10 augustus 2010

NK taak 1

Iedereen bemoeit zich met het Cameron-Hadewych-geval, hij krijgt er het rambam van. Ik vind het niet zo erg, het komt doordat ze om ons geven denk ik, en ik maak me meestal niet erg druk om de opvattingen van anderen over mijn leven. Ik vind het wel vervelend dat Hans voortdurend vindt dat het mijn schuld is als Camo ongelukkig is, maar aan de andere kant, ik zie z’n punt wel en ik kan er nog steeds niks aan veranderen.
Het is sowieso kwa relaties geen feest dit jaar. Er lopen teveel exen van elkaar, met de nieuwe geliefde en al, op dezelfde berg rond. Vroeger was ik vaak de enige vrouw in een hele wedstrijd, afgezien van Kathleen of Corinna soms, maar die zijn getrouwd/geen onderwerp van flirts. Het is harstikke leuk als er veel meiden zijn, maar het levert wel een hoop geroddel en gezeur op. Ik ben de enige single van de dames hier en ja hoor ook dat is dus een bron voor eindeloos geklets.
Jeetje, vroeger. Twintig, dertig wedstrijden misschien? Tien jaar? Mart vroeg waarom ik in godsnaam überhaupt meedoe met wedstrijden, als ik nog steeds niet in een gaggle durf te blijven dus gegarandeerd uitzak. Ik snap z’n verbijstering wel, het is net zoiets als voortdurend een koers kiezen die me richting grote veilige landingsterreinen brengt in plaats van de bergtoppen waar de termiek zit. Maar hoe graag ik ook beter wil vliegen, eerst moet ik me veilig voelen. Ik draai drie of vier rondjes met de gaggle mee, probeer niet op de anderen te letten en gewoon goed te centreren, maar met drie of vier anderen op dezelfde hoogte krijg ik het spaans benauwd en wijk ik uit. De fout die ik gisteren maakte was niet het uitwijken, ik kon de spanning gewoon niet aan, maar het feit dat ik niet bleef proberen om ook tophoogte te bereiken. Ik gleed met de anderen mee die wel een paar honderd meter meer dan ik hadden, dàt was stom. Daardoor zakte ik voor de zoveelste keer uit voor de windmolens. Er zat meer sink dan anders en het waaide ook harder, dus ik leek al vóór Osteria uit te zakken. Er stond al iemand en het was een mooi veld, maar ik zat nog iets te hoog om het al volledig op te geven. Achter het dorp zag ik m’n vertrouwde veld liggen, waar ik al tien keer geland ben, en ik mikte erop dat ik het zou kunnen halen. M’n instinct riep ENG ENG ENG want als ik het niet haal kom ik tussen bomen en huizen terecht, maar ik had genoeg verstand om te weten dat ik over zou houden. Niet veel overigens, waardoor ik een slecht circuit maakte. De landing zelf was prima, genoeg snelheid, begin van een flare, keurig op de voeten. Taak 1 was binnen een half uur over nog voordat de start open was.
Lorenzo en Antonio waren er al voordat ik ingepakt was, en ik had een complete middag om Christine in bed te leggen (ziek), wasje te doen, auto uit te mesten en een paar mensen op goal te zien binnenkomen. Ben nu eindelijk weer eens uitgeslapen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten