Donderdag waaide het hard en het was bloedheet. Een rustdagje dus, tot het ’s avonds iets rustiger werd en Frank ons wel wilde rijden. Eénmaal op de start, met behoorlijk harde wind met een beetje westelijk erin en met koppijn van het lezen en dutten in de zon, was ik gewoon niet gemotiveerd. Tanno en Jochem vlogen wel en ik wist al dat ik er spijt van zou krijgen als het de komende dagen niet vliegbaar blijkt te zijn, maar ik had gewoon geen zin. Vreemd.
Gisteren kostte het een paar uur om te besluiten of waar en met wie we omhoog zouden gaan, en toen we uiteindelijk vroeg in de middag op de lage noord aankwamen stonden er al zeker tien op te bouwen. Toch was ik de eerste die startte, ik wilde niet wachten om te zien of het misschien termisch zou worden met het risico dat ik uiteindelijk de berg helemaal niet af zou komen. M’n kwartiertje in de lucht gebeurde er eigenlijk weinig, maar ik had m’n bar toch stevig vast en ik voelde m’n hart flink kloppen. Er stond een enorme puist westenwind, overal lenticularis, ieder moment kon het gruwelijk turbulent worden dacht ik. Ik vond een uitstekende bel maar deed geen moeite om boven starthoogte te komen, ik vreesde daar compleet alle kanten opgegooid te gaan worden. Tanno en Jochem zeiden later dat het op 2000 meter echt verschrikkelijk turbulent was.
Met m’n belletje dreef ik over het noordlandingsterrein, waar ik liever niet wilde landen, en m’n landing bij de camping was uitstekend. Op de plek waar ik van plan was te staan, rustig met een beetje oversnelheid, op de voetjes. Fijn om een goeie eerste vlucht gemaakt te hebben.
De rest van de middag teuten, boodschappen doen, koken en met z’n vieren eten terwijl Juicy en Chiel hun tenten naast de onze opzetten, helemaal gezellig. We staan naast het zwembadje dus om het uur neem ik even een duik om af te koelen. ’s Avonds togen we naar het dorp, waar afgetrainde dames in strakke gymbroekjes waar een theedoek uithing bij wijze van rok op waardeloze Britney Spiersnummers pornopersiflages ten beste gaven. Erg pijnlijk om aan te zien dus ik kroop vroeg m’n tentje in. Snurken, babygehuil, startende auto’s, ritsen, pratende mensen om me heen, schijnbaar vlak naast m’n hoofd. Het is een raar soort intimiteit op een camping. De tentjes geven een vaag idee van privacy maar eigenlijk lig je met z’n allen bij elkaar in bed. Lang leve de oordoppen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten