07 februari 2015

Dealing with ourselves



Vliegende vrouwen die mij om raad vragen zijn een perfecte spiegel voor mezelf. En andersom weet ik als ervaringsdeskundige dat ze niet naar m’n goeie raad zullen luisteren. De meesten van ons herhalen gewoon dezelfde fouten, omdat we pas achteraf inzien hoe het fout ging.
Het begin: koste wat kost niet onder willen doen voor anderen. Je bent jong en stoer, niet te stoppen. Je weet van geen ophouden, bent nooit bang, rookt en zuipt als een zeeman en je gaat met grote sprongen vooruit. Ok, de fijne techniek houdt niet over, je herhaalt keer op keer dezelfde fout. Uitduwen bij de start, of met gestrekte armen landen, maar je bent geen mietje dus honderden buikschuivers en blauwe plekken deren je niet. Het belangrijkste is dat je met je maten of je lief mee kan komen. Ik werd altijd pissig als mensen mij als ‘het meisje’  behandelden en verbaasd constateerden dat ik ‘ook’ vloog. Terwijl ik verdorie twee jaar eerder begonnen was dan m’n lief.
Dan volgt de onvermijdelijke val. Of het nou een ongeluk is, of het achterblijven van je prestaties bij de jongens, vroeg of laat word je angstig of onzeker. Misschien komt het wel omdat we de lat al vanaf het begin zo hoog hebben gelegd, als vrouw moet je de beste zijn en dat lukt niet iedereen. Daarop volgen jaren van worsteling. We zijn zó goed in het zien van onze gebreken, zó kritisch tegen onszelf, zó blind voor wat we wel kunnen. Bovendien weten we niet hoe we met onzekerheid en angst om moeten gaan. Woedend ben je, op jezelf, waarom werken je hersenen verdorie niet mee?! Gefrustreerde tranen als je uitzakt, tegelijk de bevestiging dat je, inderdaad, een waardeloze piloot bent.
Wat natuurlijk onzin is. Maar je durft je zelfkastijding niet compenseren door te doen wat mannen doen: de aandacht richten op je prestaties en fouten bagatelliseren. Je zou overmoedig kunnen worden en dat is in onze sport te gevaarlijk. Zeker als de ene na de andere vriend verongelukt kijk je wel link uit voordat je jezelf zou overschatten.
Meisjes, er is echt maar één optie. Blijf vliegen, zo veel als je kan maar ook alleen maar als je kan. Kies een toestel dat bij je niveau past, liever te makkelijk dan te snel. Kies stekken en dagen die supergemakkelijk zijn. Je daagt jezelf toch wel uit, maar doe het geleidelijker en met kleinere stapjes dan je maatjes.
Het belangrijkste dat ik geleerd heb: zorg dat je je niet aan een piloot bindt. Hij neemt grotere stappen dan jij en je wil dolgraag met hem samen vliegen. Je kan van hem niet verlangen dat hij zich aan jouw tempo, aan jouw behoeften aanpast, dus doe je het andersom. Ik mis af en toe vaste vliegmaatjes, de vanzelfsprekendheid en vertrouwdheid waarmee je week in week uit samen de lucht in gaat. Maar nu ik alleen m’n eigen agenda bepaal kan ik eindelijk vliegen waar en wanneer het goed voor mij is.

Helen had het sneller door dan ik: Female pilot artikel

Geen opmerkingen:

Een reactie posten