11 mei 2009

pre womens worlds

Een halve liter alcoholvrij Duits bier is vies. Het appartement is belachelijk kitscherig en zo gruwelijk netjes dat ik me niet durf te bewegen. Ik heb eindeloos aan Vickis kop moeten zeuren om sprogsettings en die heb ik nou nog niet, dus dikke kans dat ik vanmiddag ruzie met de organisatie krijg. Maar ik ben hier, Christine is hier, en de vooruitzichten voor vliegweer zijn nog niet eens superslecht. Hier naartoe verbaasde ik me weer over dit landschap, zo ontzettend mooi. Alles vol en dik in frisgroen en bloemen, glooiend, gevarieerd, en plotseling de besneeuwde rotspieken van de Alpen op een rijtje in de verte. Terwijl ik door Füssen reed zag ik de lucht vol vleugeltjes, ik ben er.

Zondagavond
Inderdaad, ruzie met de organisatie. Ik mag niet met de wedstrijd meedoen omdat ik geen getallen heb voor m’n sprogs. Dit is bijna niet uit te leggen aan niet-vliegers, vooral niet omdat ik (net als Moyes) ervan overtuigd ben dat de Duitse regels niet ok zijn. Zij geloven heilig in getallen, regels, voorschriften en certificaten, en omdat ze zo oprecht geloven dat het de veiligheid dient zijn ze ook niet van het idee af te brengen. Ik daarentegen denk dat veiligheid veel meer verschillende facetten heeft dan alleen een goeie pitch (zelfoprichtend vermogen als de lucht me naar beneden duwt, daarvoor moeten je sprogs hoog staan). Het is voor de veiligheid ook belangrijk dat je een goeie handling hebt, en dat vraagt nou juist om niet al te hoge sprogs. Het is dus een midden, en er is niet één goed midden. Dat heeft te maken met smaak, met manier van vliegen, met het soort lucht. En dan nog is er weinig echt wetenschappelijk gemeten en onderzocht: is er een duidelijke samenhang tussen tucks en lage sprogsettings; hoeveel ongelukken waren tucks of tumbles; maakt de vg-setting nog iets uit; hoeveel botsingen met een berg of in een gaggle zijn voorkomen doordat iemand snel en fel kon sturen? Nou ja, als ik niet mee mag vliegen dan hoop ik dat ze me niet kunnen verbieden op deze stek te vliegen. Maar tja, Duitsers zijn vaak wel enorm van de verboden en regels en de DHV is de baas.
Ondertussen doet Christine ook al niet met de wedstrijd mee, ze had sinds haar ongeluk in Bassano nog niet gevlogen voor vandaag. Vandaag ging het allemaal goed, ook al is ze ontevreden over haar landing, maar ze heeft toch geen zin in de stress van een wedstrijd. Ik begreep het eerst niet omdat ik eigenlijk nauwelijks verschil zou weten tussen hier vrij vliegen of hier wedstrijd vliegen, maar ook dat is weer iets Duits. Voor haar is een wedstrijd wel degelijk een hoop stress, want het Duitse team wordt uitgebreid begeleid door de verschrikkelijke Rudl en dan nog Ecki en Regina en Charlie voor de filmopnames. En ze moeten ook vanalles, ze kunnen niet gewoon gezellig vliegen zoals ze zin hebben.
Vandaag na de prijsceremonie van de German Open in de rij voor de gondel naar boven. Er kunnen maar drie vleugels tegelijk op en het ding gaat ongeveer eens per twintig minuten naar boven, dus ik heb een uur of drie staan wachten. Toen ik eindelijk boven was kon ik m’n quickpins niet vinden, dus het zag er naar uit dat ik opnieuw niet kon vliegen. Ik twijfelde eigenlijk of ik überhaupt wel moest vliegen, met koppijn en ontzettend moe, maar jeetje het is de enige oefendag vandaag, supermooi weer met minder goeie vooruitzichten, en ik heb al zo lang niet meer gevlogen dat ik alleen al even die berg af moest om te zien of ik alles in orde heb. Touwtje hier, batterij daar. Gelukkig vond ik de quickpins uiteindelijk toch nog, en het opbouwen van de vleugel brengt me altijd helemaal in de stemming. Nadat ik Christine eraf had gegooid (doodeng want ze vertelde dat ze de vleugel niet had uitgedoekt terwijl er wel degelijk latten krom waren) hielp Connie mij weg. Mooie start, en ik hobbelde vanzelf een megabel in en draaide een beetje naar boven, maar al gauw merkte ik dat ik echt niet kon centreren. Geen concentratie. Ik waggelde nog een beetje rond en genoot van het schitterende uitzicht op de Alpen, overal rotsen en sneeuw en beneden enorme frisgroene velden vol paardebloemen, twee grote blauwe meren en een stroompje. Erg idyllisch allemaal. Toen ik er genoeg van had vloog ik naar het landingsveld maar ik zat nog erg hoog, dus ik probeerde nog even of een alleenstaand kerkje het ook echt deed, zoals de theorieboekjes zeggen. Inderdaad, terwijl ik daar aan het zoeken was knalde er een roofvogel naar boven, en samen draaiden we nog een paar honderd meter op. Uiteindelijk vond ik het toch wel genoeg en met een matige landing heb ik dan toch weer eens drie kwartier gevlogen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten