07 juli 2012

Buizerd




M’n eerste start releaste ik boven- en onderlijntje tegelijk, dus dat was snel over. De tweede ging goed, en ik draaide een pietsie in een nulletje maar snel stond ik toch alweer beneden. De derde keer brak het breukstukje toen ik over wilde schakelen met iets teveel ruimte in het schuiflijntje, dus opnieuw stond ik binnen een minuut aan de grond, ergens diep in het veld met een harde wind in de rug (waardoor de vleugel loeizwaar wordt). Nou schoten zHarry en Tanno wel charmant te hulp, dat alleen al maakt het een leuke dag. In ruil leende ik zHarry m’n release uit, wetend dat ik hem dan ook ergens ver weg op zou moeten gaan halen.
Maar toen mocht ik het release van ene nieuwe Martin lenen, omdat ik toch van plan was om gewoon bij het veld te blijven. Dat was ik echt absoluut eerlijk van plan, maar jee ik koppelde los en draaide meteen heerlijk omhoog naar wolkenbasis, daarmee ruim over Moergestel wegdrijvend. Ik loog door de radio nog dat het me speet (wat natuurlijk niet echt waar was aangezien ik het gigantisch naar m’n zin had), en begon me te oriënteren op een route rechtsom Den Bosch. Dat was helaas weer iets te optimistisch, zoals gewoonlijk stond de wolk die ik hebben moest precies de andere kant op en zo zakte ik voor de duizendste keer al na m’n eerste belletje naar de grond (bij Maaskantje!).
Ik zocht een mooi groot gemaaid weiland naast een doorgaande weg uit waar zelfs iemand in liep, altijd handig voor als er onverhoopt iets mis gaat. Die iemand begon helaas wel tegen me te schreeuwen, “van m’n land af!” en of ik maar direct op wilde rotten. Gelukkig stond ik al aan de rand dus ik kon hem meteen terwille zijn, en ik zette vleugel en harnas bij het volgende huis neer. Daar kwamen allerliefste mensen naar buiten die me vroegen hoe ze me konden helpen, of ze misschien een keer een tandem konden doen en wilde ik iets drinken misschien?
Stom genoeg had ik van niemand een telefoonnummer bij me, maar ik was nog zo dichtbij het veld dat ik radiocontact met Jos kreeg toen hij in de lucht zat. Even later liet Tanno me weten dat hij me op zou halen, terwijl Jan achter zHarry en Martin, in Renkum! aanging.
Dat betekende wel een uurtje wachten, zonder iets te lezen en met de voorspelde regenbuien dreigend steeds dichterbij. Ik bleek weer eens geen talent voor meditatie te hebben, dus ik oefende fluiten tussen m’n duimen, fotoos maken met de zelfontspanner, fluiten op gras, bloemetjeskransjes maken, een deuntje fluiten, ronddrentelen tot ik er flauw van was. Toch altijd nog beter dan tien kilometer lopen en liften.
Om half negen ’s avonds thuis hielpen de buren nog even met de vleugel afladen. Met een biertje haalde ik herinneringen op aan andere dagen dat ik bijzonder vriendelijke mensen op m’n landingsplek trof: ik heb wel eens op een verjaardagsvisite met een gebakje op schoot op m’n retrieve zitten wachten. Het is één van de mooiste dingen van het overlandvliegen, de kleine gesprekjes met vriendelijke mensen, en de hulp die van alle kanten komt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten