02 oktober 2015

Transport



Een halve dag uitdoeken, nog een halve dag inpakken, en nog een halve dag afleveren op Schiphol. Al dat werk is niet het ergste, maar de nachtmerries over vallende dozen, platgedrukte frames en absurde douanerekeningen. En dan is er natuurlijk nog het risico dat de vleugel gewoon te laat aankomt, of dat ik uiteindelijk toch niet kan vliegen met m’n lamme armpje, of dat ik iets essentieels vergeten ben of het niet lukt een auto met dakdragers down under te regelen. Pfff wat een stress. Maar vanmorgen was het vooral fijn om me over te kunnen leveren aan een leger van galante mannen. Peter stond om zeven uur op de stoep om me te helpen de 70 kilo doos-met-inhoud op de auto te leggen. Gelukkig hielp de krantenbezorger spontaan een handje want mijn stoerigheid was weer eens groter dan m’n biceps. En bij QCS namen ze me vriendelijk aan de hand door het bureaucratische oerwoud van vrachtpapieren, aangifteverklaringen en handelingsmachtigingen. Ik mag dan ambtenaar wezen maar dit is echt hogere formulierenkunde. Toen alles na anderhalf uur ingevuld en ondertekend werd de jongste bediende uitgeleend als gids en sjouwer, erg fijn want mijn antieke tomtom snapt niks van de kronkelwegen op Schiphol-Oost. Langs het vreemde verschijnsel vliegtuigspotters, door bochten waar een gladde vijfbaansweg ineens een landweggetje wordt, via doolhoven van enorme loodsen en slalommend om de kerende vrachtwagens.

Vanaf nu wordt het tien keer per dag m’n mail checken om te zien of er al nieuws is over de aflevering van m’n dierbaarste bezit bij de fabriek.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten