvliegers, rockclimbing en motorrijden, eigenlijk een soort van grappig. Heather verzuchtte dat we vreselijk gevaarlijke dingen doen, ik zei heb je wel eens bekeken hoe leeftijdgenoten die niks doen eruit zien? Maar ondertussen is het niks, die emergence in Gap. Ik ken het inmiddels goed, en ik ben doodsbang voor een chutedeployment. Maar ik heb ook keer op keer gezien dat diegenen die hun chute gooien er meestal behoorlijk goed vanaf komen. Toch maar weer eens vouwen dat ding.
Andere wachtenden bij de noodhulp droegen t-shirts met schermvliegers, rockclimbing en motorrijden, eigenlijk een soort van grappig. Heather verzuchtte dat we vreselijk gevaarlijke dingen doen, ik zei heb je wel eens bekeken hoe leeftijdgenoten die niks doen eruit zien? Maar ondertussen is het niks, die emergence in Gap. Ik ken het inmiddels goed, en ik ben doodsbang voor een chutedeployment. Maar ik heb ook keer op keer gezien dat diegenen die hun chute gooien er meestal behoorlijk goed vanaf komen. Toch maar weer eens vouwen dat ding.
19 juli 2012
Taak 1 Belgische Open
Er zijn kleine dingen die het leven enorm veraangenamen: de zekerheid dat Montse me zal ophalen, zodat ik pakzakken en hoedje en slippers enzovoort met haar mee kan geven en niet in m’n harnas hoef te proppen. Dat ze altijd helpt m’n vleugel te tillen. Martin die het weer checkt, waardoor ik gewoon te lui ben geworden om er zelf nog naar te kijken. Mart die even uitlegt hoe ik de taak zou kunnen vliegen, jammer alleen dat ik het niet verder dan de startcirkel heb gebracht. De zon, heerlijk, als er iets is wat het leven makkelijk maakt is het zon.
Opbouwen was wel zoals gebruikelijk vervelend. Heet, onhandig op de steile helling met de losse sintels, en veel deelnemers zijn niet gewend aan wedstrijden en een beetje efficient indikken zodat we allemaal aan een ketting kunnen staan. Terwijl er wind van zowel zuid als noord kwam, met een westvoorspelling, honderd procent zeker dat er dustdevils langs gingen komen. De vrij onervaren organisatie was nogal gestresst, wilde het te goed doen zodat er onmogelijke opstoppingen ontstonden boven het vlonder. Zolang de piloten rustig zijn mag de startvolgorde best een beetje losjes zou ik denken, maar afijn ik liep op een mooi moment het vlonder af. De lucht was behoorlijk bubbelig maar ik dreigde toch uit te zakken. Ruim op tijd keerde ik richting de vis, zodat ik alle tijd zou hebben om er een goed circuit te maken. De vis is een heuveltop met bomen eromheen; als je het fout doet heb je geen alternatieve opties meer.
Op weg daarheen kwam de reddende bel, en ik draaide naar 2300 meter in een bijzonder vriendelijke gaggle. Er zaten mensen nog hoger, maar het leek een beetje in te zakken dus ik begon naar het eerste keerpunt te glijden. De hele weg zakte ik alleen maar, en tegen de tijd dat ik bij het einde van St. Cyr was zat ik al bijna op tophoogte. Rechts de gaggle, die best goed omhoog ging maar daarvoor zou ik dieper het onlandbare gebergte in moeten, links de velden. Ik ging naar links. Jammer van de wedstrijd, maar ik voel me niet overmoedig meer. Samen met Ken zakte ik inderdaad uit op een veldje langs de weg naar Ribiers, en na ons landden er nog drie. Een klein uurtje en minder dan tien kilometer gevlogen, maar wel ontspannen, leuk.
Duik in het zwembad, boodschapjes, roséetje met A&J&H, koken en babbelen met zo ongeveer het prettigste team in m’n leven, op tijd naar bed. Het leven is goed!
17 juli 2012
Gorges de Meouges
De sfeer is helemaal goed, gezellig, stressvrij. We hebben een leuk team en de zon schijnt, jammer dat we niet kunnen vliegen maar in ieder geval is het vakantie. Even dachten we dat het vliegbaar was, de balise zei 14 km/u maar op weg naar boven kwamen we auto’s met vleugels tegen die de andere kant op reden. Kennelijk stond er boven een puist wind. Omgedraaid, zwemspullen gehaald, weer terug en de middag verder in de kloof doorgebracht. Ik durf gelukkig nog te springen, het is verleidelijk om het niet te doen maar te leuk om te laten. Iedereen die z’n eerste sprong gemaakt heeft, meestal kleine kinderen, zwemmen met een gelukzalige overwinningslach weg.
Later zetten Shaun en Geoff hun bandje op stroomafwaards, maar ze weten eigenlijk niks meer te spelen dan een of ander wiskey nummer daar ben ik nou wel flauw van. Gekookt en gegeten met ik weet niet precies meer wie, het was een in- en uitstroom van mensen die al dan niet een hapje mee aten, en Ad met de anderen kwam aan dus ik heb geen last meer van m’n knuffeldeficiëntie. Nu naar bed, wie weet kunnen we morgen gewoon de wedstrijd vliegen.
16 juli 2012
Window of opportunity
De eerste dag van de Belgische Open werd gecancelled wegens teveel wind, en inderdaad stond er een behoorlijke puist te blazen. Sommigen gingen naar St. Vincent, anderen naar Mens, en wij bleven hier in de hoop dat de wind ’s avonds misschien een beetje af zou nemen. Maar vroeg in de middag kwam Irene al melden dat er mensen boven de Chabre hingen, en dat het nu licht was maar straks weer zou gaan toenemen, dus wij togen naar boven. Inderdaad, uitstekende condities. Ik draaide vrij makkelijk tot de inversie op 1600 meter, maar liet me dan ook weer iedere keer honderden meters naar beneden sinken. Een uurtje stuiterde ik zo boven de ridge, steeds proberen om de kern weer terug te vinden en een beetje met één of twee anderen samen in te draaien. Het lukte me niet om door de inversie heen te draaien, totdat ik een uurtje in de lucht was en me verder naar achteren liet drijven dan voorheen. Ik vertrouwde het niet echt en ik was inmiddels een beetje moe, dus in plaats van m’n geplande overlandje besloot ik dat het welletjes was voor vandaag. Ik overwoog om bij Remco en Sheila te landen en even hallo te zeggen, maar gelukkig wist ik mezelf tot de orde te roepen. Ik heb nog niet één echt goeie landing gemaakt, laat ik nou eerst eens even een paar keer netjes op de camping landen voordat ik alweer doordraaf en vergeet dat ik er niet zo goed in ben. De camping is lekker groot en heeft een windzak, en hulp voor als het mis gaat.
Ik kwam honderd meter boven starthoogte boven de camping, waar echt overal lift zat. Ik had geen haast om te landen dus ik draaide grote lome bochten over het dorp en de heuveltjes in het oosten, het kostte bijna een kwartier om naar beneden te komen. M’n landing was ok, en net op tijd want Tanno die twintig minuten later binnenkwam had al fors moeite met de turbulentie door de toegenomen wind. Latere landers hadden het duidelijk moeilijk, en de paar uurtjes vliegweer waren alweer over.
St Vincent
Misschien is m’n teen toch gebroken, verdorie. M’n landing was helemaal zo slecht niet, ik kwam alleen nogal hard op m’n voeten terecht, en nou heb ik een blauwe teen en flink pijn. Zo jammer, het is onprettig in m’n harnas en het maakt lopen over stenige paadjes lastig. Niet dat het veel uitmaakt want voorlopig vlieg ik toch niet, het is mistral. Tanno, Andreas en Juicy vlogen wel gisteren in St. Vincent maar ik durfde niet. Geen fatsoenlijk bombout field, en het was ook nog eens heftig turbulent aan de grond.
De mannen landden pas laat, en we moesten een schitterende kloof door om Andreas op te halen. Velden rood van de klaprozen, romantisch meertje, rotspartijen en watervallen, prachtig. De pizzeria die we uiteindelijk tegen half tien vonden liep net vol met parachutisten van Gap-Tallard, zodat we pas na anderhalf uur ons pizzaatje kregen. Ook dat maakt niet uit want vandaag wordt weer een niet-vliegdag dus ik kan met een middagdutje een beetje bijslapen.
15 juli 2012
14 Juillet
Je hebt van die ochtenden dat we met z’n allen urenlang besluiteloos rondhangen in onzekerheid over tijd en plek om naartoe te rijden. Ik begon de dag maar ns met thee drinken bij Heather en Mart, en daardoor miste ik Tanno’s sms. Zo kwamen we pas tegen de middag op de lage noord. Binnen een uur stond ik op het noordlandingsterrein, uitgezakt. Gelukkig was Montse er al voordat ik helemaal ingepakt was, en hup reden we nog een keer naar boven. M’n tweede vluchtje was heerlijk: rustig, overal langs de rigde termiek en een paar andere masttoestellen om gezellig mee rond te darren. Ik overwoog om ergens naartoe te vliegen, het was nog vroeg, maar de termiek was niet erg overtuigend en ik lag nogal oncomfortabel in m’n harnas. Ik besloot een uur boven de start te blijven en dan te gaan landen, maar uiteindelijk werd het me toch te saai en zo stond ik na 58 minuten op de camping. Inschrijven, koken, douchen en toen was er nog een hele avond de tijd op 14 Juillet te vieren. Shaun had een vat van z’n eigen bier mee, lekkerder nog dan twee jaar geleden, en Fran dook op. De beste campingzanger die ik ken en gelukkig spartelde hij niet al te veel tegen, binnen de kortste keren hadden we een concert. Iemand sjouwde het drumstel uit Shauns tent, Shedsy speelde nog wat, Montse hield me warm. Ik probeerde wat te babbelen in m’n kleuterfrans maar dat leidde tot ongewenste versierpogingen.
Keurig om één uur naar bed, koud, wind, de Belgische Open begint met mistral.
14 juli 2012
Eerste vluchtje
Donderdag waaide het hard en het was bloedheet. Een rustdagje dus, tot het ’s avonds iets rustiger werd en Frank ons wel wilde rijden. Eénmaal op de start, met behoorlijk harde wind met een beetje westelijk erin en met koppijn van het lezen en dutten in de zon, was ik gewoon niet gemotiveerd. Tanno en Jochem vlogen wel en ik wist al dat ik er spijt van zou krijgen als het de komende dagen niet vliegbaar blijkt te zijn, maar ik had gewoon geen zin. Vreemd.
Gisteren kostte het een paar uur om te besluiten of waar en met wie we omhoog zouden gaan, en toen we uiteindelijk vroeg in de middag op de lage noord aankwamen stonden er al zeker tien op te bouwen. Toch was ik de eerste die startte, ik wilde niet wachten om te zien of het misschien termisch zou worden met het risico dat ik uiteindelijk de berg helemaal niet af zou komen. M’n kwartiertje in de lucht gebeurde er eigenlijk weinig, maar ik had m’n bar toch stevig vast en ik voelde m’n hart flink kloppen. Er stond een enorme puist westenwind, overal lenticularis, ieder moment kon het gruwelijk turbulent worden dacht ik. Ik vond een uitstekende bel maar deed geen moeite om boven starthoogte te komen, ik vreesde daar compleet alle kanten opgegooid te gaan worden. Tanno en Jochem zeiden later dat het op 2000 meter echt verschrikkelijk turbulent was.
Met m’n belletje dreef ik over het noordlandingsterrein, waar ik liever niet wilde landen, en m’n landing bij de camping was uitstekend. Op de plek waar ik van plan was te staan, rustig met een beetje oversnelheid, op de voetjes. Fijn om een goeie eerste vlucht gemaakt te hebben.
De rest van de middag teuten, boodschappen doen, koken en met z’n vieren eten terwijl Juicy en Chiel hun tenten naast de onze opzetten, helemaal gezellig. We staan naast het zwembadje dus om het uur neem ik even een duik om af te koelen. ’s Avonds togen we naar het dorp, waar afgetrainde dames in strakke gymbroekjes waar een theedoek uithing bij wijze van rok op waardeloze Britney Spiersnummers pornopersiflages ten beste gaven. Erg pijnlijk om aan te zien dus ik kroop vroeg m’n tentje in. Snurken, babygehuil, startende auto’s, ritsen, pratende mensen om me heen, schijnbaar vlak naast m’n hoofd. Het is een raar soort intimiteit op een camping. De tentjes geven een vaag idee van privacy maar eigenlijk lig je met z’n allen bij elkaar in bed. Lang leve de oordoppen.
Gisteren kostte het een paar uur om te besluiten of waar en met wie we omhoog zouden gaan, en toen we uiteindelijk vroeg in de middag op de lage noord aankwamen stonden er al zeker tien op te bouwen. Toch was ik de eerste die startte, ik wilde niet wachten om te zien of het misschien termisch zou worden met het risico dat ik uiteindelijk de berg helemaal niet af zou komen. M’n kwartiertje in de lucht gebeurde er eigenlijk weinig, maar ik had m’n bar toch stevig vast en ik voelde m’n hart flink kloppen. Er stond een enorme puist westenwind, overal lenticularis, ieder moment kon het gruwelijk turbulent worden dacht ik. Ik vond een uitstekende bel maar deed geen moeite om boven starthoogte te komen, ik vreesde daar compleet alle kanten opgegooid te gaan worden. Tanno en Jochem zeiden later dat het op 2000 meter echt verschrikkelijk turbulent was.
Met m’n belletje dreef ik over het noordlandingsterrein, waar ik liever niet wilde landen, en m’n landing bij de camping was uitstekend. Op de plek waar ik van plan was te staan, rustig met een beetje oversnelheid, op de voetjes. Fijn om een goeie eerste vlucht gemaakt te hebben.
De rest van de middag teuten, boodschappen doen, koken en met z’n vieren eten terwijl Juicy en Chiel hun tenten naast de onze opzetten, helemaal gezellig. We staan naast het zwembadje dus om het uur neem ik even een duik om af te koelen. ’s Avonds togen we naar het dorp, waar afgetrainde dames in strakke gymbroekjes waar een theedoek uithing bij wijze van rok op waardeloze Britney Spiersnummers pornopersiflages ten beste gaven. Erg pijnlijk om aan te zien dus ik kroop vroeg m’n tentje in. Snurken, babygehuil, startende auto’s, ritsen, pratende mensen om me heen, schijnbaar vlak naast m’n hoofd. Het is een raar soort intimiteit op een camping. De tentjes geven een vaag idee van privacy maar eigenlijk lig je met z’n allen bij elkaar in bed. Lang leve de oordoppen.
13 juli 2012
12 juli 2012
Laragne
Hoera zon, kennissen en bergen. En veel wind, dat dan weer wel. Gelukkig werd dat gisteravond al voorspeld zodat we zonder gewetensstrijd nog een karafje wijn konden bestellen en inderdaad, ik zou vandaag beter niet vliegen. Het is nog rustig op de camping, veel Tsjechen, Duitsers Nederlanders Fransen natuurlijk en al een enkele Belg. Phil en Jeff natuurlijk, een Aussie uit Bright en Bart. Geen ganzen of geiten meer, een paar extra douches en natuurlijk het zwembad. Heerlijk, een dagje boodschappen doen, kletsen, lezen, dutten en dat alles bij vier, vijfentwintig graden en noordewind.
09 juli 2012
zomervakantie
Al tijden niet meer in Laragne geweest. Ik heb er zin in, vergeet voor het gemak maar even de lange klim in de hitte naar de slipperige start, de dusties en avond aan avond vette pizza. Nou ja eerst nog maar even zien dat we er überhaupt komen, met een afgeladen auto (ik ga hemel en aarde bewegen om m’n fietsie mee te nemen zodat ik nog een schijn van onafhankelijkheid overhou) en oververmoeide Hollanders in zweterige files. Op naar termiek overal, gezellige Belgen en Britten, ruime dalen en m’n lievelingschauffeur Montse.
07 juli 2012
Buizerd
M’n eerste start releaste ik boven- en onderlijntje tegelijk, dus dat was snel over. De tweede ging goed, en ik draaide een pietsie in een nulletje maar snel stond ik toch alweer beneden. De derde keer brak het breukstukje toen ik over wilde schakelen met iets teveel ruimte in het schuiflijntje, dus opnieuw stond ik binnen een minuut aan de grond, ergens diep in het veld met een harde wind in de rug (waardoor de vleugel loeizwaar wordt). Nou schoten zHarry en Tanno wel charmant te hulp, dat alleen al maakt het een leuke dag. In ruil leende ik zHarry m’n release uit, wetend dat ik hem dan ook ergens ver weg op zou moeten gaan halen.
Maar toen mocht ik het release van ene nieuwe Martin lenen, omdat ik toch van plan was om gewoon bij het veld te blijven. Dat was ik echt absoluut eerlijk van plan, maar jee ik koppelde los en draaide meteen heerlijk omhoog naar wolkenbasis, daarmee ruim over Moergestel wegdrijvend. Ik loog door de radio nog dat het me speet (wat natuurlijk niet echt waar was aangezien ik het gigantisch naar m’n zin had), en begon me te oriënteren op een route rechtsom Den Bosch. Dat was helaas weer iets te optimistisch, zoals gewoonlijk stond de wolk die ik hebben moest precies de andere kant op en zo zakte ik voor de duizendste keer al na m’n eerste belletje naar de grond (bij Maaskantje!).
Ik zocht een mooi groot gemaaid weiland naast een doorgaande weg uit waar zelfs iemand in liep, altijd handig voor als er onverhoopt iets mis gaat. Die iemand begon helaas wel tegen me te schreeuwen, “van m’n land af!” en of ik maar direct op wilde rotten. Gelukkig stond ik al aan de rand dus ik kon hem meteen terwille zijn, en ik zette vleugel en harnas bij het volgende huis neer. Daar kwamen allerliefste mensen naar buiten die me vroegen hoe ze me konden helpen, of ze misschien een keer een tandem konden doen en wilde ik iets drinken misschien?
Stom genoeg had ik van niemand een telefoonnummer bij me, maar ik was nog zo dichtbij het veld dat ik radiocontact met Jos kreeg toen hij in de lucht zat. Even later liet Tanno me weten dat hij me op zou halen, terwijl Jan achter zHarry en Martin, in Renkum! aanging.
Dat betekende wel een uurtje wachten, zonder iets te lezen en met de voorspelde regenbuien dreigend steeds dichterbij. Ik bleek weer eens geen talent voor meditatie te hebben, dus ik oefende fluiten tussen m’n duimen, fotoos maken met de zelfontspanner, fluiten op gras, bloemetjeskransjes maken, een deuntje fluiten, ronddrentelen tot ik er flauw van was. Toch altijd nog beter dan tien kilometer lopen en liften.
Om half negen ’s avonds thuis hielpen de buren nog even met de vleugel afladen. Met een biertje haalde ik herinneringen op aan andere dagen dat ik bijzonder vriendelijke mensen op m’n landingsplek trof: ik heb wel eens op een verjaardagsvisite met een gebakje op schoot op m’n retrieve zitten wachten. Het is één van de mooiste dingen van het overlandvliegen, de kleine gesprekjes met vriendelijke mensen, en de hulp die van alle kanten komt.
04 juli 2012
Record
Wow. Jonny en Dustin hebben 768 kilometer gevlogen. Waanzinnig. Hier Jonnies blog: http://www.jonnydurand.blogspot.nl/ en hier de ongelooflijke tracklog: http://chorlton.homeip.net/spotmap/zapata.html (wel even linksboven op 'gisteren' en 'Jonny' klikken.)
Abonneren op:
Posts (Atom)